Dave Eggers, Marianne Thamm, Jenny Erpenbeck, Jack Kerouac, Henrike Heiland, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: The Monk of Mokha

“He ducks into Blue Bottle to say hello to friends working inside, and to bring me a cup of coffee from Ethiopia. He insists I wait till it cools to drink it. Coffee should not be enjoyed too hot, he says; it masks the flavor, and taste buds retreat from the heat. When we’re finally settled and the coffee has cooled, he begins to tell his story of entrapment and liberation in Yemen, and of how he grew up in the Tenderloin district of San Francisco—in many ways the city’s most troubled neighborhood—how, while working as a doorman at a high-end apartment building downtown, he found his calling in coffee.
Mokhtar speaks quickly. He is very funny and deeply sincere, and illustrates his stories with photos he’s taken on his smartphone. Sometimes he plays the music he listened to during a particular episode of his story. Sometimes he sighs. Sometimes he wonders at his existence, his good fortune, being a poor kid from the Tenderloin who now has found some significant success as a coffee importer. Sometimes he laughs, amazed that he is not dead, given he lived through a Saudi bombing of Sana’a, and was held hostage by two different factions in Yemen after the country fell to civil war. But primarily he wants to talk about coffee. To show me pictures of coffee plants and coffee farmers. To talk about the history of coffee, the overlapping tales of adventure and derring-do that brought coffee to its current status as fuel for much of the world’s productivity, and a seventy-billion-dollar global commodity. The only time he slows down is when he describes the worry he caused his friends and family when he was trapped in Yemen. His large eyes well up and he pauses, staring at the photos on his phone for a moment before he can compose himself and continue.
Now, as I finish this book, it’s been three years since our meeting that day in Oakland. Before embarking on this project, I was a casual coffee drinker and a great skeptic of specialty coffee. I thought it was too expensive, and that anyone who cared so much about how coffee was brewed, or where it came from, or waited in line for certain coffees made certain ways, was pretentious and a fool.
But visiting coffee farms and farmers around the world, from Costa Rica to Ethiopia, has educated me. Mokhtar educated me. We visited his family in California’s Central Valley, and we picked coffee cherries in Santa Barbara—at North America’s only coffee farm. We chewed qat in Harar, and in the hills above the city we walked amid some of the oldest coffee plants on earth. In retracing his steps in Djibouti, we visited a dusty and hopeless refugee camp near the coastal outpost of Obock, and I watched as Mokhtar fought to recover the passport of a young Yemeni dental student who had fled the civil war and had nothing—not even his identity. In the most remote hills of Yemen, Mokhtar and I drank sugary tea with botanists and sheiks, and heard the laments of those who had no stake in the civil war and only wanted peace.”

 
Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

 

De Zuid-Afrikaanse schrijfster, journalste en columniste Marianne Thamm werd geboren op 12 maart 1961 in Taplow, Engeland. Zie ook alle tags voor Marianne Thamm op dit blog.

Uit: De ondraaglijke blankheid van het bestaan (Vertaald door Ronnie Boley)

“Misschien was dat de reden dat hij zijn deelneming vooral met zijn gezichtsuitdrukking en lichaamstaal moest overbrengen.
Ergens in het stille gebouw lag mijn moeders lichaam koud te worden in een gemeenschappelijke mortuariumkoeling, nog altijd in de nachtpon van de avond ervoor, toen ze aan een zware hartaanval was bezweken. Ze was een maand voor haar tweeënzeventigste verjaardag gestorven.
Ik had een plastic zak bij me met een bruin, gedessineerd broekpak van (zeer brandgevaarlijk) polyester, dat mijn moeder in de jaren zeventig had gekocht en jarenlang had gekoesterd. Het was een van haar favoriete kledingstukken. Het broekpak, een paar sandalen, schoon ondergoed (dat zou ze gewild hebben). Polyester was een wonderbaarlijke stof uit de jaren zeventig, strijkvrij en binnen een paar minuten droog – ideaal voor de drukbezette moeder en huisvrouw. Een van die verbazingwekkende twintigste eeuwse spullen waaraan elke thuisblijvende moeder verknocht raakte, net als smaakversterkers en voedingskleurstoffen.
Meneer Tolmie rommelde in wat papieren en stak van wal.
‘Om te beginnen hebben we vier overlijdensakten nodig en die komen op driehonderd rand per stuk,’ verklaarde hij met zijn nu onmiskenbaar monotone stem, de ogen neergeslagen, de pen zwevend boven een formulier.
‘Fier? Waarom fier? We hebben er al een fan de arts die naar het tehuis is gekomen,’ protesteerde mijn vader met zijn zware Duitse accent. Dat accent was nooit afgezwakt, hoewel hij al meer dan vijftig jaar in ZuidAfrika woonde.
‘Tja, de tweede arts moet bevestigen wat de eerste arts heeft opgeschreven en de derde arts bevestigt dat weer enzovoort,’ legde meneer Tolmie langzaam uit, met handgebaren die ontegenzeggelijk bedoeld waren om zijn woorden te verduidelijken en misschien een overblijfsel waren van gebarentaal.
Mijn vader wierp me een geërgerde blik toe. Ik wist wat die betekende. Allemaal afzetterij, dacht hij. En hij was vastbesloten om zo weinig mogelijk te betalen. Dat is immers de aanpak van niet kerkelijke, cultureel vervreemde blanken. Doden zo snel mogelijk laten begraven of bij voorkeur cremeren, in de goedkoopste kist die er maar te krijgen is. Grenen of, beter nog, karton. Wacht, is een linnen wikkeldoek ook een optie? Wat kost dat? Zonde om geld te verspillen aan iets wat er niet meer toe doet.Geld uitgeven aan een uitvaart was in mijn vaders ogen even erg als een nieuwe auto kopen.”

