Sander Kok, Wolfgang Hilbig

De Nederlandse schrijver Sander Kok (ook bekend fotomodel) werd geboren in Arnhem op 31 augustus 1981. Zie ook alle tags voor Sander Kok op dit blog.

Uit: Smeltende vrouw

“Daar was hun witgepleisterde huis, waarin ze op hem wachtte.
Hij stak de sleutel in het slot en besefte dat hij hem al minutenlang in zijn hand had.
Hij zette zijn schooltas onder de kapstok en hing zijn ski-jack op, verplaatste het cadeautje van zijn jaszak naar zijn broekzak. Zijn natte laarzen liet hij op de deurmat staan. Door de smalle ruit naast de deur van de woonkamer bekeek hij zijn vrouw.
‘Dag lieverd,’ zei hij, terwijl hij de deur opende.
Ze lag niet in bed, zoals gebruikelijk op dit uur, maar hing tegen de driezitsbank, waar hij haar die ochtend voor het laatst had gezien.
Hij kuste haar.
‘Hoe was je dag?’
‘Goed, gewoon. Is de bezorgservice geweest?’
‘Alles staat in de keuken. En er is bier in de ijskast, dat moet nu wel koud zijn.’
‘O, een biertje is lekker.’
‘Kun je aan mijn been trekken?’ vroeg zijn vrouw.
Hij trok aan het been. Eigenlijk was het niet meer echt een been, maar een boomstam, omhuld met vlees, gevuld met pap. Neeltje woog nu 240 kilo. Haar lichaam was zo groot dat wanneer ze achterover op bed lag, wat ze meestal deed, het hoofd achter het lichaam leek te liggen, alsof iemand het erbij had gelegd.
‘Neeltje, lieverd,’ zei hij, ‘ik heb wat voor je mee- gebracht.’ Hij pakte een door de lichaamswarmte verbogen reep chocola uit zijn broekzak. ‘Hershey, puur, met noten.’
Neeltjes hoofd kwam iets overeind en maakte zich gereed.
Langzaam, behoedzaam, schoof hij de reep in haar mond.
‘Bijt,’ zei hij.
Ze beet en kauwde.
Reukens streek, nog voor ze haar mond leeg had, teder met de afgehapte kant van de reep over haar lippen. ‘Open.’
‘…Bijt.’
‘…Slik.’
En weer, hij duwde de reep iets verder in haar keel.
‘Houd je van Hershey? Je houdt van Hershey,’ zei Reukens tegen Neeltje.”

 

Sander Kok (Arnhem, 31 augustus 1981)

 

De Duitse dichter en schrijver Wolfgang Hilbig werd geboren in Meuselwitz op 31 augustus 1941. Zie ook alle tags voor Wolfgang Hilbich op dit blog.

 

‘laat mij toch’

laat mij toch
laat mij naar koude vreemde landen gaan
thuis
zink ik weg
in deze warme kleverige brij
die nauwelijks doorzichtig is
die me vasthoudt, die me zo
vasthoudt

laat mij naar vreemde landen
daar wil ik om mij heen slaan
met mijn schaduw vechten dat
slagen suizen in waterheldere lucht
hier wurgt de stilte mij
hier zuigt dikke pulp aan mijn hand

laat mij
waar het zicht helder is
of in stenen in hoge stenen muren in
muren voor mijn schedel – –

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Wolfgang Hilbig (31 augustus 1941 – 2 juni 2007)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e augustus ook mijn blog van 31 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 31 augustus 2019 en ook  mijn blog van 31 augustus 2018 en ook mijn blog van 31 augustus 2017.

Charles Reznikoff, Rita Dove

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Spain: Anno 1492

Torquemada. Now that Castile and Aragon in holy wedlock
are Spain,
and the last city of the Moors in Spain is Spanish
except for Moor and Jew—
about every crucifix in every market-place
and in the court itself the Jews!—
as seven centuries of Christian valor, Christian piety
triumph
stay not your hand;
Spain of the knights,
one in fealty to your majesties,
become one in faith,
Spain of the saints!
Like the sun,
rising as our Savior from His tomb into the brilliant sky
blaze
until the clouds that still obscure the light
are drawn into His brightness
and earth is brilliant as the sky is bright.
Spain newly united
still divided—
as the season of cold is the season of darkness
in the spring of our rejoicing that the Moor is gone from Spain,
the Jew go too!
But if the Spaniard speaks,
I speak no less a Christian:
throw away the curse, you Jews,
of fifteen hundred years;
stay and prosper
and Church and Heaven prosper,
in our nets a goodly catch.
Think not that we want aught of you
but your souls;
your money and your jewels—
all your trash—
keep if you stay and are Christian,
take if you are Jews and go;
we ask of you nothing but your Judaism
which has brought you so much misery
and will bring each of you—
the youngest and the gentlest—
to the flames of Hell
and the worm that dies not.
We give you,
miserable sinners,
the waters of
Paradise;
we give you the blessings of the saints,
the blessings of Mary, the blessed mother of Christ,
and the blessings of our Lord Jesus.
Isabella. There is a sweet reasonableness in the words of our
prior;
it is Saint Dominic who speaks to us
through his Dominican or Saint James himself.
Abrabanel. No noble in your court, your majesties,
proud of his forefather, conquering Goth or Visigoth or Vandal,
is of an older Spanish line than we—
Jews in Iberia before the Romans came.
No noble boasting his service
boasts of more than that Jew who through a thousand shoals
and reefs
piloted Aragon to Castile—your marriage and Spain’s glory.
The rest of us, many tens of thousands,
serve you humbly
in smithy, field or vineyard, soldiers or physicians,
as we have served in Spain two thousand years,
Spaniards, true to your majesties
as we are to the God of Israel—and of Spain,
unlike the others only in our faith
for which, if we must answer,
we shall answer to our God.
Torquemada. Since all we do,
and each word spoken, if only in our hearts,
must be in worship—
not a leaf falls slowly but in His service—
to be unlike us in our faith
is to be unlike in everything.
True, you Jews must answer to your God,
and in the flames and burning ice of Hell forever
you shall answer;
but we too, priests, bishops, queen and king,
must answer for you:
farmer or captain answers;
shall we be less answerable for souls?
Abrabanel. You do not honor your God
by bringing Him captives,
like a mere emperor
who must have retainers and retinue,
serfs and forced labor;
the loadstone
without visible motion
draws to itself every particle of iron;
the sword—even though a winged angel swings it—
served only
to drive Adam from his paradise.
Your fingers stiff with rings and jewels,
you dishonor your faith, your majesties, by cruelty,
give it whatever noble name you will
as princes make a rogue knight or lord.
Will thieves and pirates be gentler with us
than your constables and soldiers?—
your majesties will hear of many
ripped up for the jewels it will be said they swallowed;
many left by sailors to die on reefs and sandbars
for a smock or a pair of hose; many dead of plague
or found like birds in winter
dead in the fields about towns or like fish upon a beach;
many will die as slaves at work
beasts would be fitter for but costlier,
who have written a page of Castilian
or handled a Toledo blade with the best.
And yet the weak has each his strength,
Spain of Spaniard, Basque, and Catalonian, Moor and Gypsy,
else all beasts were tigers,

