Alan Hollinghurst, Maxwell Bodenheim

De Britse schrijver Alan Hollinghurst werd geboren op 26 mei 1954 in Stoud, Gloucestershire. Zie ook alle tags voor Alan Hollinghurst op dit blog.

Uit: De herdersster (Vertaald door Suzan de Wilde)

“Op het smalle eiland van de tramhalte stond al een man en aarzelend vroeg ik hem naar de routes van de tram. Hij legde me beleefd alles uit, met alle bijzonderheden, alsof zijn speciale belangstelling ernaar uitging, maar ik kon niets in me opnemen. Ik was betoverd door zijn grijze ogen, zijn overbodige glimlach en de spatjes witte verf op zijn neus en zijn donkerblonde haar. Ik knikte en glimlachte ook en toen kreeg hij een leuke, nadenkende uitdrukking op zijn gezicht en ging met zijn handen in zijn zakken de lege straat in staan kijken. Ik besloot hem te gaan volgen. De tram naderde geruisloos, de koplampen al aan hoewel de lucht nog licht was — het was lijn 3, de Ringlijn. We klauterden samen de treetjes op, ik wendde me tot hem om hulp bij de afstempelmachine, die tinkelde alsof ik een prijs gewonnen had. Hij liet zich met een soepele beweging zakken op de bank achter me, en ik was me bewust van zijn nonchalante aanwezigheid daar terwijl we van halte naar halte voortrolden langs kerken en grachtjes. Toen hij een wijsje floot voelde ik de haartjes in mijn nek door zijn adem bewegen. Dit zijn de avondrituelen die ik me straks eigen zal hebben gemaakt, dacht ik bij mezelf, als je een onbekende voorstad, of een bar, of een geliefde voelt trekken. Ik draaide me om met het doel hem een andere vraag te stellen die ik gekoesterd had, maar juist op dat moment scheen de stroom weg te vallen en kwam de tram tot stilstand. Er stond een jonge vrouw te wachten, al rokend, die even blij wuifde. Mijn vriend sprong eruit en stapte arm in arm met haar weg, terwijl de deuren met een zucht dichtschoven.
Ik reed verder door, voorbij de Effectenbeurs, en lette nauwelijks op waar ik was terwijl ik me afvroeg wat ik eigenlijk had verwacht. Tot twee of drie haltes verder had ik de wagen voor mij alleen — ik voelde wel dat de chauffeur bevreemd naar me keek en staarde vastberaden door het raam naar de karakterloze wijk waar we doorheen reden. Maar opeens raakte ik in paniek en drukte op de bel. Toen de tram wegreed stond ik alleen en was ik me er ineens van bewust, waar ik dat op het station of in het hotel niet geweest was, dat ik in een vreemde stad was aangekomen, in een ander land. Een deel van mezelf schrok terug voor die eenvoudige verandering van plaats. Er was verder niemand in de straat die naar de kerk leidde, niemand op het verwaarloosde plein waar de toren zich boven verhief. St.-Vaast — een lelijk oud gevaarte, met een portaal ertegenaan geplakt met allemaal krullen en afbladderend geel stucwerk en een timpaan vol nesten en vogeldrek erboven. Hij zat natuurlijk op slot — geen laatste lichtje dat nog glinsterde achter het raam van de sacristie, geen samenkomst van het koor na werktijd om te oefenen op het ‘Te Deum’ van hun eigen dirigent of wat dreigende Vlaamse motetten. Huiverend liep ik door. Aan de overkant van het plein leidde een straatje naar een nog troostelozer gedeelte. De straatlantaarns flikkerden aan met een roze gloed toen ik eraan kwam, maar verder was er geen reactie. De gebouwen waren pompeus, als bioscopen na sluitingstijd, met dichtgetimmerde benedenramen die waren volgeplakt met posters voor rockgroepen en de valse grijnzen van politici uit de verkiezingen van vorig jaar. De namen van kranten, drukkerijen en ingenieursbureaus stonden in modern uitziende art decoletters boven de met hangsloten dichtgemaakte ijzeren toegangshekken.”

 

Alan Hollinghurst (Stoud, 26 mei 1954)

 

De Amerikaanse dichter en schrijver Maxwell Bodenheim werd geboren op 26 mei 1892 in Hermanville, Mississippi. Zie ook alle tags voor Maxwell Bodenheim op dit blog.

 

Aan een dode

Ik liep op een heuvel
En de wind, plechtig dronken gemaakt door jouw aanwezigheid,
Wankelde tegen me aan.
Ik bukte om een bloem te ondervragen,
En je zweefde tussen mijn vingers en de bloemblaadjes,
Knoopte ze aan elkaar.
Ik scheidde een blad van zijn boom
En een waterdruppel in de groene flacon
Ving een opgejaagd stukje van je glimlach op.
Alle dingen om mij heen waren doordrenkt van de herinnering aan jou
En bibberden toen ze me erover probeerden te vertellen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Maxwell Bodenheim (26 mei 1892 – 6 februari 1954)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e mei ook mijn blog van 26 mei 2020 en eveneens mijn blog van 26 mei 2019 en ook  mijn blog van 26 mei 2018.