Sophie van der Stap, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: Een blauwe vlinder zegt gedag

“27 maart 2007. Slechts een datum, maar ook zoveel meer dan dat. Die dag reed ik weg van huis. De opeenvolging van pijnlijke herinneringen ging te snel om van me af te schudden. Zelfs niet voor een dag, een minuut, of een moment. Ik reed met een omweg door Duitsland naar Spanje, maar algauw bleek Spanje niet groot en ver genoeg. De kilometers gingen hard, bijna net zo hard als mijn gedachten. Mijn hoofd stond bol van de woorden, de spiegels vol van de vrachtwagens, maar de weg voor mij was leeg. Blank. En vooral: vrij. 240.638, las ik op de display. Slechts de laatste 638 kilometers waren van mij. Ik reed weg van Amsterdam, van alles wat mijn leven beheerste en bepaalde, op weg naar een nieuwe, lege dag, die, in gedachten, alleen ingevuld kon worden in Spanje. Maar helaas kun je eenzaamheid niet vullen, daar ben ik inmiddels wel achter. Het was de eenzaamheid die mij vulde. Het leven bepaalde meer voor mij dan ik voor mijn leven. De rollenwisseling die hieraan vooraf was gegaan heb ik machteloos moeten toestaan, steeds verder weg rakend van mijn eigen speelterrein, de zijlijn op. Misschien dat het wel altijd zo geweest is. Misschien dat het gewoon zo is. Misschien dat mijn geloof in maakbaarheid meer weg heeft van dromen dan van wakker zijn. Dat weet ik niet. Hoe het ook zij, mijn ongeloof in grenzen knaagde als een bezetene aan mijn geloof in mogelijkheden. De acceptatie dat het leven van meer toevalligheden en omstandigheden aan elkaar hangt dan ik me ooit heb voorgenomen te accepteren, kroop grillig als een naaktslak bij me naar binnen. Het was oorlog binnen mijn eigen filosofie en het geschil had ik zelf op te lossen. Enerzijds volgde ik de paden van een droom, anderzijds vertrok ik uit een eerdere droom, die ik los moest zien te vlechten van mijn toekomst. Met het afsterven van Chantal en het inkrimpen van mijn hart, raakte ik meer en meer verstikt in de leegte, die als een koude deken om me heen was geslagen.
De werkelijkheid verschuift en verwachtingen schuiven mee. Ze passen zich stilletjes aan de nieuwe straatstenen aan, die ik twee jaar geleden op een winderige ochtend in januari voor het eerst bewandelde. Vanaf die ochtend was alles anders. Het is moeilijk te bevatten wat er met je gebeurt als op jonge leeftijd de weg vooruit ophoudt te bestaan. Je kunt niet meer dromen en je durft niet meer te dromen zonder de pijn te voelen van de eenzaamheid die niet in te vullen blijkt.”

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Vogel

DE VOGEL IS HET TEGENOVERGESTELDE VAN ALLES –
Maar niet het tegenovergestelde van lucht en hemel
zij zijn het paleis en de danszaal van de vogelvolken.

Tot het einde van de nacht een kauw,
die in de laatste sneeuw van de maartochtend roept,
Het zou een ekster kunnen zijn, het zilveren kettinkje van Stella
in de snavel, waar laat je het. Hij is niet
het tegenovergestelde van het licht, de zee, de zomer,
van stormen uit negentig richtingen van het nadir.

Hij is de zwarte wouw en heeft geen vijanden.
Mijn vogel, maar hij kent mij niet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (12 juni 1935 – 29 januari 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.

Louis Couperus, Christoph Meckel

De Nederlandse schrijver Louis Couperus werd op 10 juni 1863 geboren in Den Haag. Zie ook alle tags voor Louis Couperus op dit blog.

Uit: De stille kracht

“De volle maan, tragisch dien avond, was reeds vroeg, nog in den laatsten dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang laag achter de tamarindeboomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van hare tragische tint, in een vagen hemel op. Een doodsche stilte spande alom als een sluier van zwijgen, of, na de lange middagsiësta, de avondrust zonder overgang van leven begon. Over de stad, wier wit gepilaarde villa-huizen laag wegscholen in het geboomte der lanen en tuinen, hing een donzende geluideloosheid, in de windstille benauwdheid der avondlucht, als was de matte avond moê van den zonneblakenden dag der Oostmoesson. De huizen, zonder geluid, doken weg, doodstil, in het loover van hunne tuinen, met de regelmatig opblankende rissen der groote gekalkte bloempotten. Hier en daar werd een licht al ontstoken. Plotseling blafte een hond, en antwoordde een andere hond en verscheurde de donsende stilte in lange, ruwe flarden; de nijdige hondekelen, heesch, ademloos, schor vijandig; plotseling ook zwegen zij stil.
Aan het einde der Lange Laan lag diep in zijn voortuin het Rezidentie-huis. Laag, dadelijk in den nacht der waringinboomen, zigzagde het zijne pannendaken, het eene achter het andere, naar de schaduw van den achtertuin toe, met een primitieve lijn van dakteekening, over iedere galerij een dak, over iedere kamer een dak, tot éene lange daksilhouet. Vóor echter, rezen de witte zuilen der voorgalerij, met de witte zuilen der portiek, hoog blank en aanzienlijk op, met breede tusschenruimten, met groote openheid van ontvangst, met eene uitbreiding van indrukwekkend paleisportaal. Door de open deuren verschoot de middengalerij vaag naar achteren toe, met een enkel licht opgeglimd.
Een oppasser ontstak de lantarens ter zij van het huis. Halfcirkels van groote, witte potten met rozen en chrysanten, met palmen en caladiums, bogen links en rechts wijd voor het huis naar ter zijde uit. Een breede grindlaan vormde den oprit tot in de witgezuilde portiek; dan strekte zich uit een wijd dor gazon, met potten omgeven, en, in het midden op een gemetseld voetstuk, een monumentale vaaspot, met een groote latania.”

