De Nederlandse dichter, schrijver, criticus, polemist en toneelschrijver Gerrit Komrij werd geboren op 30 maart 1944 in Winterswijk. Zie ook alle tags voor Gerrit Komrij op dit blog.
Antipode
Bewaar me voor de helderheid der dingen,
Het schone hemd, de reidans en de zon.
Geef mij het spiegelbeeld, herinneringen,
De vale schutskleur van het kameleon.
Ik ben er niet. Geen bloedbaan ruist in mij.
Ik leef in schaduwen, ben nameloos.
Laat me verdorren in het wintertij,
Ver van de zomers met hun hels gehoos.
Ik kan de lichte stormen niet verdragen.
Kijk niet naar me. Behoed me voor die pijn.
O camera. O beeld van welbehagen.
Laat me van dit de antipode zijn.
Dodenpark
We wandelden des avonds door de tuinen
Van het crematorium; achter heg en hazelaar
Stond laag de vroege maan; ik at wat kruimels
Van mijn vest en jij genoot van een sigaar.
Je dacht wellicht aan zeer bezwete negers
Op hete plantages in de weer. Ook aan
Je gezicht meende ik zoiets af te lezen.
Ikzelf keek door de heg naar de maan.
We spraken niet. Wat viel er ook te zeggen?
We dachten maar aan een maan en aan zweet.
O, nergens heerste er ooit zo’n rust. Slechts
Af en toe klonk uit een urn een kreet.
Invitatie
Ik lig hier als een hoer tentoon. Je kunt
Me aaien, in me kruipen en bespringen,
Me tot een bal opblazen, tot een punt
Verkleinen, me bewenen of bezingen:
Ik ben je materiaal. Besnuffel me.
Loer in mijn keel, mijn hart, mijn reet, mijn maag.
Vervloek me duizend maal of knuffel me.
Ik vind het best. Ik heb je lief vandaag.
Proef van mijn bloed. Kom sabbel aan mijn tiet.
Geloof volop in mijn bekentenis.
Ik ben er echt. En toch ben ik er niet,
Zoals je wollen trui het schaap niet is.
Gerrit Komrij (30 maart 1944 – 5 juli 2012)
In 1979
Lees verder “Gerrit Komrij, Paul Verlaine, Milton Acorn, Erika Mitterer”