Koen Peeters, Peter Zantingh, Ed Hoornik, Heere Heeresma, Peter Altenberg, Vita Sackville-West, Josef Weinheber, Taras Sjevtsjenko, Umberto Saba

De Vlaamse schrijver Koen Peeters werd geboren in Turnhout, 9 maart 1959. Zie ook alle tags voor Koen Peeters op dit blog.

Uit: De mensengenezer

‘En amid, wat betekent dat, Remi?’ vroeg nonkel Marcel.
‘Tussen, nonkel. Het gedicht zegt: de leeuweriken zingen dapper, zij vliegen, maar niemand kan hen horen tussen het lawaai van de wapens. In de klas hebben wij dat gedicht vanbuiten geleerd.’
‘Vanbuiten?’
‘Ja, want wij hebben in de klas nog geen Engels geleerd.’
‘Dus daarover ging dat gedicht,’ zei nonkel Marcel, zijn bezwete voorhoofd deppend met zijn zakdoek. ‘Daarover gaat het altijd. Overal zijn geheimen en opdrachten, droevige geheugensporen. Niemand is de eigenaar ervan, daarom blijven ze hangen tussen de mensen. Weet je waarom?’
Ik wist het niet.
‘In onze streek is te veel gebeurd.’
Hij wees in de verte naar de drie heuvels op een rij: de Kemmelberg, de Rodeberg, de Zwarteberg. Voor de rest was het landschap plat. Een strakgetrokken laken. Soms leken de schuren boven de graanvelden te zweven; bij de minste hitte zinderde de lucht. Elektriciteitsdraden huppelden op stelten naar de boerderijen en overal waren de boeren aan het werk, ook in de felle regen of wanneer een striemende wind uit de zee opstak.
Nonkel Marcel zei: ‘Onze streek is verdoemd. De geest schroeit iedereen met miltvuur.’
‘Welke geest, nonkel? Wat is miltvuur? Waarom verdoemd?’
‘De geest is onzichtbaar, maar hij is samengesteld uit de overblijfselen van lichamen. Uit zijn weggeschoten gezicht kijkt de geest ons aan. Zijn verhalen ratelen als een ekster, ze kwetteren.
Ze fluiten als een afgeschoten granaat.’
Ik zweeg.
‘Remi?’

 

 
Koen Peeters (Turnhout, 9 maart 1959)

Lees verder “Koen Peeters, Peter Zantingh, Ed Hoornik, Heere Heeresma, Peter Altenberg, Vita Sackville-West, Josef Weinheber, Taras Sjevtsjenko, Umberto Saba”

Ariane Sommer

De Duitse schrijfster, columniste en presentatrice Ariane Sommer werd geboren op 9 maart 1977 in Bonn. Als dochter van een Duitse diplomaat groeide zij op in verschillende landen en plaatsen, waaronder New Delhi, Sierra Leone, Parijs, Madrid en Miami. Ze behaalde haar eindexamen gymnasium aan het internaat Salem en verhuisde vervolgens naar Berlijn om politieke wetenschappen te studeren aan de FU Berlijn. In 2000 verscheen haar boek “Die Benimm-Bibel”. In 2009 werd de bundel korte verhalen “Foreign Affairs” gepubliceerd. Samen met Roman Libbertz publiceerde ze in 2015 de erotische roman “Lieben Lassen”. Van 2000-2002 was zij vaste columniste voor de Duitse Playboy, van 2001 tot 2002 voor Max. Daarnaast schreef zij gastcolumns voor o.a. Cosmopolitan, EMMA, Die Zeit, FAZ, Revue en BILD.de) , In het Brits-Chinese tijdschrift China Ethos verschijnt sinds 2008 een column van haar over cultuur, maatschappij en etiquette onder de titel “The Diplomat’s Daughter”. In het najaar van 2008 voerde ze naakt campagne voor de dierenrechtenorganisatie PETA tegen het dragen van bont. Vanaf 2000 speelde Sommer kleine rollen in tv-series en bijrollen in films zoals Oskar Roehler’s „Agnes und seine Brüder”. In 2002 verhuisde zij naar Londen, waar ze acteren studeerde aan het Actors Center. In 2005 vertrol zij naar Los Angeles. In 2007 kreeg zij een figurantenrol in “Kings of South Beach” (Girl at the Bar). In Duitsland presenteerde zij o.a. de tv-programma Top of the Pops, Lebensart en Die Supergärtner.