 


Marianne Thamm (Taplow, 12 maart 1961)

 

De Duitse schrijfster en filmregisseur Jenny Erpenbeck werd geboren op 12 maart 1967 in Oost-Berlijn. Zie ook alle tags voor Jenny Erpenbeck op dit blog.

Uit: Kein Roman

„Nichts Schöneres für ein Kind, als da aufzuwachsen, wo die Welt zu Ende ist. Da gibt es nicht viel Verkehr, der Asphalt ist für die Roll-schuhe da, und die Eltern müssen sich keine Gedanken um herum-schweifende Bösewichter machen. Was will ein Bösewicht in einer Sackgasse.
Die Wohnung, von der aus ich zum ersten Mal auf eigenen Füßen auf die Straße hinuntergehe, liegt im zweiten Geschoß eines präch-tigen alten Mietshauses mit prächtig abblätterndem Putz, verglasten Erkern, einer riesigen doppelflügligen Eingangstür und einer hölzer-nen Treppe, das Ende des Handlaufs mündend in ein blankgegriffe-nes Ungeheuer. Florastral3e 2A, Horastraße 2A, Florastraße 2A. Die ersten Worte nach Mama und Papa sind dieser Straßenname und diese Hausnummer. Damit ich, falls ich verlorengehe, immer sagen kann, wo ich bingehöre. Flosstraße 2A. Hockend im Treppenhaus dieses Hauses lerne ich, wie man eine Schleife zubindet. Gleich um die Ecke, in der Wollankstraßc, befindet sich der Bäckerladen, in dem ich, vier- oder fünfjährig, zum ersten Mal in meinem Leben al-lein einkaufen darf, von meinen Eltern hinuntergeschickt mit Beu-tel und abgezählten Talern für die Brötchen zum Frühstück. Der Bäckerladen hat geschnitzte Regale und eine Kasse, bei der die Ver-käuferin, bevor sie das Geld hineingibt, an einer Kurbel dreht. Wenn die Schublade aufgeht, klingelt es. Dic Wollankstraße endet ein paar hundert Meter weiter sehr plötzlich an einer Mauer. Dort ist die Endhaltestelle der Buslinie 50. Meine Eltern müssen sich keine Ge-danken um herumschweifende Bösewichter machen, was will ein Bösewicht in einer Sackgasse. Damals werde ich allein auf den Hof zum Buddeln geschickt, eine große Tanne wirft Schatten auf mei-nen Buddelkasten, und wenn das Essen fertig ist, ruft meine Mutter aus dem Fenster. Im ersten Stock unseres Hauses ist eine Tanzschule, von dort hört man bis auf den Hof hinunter ein Klavier klimpern und die Anweisung der Lehrerin für die Schritte.
Hinter der Mauer, an der die Wollankstraße damals für mich zu Ende ist, fährt die S-Bahn. Sie fährt nach links und nach rechts aber beide Richtungen kommen für uns nicht in Frage. Eine S-Bahn-Station weiter links, aber auch auf unserer Seite der Mauer, wohnen meine Großmutter mit ihrem Mann und meine Urgroßmutter zu-sammen in einer Zweizimmerwohnung im dritten Hinterhof eines Berliner Hauses. Eigentlich ist das Haus ein Eckhaus.“

 


Jenny Erpenbeck (Berlijn, 12 maart 1967)
Cover

 

De Amerikaanse schrijver Jack Kerouac werd geboren op 12 maart 1922 in Lowell, in de Amerikaanse staat Massachusetts. Zie ook alle tags voor Jack Karouac op dit blog.