 

Louis Couperus (10 juni 1863 – 16 juli 1923)
Borstbeeld van Couperus in Den Haag (detail)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

 Slapeloos

Omdat het zandmannetje zijn zak verloor,
zal ik dit millennium slapeloos zijn,
Ik zal de gescheurde sandalen van de boze repareren
waarmee hij over gedempte tapijten loopt.

Voor het feit dat zijn sombere bloemen,
zijn wilde lachen mij opvrolijkt,
voor het feit dat zijn hel mij slaap belooft,
warme, bruine, rokende slaap,
wil ik hem mijn dood als fooi geven.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e juni ook mijn blog van 10 juni 2023 en ook mijn blog van 10 juni 2021 en ook mijn blog van 10 juni 2020 en eveneens blog van 10 juni 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Maarten Doorman, Marie Howe

De Nederlandse dichter, schrijver, criticus en filosoof Maarten Doorman werd geboren op 9 juni 1957 in Medina Sidonia (Spanje). Zie ook alle tags voor Maarten Doorman op dit blog.

 

Populieren

Populieren
van oude kranten gemaakte
stijve regenwuivers,
hun wintertakken
kreukels zonder schaduw,
populieren
nog eerder geknakt
dan omgehakt, op papier
alleen levend
sluiten ze
zonder mee te tellen
hoogstens ergens
een veldje af
na het spelen.
Populieren
niet in staat zelfs
in hun kalme regens
nog iets voor te stellen,
door de bomen
eens bos te zijn.

Maar ’s zomers soms
langs een kanaal
of op een flinke akker
in rijen geplant
nemen ze je ertussen,
krijgen ze klein

 

Luik / Rue des Ramons

Tegen de helling word je een optocht
in jezelf, de huizen
leunen hoe laag ook als gewelf
op je schouders, vogels
komen niet hoger dan hun open kooi
in het kozijn.
De erewacht van woningen
ontbeert veerkracht tot het eind
en valt hogerop uiteen
in een carrosseriebedrijf en een tuin
achter een hekje uit een tijd voorbij.
Schuin houdt dit op en schijnbaar
gaat deze hang open
door uit te lopen op iets anders
door de dwang opzij te kruipen
of het hoofd tegen de lucht te stompen.
Ook rugwaarts ontsnap ik niet
uit dit verkrompen randgebied.

 

Île d’amour

Kom er maar eens op,
het ziet uit op alle kanten
die je niet op kunt. Het kan niet
op – met lucht op water
tekenen ze zich af, de golven
opposanten van een strand
zonder afstand tot het land
alsof het zand niets anders
dan zichzelf omgaf – kom
er maar eens af.

 

Maarten Doorman (Medina Sidonia, 9 juni 1957)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichteres Marie Howe werd geboren in 1950 in Rochester, New York. Zie ook alle tags voor Marie Howe op dit blog.

 

Wat de stilte zei

Geloof je nog steeds in grenzen?
Vogels vliegen op boven je kaarten en muren, en dat is altijd zo geweest.
Je hebt misschien wel eens gezien hoe de rook van je eigen vuur
reisde op de wind die je niet kon zien
zwevend over de vallei
en omhoog en over de heuvels en over de volgende vallei en de volgende heuvel.

Heb je de dieren niet horen huilen en zingen?
Of de stilte gehoord van de dieren die niet langer zongen?
Nu weet je wat het is om bang te zijn.
Je denkt dat dit een droom is? Het is geen
droom. Denk je dat dit een theoretische vraag is?
Waar hou je meer van dan van wat je denkt dat jouw unieke leven is?
Het water wordt helderder. De zwanen vestigen zich daar en dobberen er.

Ben jij bereid om weer je plek in het bos in te nemen? leem en schors te worden
een vallend blad te zijn. vanaf grote hoogte. om de worm te zijn die het blad eet
en de vogel die de worm eet? Kijk naar de lucht: ben je
bereid om weer de lucht te zijn?

Je denkt dat deze les
te moeilijk voor je is. Je wilt dat de time-out eindigt. Je wil
naar de film gaan zoals voorheen, met je vrienden samenzitten en eten.
Het kan nu eindigen, maar niet op de manier zoals jij je voorstelt Je kent
de geest die al zo lang tegen je praat – de geest die
alles kan verklaren? Luister niet.

Je was ooit een staatsburger van een land genaamd Ik Weet Het Niet.
Herinner je je de brandende boot die je daar naartoe bracht? Klim erin.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Marie Howe (Rochester, 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e juni ook mijn blog van 9 juni 2020 en eveneens mijn blog van 9 juni 2019 en ook mijn blog van 9 juni 2018 deel 2.

Marguerite Yourcenar, Nino Haratischwili, Marie Howe

De Belgisch-Amerikaanse, Franstalige schrijfster Marguerite Yourcenar werd geboren in Brussel op 8 juni 1903. Zie ook alle tags voor Marguerite Yourcenar op dit blog.

Uit: Memoirs of Hadrian (Vertaald door Grace Frick, in samenwerking met de schrijfster)

“In spite of the legends surrounding me, I have cared little for youth, and for my own youth least of all. This much vaunted portion of existence, considered dispassionately, seems to me often a formless, opaque, and unpolished period, both fragile and unstable. Needless to say I have found a certain number of exquisite exceptions to the rule, and two or three were admirable; of these, Mark, you yourself will have been the most pure. As for me, I was at twenty much what I am today, but not consistently so. Not everything in me was bad, but it could have been : the good or the better parts served to support the worse. I look back with shame on my ignorance of the world, which I thought that I knew, and on my impatience, and on a kind of frivolous ambition and gross avidity which I then had. Must the truth be told ? In the midst of the studious life of Athens, where all pleasures, too, received their due, I regretted not Rome itself but the atmosphere of the place where the business of the world is continually done and undone, where are heard the pulleys and gears in the machine of governmental power. The reign of Domitian was drawing to a close; my cousin Trajan, who had covered himself with glory on the Rhine frontier, ranked now as a popular hero; the Spanish tribe was gaining hold in Rome. Compared with that world of immediate action, the beloved Greek province seemed to me to be slumbering in a haze of ideas seldom stirred by change, and the political passivity of the Hellenes appeared a somewhat spiritless form of renunciation. My appetite for power, and for money (which is often with us a first form of power) was undeniable, as was the craving for glory (to give that beautiful and impassioned name to what is merely our itch to hear ourselves spoken of). There was mingled confusedly with these desires the feeling that Rome, though inferior in many things, was at least superior in its demand that its citizens should take part in public affairs, those citizens at least who were of senatorial or equestrian rank. I had reached the point where I felt that the most ordinary debate on such a subject as importation of Egyptian wheat would have taught me more about government than would the entire Republic of Plato.
Even a few years earlier, as a young Roman broken to military discipline, I could see that I had a better understanding than my professors of what it meant to be a Spartan soldier, or an athlete of Pindar’s time. I left the mellow light of Athens for the city where men wrapped and hooded in heavy togas battle against February winds, where luxury and debauch are barren of charm, but where the slightest decision taken affects the fate of some quarter of the world. There a young and eager
provincial, not wholly obtuse but pursuing at first only vulgar ambitions, was little by little to lose such aspirations in the act of fulfilling them; he was to learn to contend both with men and with things, to command, and what is perhaps in the end slightly less futile, to serve.”

