Prijs der Nederlandse Letteren voor Remco Campert

De Nederlandse schrijver, dichter en columnist Remco Campert krijgt dit jaar de Prijs der Nederlandse Letteren, een driejaarlijkse oeuvreprijs voor een auteur die een belangrijke plaats inneemt in de Nederlandstalige literatuur. Dat werd zondag bekendgemaakt in Rotterdam, waar het startschot werd gegeven voor het Vlaams-Nederlandse culturele evenement Beste Buren. Remco Campert werd op 28 juli 1929 in Den Haag geboren. Zie ook alle tags voor Remco Campert op dit blog.

 

Huid en hart

Huid, peau, skin, Haut
je huid ademt in alle talen.
Wat doe je me aan?

Op winternamiddagen
streel ik met voorzichtige vingers
je huid, glanzend in de schemering.

Onder je huid bonst je hart,
brengt mijn hart, fladderend als een vlinder,
tot rust.

In gulzige liefde
verslind ik je
met huid en hart

 

Elke dag nog
Remco Campert aan Cees Nooteboom

Elke dag nog
praat ze met zijn grafsteen
op het kleine kerkhof aan de overkant
uitzicht over het dal
met het dunne riviertje
glinsterend als een spinnedraad
in het Noord-Franse licht

sinds hij dood is
doet ze minder aan de tuin
eens haar trots

kreeg er nog een prijs voor
de sénateur kwam er nog voor over
uit het verre Parijs
waar hij een appartement had
en een vriendin
het was vlak voor de verkiezingen
die hij won

de koeien zijn verkocht
de tractor staat te roesten in het hoge gras
het erf is netjes aan kant
en er is nog hout voor één winter

 

Sonnet

ik had je bloemen willen zenden
een soort bloemen dat je zou doen begrijpen
hoe ik wandel
onder welke luchten ik wandel
over welke bodem ik wandel

ik had je bloemen willen zenden
een soort van winterbloemen
met de bruine kleuren van de laatste roos
en de geur van nachten lopen
in gevaarlijk terrein
door verwaarloosde heggen omgrensd
waarachter men narcissen kon vermoeden
van de maanden die achter ons liggen
narcissen van een geur die ik waarschijnlijk te liefelijk schat

dat soort bloemen had ik je willen zenden
niet per post en onverpakt
neen ze zouden je worden gebracht
door een zwarte jongen met een Grieks profiel
die Duits studeert aan de universiteit
die zichzelf een choreografie heeft geschreven
op muziek van Mozart

dat soort bloemen
door zo’n soort jongen

maar ik vernam
dat je op reis bent
en wel niet meer terug zult keren

 

 
Remco Campert (Den Haag, 28 juli 1929)

In Memoriam André Brink

In Memoriam André Brink

De Zuid-Afrikaanse schrijver André Brink is vrijdagavond aan boord van een KLM-vlucht van Amsterdam naar Kaapstad overleden. Brink was op de terugweg van België, waar hij een eredoctoraat van de Universiteit van Leuven toegekend had gekregen. André Brink werd geboren op 29 mei 1935 in Vrede. Hij is 79 jaar geworden. Zie ook alle tags voor André Brink op dit blog.

Uit: A dry white season

“For some time he was houseboy for a rich Jewish family in Houghton; later he found a better paid job as messenger for a firm of attorneys in the city, and then as an assistant in a bookshop. Somehow he managed to keep up his reading and the manager of the bookshop, pleased by his interest, helped him to continue his studies. In this way he eventually passed Standard Four.
At that stage Gordon went back to the Transkei. A traumatic experience, as it turned out, since there was no work for him back home, apart from lending a hand with the paltry farming activities of a great-uncle: planting maize, scouring the veld with a lean dog in search of hares for meat, sitting in the sun in front of the hut. He’d left the city because he couldn’t stand life there any more; but it proved to be worse on the farm. There was something fretful and desultory in his blood after the years he’d been away. All the money he’d brought with him had gone into lobola — the dowry for a wife; and barely a year after his arrival in the Transkei he returned to the only place he really knew, Johannesburg, Gouthini. After a brief unsettled spell he landed at Ben’s school.
One after another his children were born: in Alexandra, then Moroka, then Orlando. The eldest was Jonathan, his favourite. From the outset Gordon had resolved to rear his son in the traditions of his tribe. And when Jonathan turned fourteen he was sent back to the Transkei to be circumcised and initiated.
A year later Jonathan — or Sipho, which Gordon said was his “real” name-was back, no longer a kwedini but a man. Gordon had always spoken about this day. From now on he and his son would be allies, two men in the house. There was no lack of friction, since Jonathan obviously had a mind of his awn; but on the main issue they agreed: Jonathan would go to school for as long as possible. And it was just after he’d passed Standard Six and secondary school was becoming an expensive business, that they turned to Ben for help.”

