De Nederlandse dichter, schrijver en acteur Ramsey Nasr werd geboren in Rotterdam op 28 januari 1974. Zie ook alle tags voor Ramsey Nasr op dit blog.
Radicaal intiem
1.
Dat was in de dagen der titanen. Men at schorseneren, kauwde sigaren.
Vermoeide dichters werden op de rug gedragen.
Daar waren nog geen voorvaderen. Het universum rook fris van de brand.
Ze banjerden rond in hun eerste lente: vlassige knevels, driedelig pak
wandelstok los in de tachtigershand.
Titanen spraken in navelen
zij kenden geen schaamte, gingen in goudmuiltjes over straat.
Rondom hen hing lichtgeknetter, voortgebracht door een apparaat
dat zij hun Gedachtenharp noemden.
Het ding was van a tot z verzonnen, maar fakkelde rustig de heuvelen af.
Bloemen smeulden onder hun stappen.
Heel de wereld lag teder en zwart.
Le sacre du printemps & Pierre Boulez
Toen stopte het met bloeden en bedaard
Steeg hij van zijn estrade, paars noch bleek.
Men kreeg applaus, een vlinderdas hing scheef:
Laatste verweer van een woedende maart.
En ik, weerlozer dan tevoren, keek
Naar ravage met blote hand gebaard,
Alsof een rood verband of oude baard
Afscheurde en zere bloempjes openstreek.
Hoe kan een man die enkel denkt in tikken
Mij doen huilen? Ik huil om een soort Zeus.
Alleen in lege zaal hoor ik nog juist,
Hoe ze de cello’s in hun dozen klikken.
Wie weet of binnen in zijn klokkenhuis
Het hart niet rustig verder gaat, maar suist.
Lied van de oude man
Ik vind met uitgevallen mond
Opnieuw het huilen uit. Ik zing
Zoals een long en buiten klinkt
Een vuist zich vast aan mijn accordeon.
Mijn vel is hard, Ana, vlieg op.
Een harde worst ben ik geworden,
Maar alles krijgt weer plaats en orde:
Lelijke vlinders vinden hier hun pop.
Beef, Ana, stilletjes omhoog.
Neem mee de varkens, het konijn,
Maar zeg mij of het sterren zijn
Of uitgebrande stenen. Hoe dan ook,
Die Jezus Christus, hij beloog
Ons, mooike, net als iedereen
Die jonggebleven en alleen
Heeft leren leven, zonder ruggenboog.
Zij zagen nooit je vingers ha-
ken. Altijd ‘zachtjes’, altijd weer.
Ik denk niet dat ik iemand deer,
Nu ik een oud spel openwringen ga.
De Duitse dichter en schrijver Maik Lippert werd geboren op 28 januari 1966 in Erfurt. Zie ook alle tags voor Maik Lippert op dit blog.
oorsuizen
een klamme april lang
met otitis media
de oude in de gehoorgang
looit je trommelvliezen met aluin
je luistert naar de radio met je voorhoofd
in de schedel hannesen
verslaggevers op de blikken membranen
van telefooncellen
je zoekt de plaatsen in de schoolatlas
plaatsen met symbolen
zoals kobalt en koper
je ziet mensen
die zijn geboren met mijnwerkerslampen op hun voorhoofd
anderen met geweerlopen in hun ogen
vertelt jezelf
in koorts
worden we allemaal wakker
en wenst alle verpleegkundigen
en leraren
die voor de dichtkunst lijden
oorsuizen
stofvreters voor de eeuwigheid
deze gedichten
over zomerregen en aderklachten
zeg je
de rest is amoxicilline
3 keer per dag een hele tablet
en in mei schrijf je weer
gedichten
waterig als de aderkaarten op je benen
elke ochtend begroet me een lege
pilsator fles
op de rij brievenbussen
in het trappenhuis
de leeuw op het etiket
ziet er
onberispelijk krasvrij uit
liefdesboodschap
of achteloos achtergelaten statiegeld
ik kan het niet ontraadselen
moet naar de metro
naar the bone man
met wisselende namen
en als ik thuiskom
is altijd de lege
fles al weg
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 28e januari ook mijn blog van 28 januari 2019 en ook mijn blog van 28 januari 2018 deel 2 en eveneens deel 3.