Leena Lehtolainen, Karl Krolow, Douglas Adams, Ernst Wichert, Torquato Tasso, Willem Claassen, Patrick Beck

De Finse schrijfster Leena Lehtolainen werd geboren op 11 maart 1964 in Vesanto. Zie ook alle tags voor Leena Lehtolainen op dit blog.

Uit: Tijd om te sterven (Vertaald door Annemarie Raas)

“Nu was Irja dood. Ik haalde nog een cider aan de bar, hoewel ik de eerste al in mijn benen kon voelen. Hoofdinspecteur Mario Kailio had die middag gebeld en gevraagd in hoeverre ik op de hoogte was van het aanhoudende geweld binnen het gezin Ahola. Eén keer had Irja Ahola tegenover haar oudste dochter toegegeven dat de blauwe plekken op haar kaak niet waren ontstaan na een ongelukje met de fiets, maar na een woede-uitbarsting van papa. Pas tijdens het politieverhoor dat na de moord had plaats gevonden was het tot de dochter doorgedrongen dat de verwondingen die haar moeder permanent sierde niet het gevolg waren van mama’s neiging om overal tegenaan te botsen.
(…)

Bij thuiskomst controleerde ik Kalles brievenbus opnieuw. Die was nog verder volgepropt. Er scheen geen licht achter zijn ramen. Onder aan de trap kwam ik de buurvrouw van de verdieping onder de mijne tegen, die me eerst een gelukkig Nieuwjaar wenste en toen begon te roddelen. Iedereen wist dat Kalle was afgevoerd door de politie, maar niemand wist waarom. Ik vermoedde dat ze me wel eens in Kalles gezelschap had gezien en dat ze er nu via mij achter probeerde te komen wat de reden was voor zijn arrestatie. Maar ik zei dat ik geen idee had en sloeg haar aanbod om koffie te komen drinken af.”

 
Leena Lehtolainen (Vesanto, 11 maart 1964)

Lees verder “Leena Lehtolainen, Karl Krolow, Douglas Adams, Ernst Wichert, Torquato Tasso, Willem Claassen, Patrick Beck”

Daan de Ligt

De Nederlandse dichter Daan de Ligt werd geboren op 11 maart 1953 in Den Haag. Zijn eerste bundel ‘Vijftig’ verscheen in 2003, daarna volgden de bundels ‘Ligtvoetig’ (2004), ‘Den Haag in gedichten en stadsgezichten’ (2006), ‘Vlammende gedichten’ (2007), ‘Oude nozem’ (2009) en ‘Dichten voor de Krant’ (2010). Verder zijn er veel gedichten van hem opgenomen in bloemlezingen. Toen Daan de Ligt in 2003, na het verschijnen van zijn eerste bundel ‘Vijftig’, door de redactie van de toenmalige Haagsche Courant (thans AD Haagsche Courant) benaderd werd om zo’n 25 stadsgedichten voor de krant te gaan schrijven, had hij zijn twijfels of hij dat aantal wel zou kunnen halen. In januari 2010 had hij echter al zijn 250e gedicht voor de krant geschreven. Nadat 250e gedicht besloot hij om te stoppen met het schrijven van stadsgedichten voor de krant.. Zie ook alle tags voor Daan de Ligt op dit blog.

57

ik tel de groeven in mijn droef gelaat
vervolgens tel ik ook mijn grijze haren
veroorzaakt door een aantal crisisjaren
mijn lichaam is in haveloze staat

een oud, geheel versleten apparaat
dat zelfs de laatste hoop heeft laten varen
nog even en u mag me doodverklaren
want ook mijn geest is reeds ten einde raad

een oude man, die trage meters strompelt
de afstand van het kastje naar de muur
en op z’n sterfbed pure wartaal mompelt

ik voel al vlammen van het vagevuur

bedekt met spinnenweb, totaal verschrompeld
begeef ik mij terug naar de natuur

 

Onmogelijke liefde

je houdt me met een stille blik gevangen
en staart me met bevroren ogen aan
betoverd blijf ik zwijgend voor je staan
in twijfel tussen schaamte en verlangen

het lijkt alsof je heim’lijk om me lacht
plezier beleeft aan een hardvochtig spelen
een minnaar die je nooit zal mogen strelen
en die zo kansloos op een teken wacht

je schepper is een kunstenaar geweest
op zijn palet begon jouw eeuwig leven
zijn hand werd kalm bewogen door de Heer

als meester van z’n artistieke geest
hij heeft je zoveel schoonheid meegegeven
mijn teer beminde meisje van Vermeer

 
Daan de Ligt (Den Haag, 11 maart 1953)