Uit: On The Road

“I went to the cold-water flat with the boys, and Dean came to the door in his shorts. Marylou was jumping off the couch; Dean had dispatched the occupant of the apartment to the kitchen, probably to make coffee, while he proceeded with his love problems, for to him sex was the one and only holy and important thing in life, although he had to sweat and curse to make a living and so on. You saw that in the way he stood bobbing his head, always looking down, nodding, like a young boxer to instructions, to make you think he was listening to every word, throwing in a thousand “Yeses” and “That’s rights.” My first impression of Dean was of a young Gene Autry-trim, thin-hipped, blue-eyed, with a real Oklahoma accent-a side burned hero of the snowy West. In fact he’d just been working on a ranch, Ed Wall’s in Colorado, before marrying Marylou and coming East. Marylou was a pretty blonde with immense ringlets of hair like a sea of golden tresses; she sat there on the edge of the couch with her hands hanging in her lap and her smoky blue country eyes fixed in a wide stare because she was in an evil gray New York pad that she’d heard about back West, and waiting like a longbodied emaciated Modigliani surrealist woman in a serious room. But, outside of being a sweet little girl, she was awfully dumb and capable of doing horrible things. That night we all drank beer and pulled wrists and talked till dawn, and in the morning, while we sat around dumbly smoking butts from ashtrays in the gray light of a gloomy day, Dean got up nervously, paced around, thinking, and decided the thing to do was to have Marylou make breakfast and sweep the floor. “In other words we’ve got to get on the ball, darling, what I’m saying, otherwise it’ll be fluctuating and lack of true knowledge or crystallization of our plans.” Then I went away.
During the following week he confided in Chad King that he absolutely had to learn how to write from him; Chad said I was a writer and he should come to me for advice. Meanwhile Dean had gotten a job in a parking lot, had a fight with Marylou in their Hoboken apartment—God knows why they went there—and she was so mad and so down deep vindictive that she reported to the police some false trumped-up hysterical crazy charge, and Dean had to lam from Hoboken. So he had no place to live. He came right out to Paterson, New Jersey, where I was living with my aunt, and one night while I was studying there was a knock on the door, and there was Dean, bowing, shuffling obsequiously in the dark of the hall, and saying, “Hel-lo, you remember me—Dean Moriarty? I’ve come to ask you to show me how to write.”

 

 
Jack Kerouac (12 maart 1922 – 21 oktober 1969)
Scene uit de gelijknamige film met Sam Riley als Sal Paradise en Garrett Hedlund als Dean Moriarty, 2012

 

De Duitse schrijfster Henrike Heiland werd geboren op 12 maart 1975 in Solms. Zie ook alle tags voor Henrike Heiland op dit blog.

Uit: Zum Töten nah

„Die frische Brise, die landwärts von der Ostsee her wehte, schaffte es nicht, den Gestank des verbrannten Leichnams erträglicher zu machen.
»Durch den Mund atmen!«, rief ihnen ein Spurensicherer zu. Erik Kemper nickte nur.
Es war drei Uhr an einem Samstagmorgen im September, und der Fundort im Überseehafen Rostocks war mit starken Scheinwerfern ausgeleuchtet. Die Männer von der Kriminaltechnischen Untersuchung fotografierten noch und suchten die Gegend ab. Erik sah sich langsam um, vermied es aber, direkt auf das Opfer zu sehen.
»Was legt hier nachher ab?«, fragte er Micha Anders, der sich gerade mit einem der Hafenpolizisten unterhalten hatte.
»Nur Frachter, wir können gut absperren. Im Moment liegen auch nur diese beiden Schiffe hier, und die waren definitiv die ganze Zeit dicht. Da konnte niemand rauf, um sich zu verstecken. Ich denke, die können raus.«
In Eriks Kopf hämmerte es. Er hatte fast nicht geschlafen, und als er sich endlich zwang, zu dem Opfer hinüberzusehen, schaffte er es kaum, seinen Blick scharf zu stellen.
Die Leiche und der Boden darum herum in einem Radius von ungefähr zwei Metern waren mit weißem Feuerlöschpulver bedeckt. Unmöglich zu sagen, ob es sich einmal um einen Mann oder eine Frau gehandelt hatte. Wie es aussah, hatte das Feuer Kleidung, Haut, Haare und Fleisch fast vollständig aufgefressen. Das Opfer lag auf dem Rücken, die Arme, die Hände zusammengekrampft, ob vom Feuer oder vom Todeskampf, war unklar. Die verkohlten menschlichen Überreste waren mit dem asphaltierten Boden des Parkplatzes, der an einer der Anlegestellen des großen Überseehafens lag, fast verschmolzen. Im gleißenden Scheinwerferlicht sah Erik noch Dampf aufsteigen.
»Wo ist der Typ mit dem Feuerlöscher?«, fragte er dann und sah sic
h suchend um.
Micha deutete auf einen kahlköpfigen, leicht übergewichtigen Mann Ende vierzig in Flanellhemd und Jeans, der mithilfe eines Sanitäters versuchte, das Feuerlöschpulver von Körper und Kleidung zu entfernen.
»Hat die Windrichtung in der Aufregung nicht beachtet«, erklärte Micha. »Dieter Lindpointner heißt er. Österreicher.« Er sagte es in einem Tonfall, als würde die Herkunft des Mannes alles erklären.“

