De Nederlandse dichter, schrijver en columnist Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook alle tags voor Cees van der Pluijm op dit blog.
Winterpark
Je ademt witte wolken uit
Het park spreidt als een winterbruid
Nog blinkend, haast onaangeraakt
Een wereld van gedempt geluid
Waarin je voetstap knisperkraakt
Waarin je kinderziel ontwaakt
Je weet dat het niet duren zal:
(Als al het ongerepte schoons)
Straks vliedt als water naar het dal
Wat uit de lucht viel als kristal
De wereld kreeg iets ongewoons
De vaders werden weer als zoons
Dit moest de sneeuw zijn van hun jeugd
O winterpark, o kindervreugd…
De cederallee
Zo moet het zijn: het tedere geweld
Van ceders in september, kopergroen
Als wachters in gelid, die heel het bos
Behoeden voor wat schuilt en spiedt en dreigt
Maar beuken zijn het: neigend naar het veld
En reikend naar de lucht, een legioen
Van overmoed dat zonder blik of blos
Ons voorhoudt dat het eeuwen overstijgt
En in oktobers late middagzon
Valt stofgoud van de droge bladerdos
November waait de eerste takken los
Het leven wijkt nu met de lichtval mee
Dan wordt voltooid wat eens als feest begon
Verloochend in een herfstige allee
Uit: Momenten
1957
Vijfhonderd meter was het hemelsbreed
Een handkar was voldoende voor het huisraad
En jij mocht zittend mee, wat zat je plat
Fijn bonkend op de bodem met je gat
Een kind van drie dat naar een ander huis gaat
En de gemeentegrens zelfs overschreed
’t Was net iets groter; ’t lag er bijna naast
’t Was meer verplaatsen dan verhuizen haast
Maar Barneveld werd Apeldoorn die zomer
Je weet nog dat het warm was: almaar lomer
Werd ieder ritje hotsend uitgezeten
Ook wees men naar de hemel, stomverbaasd
Om wat je later nooit meer zou vergeten:
Zo’n Sputnik was wel kostje voor een dromer…
Cees van der Pluijm (12 januari 1954 – 14 december 2014)