all fish sharks,
and only giants left;
the stricken remember—
as wounds and scars last longer than the blow—
and if drops of water wear channels in the rock
on which the earth itself is,
in the action of centuries
how powerful are tears.
Would you have our religion
like our clothes—for comfort and the eyes of men,
put off at night,
and we left lying naked in the darkness?
The body is like roots stretching down into the earth—
forcing still a way over stones and under rock, through sand,
sucking nourishment in darkness,
bearing the tread of man and beast,
and of the earth forever;
but the spirit—
twigs and leaves
spreading
through sunshine
or the luminous darkness
of twilight, evening, night, and dawn,
moving
in every wind of heaven
and turning
to whatever corner of the sky is brightest,
compelled by nothing stronger than the light;
the body is like earth,
the spirit like water
without which earth is sand
and which must be free or stagnant;
or if the body is as water,
the spirit is like air
that must have doors and windows
or else is stuffy and unbreathable—
or like the fire
of which sun and stars have been compounded,
which Joshua could command but for an hour.
Isabella. If our eye offends us,
pluck it out!
Even so, we will sweep away the Jews
from every town and hamlet, field and corner of our dominion,
though they are the sands for number.
Go and begone—but stay as Christians;
come and be dear to us,
as the Prodigal!
Abrabanel. We Jews have been accused of love of wealth,
but not for all our wealth in Spain,
fields and vineyards, houses of timber and houses of stone
that we must leave,
and all the wealth that will be stolen from us,
will we stay;
we Jews have been accused of arrogance,
but not for all the dignities that we must leave,
our offices and honors
in this, the proudest court of Christendom,
will we stay;
we Jews have been accused of love of life,

delighting in the flesh,
but though we shall die along a thousand roads
we will not stay—
striking roots
somewhere
to flourish
as we flourished,
giving shade and fruit.

 

Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

De voorjaarskrekel overdenkt de kwestie van de zwarte mens

Ik speelde mijn wijsjes helemaal alleen;
Ik kende niemand anders
die met me mee kon spelen.

Zeker, de wijsjes waren droevig –
maar ook mooi en kwamen pas
als de dag ten einde liep: je weet

hoe de hemel soms haar laatste
heldere sliertjes achterhoudt? Dan
woekerde de pijn van binnen

tot ik niet kon wachten; ik knielde neer
om mezelf schoon te schrapen,
wat iedereen mocht horen.

Toen kwam het schreeuwen en fluiten
het in potten stoppen, wild geklauter.
Nu waren er anderen: gevallen,

bedrukt. Ik kende hun namen niet.
We waren een muzieklantaarn;
kinderen sliepen op onze raspende zuchten.

En als nu en dan een van ons
zich losrukte en zong terwijl hij
naar de rand klom, viel hij steevast

weer neer. Waarop zij lachten
en in hun handen klapten. Toen wisten we
ten minste wat ze fijn vonden,

en waar de grens lag.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e augustus ook mijn blog van 30 augustus 2023 en ook mijn blog van 30 augustus 2019 en ook mijn blog van 30 augustus 2017 en ook mijn blog van 30 augustus 2016.

Elma van Haren, Rita Dove

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

Koudvuur

Gisteren brak men ijzer met handen.
Gisteren baarde een vulkaan een zwart
korstig eiland voor de kust van Japan.
(Later verdween dat onder water, maar
steen wordt toch niet week.)

Hopelijk gaat vandaag over brood
inplaats van over gisteren.

Met zijn zachte witte binnenkant
ligt het brood naar buiten gekeerd.

Wij zouden onze vingertoppen
moeten aanraken tussen elkaars dijen

in plaats van dat wij ons schaven
in ons eigen gezicht
en een traliewerk leggen

op de huid.
Vandaag

lassen ze tralies voor de ramen
tegen inbraak.
In welk vuur
mag je nu eens wel
openlijk kijken?

 

Mores

I
Onder het spervuur van de eksters
blijft dit een dun bezwaluwde stad
met een dof zomers luchtruim.

In het kielzog van hun geschetter zoek ik naar de schat.
Voor morgen wil ik niet meer zelf betalen.
Dan maar geen morgen.
Mij best!

Ik heb me al veel in morgens geoefend.
Nu speel ik die etudes vlekkeloos.
Dan is het geen oefenstuk meer,
niet waar?

Gisteren b.v. op tijd ontsnapt aan een indiaas restaurant
met van die heerlijke lamskerrie…
Op de trap snel omgedraaid, zodat ik
die 4200 seconden vol
van tevoren voorspelbaar gedrag
weer teruggaf aan mezelf.

En morgen of geen morgen,
deze nacht heb ik er met droom en al
gratis uitgesleept!

II
We schoten woorden tekort:
de vroegboekkorting
de wankelmotor
de vrieskou in Poznan
het roof-coördinatieteam
de nieuwste omsnoeringstechnieken
de smaakevolutie en
let wel!
de kosovaakse man van Nicole –
Er moet iets deelbaar zijn bij zoveel gemeenschappelijks,
maar hoe heet het?