 


Henrike Heiland (Solms, 12 maart 1975)
Cover

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

The Traveling Onion

“It is believed that the onion originally came from India. In Egypt it was an
object of worship —why I haven’t been able to find out. From Egypt the onion
entered Greece and on to Italy, thence into all of Europe.” — Better Living Cookbook

When I think how far the onion has traveled
just to enter my stew today, I could kneel and praise
all small forgotten miracles,
crackly paper peeling on the drainboard,
pearly layers in smooth agreement,
the way the knife enters onion
and onion falls apart on the chopping block,
a history revealed.
And I would never scold the onion
for causing tears.
It is right that tears fall
for something small and forgotten.
How at meal, we sit to eat,
commenting on texture of meat or herbal aroma
but never on the translucence of onion,
now limp, now divided,
or its traditionally honorable career:
For the sake of others,
disappear.

 

Business

“Syrian refugees go about their business in a refugee camp in Mafraq, Jordan…”

Ropes on poles, jeans & shirts flapping in wind.
He sits on a giant bag of rice, head in hands.

Too much or too little, rips & bursts & furrows.
Something seared in a pan.

If you knew a mother, any mother, you would care
for mothers, yes? No.

What it is to be lonesome for stacked papers
on a desk, under glass globe,

brass vase with standing pencils,
new orders.

How quickly urgencies of doing disappear.
And where is the child from the next apartment,

whose crying kept him awake
these last terrible months?

Where do you file this unknowing?

 

 
Naomi Shihab Nye (St. Louis,12 maart 1952)

 

De Amerikaanse schrijver, journalist en columnist Carl Hiaasen werd geboren op 12 maart 1953 in Plantation, Florida. Zie ook alle tags voor Carl Hiaasen op dit blog.

Uit: Squirm

“This one kid, he got kicked out of school.
That’s not easy to do–you need to break some actual laws. We heard lots of rumors, but nobody gave us the straight story.
The kid’s name was Jammer, and I got his locker.
Who knows what he kept in there, but he must’ve given out the combination to half the school. Kids were always messing with my stuff when I wasn’t around.
So I put a snake inside the locker. Problem solved.
It was an Eastern diamondback, a serious reptile. Eight buttons on the rattle, so it made some big noise when people opened the locker door. The freak-out factor was high.
Don’t worry–the rattlesnake couldn’t bite. I taped its mouth shut. That’s a tricky move, not for rookies. You need steady hands and zero common sense. I wouldn’t try it again.
The point is I didn’t want that rattler to hurt anyone. I just wanted kids to stay out of my locker.
Which they now do.
I set the diamondback free a few miles down Grapefruit Road, on the same log where I found him. It’s important to exit the scene fast, because an adult rattlesnake can strike up to one-half of its body length. Most people don’t know that, and why would they? It’s not a necessary piece of information, if you live a halfway normal life.”

 


Carl Hiaasen (Plantation, 12 maart 1953)

 

De Amerikaanse schrijver Edward Albee werd geboren op 12 maart 1928 in Washington DC. Zie ook alle tags voor Edward Albee op dit blog.

Uit: Ik bedenk personages, geen plot (Interview door Kester Freriks in NRC, 2007)

“Uw achternaam is Albee. Heeft u overwogen uw moeders naam aan te nemen? Dan zou u als Edward Harvey door het leven kunnen gaan.
.„Dit heeft nog nooit iemand me zo direct gevraagd.”Albee zwijgt even. „Maar u mag die vraag stellen, wantmijn biografie behoorttot het open domein. Mijn pleegouders heetten Albee en ze noemden mij eigenlijk Edward Albee III, want ik werd vernoemd naar grootvader Albee I die aan het hoofd stond van een keten van vaudeville-theaters. Na de dood van mijn tweede moeder in 1989 kreeg ik de adoptiepapieren onder ogen. Pas sinds dat ogenblik weet ik dat zij Harvey heette. De naam Edward had ik toen al; die is door haar gekozen. Ik heb contact gezocht met het adoptiebureau, maar dat geeft niets prijs. Ik kon mijn naam niet meer veranderen. „Ik moet toegeven dat ik mijn leven lang heb gehoopt dat een vrouw naar me toe zou komen met de woorden:‘Ik ben je echte moeder. ’Dat is nooit gebeurd. Vroeger kon ik wel huilen als ik hoorde van kinderen en hun werkelijke ouders, nu niet meer. En nog altijd is er het raadsel of mijn moeder wel Harvey heette. Zij kan die naam best hebben verzonnen.
(…)