 

Marguerite Yourcenar (8 juni 1903 – 17 december 1987)

 

De Georgische schrijfster en regisseuse Nino Haratischwili werd geboren op 8 juni 1983 in Tbilisi. Zie ook alle tags voor Nino Haratischwili op dit blog.

Uit: De kat en de generaal (Vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post) 

“Ze keek naar de lucht. Door het dichte wolkendek zag ze een akelig felle cirkel. Ze had het gevoel dat ze dwars door het verblindende wit de gloeiende botten zou kunnen zien, als ze maar lang genoeg bleef turen, als ze het maar verdroeg dat haar netvlies vlam vatte. Maar ze wendde haar blik af, de lucht was in een paar seconden betrokken en de wolken dreven de mist de bergkloof in.
Weer die minachtende blikken toen ze het marktplein op liep, ze werd achtervolgd door gefluister. Ook de kleverige gele hagedissenblikken van de oude vrouwen brandden op haar huid. Ze waren vast weer over haar aan het roddelen omdat ze zonder hoofddoek door het dorp liep.
De mist pakte zich razendsnel samen boven de kloof. Zwaar en stil was hij de dorpen binnengekropen en met zijn onverzadigbare muil had hij alles en iedereen opgeslokt. Je moest je geweldig inspannen om een hand voor ogen te kunnen zien.
De mist en de vochtige kou maakten de mensen gespannener, prikkelbaarder, de toch al ijzige sfeer in het dorp was om te snijden. De vrouwen slopen op kousenvoeten rond en deden stilletjes hun dagelijks werk, terwijl de mannen zich met een ernstig en geheimzinnig gezicht in groepjes terugtrokken in de achterkamertjes.
De winter zou hier binnenkort even meedogenloos als altijd aanbreken. De bewoners wapenden zich en stelden zich in op de koude, heldere nachten en de ijzige ochtendwinden. Maar er hing nog iets anders in de lucht, nee, het lag op de loer, ze kon het niet onder woorden brengen, ze kende deze sfeer niet, ze wist alleen dat die niet veel goeds voorspelde. In tegenstelling tot alle anderen wilde
ze zich echter niet door zorgen en angsten laten verlammen. Ze wilde zich net als andere jaren verheugen op de eerste sneeuw. Ze wilde met de kleine Asma sneeuwballengevechten houden en sleetjerijden – ondanks het gejeremieer van haar moeder dat zulk gedrag niet gepast was voor een jonge vrouw van haar leeftijd. Ze wilde het geknerp onder haar voeten voelen, de witte dekentjes van de dunne mosgroene sparrentakken schudden en lachen om niets, gewoon zomaar, zoals ze altijd had gedaan.”

 

Nino Haratischwili (Tbilisi, 8 juni 1983)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichteres Marie Howe werd geboren in 1950 in Rochester, New York. Zie ook alle tags voor Marie Howe op dit blog.

 

Slecht weer

Wat maakt het uit dat deze koude juni aanbreekt, nog een bord
op de keukenvloer, rinkelend onder de tafelpoten.
Dus is de lange bezem nodig, een keer extra bukken.
Het moet er onderuit. Als de zon terugkomt. Als de regen stopt.

Maar er klopt iets niet. Iets klopt er niet.
De wasmachine loopt vast en zoemt te luid. De mezen
vallen uit de bomen. Er zit een zwaluw vast in de schoorsteen.
Het kleinste ramlammetje eet niet. De dagen gaan voorbij.

Juni is te koud. De spinnen die in de spanten huizen
dreigen het nest te overspoelen, Ze kunnen niet snel genoeg gegeten worden.
De moeder, buiten zichzelf, heeft dit slechts één keer eerder zien gebeuren,
de eitjes gehuld in een gaas.

Er komen geen brieven. De kleine tinnen vlag is neergelaten. Het huis kruipt
verder van de weg. Het gras rijst op in de regen. De zeisen
roesten en snijden niet. De messen piepen en zuchten, niets
te doen. Wij sluiten de portiekdeuren, maar elke avond

gaan ze een klein stukje open. We horen het vanuit de slaapkamer,
een zacht kraken. Er is niemand. De kou ligt in de wei,
waar de schapen goedgelovig en stoer en stom zijn, maar
het ramlam wil niet eten. Zijn moeder is het al vergeten.

De ramen blijven niet dicht. Zelfs de kleine spijkers
die we erin rammen, zitten ’s ochtends los en de schermen klapperen
een beetje in de zachte koude wind. Van onder de dekens,
zie ik hoe je door het huis beweegt en de kapotte dingen repareert:

de bureaulamp, de broodrooster, de radio die nog steeds niet wil praten.
De rode duiven hebben al een week niet gelegd. Er is niets wat we kunnen doen.
Niets. Het zou tien jaar geleden kunnen zijn. Ik zou kunnen dromen.
Dit zou de afgelopen winter geheel van voren af aan kunnen zijn

met het opgestapelde hout en de sneeuw die van kilometers ver aanstormt.
Ook de bomen leunden een beetje raar en de kat
was dagenlang verdwenen. Niets zou maken dat zij terugkwam.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Marie Howe (Rochester, 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juni ook mijn blog van 8 juni 2020 en eveneens mijn blog van 8 juni 2019 en ook mijn blog van 8 juni 2018 en eveneens mijn blog van 8 juni 2017.