Waarom al die woorden?
Bedenk,
dat als je je hele leven houtnerventellend
aan tafel blijft zitten,
je oorlellen al die tijd doorgroeien

en omdat je koolstof in je lichaam hebt,
door ontploffende sterren het heelal ingeslingerd,
je lichaam altijd een hemellichaam is.

Er zit immers warmte in het mechanisme
dat de ijskast koud moet houden,
hé, jij daar!…

Laten we liever verzeild raken in oude Soul
dan in deze moderne poging
het woord ‘liefde’
te omsingelen.

 

Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

American Smooth

We dansten – het moet een
foxtrot of wals zijn geweest,
iets romantisch dat toch
beheersing vereiste,
rijzen en dalen, precies
uitgevoerde bewegingen
op het lied zonder te
stoppen, twee borstkassen zwoegend
boven een zevenmijls-
pas – de volmaakte kwelling
waar je doorheen leert glimlachen,
want extatische mimiek
is het sine qua non
van American Smooth.
En omdat ik werd afgeleid
door mijn pogingen om
mijn patronen te volgen
(overhellen naar links, het hoofd net
voldoende gedraaid om te turen
langs je oor en steeds blijven
glimlachen, glimlachen),
zag ik niet
hoe stil je was geworden tot
het voorbij was
(twee maten lang?
vier?) – het vliegen
die snelle en serene
verhevenheid,
voordat de aarde
weer wist wie we waren
en ons neerhaalde.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Maria Barnas, Rita Dove

De Nederlandse schrijfster, dichter en beeldend kunstenaar Maria Barnas werd geboren in Hoorn op 28 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Maria Barnas op dit blog.

 

Nachtboot

I
Ik zag een schip dat het diepste zwart
vervoert waarin iets opflakkert

als een gezicht in een herinnering.
Het is het donker van verblinden

die zo lang blind zwemmen in een cel
dat zij kleuren zien of vinden.

Met vliezen tasten ze de wand af
op zoek naar substantie in licht.

Ik maak van tijd momenten
door mijn ogen dicht te doen en open.

De vracht die door het water sleept
bewaakt wat nog moet komen. Altijd

eerder dan ik dacht en later vaart
de boot die niets vervoert dan nacht.

 

Momenten

Dat iemand bij het ontwaken vraagt: Kun jij het begin vinden?
Dat iemand je zoon is. 
Zijn hand nog warm van slaap.

Dat de tijd zich stervormig uitstrekt 
naar alle keren dat de dingen zich moeilijk lieten hechten 
of niet. De momentenlijn scheurt uit elkaar. 
Kermend het plastic en van walvis 
of was het konijn de lijm.
Laat los!

Dat iemand een man is die lacht
als je vraagt waarom lach je. 
Zich omrolt.

De deken spreekt: Ik lach niet.

De werkelijkheid is een rolletje plakband
hoor je.

Ik kan het begin niet vinden.

 

Istanbul

De stromende mannen de meanderende vrouwen
en de opspattende kinderen zijn als in een droom verzonken.

De plenzende regen heeft geen vat op de lichamen
die zich al wadend wanen in de zon. Ik volg het water

dat door de straten gutst tot aan een flakkerend hotel
waar mijn koffer open in een rivierkamer drijft.

Terwijl iemand een variatie vormt op een melodie
in de mond van iemand die van geen ophouden weet

ijlt het verraad van levens die ik liefhad als een schip
waarvan het zeil de wind vangt bij me vandaan.

De vensters rijzen. Iemand bonst op de wand van de kamer
waarin ik heel mijn leven bundel. Of het niet wat stiller kan.

 

Maria Barnas (Hoorn, 28 augustus 1973)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Demeters bede aan Hades

Dit alleen wens ik je toe: kennis.
Begrijpen dat elk verlangen een grens heeft,
weten dat we verantwoordelijk zijn voor de levens
die we veranderen. Alle geloof heeft zijn prijs,
niemand gelooft zonder te sterven.
Nu zie ik voor het eerst
helder het spoor dat je plantte,
de grond die zich opende voor verspilling,
hoewel je droomde van een rijkdom
aan bloemen.

    Er zijn geen vervloekingen – alleen spiegels

die de zielen van goden en stervelingen worden voorgehouden.
en dus geef ook ik dit lot op.
Geloof in jezelf,
ga door – zie waar het je brengt.

 

Vertaald door Jabik Veenbaas

 

Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 28e augustus ook mijn blog van 28 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 28 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 28 augustus 2017 en ook mijn blog van 28 augustus 2016 en ook mijn twee blogs van 28 augustus 2015.

Tom Lanoye, Walter Helmut Fritz

De Belgische dichter, schrijver en vertaler Tom Lanoye werd geboren te Sint-Niklaas op 27 augustus 1958. Zie ook alle tags voor Tom Lanoye op dit blog.