 
André Brink (29 mei 1935 – 6 februari 2015)

Twee winnaars Turing Gedichtenwedstrijd 2015

Twee winnaars Turing Gedichtenwedstrijd 2015

Voor het eerst zijn twee dichters bekroond tot winnaar van het grootste poëzieconcours in het Nederlandse taalgebied.  Dat is woensdagavond bekendgemaakt in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Het gaat om de gedichten “Witlof” van Ruth Lasters uit Antwerpen en “De zotte Charlotte” van Laurens Hoevenaren uit Brummen. De dichters delen de hoofdprijs van € 10.000 en ontvangen ieder een bedrag van € 5.000. Volgens de jury deden de winnaars in kwaliteit niet voor elkaar onder. Zie ook alle tags voor Ruth Lasters op dit blog en ook alle tags voor Laurens Hoevenaren op dit blog.

 

Witlof

De afzonderlijke oerknallen van
dingen, het (ontstaans)eureka van sorbet, papier, de slede,
radio-

golven, de dasknoop, het elektron, poedersuiker. Was het
in stolpen maar ergens bewaard. Grote glazen reservoirs

waaronder men dan bij verwonderingverlies, bij bovenmatig
balen

inhaleren kon het prilste, prettigste begrippen-

begin, ontdekkingsenthousiasme.
Dan in zo’n stolp met jou te staan, diep in te ademen de kick

van de vondst van wat wij daarna dan verzoend en
-strengeld

weken aten: rauwe, bleke losgewoelde ledematen van

de aarde

 

 
Ruth Lasters (Antwerpen, 5 februari 1979)

 

De zotte Charlotte

Op kousenvoeten sluip ik naar het dagverblijf
– ook ’s nachts blijf ik gekleed als dame –
en zie het licht achter de tralieramen
dat alle zinsbegoocheling verdrijft.

Ik tel de dagen, schrijf ze in mijn waaier
met tekenen die niemand lezen kan of zal.
Mijn geest wordt alle dagen taaier
al voeren ze me gif en slachtafval.

Het enige bezoek is van mijn gouvernante.
Ik vraag haar steeds een jurk met diep decolleté;
ze brengt alleen borduurwerk voor me mee
en nooit een groet van oom en tante.

En als ik bij het weggaan vraag:
‘Was het een jongen of een meisje, leeft het nog?’
dan mompelt ze plots heel erg vaag
en zegt alleen: ‘Ach kindje toch.’

 

 
Laurens Hoevenaren (1960, woonachtig in Brummen)

In Memoriam Rod McKuen

In Memoriam Rod McKuen

De Amerikaanse dichter en zanger Rod McKuen is gisteren op 81-jarige leeftijd overleden, zo melden Amerikaanse media. De populaire dichter en zanger was al enige tijd ziek. Rod McKuen werd geboren in Oakland, Californië op 29 april 1933. Zie ook alle tags voor Rod McKuen op dit blog.

In Someones Shadow

One day a man will take you on the high roads;
After a time he’ll leave you someplace nice
Or tell you where the big boys play.
They usually string out their games
In someone’s shadow
It could be yours.
More likely mine,
For mine’s grown longer and there’s more room here.

I ache to learn some new games now,
I’ve been away too long.
To see a new door open I’d go almost anywhere…
even backward,
If I had the time.

Catch me in the sunlight.
Catch me pacing the trees.
Build a fence around me
the moment you see me running
I’m so elusive sometimes
I miss the things worth stopping for.

Now comes the time for closeness once again
Turn me over gently
Hold me for the woman I am.
Smooth out the wrinkles on my face
because I need.