Orhan Pamuk, Nikki Giovanni

De Turkse schrijver Orhan Pamuk werd geboren op 7 juni 1952 in Istanbul. Zie ook alle tags voor Orhan Pamuk op dit blog.

Uit: De nachten van de pest (Vertaald door Hanneke van der Heijden)

“In de wandelgangen van het paleis deed in die dagen het gerucht de ronde dat die kwalijke bedoelingen eruit bestonden het pasgetrouwde paar uit Istanbul weg te krijgen en te laten creperen in door gele koorts geplaagde Aziatische contreien of in een door cholera geteisterde Arabische woestijn, maar er waren er ook die daartegen inbrachten dat je altijd pas begreep waar Abdülhamit op uit was als hij eenmaal klaar was met zijn machinaties. Dokter Schoonzoon had een positievere kijk op de zaak. Hij was een zeer succesvolle en hardwerkende quarantainearts van achtendertig jaar. Hij had het Osmaanse Rijk vertegenwoordigd op internationale congressen over gezondheidszorg. Met zijn successen had hij de aandacht van Abdülhamit getrokken, hij had met hem kennisgemaakt, en geconstateerd wat veel quarantaineartsen al wisten, namelijk dat de sultan niet alleen verzot was op detectiveromans, maar ook op innovaties in de Europese geneeskunst. De sultan volgde de ontwikkelingen inzake bacteriën, laboratoria en vaccins op de voet en wilde de laatste medische ontdekkingen in Istanbul en het Osmaanse Rijk introduceren. Ook had dokter Nuri bemerkt dat de sultan op de hoogte was van nieuwe besmettelijke ziekten die uit Azië en dan met name China oprukten, en dat hij daar bezorgd over was.
Omdat het windstil was op de Middellandse Zee vorderde de reis van het statelijk jacht Aziziye sneller dan voorzien. Hoewel het niet op de vooraf bekendgemaakte routebeschrijving stond, had het schip de haven van Izmir aangedaan. Terwijl de Aziziye de in nevelen gehulde Izmirse kade naderde, waren de leden van het comité om de haverklap het smalle trapje naar de stuurhut op geklauterd om daar om uitleg te vragen, maar ze kregen slechts te horen dat er een mysterieuze passagier aan boord zou komen. De Russische kapitein zei dat zelfs hij niet wist wie er zou aanmonsteren.
De mysterieuze passagier die de Aziziye betrad was de inspecteur-generaal van volksgezondheid, de befaamde scheikundige en apotheker Bonkowski pasja. De vermoeide maar levendige zestigjarige was de hofscheikundige van de sultan en de oprichter van het moderne Osmaanse apothekerswezen. Daarnaast was hij een semisuccesvolle zakenman en de voormalig eigenaar van diverse firma’s die rozenwater en geurtjes produceerden, mineraalwater bottelden en geneesmiddelen maakten. De laatste tien jaar was hij uitsluitend werkzaam geweest als inspecteur-generaal van volksgezondheid in dienst van het Osmaanse Rijk, in het kader waarvan hij rapporten over cholera en pestepidemieën schreef voor de sultan, en daarnaast van epidemie naar epidemie, van haven naar haven, van stad naar stad reisde om in naam van de sultan ter plekke toezicht te houden op de maatregelen met betrekking tot quarantaine en volksgezondheid.”

 

Orhan Pamuk (Istanbul, 7 juni 1952)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Een gedicht over de moord op Robert F. Kennedy

Bomen worden nooit gekapt. . . in de zomer . . . Niet als er nog vruchten. . .
gedragen moeten worden. . . Nooit vóór de belofte. . . wordt vervuld. . .
Niet wanneer hun verkoelende schaduw. . . nog moet troosten. . .

Toch zijn er die. . . geen acht slaand op de natuur. . . onverschillig tegenover
ecologie. . . onwetend van de behoefte. . . die. . . met bijl en geslepen
zaag . . . zouden . . . in laarzen. . . naar voren treden en schaden. . .

Niet de boom. . . want die valt. . . Maar die. . . in
zomerhitte. . . of winterkou. . . de schoonheid . . .
zouden beschouwen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e juni ook mijn blog van 7 juni 2020 en eveneens mijn blog van 7 juni 2019 en ook mijn blog van 7 juni 2015 deel 2.

Thomas Mann, Nikki Giovanni

De Duitse schrijver Thomas Mann werd geboren in Lübeck op 6 juni 1875. Zie ook alle tags voor Thomas Mann op dit blog.

