In Memoriam Milan Kundera

In Memoriam Milan Kundera

De Tsjechisch-Franse schrijver Milan Kundera is op 94-jarige leeftijd overleden. Milan Kundera werd geboren in Brno op 1 april 1929. Zie ook alle tags voor Milan Kundera op dit blog.

Uit: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (Vertaald door Jana Beranová)

“Honden hebben niet veel voordelen boven mensen, maar een ervan is de moeite waard: euthanasie is in hun geval niet door de wet verboden; een dier heeft recht op een zachte dood. Karenin hinkte op drie pootjes en bracht hoe langer hoe meer tijd liggend in een hoekje door. Hij jankte. Beide echtelieden waren het er over eens dat hij niet onnodig moest lijden. Maar hun principiële eensgezindheid bevrijdde ze nog niet van de beangstigende onzekerheid, namelijk: hoe te weten op welk ogenblik het lijden werkelijk onnodig was; hoe het moment vast te stellen waarop het niet meer de moeite waard was te leven.
Was Tomáš maar geen arts! Dan zouden ze het op een ander kunnen afschuiven. Dan zouden ze naar een dierenarts kunnen gaan en de hond een spuitje laten geven.
Wat is het verschrikkelijk de rol van de dood op je te nemen! Tomáš hield lange tijd vol dat hij hem niet zelf een spuitje zou geven, maar dat hij een dierenarts zou roepen. Maar later begreep hij dat hij Karenin het voorrecht kon geven dat geen enkel mens krijgt: de dood zal hem halen in de gedaante van hen die hij liefheeft.
Karenin had de hele nacht gejankt. Toen Tomáš ’s morgens zijn pootje bekeek, zei hij tegen Tereza: ‘We moeten niet langer wachten.’
Het was ochtend, ze zouden beiden gauw naar hun werk gaan. Tereza liep naar Karenin toe. Tot dan lag hij daar apatisch (zelfs toen Tomáš hem daarnet onderzocht bleef hij onverschillig liggen), maar toen hij deze keer de deur hoorde gaan, hief hij zijn kop en keek naar Tereza.
Ze kon zijn blik niet verdragen, ze schrok er bijna van. Zo keek hij nooit naar Tomáš, zo keek hij alleen maar haar aan. Maar nog nooit eerder zo intens. Het was geen wanhopige en ook geen verdrietige blik, wel nee. Het was een blik vol afschuwelijk, ondraaglijk vertrouwen. Die blik was een gretige vraag. Zijn leven lang wachtte Karenin steeds op Tereza’s antwoord en nu liet hij haar weten (nog veel dwingender dan anders) dat hij nog altijd bereid was van haar de waarheid te horen. (Alles dat van Tereza komt is voor hem de waarheid: ook al zegt ze ‘zitten!’ of ‘liggen!’, het zijn waarheden waarmee hij zich identificeert en die zin geven aan zijn leven.)
De blik vol afschuwelijk vertrouwen duurde maar kort. Even later legde hij zijn kop weer op zijn poten. Tereza wist dat hij op die manier nooit meer naar haar zou kijken.
Snoepgoed gaven ze hem nooit, maar een paar dagen geleden kocht ze voor hem enkele repen chocola. Ze haalde die uit het zilverpapier en brak ze in stukjes die ze om hem heen legde. Daarnaast zette ze nog een bakje met water, zodat hem niets zou ontbreken voor de tijd dat hij alleen thuis was. De blik waarmee hij haar daarnet bekeek leek hem te hebben uitgeput. Zelfs te midden van de chocola hief hij zijn kop niet meer op.
Ze ging naast hem op de grond liggen en legde haar arm om hem heen. Heel langzaam en moe snuffelde hij aan haar en hij gaf haar een of twee likken. Zijn gelik onderging ze met gesloten ogen, alsof ze het zich voor altijd wilde he
rinneren. Ze draaide ook haar andere wang naar hem toe voor een likje.”

 

Milan Kundera (1 april 1929 – 11 juli 2023)

Amitav Ghosh, Jürgen Becker

De Indiase schrijver Amitav Ghosh werd geboren in Calcutta op 11 juli 1956. Zie ook alle tags voor Amitav Ghosh op dit blog.

Uit: Gun Island

“Calcutta The strangest thing about this strange journey was that it was launched by a word — and not an unusually resonant one either but a banal, commonplace coinage that is in wide circulation, from Cairo to Calcutta. That word is bundook, which means ‘gun’ in many languages, including my own mother tongue, Bengali (or Bangla). Nor is the word a stranger to English: by way of British colonial usages it found its way into the Oxford English Dictionary, where it is glossed as ‘rifle’. But there was no rifle or gun in sight the day the journey began; nor indeed was the word intended to refer to a weapon. And that, precisely, was why it caught my attention: because the gun in question was a part of a name — ‘Bonduki Sadagar’, which could be translated as ’the Gun Merchant’. The Gun Merchant entered my life not in Brooklyn, where I live and work, but in the city where I was born and raised —Calcutta (or Kolkata, as it is now formally known). That year, as on many others, I was in Kolkata through much of the winter, ostensibly for business. My work, as a dealer in rare books and Asian antiquities, requires me to do a good deal of on-site scouting and since I happen to possess a small apartment in Kolkata (carved out of the house that my sisters and I inherited from our parents) the city has become a second base of operations for me. But it wasn’t just work that brought me back every year: Kolkata was also sometimes a refuge, not only from the bitter cold of a Brooklyn winter, but from the solitude of a personal  life that had become increasingly desolate over time, even as my professional fortunes prospered. And the desolation was never greater than it was that year, when a very promising relationship came to a shockingly abrupt end: a woman I had been seeing for a long time had cut me off without explanation, blocking me on every channel that we had ever used to communicate. It was my first brush with ‘ghosting’, an experience that is as humiliating as it is painful. Suddenly, with my sixties looming in the not-too-distant future, I found myself more alone than ever. So, I went to Calcutta earlier than usual that year, timing my arrival to coincide with the annual migration that occurs when the weather turns cold in northern climes and great flocks of `foreign-settled’ Calcuttans, like myself; take wing and fly back to overwinter in the city. I knew that I could count on catching up with a multitude of friends and relatives; that the weeks would slip by in a whirl of lunches, dinner parties and wedding receptions. And the thought that I might, in the midst of this, meet a woman with whom I might be able to share my life was not, I suppose, entirely absent from my mind (for this has indeed happened to many men of my vintage). But of course nothing like that came to pass even though I lost no opportunity to circulate and was introduced to a good number of divorcees, widows and other single women of an appropriate age.”

 

Amitav Ghosh (Calcutta, 11 juli 1956)

 

De Duitse dichter en schrijver Jürgen Becker werd op 10 juli 1932 in Keulen geboren. Zie ook alle tags voor Jürgen Becker op dit blog.

 

Wat er te bereiken valt

Het volgende uur. Alsof men zit te wachten. Maar
er is altijd iets te doen, over de vervuilde terreinen hoeven we
niet eens te praten.

Het is licht genoeg buiten. Het behoeft geen
verzoek, geen motief voor het hoofdartikel; ik vertel je
alles vroeg genoeg.

Het is werkelijk heel simpel. Met de rug tegen de muur,
naar het raam, naar het beeldscherm, naar de deur. Niets meebrengen,
de tafel blijft nu leeg.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Jürgen Becker (Keulen, 10 juli 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juli ook mijn blog van 11 juli 2020 en eveneens mijn blog van 11 juli 2019 en ook mijn blog van 11 juli 2016 en ook mijn blog van 11 juli 2015 deel 1 en ook deel 2.