The big boys play
In someone’s shadow down the street

 

 
Rod McKuen (29 april 1933 – 29 januari 2015)

BNG Bank Literatuurprijs 2015 voor Maartje Wortel

De BNG Bank Literatuurprijs is dit jaar gewonnen door de Nederlandse schrijfster Maartje Wortel. Zij ontvangt de prijs voor haar roman “IJstijd”. Maartje Wortel werd geboren in Eemnes op 26 oktober 1982.Zie ook alle tags voor Maartje Wortel op dit blog.

Uit: IJstijd

‘”Leo is het type man naar wie zij zou kunnen kijken, en waarvan ze zou denken dat hij het voor elkaar heeft met zijn grote handen. Maar dan breekt Leo, tenminste: het breken komt eraan, het is duidelijk te zien aan de uitdrukking op zijn gezicht en aan te horen aan zijn stem. Hij zegt: ‘Ik kan de huizen van andere mensen bekijken maar er zit altijd glas tussen.’
Zijn dikke lip trilt. ‘Ik zie bankstellen en kinderen, ik zie de foto’s op de vensterbank, er zit altijd glas tussen. Ik zorg dat de mensen naar buiten kunnen kijken, soms hoop ik dat ze mij zien, maar ze zien mij niet, ze zien alleen wat van hen is, de tuin aan de andere kant van het glas, hun auto voor de deur, de poes die in de zon ligt. Ik sta daar en voel de afstand.’ Leo schudt zijn hoofd en zegt nog eens: ‘Er zit altijd glas tussen.’ Het moet een zin zijn die vaak door zijn hoofd spookt. Zoals ik op willekeurige momenten de zin: Investeringen zijn per definitie een mislukking, in mijn hoofd heb zitten.
‘Misschien moet je een andere baan zoeken,’ zeg ik.
‘Zo werkt het niet,’ zegt Jos. ‘Je kunt niet altijd maar weglopen van je problemen.’ Zijn stem slaat over.
‘Zie je jezelf in de weerspiegeling van de schone ruiten, Leo? Of zie je altijd de ander?’ Jos zit op het puntje van zijn stoel, hij voelt zich zichtbaar goed als gespreksleider.
‘Ik zie mezelf nooit,’ zegt Leo zacht. Zijn lip begint heviger te trillen. En dan breekt hij daadwerkelijk, er is geen weg meer terug, hij begint te huilen.
Alle mannen van de groep kijken naar Leo, we weten niet wat we aan moeten met een huilende man, we weten niet wat we met elkaar of onszelf aan moeten.
Jos zegt een paar keer achter elkaar: ‘Ja, ja, ja.’ Tussendoor laat hij stiltes vallen. Leo huilt en Jos zegt ja. Al met al duurt het een paar minuten en dan gaat Jos plotseling rechtovereind in zijn stoel zitten. ‘We geven de beurt even aan iemand anders, de tijd gaat sneller om dan je denkt en het is de bedoeling dat iedereen aan de beurt komt.’
Iedereen komt aan de beurt.
Wat de anderen allemaal te zeggen hebben hoor ik al bijna niet meer. Er zit glas tussen, denk ik. Als je weet dat er glas tussen kan zitten zit overal glas tussen.

 
Maartje Wortel (Eemnes, 26 oktober 1982)

P. C. Hooftprijs 2015 voor Anneke Brassinga

De Nederlandse dichteres, schrijfster en vertaalster Anneke Brassinga ontvangt de P.C. Hooftprijs 2015. Dat heeft het bestuur van de Stichting P.C. Hooft-prijs voor Letterkunde bekendgemaakt. De oeuvreprijs wordt jaarlijks afwisselend toegekend voor proza, essays en poëzie. Aan de prijs is een bedrag verbonden van 60.000 euro. Anneke Brassinga werd geboren in Schaarsbergen op 20 augustus 1948.Zie ook alle tags voor Anneke Brassinga op dit blog.

 

De rivier en het knuffeldier

De rivier houdt van je.
De rivier houdt eindeloos veel van je.
De rivier zal alles van je slikken,

een en al blinde liefde zal ze zijn.
De rivier houdt van jou zoveel
als van ieder ander. In haar armen

mag je liggen, schoon zal zi
je likken tot het bot.
Van wie ze houdt, het laat haar koud.