Uit: Herr und Hund

„Im letzten Augenblick aber und dicht vor dem Anprall weiß er zu bremsen und einzuschwenken, was sowohl für seine körperliche als seine geistige Selbstbeherr­schung zeugt; und nun beginnt er, ohne Laut zu ge­ben – denn er macht einen sparsamen Gebrauch von seiner sonoren und ausdrucksfähigen Stimme -, einen wirren Begrüßungstanz um mich herum zu vollführen, bestehend aus Trampeln, maßlosem Wedeln, das sich nicht auf das hierzu bestimmte Ausdruckswerkzeug des Schwanzes beschränkt, sondern den ganzen Hinter­leib bis zu den Rippen in Mitleidenschaft zieht, ferner einem ringelnden Sich zusammenziehen seines Kör­pers, sowie schnellenden, schleudernden Luftsprüngen nebst Drehungen um die eigene Achse, – Aufführun­gen, die er aber merkwürdigerweise meinen Blicken zu entziehen trachtet, indem er ihren Schauplatz, wie ich mich auch wende, immer auf die entgegengesetzte Seite verlegt. In dem Augenblick jedoch, wo ich mich niederbeuge und die Hand ausstrecke, ist er plötzlich mit einem Sprunge neben mir und steht, die Schulter gegen mein Schienbein gepreßt, wie eine Bildsäule: schräg an mich gelehnt steht er, die starken Pfoten gegen den Boden gestemmt, das Gesicht gegen das meine erhoben, so daß er mir verkehrt und von unten herauf in die Augen blickt, und seine Reglosigkeit, während ich ihm unter halblauten und guten Worten das Schulterblatt klopfe, atmet dieselbe Konzentration und Leidenschaft wie der vorhergegangene Taumel.“ Es ist ein kurzhaariger deutscher Hühnerhund, – wenn man diese Bezeichnung nicht allzu streng und strikt nehmen, sondern sie mit einem Körnchen Salz verstehen will; denn ein Hühnerhund wie er im Buche steht und nach der peinlichsten Observanz ist Bauschan wohl eigentlich nicht. Für einen solchen ist er erstens vielleicht ein wenig zu klein, – er ist, dies will betont sein, entschieden etwas unter der Größe eines Vorstehhundes; und dann sind auch seine Vorderbeine nicht ganz gerade, eher etwas nach außen gebogen, – was ebenfalls jenem Idealbilde reiner Züchtung nur ungenau entsprechen mag. Die kleine Neigung zur »Wamme«, das heißt: zu jener faltigen Hautsackbildung am Halse, die einen so würdigen Ausdruck verleihen kann, kleidet ihn ausgezeichnet; doch wurde auch sie wohl von unerbittlichen Zuchtmeistern als fehlerhaft beanstandet werden, denn beim Hühnerhund, höre ich, soll die Halshaut glatt die Kehle umspannen. Bauschans Färbung ist sehr schon. Sein Fell ist rostbraun im Grunde und schwarz getigert. Aber auch viel Weiß mischt sich darein, das an der Brust, den Pfoten, dem Bauche entschieden vorherrscht, wahrend die ganze gedrungene Nase in Schwarz getaucht erscheint. Auf seinem breiten Schädeldach sowie an den kühlen Ohrläppchen bildet das Schwarz mit dem Rostbraun ein schönes, samtenes Muster, und zum Erfreulichsten an seiner Erscheinung ist der Wirbel, Büschel oder Zipfel zu rechnen, zu dem das weiße Haar an seiner Brust sich zusammendreht, und der gleich dem Stachel alter Brustharnische waagerecht vorragt. Übrigens mag auch die etwas willkürliche Farbenpracht seines Felles demjenigen für »unzulässig« gelten, dem die Gesetze der Art vor den Persönlichkeitswerten gehen, denn der klassische Hühnerhund hat möglicherweise einfarbig oder mit abweichend gefärbten Platten geschmückt, aber nicht getigert zu sein.“

 

Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)
De schrijver en Bauschan. Bronzen standbeeld in Gmund am Tegernsee, waar Thomas Mann in 1918 aan deze novelle werkte.

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Nikki Giovanni werd geboren op 7 juni 1943 in Knoxville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Nikki Giovanni op dit blog.

 

Skydiving

Ik hang aan de rand
van dit universum
zing vals
praat te luid
omarm mezelf
om de val op te vangen

Ik zal tuimelen
in de diepe ruimte
nooit in deze vorm
of met dit gevoel
om terug te keren naar de aarde

Het is niet tragisch

Ik zal spiraalsgewijs
door dat zwarte gat gaan
huid ledematen verliezen
interne organen
mijn naakte ziel
verschroeien

Landen
in het volgende sterrenstelsel
met alleen mijn essentie
mezelf omarmen
terwijl

ik droom over jou

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nikki Giovanni (Knoxville, 7 juni 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e juni ook mijn blog van 6 juni 2020 en eveneens mijn blog van 6 juni 2019 en ook mijn blog van 6 juni 2015 deel 2.

Federico García Lorca, Paul Farley

De Spaanse dichter en toneelschrijver Federico Garcia Lorca werd geboren op 5 juni 1898 in Fuente Vaqueros, Granada. Zie ook alle tags voor Federico Garcia Lorca op dit blog.

 

Kindertijd en dood

Op zoek naar mijn kindertijd, God nog toe,
ben ik rotte sinaasappels gaan eten, oud papier, uitgewoonde duivetillen,
en toen ontdekte ik onderin de put mijn kinderlijkje
door ratten opgevreten, onder dossen haar afgeknipt van de gekken.
Mijn matrozenpakje
was niet doordrenkt met walvistraan
maar had het kwetsbaar eeuwige van foto’s.
Verdronken, goed en wel verdronken, slaap kindje slaap
kindje gevloerd op school en door de wals der gewonde roos,
confuus van het sombere gloren van dons op de dijen,
confuus van de man in je, links pruimend op tabak.
Ik hoor een dorre rivier vol conservenblikken
waar de riolen in uitzingen en bebloede hemden uitbraken,
rivier van rottende katten die bloemkronen nadoen en anemonen
om de maan te misleiden dat die ze komt koesteren.
Hier heel alleen met mij verdronkene.
Hier heel alleen in tocht uit koude mossen en blikken deksels.
Hier heel alleen zie ik dat voor mij de deur is dichtgedaan.
Ze hebben de deur voor mij dichtgedaan en er is een groep doden
aan het schijfschieten, en nog een groep doden
in de keuken op zoek naar schillen van meloen
en eenzaam een blauwe onverklaarbare dode
op zoek naar mij de trappen op, en die in de put graait,
terwijl de sterren het slotgat der kathedralen opvullen met as
en iedereen ineens in kinderkleertjes blijft.Op zoek naar mijn kindertijd, God nog toe,
ben ik leeggeknepen citroenen gaan eten, stalvloeren, verschoten kranten,
maar mijn kindertijd bleek een rat, weggeglipt door een hele donkere tuin,
een rat met tussen zijn tandjes een doodkist van goud,
op een huis van piano’s af, fel door de maan bestookt.

 

Vertaald door Dolf Verspoor

 

Processie

Door het steegje komen
wonderlijke eenhoorns.
Uit welke streek,
uit welk mythologisch bos?
Dichterbij
lijken ze wel astronomen.
Fantastische Merlijnen
en de Ecce Homo.
De betoverde Durendael.
Orlando Furioso.