Ze stelden geen vragen over hun rollen?
„Nee,en dat is beter ook. Speel wat er staat, maak het niet te symbolisch en zeker niet te psychologisch. Er staan woorden in de tekst die iedereen kan begrijpen. Er wordt veel te veel onzin beweerd over mijn stukken. Ik werd eerst een‘absurdist’ genoemd omdat The Zoo Story een keer in een avond werd gespeeld met Krapp’s laatste band van Samuel Beckett. Ik vond dat aanvankelijk een belediging. Mijn toneelwerk gaat over reële mensen met bestaande angsten.Daar is helemaal niets absurdistisch aan. Wie dat zegt, haalt de angel van de werkelijkheid uit mijn theater.
In Washington speelt nu een Broadway-versie van ‘Virginia Woolf’, met Kathleen Turner en Bill Irwin. U bent ooit in het anarchistisch theatercircuit van ‘off- off-Broadway’begonnen en pleitte voor kleine theaters die niet door het kapitaal worden geregeerd. En nu Broadway.
„De grootste bedreiging voor het theater is de macht van het geld. Musicals trekken een groot publiek, maar de kwaliteit is vaak hopeloos. Kassucces en diepgang gaan niet altijd samen. Ik vind dat dilemma onverdraaglijk. Turner en Irwin zijn beiden voor hun rol bekroond. Ze zijn kostbaar. Als schrijver wil je de beste acteurs voor je stuk. In het Kennedy Center is plaats voor bijna duizend mensen. Het is telkens uitverkocht. Maar ik vind de zaal te groot. Who’s Afraid ofVirginia Woolf? is een intiem toneelstuk voor niet meer dan twee- of driehonderd toeschouwers. Elke toeschouwer moet kunnen denken: dit stuk wordt alleen voor mij gespeeld, ik ben getuige van een gepantserd gevecht over liefde en dood tussen vier mensen, dat ik eigenlijk niet mag zien. Zo verging het mij tijdens het schrijven: wat ik zag en hoorde, wilde ik liever niet zien en horen.Toch overkwam het me.”

 


<Edward Albee (Washington DC, 12 maart 1928)
In 1963

 

De Nederlandse dichter De Schoolmeester (Gerrit van de Linde) werd geboren op 12 maart 1808 in Rotterdam. Zie ook alle tags voor De Schoolmeester op dit blog.

 

De Springhengst in de klaverwei

De Springhengst in de klaverwei
Is in zijn amourettes vrij,
De kater ’s nachts op ’t hellend dak
Een gaê zich kiest op zijn gemak
De wakkre haan steekt nooit zijn neus
Dan in het kipjen van zijn keus,
Terwijl de weegluis aan den wand
Slechts haar zijn woord en hart verpandt
Wier beeld, als hij den sterfling beet,
Zijn borst van wellust hijgen deed
En ik, die hooger toch moet staan
Dan weegluis, kater, hengst of haan;
Ik zou, voor pudding, port en spek,
Mijn vrijheid smijten in den drek?
Neen! eer zal ’t uitgediend heelal
Mijn school doen schudden in zijn val,
Eer steek ik met mijn moederspraak,
Als ’t Siegenbeeksche graauw, den draak;
Eer roept het Leidsche vloekgespuis
Mij, arme banneling, weër t’huis
Eer leg ik in het kuische graf
Mijn maagdom met mijn leven af,
Eer ik den zoeten huwlijksplicht
Op vleesch, dat ik niet lust verricht.

 

Naar bed

En nu vaarwel, ik ga naar bed
Ofschoon ik niets helaas verlet
Met langer op te blijven
Ach! Wanneer zal het uurtjen slaan
Dat ik van naar bed toe gaan
U meer zal kunnen schrijven?

 

 
De Schoolmeester (12 maart 1808 – 27 januari 1858)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e maart ook mijn blog van 12 maart 2018 en ook mijn blog van 12 maart 2017 deel 2

Dave Eggers, Jenny Erpenbeck, Jack Kerouac, Henrike Heiland, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester, Gabriele d’Annunzio

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit:De monnik van Mokka (Vertaald door Koos Mebius)