Maar wat je altijd meedroeg al die tijd,
het knuffeldier zo zacht zo dwingend
met zijn domme trouwe knoopjes

die oog hebben voor niets dan voor jou,
het hopeloos met hart en ziel verslingerd
wollig wezen dat van jou is, bij geen ander

ooit nog die versleten warmte vindt –
hem moet je achterlaten en verraden
als je de lonkende rivier ingaat.

 

 Jongste dag

aarde is het plafond, vol bleke tastende
ranken. We waren ten slotte onder het gras
beland, om van hartstocht te verteren.

Hoor, hoe in den hogen grote koren blij opeens kwelen!
Stop met ijle vingers me de oren toe: wie
kan er boodschap hebben aan ons, die heimelijk

en traag in humus opgaan, zinnen strelend
van de diepste stof? Wij zullen opstaan
als gesteente, als een zee, een zwerfhond

of een wilde ui. Of als een zon
die bloedig alle zijnsgordijnen scheurend
ondergaat daarboven.

 

Jardin des Plantes

Grootheden van zeer klein kaliber: flits
van de kantjil als de wind zo gejaagd.
De zwarte panter gaapt zijn kort bestek
van messen bloot, alsof natuurlijke dood
niet allang was bedacht.

Ik sta als Orpheus voor de nacht,
een schim, kantjil in een panterpupil.

 

 
Anneke Brassinga (Schaarsbergen, 20 augustus 1948)

In Memoriam Cees van der Pluijm

 

In Memoriam Cees van der Pluijm

Geheel onverwachts is gisteren op 60-jarige leeftijd de Nederlandse dichter Cees van der Pluijm overleden. Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook alle tags voor Cees van der Pluijm op dit blog.

 

Een felle blauwe lucht omspant de aarde
Het tintelt in je vingers en je oren
Je adem blijft in kleine wolkjes achter
De winters van mijn jeugd… ze zijn verloren

Een mand cadeautjes van een hoogbejaarde
Het zelfde kind werd altijd weer geboren
En Vader Tijd was lang nog niet zo’n slachter
De winters van mijn jeugd… ze zijn verloren

Voor stadsen heeft de winter weinig waarde
Geen grillig hardbevroren karresporen
Geen sneeuw maar vieze smurrie, kleffer, zachter
De winters van mijn jeugd… ze zijn verloren

Toen ik mij onder stedelingen schaarde
Ontdekte ik als heimweevolle smachter
De winters van mijn jeugd. Ze zijn verloren.

 

GEBOUW A

I

Vanuit de zaal weerklonk een zwaar geruis
Een hees geloei deed al je botten trillen
Het was er stervenswarm, ondanks de kou
Van marmer, bakeliet, beton en staal

En bovenin, daar hield je vader huis
Hij was God zelf; de nukken en de grillen
Van alle zenders kende hij voor jou
Hij hoorde hun geklaag en sprak hun taal

De wereldkaart gaf onweerlegbaar aan:
Hier is het centrum, einde en begin
Hier, waar de masten naar de hemel gaan

In dit gebouw; een tempel waar de zin
Van het bestaan in loeien, ruisen, fluiten
Je hoorbaar werd totdat je oren tuitten

II

Je droeg een korte broek en bracht hem brood
Je was de zoon van God, je was geboren
Pal naast de slagboom en de watertoren;
De wereld om je heen was hoog en groot

Als je geluk had, mocht je mee naar boven
De omgang bij de koepel op, het waaide
Daar altijd door; je zag je huis en zwaaide
Naar al wat klein leek nu; je wou geloven

Dat alles hier van jou was, nooit meer kon
Dit paradijs ontglippen aan je macht

Vanuit die grijze tempel van beton
Aanschouwde je de hei, het bos, de wolken

Dit was jouw rijk, je had het zelf bedacht
En kon er al je dromen mee bevolken.

 

 
Cees van der Pluijm (12 januari 1954 – 14 december 2014)

AKO Literatuurprijs voor Stefan Hertmans

AKO Literatuurprijs voor Stefan Hertmans

Aan de Vlaamse schrijver Stefan Hertmans is voor zijn boek “Oorlog en terpentijn” de AKO Literatuurprijs 2014 toegekend. Dat maakte juryvoorzitter Job Cohen gisteravond bekend in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De winnaar ontvangt een bedrag van 50.000 euro. Zie ook alle tags voor Stefan Hertmans op dit blog.