 

Juan Breva

Juan Breva had
het lijf van een reus
en de stem van een meisje.
Niets klonk als zijn hoge triller.
Het was de pijn
zelf die zong
achter een glimlach.
Hij roept de citroentuinen op
van het slapende Málaga,
en zijn klaagzang
smaakt naar het zout van de zee.
Zoals Homerus zong hij
blind. Zijn stem had iets
van een zee zonder licht
en een sinaasappel die uitgeknepen is.

 

Vertaald door Elly de Vries-Bovée

 

Federico García Lorca (5 juni 1898 – 19 augustus 1936)

 

De Britse dichter en schrijver Paul Farley werd geboren op 5 juni 1965 in Liverpool. Zie ook alle tags voor Paul Farley op dit blog.

 

Voor Sint-Hiëronymus

Bewaker van de datumstempel en kaartcatalogus,
bewaarder van kennis, en een memobord voor het personeel
vol geprikt met dronkaards en mannen die de atlassen likken,
ga met me mee terwijl ik de boemannen weg tipp-ex
en Glade sproei in de krantensectie.
Zuurpruim, leer me hoe ik moet glimlachen terwijl ik een boete geef
aan de zondaars die onlangs in het ziekenhuis hebben gelegen,
met stomheid geslagen door de bliksem, of vergeten.
Leer mij hun snippers en bladwijzers te verdragen
met de standvastigheid waarvoor je niet beroemd bent:
de buskaartjes, ansichtkaarten, plakjes bacon
en voor één keer- geef me de kracht- een dichtgeknoopt condoom.
Poortwachter, waak over uitgeleende boeken;
hun maanden van vagevuur doorgebracht in badstoom
of onder bedden. Waak over degenen die in de steek zijn gelaten
op busstoelen of parkbanken. Genees de ingescheurden.
Haal ze terug uit huizen met de mazelen.
Informeer Milieugezondheid onmiddellijk.
En leer mij met een korzelige houding te werken,
En het martelaarschap van de index, die van jou was;
om me uit te spreken in de stilte van je feestdag
waarvan de wijdverbreide viering allang had moeten plaatsvinden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Paul Farley (Liverpool,. 5 juni 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e juni ook mijn blog van 5 juni 2020 en eveneens mijn blog van 5 juni 2019 en ook mijn blog van 5 juni 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Ralf Thenior, Daniela Dröscher

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Alma

Ein schneeweißer Hund
schneeflockengleich weht er
übers Stoppelfeld hüpft
wie ein Schmetterling durch die Luft
läuft einem Zirkusgaul gleich
täuscht Bremsung vor
und setzt mit rehgleichem Satz
jubelnd (scheint es) über Strohwälle
noch einer und noch einer
voller Eleganz und Lebensfreude
Morgen werden sie das Stroh
zu Ballen pressen übermorgen
glänzt schwarze Scholle
im Sonnenlicht

 

Köln, Völkerkundemuseum

An der Haltestelle der Straßenbahn Nr. 16
schnäuzt sich ein Sachse, Salier niesen, drei
Ubier steigen zu, ein Hunne, Bässe im Hirn,
Knöpfe im Ohr, alte Karolingerin spricht über
Clubs, die es nicht mehr gibt, Seifenspender
damals eins a, zwei Latinas schnattern rasant,
dort malt eine Hand in Schönschrift Shitsos
an die Wand – der Tag frostklar, zerbrechlich.

Urformen der Kunst im Rautenstrauch-Joest-
Museum, Fotos von Bloßfeldt, frischer Trieb
einer Trichterlilie, weibliche Figur der Songye
aus dem Kongo – gefährliche Ähnlichkeiten
verstellen den Blick – der Keimblattkopf
der Christrose mit Schwanenhals kraftvoll
wie die Götterfigur der Nukuoro, Karolinen
– aus dem Erlebnis des Wachsens gebildet?

Der Wärter der asiatischen Götter empfiehlt
die Hühnersuppe aus dem Heißgetränkeautomat
mit slawischem Vibrato: hatte schon Schlechteres.
Das Adjektiv luftbekleidet weht mich an. Versuche
die Gesten der Erleuchteten – Fingerstellungen:
Schutzgebärde, Erdanrufung, Gabengewährung.
Ein sterbender Buddha kneift lachend ein Auge
zu. Draußen verändert sich krachend die Welt.

 

Ein Anflug von etwas

oh die Botschaft von der zyklischen Weisheit des
Körpers kommt im Umschlag eines unbedachten
Augenblicks GUTEN MORGEN der Frühling ist da
kein Weiß kein Rot kann so erglühn in Zärtlichkeit
wie dieses Grün und alle Knöpfe platzen auf
die Zunge taumelt dir im Munde wie springt vom
Fuß der Hochzeitsschuh von diesem winzigen
Gefühl das sich bewegt und eine Wunde legt aus
der die Blumen sprießen die schon gefressen sind

 

Fièvre Tangerienne

Het is niet gemakkelijk te krijgen
Je moet betrouwbaar zijn
Het is beter als je hier al een tijdje woont

De mensen kennen jou weten dat je cool bent
Het beste is een dealer in de buurt
Even aanbellen en voor weinig geld een pietsje

Met een harsachtige hand kom je thuis
Je snuift eraan fièvre tangerienne
Je kunt ontspannen de dag is binnen

Terwijl Dealer een paniekaanval krijgt
Lieve God, ik zou nooit walvissen doden!
Nooit! Nooit! En jij ’s nachts tegen je balkon –

Reling leunend -het schoolplein van de Lessing-
Basisschool gadeslaat en naar deze magische lamp
Kijkt boven de trap van de achteringang

Die het dahlia-achtige licht in de nacht verdoezelt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

De Duitse schrijfster Daniela Dröscher werd geboren op 4 juni 1977 in München. Zie ook alle tags voor Daniela Dröscher op dit blog.

