De Nederlandse schrijver en diplomaat F. Springer (eig. Carel Jan Schneider) werd geboren in Batavia op 15 januari 1932. Zie ook alle tags voor F. Springer op dit blog.
Uit: Over Tarzan, Flash Gordon en andere vroege helden
“In 1942 veegden de Japanse legers hardhandig en in de tijd gemeten in een vloek en een zucht de trotse maar ook gezapige kolonie Nederlands-Indië van de kaart. Wij woonden in Bandoeng, toen nog op oudvaderlandse wijze met oe geschreven. Mijn vader was leraar aan het Christelijk Lyceum in die stad. Hij gaf Duits, maar die taal werd op de scholen in Indië al snel na 10 mei 1940 taboe verklaard. Hoewel ook de taal van Goethe en Thomas Mann, diens zelfverklaarde plaatsvervanger op aarde, was Duits voortaan in Indië alleen nog maar de taal van de vijand. Mijn vader werd bijkans van vandaag op morgen hulpdocent Nederlands en gelukkig voor hem was het Lyceum christelijk en hij zelf ook, dus kon hij met godsdienstonderwijs zijn verplicht aantal lesuren halen. Hij was toen 35. Natuurlijk werd hij ook landstormsoldaat – iedere Europese man die in Indië kon lopen en fietsen werd opgeroepen – en vlak voor de komst van de Japanse troepen bombardeerde men hem zelfs nog tot reserve tweede-luitenant van het Kon. Ned. Ind. Leger. Hoewel militaire organisaties waar het dienstplichtigen betreft, vaak uitmunten in het zetten van de verkeerde man op de verkeerde plaats, kreeg mijn vader warempel zinvol en nuttig werk, en wel bij de cryptologische afdeling van het geallieerde hoofdkwartier (Nederlands-Indisch, Brits, Australisch) toen dat, op de terugmars uit Azië – voortgebezemd door de Japanners – enige tijd op Bandoeng bivakkeerde, op nog geen tien minuten van onze straat verwijderd. Daar was mijn vader, samen met anderen, belast met het coderen en decoderen van geheime telegrammen die de geallieerde bevelhebbers ter zee, te land en in de lucht met elkaar wisselden in die eindfase van de strijd om Nederlands-Indië, ach, van de strijd om geheel koloniaal Azië. Ik was trots op mijn vader als ik hem ’s morgens op zijn fiets zag wegrijden, in zijn groene uniform, kakiputtees om de kuiten, soldatenkistjes aan de voeten, bivakmuts schuin op het hoofd, een revolver op zijn heup bungelend, en een pakje brood onder de snelbinder.”
F. Springer (15 januari 1932 – 7 november 2011)
Hier met Adriaan van Dis (l) op de Tokyo International Book Fair in 2000