Uit: Oorlog en terpentijn

‘Meer dan dertig jaar heb ik de schriften, waarin hij zorgvuldig, in zijn weergaloze vooroorlogse handschrift, zijn herinneringen had neergeschreven, bewaard en gesloten gehouden; hij heeft ze me gegeven enkele maanden voor zijn dood in 1981. Hij was toen negentig jaar. Hij was geboren in 1891, zijn leven leek niet meer geweest te zijn dan het over elkaar heen springen van twee cijfers in een jaartal.
Tussen die twee jaartallen lagen twee oorlogen, rampzalige massaslachtingen, de meest hardvochtige eeuw uit de hele mensengeschiedenis, het ontstaan en de neergang van de moderne kunst, de wereldwijde expansie van de motorenindustrie, de Koude Oorlog, de opkomst en de neergang van grote ideologieën, de uitvinding van bakeliet, de popularisering van telefoon en saxofoon, de industrialisering, de filmindustrie, het plastic, de jazz, de vliegtuigindustrie, de landing op de maan, het uitsterven van talloze diersoorten, de eerste grote ecologische rampen, de ontwikkeling van penicilline en antibiotica, mei ’68, het eerste Rapport van de Club van Rome, de popmuziek, de uitvinding van de pil, de vrouwenemancipatie, de opkomst van de televisie, van de eerste computers – en zijn lange leven als vergeten oorlogsheld. Het is het leven dat hij mij vroeg te beschrijven door me die cahiers toe te vertrouwen. Een leven dat bijna een eeuw omspant en dat begon op een andere planeet. Een planeet van dorpen, veldwegen, paardenkoetsen, gaslampen, wasteilen, bidprentjes, oude wandkasten, een tijd waarin vrouwen bejaard waren op hun veertigste, een tijd van almachtige pastoors die naar sigaren en ongewassen ondergoed roken, van weerspannige burgermeisjes in nonnenkloosters, een tijd van grootseminaries, bisschoppelijke en keizerlijke verordeningen, een tijd die aan zijn lange doodstrijd begon toen de kleine groezelige Serviër Gavrilo Princip in 1914 met een niet eens zo welgemikt schot de schone illusie van het oude Europa aan flarden schoot en daarmee aanleiding gaf tot de catastrofe die ook hem, mijn kleine blauwogige grootvader zou treffen en zijn leven voorgoed zou beheersen.’

 
Stefan Hertmans (Gent, 31 maart 1951)

C.Buddingh’-Prijs 2014 voor Maarten van der Graaff

De C.Buddingh’-Prijs, de prijs voor de beste debuutbundel van het jaar, is op Poetry International aan de Nederlandse dichter Maarten van der Graaff toegekend voor zijn bundel “Vluchtautogedichten”. Zie ook alle tags voor Maarten van der Graaff op dit blog.

Boven de kringloop van regen en baby’s vliegt de roerdomp.
De roerdomp heeft niets met dat alles te maken.
Met de kringloop van granaten, bananen, offers, slijtage
heeft de roerdomp niets te maken. Daar moet duidelijkheid over bestaan.
Hij gelooft zelfs niet in kringlopen, de roerdomp.
‘Ieder rad is bedoeld om iemand voor ogen te draaien,’
zingt hij (wat schor van de kou op die hoogte).

 

Maarten van der Graaff (Dirksland, 14 oktober 1987)

 

In Memoriam Maya Angelou

In Memoriam Maya Angelou

De Amerikaanse dichteres, schrijfster,regisseur en activiste Maya Angelou is gisteren op 86-jarige leeftijd overleden. Maya Angelou (eig. Margueritte Johnson) werd geboren in Saint Louis, Missouri, op 4 april 1928. Zie ook alle tags voor Maya Angelou op dit blog.

The Detached

We die,
Welcoming Bluebeards to our darkening closets,
Stranglers to our outstretched necks,
Stranglers, who neither care nor
care to know that
DEATH IS INTERNAL.

We pray,
Savoring sweet the teethed lies,
Bellying the grounds before alien gods,
Gods, who neither know nor
wish to know that
HELL IS INTERNAL.

We love,
Rubbing the nakednesses with gloved hands,
Inverting our mouths in tongued kisses,
Kisses that neither touch nor
care to touch if
LOVE IS INTERNAL.

 

 
Maya Angelou (4 april 1928 – 28 mei 2014)