Uit: Lieben lassen

„Auf der Straße vertreibt die Sonne die letzten Splitter der Nacht aus meinen Augen. Für jetzt. Obwohl ich seit Tagen nicht geschlafen habe, fühle ich mich so beschwingt, als hätte die Erdanziehung keine Macht mehr über mich und ich könnte einfach mit einer weit ausgreifenden Bewegung der Arme abheben. Die Fensterläden eines der rostfarbenen Häuser neben mir werden aufgestoßen, und ein kleines Mädchen blinzelt verschlafen in die Außenwelt, reibt sich fröstelnd die Arme, der Mai zeigt sich morgens noch von seiner kühlen Seite.
Eine einsame Vespa knattert an mir vorbei, als ich den Tiber überquere, und im dunklen Wasser leuchtet golden der Petersdom. Kurz stelle ich mir vor hineinzuspringen, Gott zu besuchen, er ist bestimmt schon wach, so laut, wie ich ihn gerufen habe letzte Nacht.
Meine Absätze knallen auf den Asphalt, schlagen im Takt mit dem Herzschlag der Ewigen. In jedem Ort pocht unterschwellig ein Gedanke, ein Gefühl. In New York ist es Erfolg, in Shanghai Veränderung, in Paris die Liebe, und hier in Rom ist es Sex. Mit den Fingerkuppen streiche ich über die Hülle der Leica M9 in meiner Handtasche. Die Technologie ist nicht ganz so ausgefeilt wie die der Japaner, aber sie liegt gut in der Hand, und sie ist intimer, leiser als die Nikon mit ihrem klick, klick, klick.
Fotografie ist Schattenkomposition. Vielleicht fühle ich mich deswegen zur Kamera hingezogen. Still wie eine Spinne, die in ihrem Netz hockt und auf Insekten wartet, öffnet sie ihr Auge, schnappt im Bruchteil einer Sekunde zu und zieht sich dann wieder zurück in den ihr eigenen Zustand der Blindheit.
In Gedanken spiele ich mit meiner Beute, sein Lächeln gehört jetzt mir. Ich werde es den anderen Stücken meiner Sammlung hinzufügen, bis ich den perfekten Mann geschaffen habe.
An einem Zeitungskiosk in der Via Giuseppe Zanardelli kaufe ich Postkarten und schlendere anschließend auf die Piazza Navona, fast frei von Touristen, der frühe Morgen die einzige Tageszeit, an der sie erträglich ist, und ich kann das Wasser in Berninis Vierströmebrunnen plätschern hören.“

 
Ariane Sommer (Bonn, 9 maart 1977)

David Garnett

De Britse schrijver David (Bunny) Garnett werd geboren in Brighton op 9 maart 1892. Als kind droeg hij een mantel van konijnenbont en daaraan dankte hij de bijnaam Bunny, die zijn familie en vrienden de rest van zijn leven zouden gebruiken, Garnett was de zoon van de schrijver Edward Garnett en Constance Black, een vertaalster van met name Russische literatuur. Hij weigerde tijdens de Eerste Wereldoorlog dienst op grond van gewetensbezwaren en bracht de oorlogsjaren door op een boerderij in Suffolk, Sussex, waar hij de kunstschilder Duncan Grant leerde kennen. Grant was een van de leden van de Bloomsburygroep. Literaire erkenning kreeg Garnett met de verschijning van zijn roman “Lady into Fox” (1922). Hij begon een boekhandel nabij het British Museum en een eigen uitgeverij: de Nonesuch Press. Zijn roman “Aspects of Love” (1955) werd later door Andrew Lloyd Webber tot een musical verwerkt. Zijn eerste vrouw was Rachel Marchall (een zuster van Frances Partridge). Met haar kreeg hij twee zonen, Richard en William. Zijn vrouw overleed evenwel op jonge leeftijd aan de gevolgen van borstkanker. Garnett had ook seksuele relaties met Duncan Grant en Francis Birrell. Hij was op Charleston Farmhouse aanwezig bij de geboorte van Angelica Bell, de dochter van Vanessa Bell en Duncan Grant en voorspelde toen dat hij later met haar zou trouwen. Tot afschuw van haar ouders, gebeurde dat inderdaad in 1942 (de bruidegom toen net 50, de bruid 23). Zij kregen samen vier dochters (Amaryllis, Henriette en de tweeling Nerissa en Frances). De oudste dochter Amaryllis Garnett werd actrice. Angelica en Bunny scheidden in 1961 en daarna leefde Garnett in Frankrijk, waar hij uiteindelijk ook overleed.

Uit: Lady into Fox

„Wonderful or supernatural events are not so uncommon, rather they are irregular in their incidence. Thus there may be not one marvel to speak of in a century, and then often enough comes a plentiful crop of them; monsters of all sorts swarm suddenly upon the earth, comets blaze in the sky, eclipses frighten nature, meteors fall in rain, while mermaids and sirens beguile, and sea-serpents engulf every passing ship, and terrible cataclysms beset humanity.
But the stra nge event which I shall here relate came alone, unsupported, without companions into a hostile world, and for that very reason claimed little of the general attention of mankind. For the sudde n changing of Mrs. Tebrick into a vixen is an established fact which we may attempt to account for as we will. Certainly it is in the explanation of the fact, and the reconciling of it with our generalnotions that we shall find most difficulty, and not in accepting for true a story which is so fully proved, and that not by one witness but by a dozen, all respectable, and with no possibility of collusionbetween them.
But here I will confine myself t o an exact narrative of the event and all that followed on it. Yet I would not dissuade any of my readers from attempting an explanation of this seeming miracle because up till now none has been found which is entirely satisfactory. What adds to the difficulty to my mind is that the metamorphosis occurred when Mrs. Tebrick was a full-grown woman, and that it happened suddenly in so short a space of time. The sprouting of a tail, the gradual extension of hair all over the body, the slow change of the whole anatomy by a process of growth, though it would have been monstrous, would not have been so difficult to reconcile to our ordinary conceptions, particularlyhad it happened in a young child.
But here we have something very different. A grown lady is changed straightway into a fox. There is no explaining that away by any natural philosophy. The materialism of our age will not help us here. It is indeed a miracle; something from outside our world altogether; an event which we would willingly accept if we were to meet it invested with the authority of Divine Revelation in the scriptures, but which we are not prepared to encounter almost in our time, happening in Oxfordshire amongst our neighbours.“

 
David Garnett (9 maart 1892 – 17 februari 1981)
Portret door Duncan Grant, ca. 1920