Uit: De draaischijf

“Tot mijn voldoening hebben opvallend veel vrouwen zich de moeite getroost om afscheid van mij te komen nemen. Ze zijn van alle leeftijden en posturen, gaan gekleed in stijlvol zwart en zijn bescheiden gemaquilleerd. Hun handtas bevat, uit voorzorg, meer papieren zakdoekjes dan anders.
Er is zowaar ook een forse Haagse delegatie afgezakt, met een touringcar, en verrassend veel van mijn lokale vakbroeders geven eveneens acte de présence. Jong en oud, vriend en vijand. Dat is geen traditie in wat men ‘ons theaterlandschap’ noemt. Elke generatie rekent genadeloos af met de vorige, met vervangingen op ieder echelon. Thans is zelfs een van mijn vaste critici opgedoemd. Hij houdt zich wel enigszins afzijdig. Een paria op het huwelijksfeest van een maharadja.
Mijn trouwste kompanen — kameraden van het eerste uur, leden van het gezelschap dat ooit mijn naam droeg — hebben de zwaarste wallen onder hun ogen. Ze geven besmuikt heupflesjes door, ik vermoed met citroenjenever, te mijner ere. Een van hen — jarenlang mijn favoriete jeune premier, tot hij te dik en te kaal werd voor andere rollen dan die van Falstaff of De Ingebeelde Zieke — snottert als enige nu al in een geruite zakdoek. Voorzichtig en toch opzichtig. Gezien worden is bestaan.
Het zij hem vergeven. Zoals de Fransen zeggen: Un acteur est aussi une actrice. De grootste diva’s die ik heb geregisseerd waren allemaal mannen, ook als ze niet op mannen vielen.
Het wachten duurt. Zo zijn onze begrafenissen. Wie zijn handschoenen vergeten is, blaast geregeld in de handen. Anderen kuchen de kou van zich af. De wolkige adem van alle afscheidnemenden is goed zichtbaar, als om te bewijzen dat zij wel nog in leven verkeren. In tegenstelling tot de stakker die nu eindelijk toch naar zijn laatste rustplaats wordt gedragen door vier geüniformeerde en niettemin boers ogende begrafenishelpers. Behalve mijn stoffelijke resten torsen ze alle vier een te grote kepie. Hollanders, Hagenaren op kop, spreken verkeerdelijk van een sjako. De sjako is Hongaars van oorsprong, kokervormig en bezet met tressen van goud- of zilverdraad. Perfect voor operettes. Deze petten lijken op afdragertjes van een Sovjetleger.
Het viertal stapt plechtstatiger dan nodig. De ernst van de amateur is altijd aandoenlijk. Eentje is volgens mij een Turk, een andere heeft Indonesische trekken. Door hun ongelijke lengte slingert mijn kist — van zwart gepolitoerd luxehout — als een sloep in de branding vóór een waterval. De vier blijven desondanks als gehypnotiseerd voor zich uit kijken.”

Achter hun ruggen hinniken, zachtjes, de paarden van de open lijkwagen. Ze stampvoeten behoedzaam en gooien hun hoofd achterover, waardoor de belletjes van hun bepluimde tooi rinkelen. De gelegenheidsfanfare — bestaand uit alleen blazers, een paar trommelaars en een sukkelaar die zeult met een draagbare xylofoon — ziet er een sein in en begint nu pas, en sourdine, een dodenmars te spelen. Niet de afgezaagde van Frédéric Chopin. De stijve van Ludwig van Beethoven.”

 

Tom Lanoye (Sint-Niklaas, 27 augustus 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Alledaagse tederheid

Nu ik de theepot
hoe vaak gebruikt,
vervolgens weggezet –
weer uit de kast pak,
bekijk ik hem opeens
-verbonden met onze jaren-
met tederheid,
zie ik de met sneeuwvlokken
gestippelde dag,
waarop je hem meegebracht
en op tafel hebt gezet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e augustus ook mijn blog van 27 augustus 2019 en ook mijn blog van 27 augustus 2018 en ook mijn blog van 27 augustus 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Paula Hawkins, Walter Helmut Fritz

De Britse schrijfster Paula Hawkins werd geboren op 26 augustus 1972 en groeide op in Salisbury (het huidige Harare in Zimbabwe) in Rhodesië. Zie ook alle tags voor Paula Hawkins op dit blog.

Uit: Confessions of a Reluctant Recessionista

“Cassie Cavanagh loves her Louboutins God, they’re beautiful. They are quite possibly the most beautiful shoes I have ever seen in my entire life. Last night, after I’d come home and tried them on with just about everything in my entire wardrobe (there is nothing they don’t look good with), I put them on the coffee table in the middle of the living room and just sat there, looking at them. They were still sitting there when Ali arrived. Tad luck,’ was the first thing she said when she came into the room.
‘Bad luck?’ ‘Shoes on the table,’ she said, knocking them to the floor. ‘You’re just jealous.’ ‘Jealous, my arse. You won’t be able to walk fifty yards in those things. They’ll cripple you.’ ‘They’re taxi shoes, Al. I don’t intend to walk fifty yards in them. It’s just taxi to bar, bar to taxi, taxi to front door. That’s about thirty yards max over the course of an entire evening. Anyway, Dan can always carry me …’ All slumped down onto the sofa, stretching out her legs and kicking off her own rather elegant heels. ‘You’re right, you cow. You are lucky, having someone to spoil you, even if he is constantly admiring his own assets. I am jealous. Some days I feel like no one would notice if I turned up at the pub barefoot.’ This is not true. At five nine with a pair of legs to make Gwyneth Paltrow turn green with envy, All never passes unnoticed. She’s just so used to being one of the boys, which is virtually a job requirement when you do what she does, that she sometimes forgets the impact she makes on the opposite sex. ‘You had a long day?’ I asked, handing her a glass of champagne. ‘The longest. Had to get up at quarter to five in order to get a decent run in before I left for work, got stuck on the Northern Line for twenty minutes on the way in, which meant I missed half the morning meeting, got bollocked by Nicholas, had endless calls with impossible-to-please clients, no time for lunch, no time to pee …’ Ali and I met at Hamilton Churchill, the investment bank where we work. She’s the high-powered one —she’s a trader — and I’m just a lowly PA, but I know whose job I’d rather have. My boss might be a complete pain in the arse, but I don’t have to be at work at six thirty every morning, I don’t have to spend all day yelling into a phone, I don’t have the responsibility of buying and selling millions of pounds’ worth of stock, of trying to call the market, to sort the good tips from the bad, trying to please my clients while also pleasing my bosses. Granted, I don’t earn a six-figure bonus either, but I get by. Plus, I am fortunate to have a boyfriend, Dan, who is also a trader – and in addition to being extremely attractive he’s also very generous, hence the Louboutins. Generous as he is, I have to admit that the shoes came as a bit of a surprise. It wasn’t as if it was my birthday, or an anniversary or even Valentine’s Day –just a plain old Wednesday in October. We went out to dinner and when we got back to his flat, there they were, all wrapped up with a crimson bow, sitting in the middle of the bed. My friends won’t believe it, but he can be very romantic.”

 

Paula Hawkins (Salisbury, 26 augustus 1972)

 

De Duitse dichter en schrijver Walter Helmut Fritz werd geboren op 26 augustus 1929 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Walter Helmut Fritz op dit blog.