Uit: Lügen über meine Mutter

„Meine Mutter passt in keinen Sarg. Sie ist zu dick, sagt sie. Nach ihrem Tod soll die Asche nicht in einer Urne aufbewahrt werden, sondern einfach über das offene Wasser zerstreut. Seit ein paar Jahren lebt meine Mutter am Haff Es ist der nordöstlichste Punkt des Landes. Näher an Polen, also dem Land ihrer Geburt, geht es nicht. Wir sprechen viel über den Tod. Eigentlich spricht nur sie davon. Es ist ihr Gewicht, das ihr zu schalen macht, und das, obwohl sie keines der klassischen Leiden hat, die Ärzte dicken Menschen unbesehen attestieren. Ihre Schmerzen sitzen in den Muskeln, den Gelenken. Ich kann über vieles mit meiner Mutter reden. Über fast alles eigentlich. Das Einzige, woran wir nie rühren, ist die Frage nach dem Geld. Wie es aussieht, wird sie dieses Geheimnis niemals preisgeben. Sie selbst würde vermutlich bestreiten, je ein Geheimnis gehabt zu haben. Und ob du welche hast, denke ich. So wie jeder Mensch drei Leben hat. Ein öffentliches, ein privates und ein geheimes. Mein Blick wandert über ihre Bücherregale. Tolstoi, überlege ich. Meine Mutter liebt Anna Karenina. Vielleicht könnten wir über den dramatischen Ruin von Tolstois Heldin ins Gespräch kommen? »Alle glücklichen Familien …«<, hebe ich an, doch da dreht meine Mutter bereits den schönen Kopf beiseite. »Ach was. Unglück.« Jawohl, Unglück!, denke ich. Ihr Unglück lag meine ganze Kindheit und Jugend über wie Blei auf meinen Schultern. Deshalb ist das hier nicht nur ihre es ist auch meine Geschichte. »Wenn du nicht endlich redest«, drohe ich, »muss ich etwas erfinden. Ich muss lügen.« »Nur zu. Das ist ja dein Beruf «
Meine Mutter lächelt geschmeichelt und keineswegs beeindruckt. Fast so, als wäre sie gern die Heldin in meinem Roman. Ich dagegen klinge wie ein schüchternes Kind. Nicht wie eine Schriftstellerin. Die Geschichte, die mir vorschwebt, ist eine Geschichte mit viel Schminke, blonden Perücken, Trapez und doppeltem Boden. Eine in vielerlei Hinsicht absolut dktive Geschichte. In der Philosophie beschreibt die Fiktion ein »methodisches Hilfsmittel bei der Lösung eines Problems«. Mein Problem lautet: Es gibt in meiner Familie so viele Geheimnisse, dass ich nicht weiß, wo ich anfangen soll. Die Sache mit dem Geld ist nur eines davon. Dass auch meine Mutter, obwohl sie mir so nah ist, manchmal so rätselhaft vorkommt, liegt auch an meinem Vater. Für ihn ist sie der mysteriöseste Mensch der Welt. Zugleich behauptet er, bis ins letzte Detail über sie Bescheid zu wissen.“

 

Daniela Dröscher (München, 4 juni 1977)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e juni ook mijn blog van 4 juni 2020 en eveneens mijn blog van 4 juni 2019 en ook mijn blog van 4 juni 2018 en ook mijn blog van 4 juni 2017 deel 2.

Norbert Gstrein, Ralf Thenior

De Oostenrijkse schrijver Norbert Gstrein werd geboren op 3 juni 1961 in Mils bei Imst, Tirol. Zie ook alle tags voor Norbert Gstrein op dit blog.

Uit: Als ich jung war

„Nach dem Unglück, das dort vor dreizehn Jahren passiert ist, hätte ich nie gedacht, dass im Schlossrestaurant jemals wieder Hochzeitsfeiern stattfinden würden, und schon gar nicht, dass ausgerechnet mein Bruder sie von neuem anbieten könnte. Bis dahin und noch ein Jahr darüber hinaus, weil so lange der Vertrag lief, war unser Vater der Pächter gewesen. Danach hatte sich über Monate kein Nachfolger gefunden, und dann fand sich einer, der auf eine ganz andere Klientel aus war, eine Pizzeria eröffnete, im Keller eine Kegelbahn einrichtete, zwei Zielscheiben für Darts aufhängte und darauf setzte, dass die Geschichte mit der toten Braut entweder in Vergessenheit geraten oder im Gegenteil sogar eine makabere Attraktion werden würde. Man hatte meinem Bruder gegenüber mehreren Mitbewerbern den Vorzug gegeben, als die Pacht im vergangenen Jahr erneut ausgeschrieben worden war, und er hatte das Restaurant in kürzester Zeit zu seinem früheren Ruf gerührt, ja, sich sogar weit über die Region hinaus Anerkennung erkocht, wie es hieß, und wollte deswegen in Zukunft auch wieder an die alte Tradition mit der Heiraterei anschließen. In meiner Kindheit hatten wir gewöhnlich zwei oder drei Wochen nach Ostern, wenn die Wintersaison vorbei war, unser Hotel in den Bergen verlassen und das Restaurant bezogen, und dann begann es auch schon mit den Hochzeiten, Wochenende für Wochenende, oft zwei, eine am Frei-tag, eine am Samstag, bis in den September hinein oder gar bis Anfang Oktober. Das Hotel blieb im Sommer geschlossen, unser Vater fuhr alle paar Tage hin, um nach dem Rechten zu sehen, und erst nach Allerheiligen, wenn es oft schon wieder schneite, packten wir unsere Sachen zusammen, verriegelten alles und kehrten nach Hause zurück. Ich war damit aufgewachsen, im Winter das Hotel und die Skischule, im Sommer die Hochzeitsfabrik, wie zuerst unser Vater sie ironisch nannte, wie sie dann aber von allen ernsthaft tituliert wurde, ohne dass dadurch die Anziehungskraft litt. Man heiratete im Schloss, auch wenn es in Wirklichkeit keines war und nur so hieß, man heiratete bei unserem Vater, der diese Position irgendwann ein für alle Mal besetzt hatte. Kaum jemand aus den umliegenden Dörfern schlug sein Angebot aus, aber die Leute kamen auch aus der Stadt, entschieden sich für eine der drei Möglichkeiten, Standard, Medium oder Extraklasse, und ließen sich von unserem Vater beraten, der für alles garantierte, nur nicht für das Glück.“

