De Nederlandse schrijver en dichter Rogi Wieg werd geboren op 21 augustus 1962 in Delft. Zie ook alle tags voor Rogi Wieg op dit blog.
Het rode leven regent
Aan de ene kant is er nog een kant.
Aan de andere kant is er geen kant meer.
Ik kan niet heen en weer, al zou tijd mij
dat wel toestaan. De schepping wil het niet.
De dood is de langste hoogte, voor- en zijkant
van het hout. Driedimensionaal niets waarin
ik liggen zal. Ik schrijf toch weer een vers over
wat er komen gaat. Komt dit door het weer vandaag?
Er valt rode regen* op de wereld. Het regent leven.
Misschien zonder DNA. Onwereldlijke maat die niet
naar niets toegaat als ik, maar komt vanuit het universum,
slingert door Het Al. Rode regen valt uit rode ogen
die wenen om de staat van zijn van lijf en stof.
En niets is een oud verhaal dat met lege handen
rooddoorweekt door de regen nooit meer thuiskomt.
Dit niets spoelt ook de rode regen niet naar huis
en niet meer weg. Zie: ik ben het, ik ben het maar.
In de ochtend
Verwondering over de matte lichtval
van deze ochtend, vol kersen en kleine regen.
Aangekleed, gekamd, maar wat ik doen zal
is mij nog niet gezegd. Dan zacht bewegen;
muziek die neerdaalt uit een instrument
waarop ik lang geleden heb gespeeld.
De klank verstoort mijn evenwicht. Het is mij onbekend
wat men hier speelt, de compositie lijkt verdeeld
in toen en nu; mijn vingervlugheid is gelijk.
De vleugel glanst, haar draagkracht even sterk,
zoals de lichte Arabesque die ik ontwijk
als ik mij tot herinnering beperk.
Zie, mijn vader prijst mijn spel,
geeft richtlijnen, streelt nu mijn moeders hand.
Tijd valt uit elkaar in onverdraaglijk getel.
Een verleden
Werkelijk voorbij kan niets ooit zijn;
de pijn waait voort als lucht tussen
de steden, draagt de lussen
van de tijd waarbinnen ik verschijn
in een ander zelf. Ik ben pas zesentwintig
maar meervoudig in mijn wezen,
in elke lus een ander leven,
een andere kus om mee weg te gaan.
En alleen de pijn gaat voort; zij stapt
zomaar, zij leeft voor zo weinig, hapt
nog naar vrede, maar wordt dan mij.
Misschien is er langzaam iets gebleven:
de lucht tussen de steden
neemt al mijn lussen op uit een verleden.
Rogi Wieg (21 augustus 1962 – 15 juli 2015)
In 1988