 

Het open raam

Het venster wordt geopend naar de nieuwe dag waarop er veel dagen zijn; naar een man en vrouw die langs de kust lopen; naar de Rijn, die zelfs bevaarbaar bleef als het land onder ijs en sneeuw lag. Stroomopwaarts en stroomafwaarts ademende nabijheid en weids uitzicht, dat eraan herinnert dromen en verdwijnpunten serieus te nemen. Het water draagt zijn zand, zijn duisternissen en lichten met zich mee. De ogen volgen een van de schepen, van waaraf iemand zwaait. Met duizelingwekkend leven beweegt de rivier zich voort als de moorddadige eeuw die zich uit de voeten maakt. Geluid van golven. Golftoppen die glinsteren en breken. Ervoor staat nu een roedel woedende honden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Walter Helmut Fritz (26 augustus 1929 – 20 november 2010)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e augustus ook mijn blog van 26 augustus 2021 en ook mijn blog van 26 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 26 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Martin Amis, Charles Wright

De Engelse schrijver Martin Amis werd geboren op 25 augustus 1949 in Cardiff, South Wales. Zie ook alle tags voor Martin Amis op dit blog. Martin Amis overleed op 19 mei van dit jaar op 73-jarige leeftijd.

Uit: De gele hond (Vertaald door Gert Jan de Vries)

“Maar ik ga naar Hollywood maar ik ga naar het ziekenhuis, maar jij bent de eerste maar jij bent de laatste, maar hij is groot maar hij is klein, maar jij blijft boven maar jij gaat omlaag, maar wij zijn rijk maar wij zijn arm, maar zij vinden rust maar zij vinden…
Xan Meo ging naar Hollywood. En met haastige spoed en begeleid door een koor van wanhoopskreten ging Xan Meo enkele minuten later naar het ziekenhuis. !let kwam door geweld van mannen.
‘Ik ben foetsie weg, ik,’ zei hij tegen zijn Amerikaanse vrouw Russia.
‘0,’ zei ze, het uitsprekend als het Franse woord voor waar. ‘
Ben zo terug. Ik doe ze wel in bad. En lees ze ook wel voor. Daarna kook ik. Daarna vul ik de vaatwasser. Daarna krijg je een lange rugmassage van me. Oké?’
‘Mag ik mee?’ vroeg Russia.
‘Ik wilde eigenlijk alleen zijn.’
‘Je bedoelt dat je eigenlijk alleen wilt zijn met je vriendin.’
Xan begreep dat dit geen echt verwijt was. Maar hij gebruikte een weinig gangbare gelaatsuitdrukking (fronsen) en zei, niet voor de eerste keer en voor zover hij wist naar waarheid: ‘Ik hou niks voor jou verborgen, meid.’
‘Hmm’, zei ze en keerde hem haar wang toe.
‘Weet je niet welke dag het is?’
‘O. Natuurlijk.’
Het stel omhelsde elkaar in een gang met een hoog plafond. Nu liet de man door een armbeweging de sleutels in zijn broekzak rammelen. Dit half opzettelijke gebaar gaf aan dat hij de deur uit wilde. Xan zou het in het openbaar niet toegeven, maar vrouwen hadden van nature de neiging het te rekken als mannen gewoon vertrokken. liet vormt de keerzijde van hun plezier om mensen te laten wachten. Daar zouden mannen zich niets van moeten aantrekken. Afwachten is een bescheiden genoegdoening voor vijf miljoen jaar overheersing… Xan liet zachtjes een zucht ontsnappen toen de trap boven hem zachtjes kraakte. Er kwam een complexe gestalte naar beneden, tot aan het middel normaal, maar tweehoofdige en vierarmig: Meo’s baby’tje Sophie, verkleefd met de heup van haar Braziliaanse au-pair Imaculada. Achter hen, op een afstand die zowel dromerig als onafhankelijk was, doemde hun kleuter op: Blik.
Russia pakte de baby aan en zei: ‘Wil jij wel heerlijke yoghurt bij het eten?’
‘Nee!’ zei de baby. ‘Wil je lekker badderen met al je badspeeltjes?’
‘Nee!’ zei de baby en geeuwde: de eerste ondertandjes als twee rijstkorrels.
‘Doe de aapjes eens voor papa.’ ‘De aapjes op het bed sprongen door elkaar heen. D’r viel er een, die brak zijn been. Ze gingen naar de dokter en die zei meteen: Vanaf nu is Je bed voor slapen alleen.”

 

Martin Amis (25 augustus 1949 – 19 mei 2023)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Verhaaltje voor het slapengaan

De generator zoemt als een ding an sich in de verte.
Het is vroeg in de avond, en tijd, als de hond die hij is,
snakt naar voedsel,
En zal gevoed worden, twijfel er niet aan, zal gevoed worden, mijn kleintje.
Het bos begint zijn stiltes te verzamelen.
De weide hergroepeert zich en hurkt neer
vanwege zijn gespleten hoeven.

Iets wringt het lapje zonlicht
onverbiddelijk naar buiten en hangt het op.
Iets zorgt ervoor dat het riet buigt en zijn hoofd bedekt.
Iets likt de schaduwen op,
En rijgt de lege ruimtes aan elkaar en vult ze in.
Iets dringt ons hart binnen,
krabt daar zijn blauwe spijkers tegen de muur.

Moeten we het binnenlaten?
Moeten we het begroeten zoals het verdient,
Handen op onze oren, mond open?
Of moeten we het een stoel geven om op te zitten, en het vlees aanbieden?
Moeten we de radio aanzetten,
moeten we in onze handen klappen en dansen,
De Zoiets Dans, de gastvrije Zoiets Dans?
Ik denk van wel, liefje, ik denk van wel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e augustus ook mijn blog van 25 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 25 augustus 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Stephen Fry, Charles Wright

De Engelse komiek, schrijver, acteur en presentator Stephen John Fry werd geboren in Londen op 24 augustus 1957. Zie ook alle tags voor Stephen Fry op dit blog.