 

Norbert Gstrein (Mils, 3 juni 1961)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Adventsraam Amsterdam

Gekookte aardappelen met bloemkool en hollandaise saus
nerveuze Darjeeling een uitzicht vanuit het raam boven
Dikker & Thijs zijn DeliCATessenshop de tram
schreeuwt als een gewonde hond en beneden loopt de kleine
man met een pet waar twee armen uit steken met twee
handen eraan en als hij aan het lint trekt, klappen ze
de dwalende geest door de vroege avond in de schaduw
van een stad zonder meeuwen, gehaast leven niet gehaast leven
of zoals ze zei een spacecake en de tafel heeft drie
erotische benen (Amors aroma) neon salami merkper-
soonlijkheden een goliath-melange de tijd loopt altijd
nog door zei ze en nou en tuitte haar mond Spui Spöe Amor
of tremor de tweeklanken verschuiven de tijd loopt
The Kiss Of The Spider-Woman het nachtprogramma

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e juni ook mijn blog van 3 juni 2021 en ook mijn blog van 3 juni 2019 en eveneens mijn blog van 3 juni 2018 deel 2.

Wien, Fronleichnam 1939 (Theodor Kramer), Eckhart Nickel, Ralf Thenior

 

 

Sacramentsprocessie in een dorp door Jean-Louis Demarne, ca. 1804

 

Wien, Fronleichnam 1939

Wenige waren es, die Stellung nahmen
unterm Himmel, um zur Stadt zu gehn;
als sie singend ihres Weges kamen,
blieben viele auf den Steigen stehn.

Schütter quoll der Weihrauch und die Reiser
längs der Straße standen schier erlaubt;
klagend sang der kleine Chor sich heiser
und das Volk entblößte still das Haupt.

Manche kannten nur vom Hörensagen
noch den Umgang; doch dem baren Haar
tat es wohl, daß selbst in diesen Tagen
irgendetwas manchen heilig war.

Und indessen sie dem Zug nachstarrten,
salzigen Auges, Mannsvolk, Weib und Kind,
schwenkten aus den Fenstern die Standarten
alle das verbogne Kreuz im Wind.

 

Theodor Kramer (1 januari 1897 – 3 april 1958)
De Parochiekerk van Niederhollabrunn, Oostenrijk, de geboorteplaats van Theodor Kramer

 

De Duitse schrijver en journalist Eckhart Nickel werd geboren op 2 juni 1966 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Eckhart Nickel op dit blog.

Uit: Spitzweg

„Gleichzeitig ließ er aber mit ausgestrecktem Arm nahezu geräuschlos seinen Zeichenblock sehr langsam über das Porträt von Kirsten gleiten, bis dieser es vollends bedeckte. Ich weiß bis heute nicht, warum mich diese seine Bewegung unwillkürlich an den Mondschatten erinnerte, wie er sich bei einer Finsternis vor die Sonne schiebt. Aber ich hielt augenblicklich die Luft an, weil ich befürchtete, mein Ausatmen würde ihn verraten. Obwohl ich dem »Neuen«, wie ihn die meisten nannten, bis zu diesem Zeitpunkt eher skeptisch gegenübergestanden hatte, fühlte ich, wie uns von diesem Moment an so etwas wie eine erzwungene Komplizenschaft verband. Sie wuchs mit jedem Millimeter, den der Zeichenblock, nun mit dem Porträt von Kirsten darunter, wieder in Richtung Carl zurückwanderte, bevor er unmerklich vor ihm zum Halt kam. Carl war anders, er sprach mit niemandem von uns. Der erste und einzige Satz, den ich von ihm außerhalb des Unterrichts gehört hatte, fiel auf dem Hof, kurz vor Ende der großen Pause am Getränkeautomaten. Er war vor mir an der Reihe und hatte nach dem Einwerfen der Münzen ziemlich unentschlossen und gelangweilt auf die Auswahl gesehen, bevor er schließlich die Rückgabetaste gedrückt und das Kleingeld wieder in seine Hosentasche gesteckt hatte. Dabei musste ich ihn wohl etwas zu unverblümt angestarrt haben, jedenfalls schnipste er mit den Fingern in die Luft, als ob er mich wie ein Zauberer aus der Trance zurückrufen würde. Dazu lächelte er mir gequält ins Gesicht und sagte mit einem entschuldigenden Achselzucken: »Ich frequentiere Milch. Und daran fehlt es hier offensichtlich, wie an vielem anderen mehr.« Womit er mehr als recht hatte. »So habe ich es ja gar nicht gemeint!«, murmelte Frau Hügel kopfschüttelnd in die beklemmende Ruhe des Saals, aber eher zu sich selbst. Als ich gerade etwas zu Kirstens Verteidigung sagen wollte, streifte mein Blick Carl, der eine Augenbraue hochgezogen hatte und mir direkt in die Augen sah. Sein Daumen zog vor dem Mund einen imaginären Reißverschluss zu, dann fletschte er für den Bruchteil einer Sekunde seine Zähne und nahm sofort wieder seine übliche Pose ein — eine betont teilnahmslose Ernsthaftigkeit.“

 

Eckhart Nickel (Frankfurt am Main, 2 juni 1966)

 

De Duitse dichter en schrijver Ralf Thenior werd geboren op 4 juni 1945 in Bad Kudowa. Zie ook alle tags voor Ralf Thenior op dit blog.

 

Agenda

Ik geef niet op.
Ik koop tulpen.

Mijn kat is dood.
Ik kan niet meer schrijven.
Mijn tuin, chemisch vervuild.

Geen courgettes, zegt de
provinciale gezondheidsfunctionaris.

De tulpen gaan open.
Ze bloeien op de keukentafel.

Ik heb roze met een witte rand
uitgekozen, frivool hangen ze in de lucht.

Ik verdedig mijn strandstoel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ralf Thenior (Bad Kudowa, 4 juni 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e juni ook mijn blog van 2 juni 2021 en ook mijn blog van 2 juni 2019 en ook mijn blog van 2 juni 2018 deel 2.