“Mokhtar Alkhanshali en ik spreken af elkaar in Oakland te treffen. Hij is net terug uit Jemen, waar hij ternauwernood aan de dood is ontsnapt. Mokhtar is Amerikaans staatsburger, maar werd desondanks door de Amerikaanse overheid in de steek gelaten, waarna hij aan Saoedische bommen en Houthi-rebellen moest zien te ontkomen. Het land kon hij niet meer uit. De vliegvelden waren verwoest, en over de weg naar het buitenland ontkomen was onmogelijk. Er waren geen evacuatieplannen, er werd geen hulp geboden. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten had duizenden Jemenitische Amerikanen aan hun lot overgelaten; ze zagen zich gedwongen op eigen houtje aan een blitzkrieg te ontsnappen – tienduizenden in de Verenigde Staten gefabriceerde bommen werden door de Saoedische luchtmacht boven Jemen afgeworpen.
Ik zit buiten bij de Blue Bottle Coffee aan Jack London Square op Mokhtar te wachten. Elders in de Verenigde Staten, in Boston, is een proces aan de gang waarin twee broers ervan worden beschuldigd een aantal bommen tot ontploffing te hebben gebracht tijdens de marathon van Boston, waarbij negen doden en honderden gewonden zijn gevallen. Hoog in de lucht boven Oakland houdt een politiehelikopter een staking van havenarbeiders in de Port of Oakland in de gaten. We schrijven 2015, veertien jaar na 11 september en het zevende jaar van Barack Obama’s presidentschap. Als land waren we na de paranoia van de periode-Bush in rustiger vaarwater gekomen; het opjagen en lastigvallen van Amerikaanse moslims was wel minder geworden, maar telkens als een moslim in de fout ging, laaide het vuur van de islamofobie weer een paar maanden op.
Als Mokhtar aan komt lopen, valt me op dat hij er ouder en rustiger uitziet dan de laatste keer dat ik hem zag. De man die daar zojuist uit zijn auto stapte draagt een beige broek en een paarse sweater. Hij heeft kort haar met gel erin en een kort, keurig sikje. Hij loopt opvallend kalm; terwijl zijn benen hem naar onze tafel op het trottoir brengen, beweegt zijn romp bijna niet. We schudden elkaar de hand, waarbij me aan zijn rechterhand een grote, rijk versierde zilveren ring opvalt, met daarin een opvallende robijnrode steen.”

 

 
Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

Lees verder “Dave Eggers, Jenny Erpenbeck, Jack Kerouac, Henrike Heiland, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester, Gabriele d’Annunzio”

Jenny Erpenbeck, Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester, Benedict Wells

De Duitse schrijfster en filmregisseur Jenny Erpenbeck werd geboren op 12 maart 1967 in Oost-Berlijn. Zie ook alle tags voor Jenny Erpenbeck op dit blog.

Uit: Aller Tage Abend

“Der Herr hat’s gegeben, der Herr hat’s genommen, hatte die Großmutter am Rand der Grube zu ihr gesagt. Aber das stimmte nicht, denn der Herr hatte viel mehr genommen, als da war – auch alles, was aus dem Kind hätte werden können, lag jetzt da unten und sollte unter die Erde. Drei Handvoll Erde, und das kleine Mädchen, das mit dem Schulranzen auf dem Rücken aus dem Haus läuft, lag unter der Erde, der Schulranzen wippt auf und ab, während es sich immer weiter entfernt; drei Handvoll Erde, und die Zehnjährige, die mit blassen Fingern Klavier spielt, lag da; drei Handvoll, und die Halbwüchsige, der die Männer nachschauen, weil ihr Haar so kupferrot leuchtet, wurde verschüttet; dreimal Erde geworfen, und es wurde auch die erwachsene Frau, die ihr, wenn sie selbst begonnenhätte, langsam zu werden, eine Arbeit aus der Hand genommen hätte mit den Worten: ach, Mutter, auch die wurde langsam von Erde, die ihr in den Mund fiel, erstickt. Unter drei Händen voll Erde lag eine alte Frau da im Grab, eine Frau, die selbst schon begonnen hat, langsam zu werden, zu der eine andere junge Frau oder ein Sohn manchmal gesagt hätte: ach, Mutter, auch die wartete nun darauf, dass man Erde auf sie warf, bis die Grube irgendwann wieder ganz voll sein würde, und ein wenig voller als voll, denn den Hügel über der Grube wölbt ja der Körper aus, wenn der auch viel weiter unten liegt, wo man ihn nicht mehr sieht. Über einem Säugling, der plötzlich gestorben ist, wölbt sich der Hügel fast gar nicht. Eigentlich aber müsste der Hügel so riesig sein wie die Alpen. Das denkt sie, und dabei hat sie die Alpen noch niemals mit eigenen Augen gesehen.
Sie sitzt auf derselben Fußbank, auf der sie als Kind immer saß, wenn ihre Großmutter ihr Geschichten erzählte. Diese Fubank war das Einzige, was sie sich von der Großmutter für ihren eigenen Hausstand gewünscht hatte. Sie sitzt im Flur auf dieser Fußbank, lehnt sich an die Wand, hält die Augen geschlossen und rührt das Essen und T rinken, das eine Freundin vor sie hingestellt hat, nicht an. Sieben Tage wird sie jetzt so da sitzen. Ihr Mann hat versucht, sie hochzuziehen, aber gegen ihren Willen hat er es nicht geschafft.“

 

 
Jenny Erpenbeck (Berlijn, 12 maart 1967)

Lees verder “Jenny Erpenbeck, Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester, Benedict Wells”

Jenny Erpenbeck, Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester, Benedict Wells

De Duitse schrijfster en filmregisseur Jenny Erpenbeck werd geboren op 12 maart 1967 in Oost-Berlijn. Zie ook alle tags voor Jenny Erpenbeck op dit blog.