Uit:  Het nijlpaard  (Vertaald door Harmien L. Robroch)

“Je kunt van zo’n klootzak als ik niet verwachten dat hij een goed verhaal kan vertellen. Het kost me goddomme al moeite genoeg om met dit kloteapparaat om te gaan. Ik heb de woorden geteld – dat doe ik elk uur – en als je de techniek moet vertrouwen, dan ziet het ernaar uit dat je er zo’n 97.776 te verstouwen krijgt. Succes. Je hebt erom gevraagd, je hebt me ervoor betaald, je houdt het maar uit. Zoals de man zei: ‘Ik heb geleden voor mijn kunst, nu is het jouw beurt.’ Niet dat dit nou zo’n beroerde ervaring is geweest. Ik drink tussen de middag geen alcohol meer bij het eten, loop niet kwijlend achter onbereikbare vrouwen aan en maak geen ruzie met die vreselijke mensen van hiernaast. En dat allemaal door Het Project, zoals jij het hardnekkig blijft noemen. Ik heb, op jouw voorstel, de afgelopen zeven maanden een min of meer regelmatig leven geleid, en ik heb me laten vertellen dat de positieve uitwerkingen me duidelijk zijn aan te zien in het gelaat, aan mijn taille en aan het wit van mijn ogen.
De routine was constant en ziekelijk aangenaam. Elke morgen, op een tijdstip waarop de meeste mensen nog aan een laatste borreltje denken voordat ze naar bed gaan, stond ik op, douchte ik, liep met lichte tred naar beneden, smakte een bord Kellogg’s naar binnen en leidde mijn onwillige slippers richting studeerkamer. Ik zet de computer aan – een handeling die mijn zoon Roman ‘in de matrix pluggen’ noemt – staar met walgende ogen naar de bagger die ik de vorige avond heb opgesteld, luister nog maar weer eens naar die godvergeten interviewbandjes met Logan, steek een Rothman op, en ga goddomme gewoon aan het werk. Als het een goede dag is geweest, verdwijn ik naar boven voor een feestelijk nummertje masturberen – wat Roman ongetwijfeld ‘in de matras pluggen’ zou noemen – en tot een uur of zeven denk ik niet eens aan drank. Al met al een waardig en rein leven.
Een huis huren op het platteland creëert het probleem dat iedereen opeens je beste vriend is. Ik moet voortdurend Oliver, Patricia en Rebecca en alle anderen van me afslaan die schijnen te denken dat mijn tijd onbeperkt is en mijn kelder bodemloos.
Zo nu en dan dumpt het Rotwijf hier een zoon of dochter voor een weekendje, maar die zijn allebei groot en lelijk genoeg om voor zichzelf te zorgen, en hebben van mij geen hulp nodig om hun jointje te draaien of hun spiraaltje in te brengen. Volgende week trekt Leonora in het huis dat ik haar heb gegeven en dan ben ik voorgoed van haar af. Ze is veel te oud om zo aan me te hangen.
Nee, over het geheel genomen zou ik willen zeggen dat het een groot succes is geweest. Als proces gezien, tenminste, als proces. Of het product iets is om over naar huis te schrijven is natuurlijk aan jou.”

 

Stephen Fry (Londen, 24 augustus 1957)

 

De Amerikaanse dichter Charles Wright werd geboren op 25 augustus 1935 in Pickwick Dam, Tennessee. Zie ook alle tags voor Charles Wright op dit blog.

 

Lichaam en Ziel II
(voor Coleman Hawkins)

De structuur van het landschap is oneindig klein,
Net als de structuur van muziek,
naadloos, onzichtbaar.
Zelfs de regen heeft grotere naden.
Wat het landschap bij elkaar houdt, en wat de muziek bij elkaar houdt,
Is geloof, lijkt het, geloof van het oog, geloof van het oor.
Niets van dat alles in de taal,
Echter, wolken die echter als bloesems van west naar oost sjouwen
Geblazen door de wind.
April, en alles is mogelijk.

Dit is het verhaal van Hsuan Tsang.
Als boeddhistische monnik ging hij van Xian naar Zuid-India
En terug- op de rug van een paard, van een kameel, van een olifant, en te
voet.
Het kostte hem tienduizend mijl, van 629 tot 645,
Bergen en woestijnen,
Op zoek naar de Waarheid,
het hart van het hart van de Werkelijkheid,
De Wet die hem zou helpen eraan te ontsnappen,
En al het daarmee gepaard gaande en onontkoombare lijden.
En hij vond het.

Tegenwoordig kijk ik naar de dingen, niet door ze heen,
En ga laag zitten, zo ver weg van de hemel als ik kan komen.
Het rif van de huilende kers bloeit koraal,
De lampen van de achterveranda van de buren gloeien als anemonen.
Venus met inktvisogen zweeft erboven.
Dit is het half uur, half licht, half donker,
als alles begint te schijnen,
En aforismen sluipen in de bomen,
Hun vleugels gevouwen, hun hoofden gebogen.

Elk waar gedicht is een vonk,
en streeft naar de toestand van het oorspronkelijke vuur,
Ontstaan uit de leegte.
Het is diezelfde leegte die het opnieuw wil aanwakkeren.
Het is diezelfde voortbrenging waardoor het opnieuw wil worden voortgebracht.
Vallende sterren.
April is identiek,
hemels, woordeloos, brandt af.
Het licht ervan is het licht waarmee we communiceren.
De bestemming is onze eigen bestemming, de hoop is de hoop waarmee we leven.

Wang Wei daarentegen
Kocht, voordat hij 30 jaar oud was, zijn beroemde landgoed aan de rivier de Wang
Net ten oosten van de oostkant van de Zuidelijke Bergen,
en woonde daar,
Af en toe, voor de rest van zijn leven.
Hij reisde nooit door het landschap, maar bleef erin,
Zelf een onderdeel van de natuur, dacht hij.
En wie zou nee zeggen
Tegen iemand die zo verwikkeld is in eenzaamheid,
in mislukking, dacht hij, en in lijden.

