De Amerikaanse dichter Walt Whitman werd geboren op 31 mei 1819 in Westhills, Long Island, New York. Zie ook alle tags voor Whalt Whitman op dit blog.
Uit: Grashalmen
52
De gevlekte havik duikt neer en beticht me, hij klaagt over mijn geklets en gelummel.
Ook ik ben totaal ongetemd, ook ik ben onvertaalbaar,
Ik laat mijn barbaars gekrijs over de daken der wereld snerpen.
De laatste gloed van de dag blijft voor me hangen,
Hij slingert mijn evenbeeld de schaduwen der wildernis in, de andere achterna, door en door trouw,
Hij lokt me naar damp en schemering.
Ik verdwijn als lucht, ik schud mijn witte lokken naar de vluchtende zon,
Ik stort mijn vlees uit in wielingen, laat het drijven in vlokkige flarden.
Ik laat mezelf na aan de aarde om te groeien uit het gras dat ik liefheb,
Wil je me weerzien, kijk dan onder je laarszolen.
Je zult amper weten wie ik ben of wat ik beteken,
Maar niettemin zal ik heilzaam voor je zijn,
En je bloed filteren en sterken.
Heb je me niet meteen in het vizier, houd moed,
Vind je me op één plek niet, zoek dan op een andere,
Ergens blijf ik op je staan wachten.
Aan een vreemdeling
Passerende vreemdeling! Jij weet niet hoe verlangend ik naar je kijk,
Jij moet de man zijn die ik zocht, of de vrouw die ik zocht, (het komt tot me als in een droom,)
Ik heb vast ergens een vreugdevol leven met jou geleid,
Alles weet ik weer als we langs elkaar heen glijden, open, teder, kuis, gerijpt,
Jij groeide op met mij, was jongen met mij of meisje met mij,
Ik at met jou en sliep bij jou, jouw lichaam is niet alleen het jouwe geworden en mijn lichaam niet alleen het mijne gebleven,
Jij geeft me het genot van je ogen, gezicht, vlees, in het voorbijgaan, en in ruil neem jij dat van mijn baard, borst, handen,
Ik zal niet met je spreken, ik zal aan je denken als ik alleen zit of ’s nachts alleen wakker lig,
Ik zal wachten, ik twijfel niet of ik je weer zal ontmoeten,
Ik zal ervoor zorgen dat ik je niet verlies.
Vertaald door Jabik Veenbaas
Calamus Poems
12
Are you the new person drawn toward me and asking something significant from me?
To begin with, take warning — I am probably far different from what you suppose;
Do you suppose you will find in me your ideal?
Do you think it is easy to have me become your lover?
Do you think the friendship of me would be unalloyed satisfaction?
Do you suppose I am trusty and faithful?
Do you see no further than this façade — this smooth and tolerant manner of me?
Do you suppose yourself advancing on real ground toward a real heroic man?
Have you no thought, O dreamer, that it may be all maya, illusion? O the next step my precipitate you!
O let some past deceived one hiss in your ears, howmany have prest on the same as you are pressing now,
How many have fondly supposed what you are supposing now — only to be disappointed.
Walt Whitman (31 mei 1819 – 26 maart 1893)
In 1889