Uit: Gehen, ging, gegangen

“Vielleicht liegen noch viele Jahre vor ihm, vielleicht nur noch ein paar. Es ist jedenfalls so, dass Richard von jetzt an nicht mehr pünktlich aufstehen muss, um morgens im Institut zu erscheinen. Er hat jetzt einfach nur Zeit. Zeit, um zu reisen, sagt man. Zeit, um Bücher zu lesen. Proust. Dostojewski.
Zeit, um Musik zu hören. Er weiß nicht, wie lange es dauern wird, bis er sich daran gewöhnt hat, Zeit zu haben. Sein Kopf jedenfalls arbeitet noch, so wie immer. Was fängt er jetzt mit dem Kopf an? Mit den Gedanken, die immer weiter denken in seinem Kopf? Erfolg hat er gehabt. Und nun? Das, was Erfolg genannt wird. Seine Bücher wurden gedruckt, zu Konferenzen wurde er eingeladen, seine Vorlesungen waren bis zuletzt gut besucht, Studenten haben seine Bücher gelesen, sich Stellen darin angestrichen und zur Prüfung auswendig gewusst. Wo sind die Studenten jetzt? Manche haben Assistenzstellen an Universitäten, zwei oder drei sind inzwischen selbst Professoren. Von anderen hat er lange nichts mehr gehört. Einer hält freundschaftlichen Kontakt zu ihm, ein paar melden sich von Zeit zu Zeit.
So.
Von seinem Schreibtisch aus sieht er den See.
Richard kocht sich einen Kaffee. Er geht mit der Tasse in der Hand in den Garten und sieht nach, ob die Maulwürfe neue Hügel aufgeworfen haben.
Der See liegt still da, wie immer in diesem Sommer.
Richard wartet, aber er weiß nicht, worauf. Die Zeit ist jetzt eine ganz andere Art von Zeit. Auf einmal. Denkt er.
Und dann denkt er, dass er, natürlich, nicht aufhören kann mit dem Denken. Das Denken ist ja er selbst, und ist gleichzeitig die Maschine, der er unterworfen ist. Auch wenn er ganz allein ist mit seinem Kopf, kann er, natürlich, nicht aufhören mit dem Denken. Auch, wenn wirklich kein Hahn danach kräht, denkt er.“

 

 
Jenny Erpenbeck (Berlijn, 12 maart 1967)

Lees verder “Jenny Erpenbeck, Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester, Benedict Wells”

Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: The Circle

“My God, Mae thought. It’s heaven.
The campus was vast and rambling, wild with Pacific color, and yet the smallest detail had been carefully considered, shaped by the most eloquent hands. On land that had once been a shipyard, then a drive-in movie theater, then a flea market, then blight, there were now soft green hills and a Calatrava fountain. And a picnic area, with tables arranged in concentric circles. And tennis courts, clay and grass. And a volleyball court, where tiny children from the company’s day care center were running, squealing, weaving like water. Amid all this was a workplace, too, 400 acres of brushed steel and glass on the headquarters of the most influential company in the world. The sky above was spotless and blue.
Mae was making her way through all of this, walking from the parking lot to the main hall, trying to look as if she belonged. The walkway wound around lemon and orange trees, and its quiet red cobblestones were replaced, occasionally, by tiles with imploring messages of inspiration. “Dream,” one said, the word laser-cut into the stone. “Participate,” said another. There were dozens: “Find Community.” “Innovate.” “Imagine.” She just missed stepping on the hand of a young man in a gray jumpsuit; he was installing a new stone that said, “Breathe.”
On a sunny Monday in June, Mae stopped in front of the main door, standing below the logo etched into the glass above. Though the company was less than six years old, its name and logo — a circle surrounding a knitted grid, with a small ‘c’ in the center — were already among the best known in the world. There were more than 10,000 employees on this, the main campus, but the Circle had offices all over the globe and was hiring hundreds of gifted young minds every week. It had been voted the world’s most admired company four years running.
Mae wouldn’t have thought she had a chance to work at such a place but for Annie. Annie was two years older, and they roomed together for three semesters in college, in an ugly building made habitable through their extraordinary bond, something like friends, something like sisters — or cousins who wished they were siblings and would have reason never to be apart. Their first month living together, Mae broke her jaw one twilight, after fainting, flu-ridden and underfed, during finals. Annie had told her to stay in bed, but Mae went to the Kwik Trip for caffeine and woke up on the sidewalk, under a tree.”