Middaghemel, de kleur Crème van Tarwe, een kleine
Klodder boter vaag aan de westelijke rand.
Te oud en lui geworden om gedichten te schrijven,
Kijk ik naar de sneeuwval
Van de appelbomen.
Landschap verzacht, zoals Wang Wei zegt, de scherpe randen van isolatie.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Wright (Pickwick Dam, 25 augustus 1935)

 

Zie voor de schrijvers van de 24e augustus ook mijn blog van 24 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 24 augustus 2019 en ook mijn blog van 24 augustus 2018.

Serhiy Zhadan, Koos Dijksterhuis, Charles Reznikoff

De Oekraïense dichter, romanschrijver, essayist en vertaler Serhiy Viktorovych Zhadan werd geboren op 23 augustus 1974 in in Starobilsk, in het gebied Loehansk. Zie ook alle tags voor Serhiy Zhadan op dit blog.

 

LUKOIL

Wanneer Pasen eraan komt en de hemel ons meer welwillendheid toont
en iedereen zich inspant – want, wat wil je, zeggen ze, het is Pasen,
beginnen de doden in de aarde zich om te keren,
en duwen ze met hun ellebogen de koude klei opzij.
Ik heb al vrienden ten grave gedragen,
ik weet wat het is, je vrienden begraven,
zoals een hond een bot begraaft,
wachtend tot de hemel
                                               je meer welwillendheid toont.

Er zijn van die sociale groepen
waarvoor dergelijke rituelen van bijzonder belang zijn,
ik bedoel vooral de middelgrote business.
Iedereen heeft wel eens gezien
wat een droefheid hen treft, de regionale
vertegenwoordigers van Russische petroleumbedrijven,
wanneer ze samenkomen op het grenzeloze
kerkhofveld, om daar de zoveelste
broeder met weggeschoten longen te begraven;

iedereen heeft wel eens hun harde hartenklop gehoord
wanneer ze bij de doodskist staan
en hun schaarse tranen en snot afvegen
aan hun dolce en gabbana
en ze hennessy
                               achteroverslaan
                                    uit een wegwerpbeker.

“Kijk eens Kolja”, zeggen ze, “daar heb je dan je aftocht.
Op grenzeloze offshore-velden
vallen wij, als wilde ganzen in de herfst, in de koude
rakken van de vergetelheid, met hagel in onze lever.”

“Waar”, zo overleggen ze, “zullen we
onze broeder van voorzien
voor zijn lange tocht
naar het stralende Walhalla van Lukoil?
Wie zal hem begeleiden
in de donkere grotten van het vagevuur?”

“Grieten, zeggen ze allemaal, “grieten,
hij heeft grieten nodig,
goede grieten,
duur en zonder slechte gewoonten,
ze zullen hem opwarmen in de winter
ze zullen zijn bloed doen afkoelen in de lente,
aan zijn linkerkant moet een platinablondine liggen,
en aan zijn rechterkant moet een platinablondine liggen,
ja, zodanig dat hij zelfs niet merkt dat hij al dood is.”

“Och, die dood is een territorium waar onze creditkaarten
                                                                                                                      weinig vermogen.
De dood is het territorium van de olie,
                                                                               moge die dus zijn zonden wegwassen.
Aan zijn voeten zullen we wapens en goud leggen,
bont en fijngemalen peper.
In zijn linkerhand leggen we zijn laatste nokia,
in zijn rechterhand een amulet uit Jeruzalem.
Maar het belangrijkste zijn de grieten,
twee grieten, het belangrijkste, twee platinablonde grieten.”
“Ja, dat is het belangrijkste”, zegt iedereen instemmend.
“Het belangrijkste”, zeggen de grieten instemmend.
“Het aller-allerbelangrijkste”, beaamt Kolja vanuit zijn kist.

Met Pasen zijn we allemaal zo sentimenteel.
We staan te wachten totdat de doden  
opstaan en naar ons toe komen vanuit het hiernamaals.
Nooit interesseer je je meer voor de dood
dan wanneer je vrienden begraaft.

Terwijl ze de derde dag de wacht houden
bij de deur van het lijkhuis, overwint hij ten slotte de dood
door de dood, tijdens de ochtend van de derde dag, en hij loopt
naar hen toe vanuit het crematorium, hij ziet
dat ze allemaal in diepe slaap liggen
na drie dagen drinken,
ze liggen gewoon in het gras,
in ondergekotste
dolce en gabbana’s.

En dan neemt hij stil,
                                               om niemand te wekken,
bij één van hen
wat stroom voor zijn nokia,
en hij keert
naar de hel
terug
naar zijn blondines.

 

Vertaald door Eric Metz

 

Serhiy Zhadan (Starobilsk, 23 augustus 1974)

 

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog

 

K(l)oos

Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedichten
en zit in ’t binnenst van mijn rijm ten troon
maar soms roert zich in mij een woordenkloon
en moet ik wel voor regeldiefstal zwichten.

Maar als een ander mij wil beentje lichten
en mij beschuldigt op zo’n boventoon;
ik hef mijn hand en hak: zijn Judasloon!
Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedichten.

Toch: soms als ik klassieke regels vond,
dan was ’t of ik ze zelf had opgeschreven
en warmde mij die echte scheppersgloed…

En daarom moet men mij het wel vergeven
als Kloos doorschemert in mijn woordenvloed
hij haalt mij zelf die woorden uit de mond!

 

Werklui

Ze vragen me de werkploeg te versterken
tot dusver doe ik aan geen opdracht mee
ik zap de hele dag door mijn tv
en heb geen fut en zin om te gaan werken

Toch stap ik maar eens naar die werklui toe
ik ben nou eenmaal liever lui dan moe

 

Wentelteefje

Een loopse jachthond paart gedwee
met tegelijk een reu of twee
‘Ik ben’, verklaart de teef terloops,
‘allicht als jachthond dubbelloops.’

 

Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Uit: Bij de bron van leven en zien, deel II, sectie 1: ‘Op zondag het strand verlaten in een tram’

Ze verlaten het strand op zondag in een tram,
een gezin van drie: moeder, zoon en dochter:
de moeder, ver in de dertig, blond haar, bezorgd gezicht;
de zoon, ongeveer twaalf jaar oud, tegenover haar gezeten,
en de dochter, ongeveer acht of negen, naast haar.
De jongen was ook blond; een knappe kleine kerel
met dromerige ogen. Het kleine meisje was heel gewoontjes;
mond naar beneden getrokken bij de hoeken,
scherpe boze ogen achter een bril.

