Wytske Versteeg, Gottfried Benn

De Nederlandse schrijfster Wytske Versteeg werd geboren op 2 mei 1983. Zie ook alle tags voor Wytske Versteeg op dit blog

Uit: Het gouden uur

“Dit is het tegenovergestelde van thuis. Dit land is in zichzelf gekeerd, de grond is uitgebeend en hard. De straten hebben geen namen, de huizen geen nummers. Vijf keer per dag galmt de luidspreker van de moskee de oproep om te bidden door heel Sarakina. Hier is het licht in de middag intens zoals jij het kende, de lucht droog zoals jij, denk ik, gewend was. De nacht is zwarter, het donker donkerder, de ruimte boven mijn hoofd overweldigend. Overdag zoek ik met Tarik naar de sporen van mensen die allang verdwenen zijn, een jongere versie van de aarde, een moment waarop alles nog openlag, ik verlies mezelf gretig in een zee van tijd. Niet ver van hier doen ze aan dagbouw, we reden er gister nog langs. Een van de bergen wordt door graafmachines systematisch ondermijnd zodat de flank ervan nu niet meer schuin en grillig afloopt, maar langzaam verandert in een ouderwets spelletje Tetris. Er zijn nette, rechte strepen uit de stenen gehakt; een keurige leegte bedreigt de berg, op een dag is er niets meer van over. Niet veel later zal niemand nog vermoeden dat die berg hier miljoenen jaren is geweest, binnen enkele decennia zal zelfs de herinnering aan de herinnering verdwenen zijn. Ik dacht dat we meer dagen zouden hebben, weken, maanden — misschien jaren. De avond voordat je vertrok leek er een als alle andere, pas achteraf werd het de avond voordat ik alles verloor. Dus verbaasde het me toen je zachtjes in mijn hand kneep alsof ik een kind was of een heel oude vrouw of getroffen door groot ongeluk. Ik probeerde de uitdrukking op je gezicht te lezen, maar je keek langs me heen naar het raam en naar het donker buiten. Nog eens kneep je in mijn hand en ik moest lachen om dat ouderwetse, troostende gebaar, wat ongemakkelijk omdat het me iemand maakte die niet voor zichzelf kon zorgen, iemand die troost nodig had. Wat?’ vroeg ik. Je glimlachte. Wanneer jij glimlacht deel je niets, integendeel. Je glimlacht als een kind dat een arm over zijn schoolwerk houdt om te voorkomen dat zijn buurman afkijkt. Je glimlachte alsof je aan een grap dacht die ik niet zou begrijpen. Wat?’ herhaalde ik. `Wat nou wat?’ zei je. Je liet mijn hand los, stond op en liep naar het raam, plukte een blaadje van de zieltogende basilicumplant die in de vensterbank stond en kauwde er nadenkend op. Nu zag ik alleen je rug nog, je smalle schouders onder je lievelingsshirt, zwart met daarop in witte letters FOR •HE LOVE OF BASS. (Die neiging van je om bij het raam te gaan staan als het buiten nog koud was maar de zon al scheen: je armen om jezelf heen geslagen en je hele bovenlichaam naar het glas gericht, hunkerend naar het kleinste beetje warmte.”

 

Wytske Versteeg (Amsterdam (?), 2 mei 1983)

 

De Duitse dichter en schrijver Gottfried Benn werd geboren in Mansfeld op 2 mei 1886. Zie ook alle tags voor Gottfried Benn op dit blog.

 

Requiem

Op elke tafel twee. Mannen en wijven
kruislings. Nabij, naakt, en toch zonder pijn.
De schedel en de borst open. De lijven
die nu voor het laatst aan het baren zijn.

Ieder drie kommen vol: van brein tot zak.
En zie Gods tempel en des duivels stal
nu borst aan borst beneden in een bak
grijnzen naar Golgotha en zondenval.

De rest: wedergeborenen in kisten:
mansbenen, kinderborst en vrouwenhaar.
‘k Zag het van twee die ooit naast de pot pisten,
als uit één moederlichaam lag het daar.

 

Vertaald door Kees van Hage

 

Gottfried Benn (2 mei 1886 – 7 juli 1956)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e mei ook mijn blog van 2 mei 2022 en ook mijn blog van 2 mei 2021 en ook mijn blog van 2 mei 2018 en ook mijn blog van 2 mei 2017 en ook mijn blog van 2 mei 2015 deel 2 en eveneens deel 3.