Nauwelijks waren ze gaan zitten of de jongen zei zachtjes:
“Vandaag was een van de mooiste dagen die ik ooit heb meegemaakt.”
Het meisje zei schril: ‘Ik wou dat we in een van die huizen konden wonen’ –
kijkend naar de bungalows langs de kust –
“dan konden we elke dag naar het strand.”
De moeder antwoordde geen van twee.
Het strand waar ze vandaan kwamen was vol met arme mensen;
en de familie was goedkoop gekleed, maar netjes en brandschoon,
zelfs na een dagje uit.
Ik vroeg me zinloos af waar de vader was: aan het werk? dood? gescheiden?

Na een tijdje zei de moeder, haar woorden afwegend:
“Weet je meneer. . .”
Ik heb de naam niet verstaan: hij werd zo zacht uitgesproken.
Ze was met de jongen aan het praten.
“Elke woensdag gaat hij vissen.
Ik denk dat ik hem wel kan overhalen om je mee te nemen.’
De jongen antwoordde een minuut of twee niet
en zei toen met zijn zachte stem:
“Dat zou ik heel leuk vinden.”
“Kan ik ook mee?” vroeg het kleine meisje schril,
maar niemand antwoordde haar.

Moeder en zoon hadden alleen oog voor elkaar.
Ze pakte haar zakdoek en veegde zijn gezicht af.
Hij klaagde over iets in zijn oog…
zeker niet genoeg om het te laten knipperen…
en ze tilde het bovenste ooglid op
en liet het onderste ooglid zakken om ernaar te zoeken.

Het kleine meisje stond op en keek uit het raam
en de jongen zei tegen zijn moeder: ‘Ze trad op mijn tenen
en zei niet eens: Excuseer mij alstublieft.
De moeder wendde zich tot het kleine meisje en zei scherp:
‘Waarom zei je niet: Pardon?
Je had moeten zeggen: Excuseer mij, broer.’
Het kleine meisje zei niets,
gezicht naar het raam gekeerd,
met haar mondhoeken ver naar beneden en haar ogen,
helder en droog, scherp kijkend door haar bril.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 23 augustus 2018 en ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Griet Op de Beeck, Charles Reznikoff

De Vlaamse schrijfster en columniste Griet Op de Beeck werd geboren in Turnhout op 22 augustus 1973. Zie ook alle tags voor Griet Op de Beeck op dit blog.

Uit: Gij nu

“Hoeveel senioren hij al tot in de groezelige details hun moeizame stoelgang had horen
toelichten, of de complicaties na hun prostaatoperatie, hij werd er wee van in zijn maag als hij eraan terugdacht. Alsof op een bepaalde leeftijd samen met vlotte erecties, haar en wat centimeters ook alle schaamte zomaar verdwijnt. Toegegeven, objectief hadden zij ook hun leeftijd, maar zij waren in hun hoofd nooit ouder geworden dan een jaar of vijfendertig, en dat merkte je in alles, vond hij. Hij deed nog elke dag zijn yogaoefeningen en als het weer een beetje meezat, ging hij joggen. Respect voor de tempel, noemde hij dat lacherig als hij dan bezweet en edelmoedig naar adem happend thuiskwam, in de stiekeme hoop dat zijn elf jaar jongere vrouw zijn inspanningen zou waarderen.
De ober schoof een stoel naar achter, uit beleefdheid moest Colette wel plaatsnemen, al had zij vast liever mogen kiezen naast wie ze ging zitten. De ober stelde de drie andere echtparen voor alsof het vrienden van jaren waren: Arie en Jacobien, Thijmen en Nelleke, Gilbert en Simonne. De ober sprak de namen verontschuldigend uit, omdat hij wist dat het vast niet helemaal juist klonk zo, waarop Arie wat pedant zei: ‘Much better already, much better.’ Marcel en Colette schudden handen, forceerden wat ogenschijnlijke vreugde bij het treffen van dit gezelschap, en daar zaten ze dan: vier Nederlanders en vier Belgen, verenigd op de Nijl.
‘Naar ik hoor is het eten op cruises van deze maatschappij voortreffelijk,’ zei Nelleke, die vast iemand was die maar moeilijk de stilte kon verdragen. Al van bij het eerste woord zat Jacobien instemmend te knikken, en ze begon toen kirrend een verhaal over hun reis naar Toscane, en wat zij toch allemaal aan gastronomisch genot… Marcel stopte met luisteren. Nog los van het verhaal dat hem al op voorhand geen lor interesseerde, bleek Jacobien op haar kin en wangen haar te hebben staan, een wirwarretje van haren van pakweg een centimeter, beetje slordig ingeplant, zoals een man zou
hebben met zielig weinig baardgroei die zich een week of drie niet had geschoren. En de haren waren ook nog donker, in tegenstelling tot die op haar hoofd. Sommige mensen hebben dubbel pech. Hoe minder hij ernaar wou kijken, hoe meer zijn blik ernaartoe werd gezogen, en net zij zat pal tegenover hem, tijdens de maaltijd. Terwijl Marcel manieren zocht om zijn appetijt niet helemaal te verliezen, vroeg Gilbert hem of zij ook van plan waren om naar de muzikale revue te gaan, straks.”

 

Griet Op de Beeck (Turnhout, 22 augustus 1973)

 

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Nachtstuk

Ik zag in de schaduw van de tuin de schuur
en zag de sneeuw op het dak –
een langwerpige gloed in de maanverlichte nacht.

Ik kon niet rusten of mijn ogen sluiten,
hoewel ik wist dat ik vroeg moest opstaan
de volgende ochtend en weer aan het werk gaan,
en weer aan het werk gaan.

Die dag ging verloren – die maand ook;
en jaar na jaar voor zover ik weet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e augustus ook mijn blog van 22 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 22 augustus 2019 en ook mijn blog van 22 augustus 2016 en ook mijn blog van 22 augustus 2015 deel 1 en ook deel 2.