 

 
Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

Lees verder “Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester”

Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: Zeitoun (Vertaald doorMaaike Bijnsdorp en Lucie Schaap)

“In maanloze nachten pakten de mannen en jongens van Jableh, een stoffig vissersdorp aan de Syrische kust, hun lantaarns en voeren uit in hun stilste boten. Vijf, zes kleine scheepjes, elk met twee of drie vissers erin. Op een zeemijl uit de kust manoeuvreerden ze de boten in een kring op de donkere zee, gooiden hun netten uit en hielden hun lantaarns boven het water om het maanlicht na te bootsen.
De vissen, sardines, kwamen dan al snel aanzwemmen, een trage zilveren massa die opwelde uit de diepte. De vissen kwamen op het plankton af, en het plankton kwam op het licht af. Ze begonnen rond te cirkelen als een ketting met losse schakels, en in de loop van het volgende uur werden het er steeds meer. De zwarte hiaten tussen de zilveren schakels sloten zich, totdat de vissers daar beneden alleen nog maar een dichte, kolkende zilveren zee zagen.
Abdulrahman Zeitoun was pas dertien toen hij op die manier op sardines leerde vissen, een methode die lampara werd genoemd, geleend van de Italianen. Hij had er jarenlang naar uitgekeken om ’s nachts met de mannen en de grote jongens de zee op te gaan, en al die jaren had hij vragen gesteld. Waarom alleen als er geen maan was? Omdat het plankton in een heldere nacht overal te zien was, op de hele zee, zei zijn grote broer Ahmad, dus dan konden de sardines de oplichtende organismen gemakkelijk te pakken krijgen. Maar als de maan niet scheen, konden de mannen zelf bepalen waar het licht was en dan konden ze verbijsterende hoeveelheden sardines naar boven halen. ‘Datmoet je gezien hebben,’ zei Ahmad tegen zijn kleine broertje. ‘Je weet niet wat je ziet.’
En toen Abdulrahman voor het eerst de ronddraaiende sardines in het donker zag, kon hij zijn ogen niet geloven, zo mooi was die golvende zilveren rondedans onder het wit met gouden licht van de lantaarns. Hij was sprakeloos, en de andere vissers hielden zich ook zo stil mogelijk, ze zetten de motoren niet aan om de prooi niet aan het schrikken te maken. Ze fluisterden over het water, vertelden elkaar moppen, praatten over vrouwen en meisjes en keken naar de vissen, die onder hen almaar ronddraaiend omhoog kwamen. Een paar uur later, toen de sardines er allemaal waren en met zijn tienduizenden glinsterden in het weerkaatste licht, trokken de vissers het net dicht en haalden het op.”

 

 
Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

Lees verder “Dave Eggers, Jack Kerouac, Naomi Shihab Nye, Carl Hiaasen, Edward Albee, De Schoolmeester”

Gabriele d’Annunzio, De Schoolmeester, Irving Layton, Helga Goetze

De Italiaans schrijver, dichter en politicus Gabriele d’Annunzio werd geboren in Pescara op 12 maart 1863. Zie ook alle tags voor Gabriele d’Annunzio op dit blog.


Uit: The Drowned Boy (Vertaald door Thomas Walsh)

„All of a sudden, Albadora, the septuagenarian Cybele, she who had given life to twenty-two sons and daughters, came toiling up the narrow lane into the court, and indicating the neighboring shore, where it skirted the promontory on the left, announced breathlessly:–

“Down yonder there has been a child drowned!”

Candia made the sign of the cross. Giorgio arose and ascended to the loggia, to observe the spot designated. Upon the sand, below the promontory, in close vicinity to the chain of rocks and the tunnel, he perceived a blotch of white, presumably the sheet which hid the little body. A group of people had gathered around it.

As Ippolita had gone to mass with Elena at the chapel of the Port, he yielded to his curiosity and said to his entertainers:–

“I am going down to see.”

“Why?” asked Candia. “Why do you wish to put a pain in your heart?”

Hastening down the narrow lane, he descended by a short cut to the beach, and continued along the water. Reaching the spot, somewhat out of breath, he inquired:–

“What has happened?”

The assembled peasants saluted him and made way for him. One of them answered tranquilly:–

“The son of a mother has been drowned.”
Another, clad in linen, who seemed to be standing guard over the corpse, bent down and drew aside the sheet.”

 

Gabriele d’Annunzio (12 maart 1863 – 1 maart 1938)

Lees verder “Gabriele d’Annunzio, De Schoolmeester, Irving Layton, Helga Goetze”

Kathrin Schmidt, Henrike Heiland, M. A. Numminen, Gabriele d’Annunzio, De Schoolmeester

De Duitse dichteres en schrijfster Kathrin Schmidt werd geboren op 12 maart 1958 in Gotha. Zie ook mijn blog van 12 maart 2009en ook mijn blog van 12 maart 2010.

 

ein, aus


gebe ich einen laut ins luft?
zupfe ich aus dem luft einen laut?
das luft steht ausgegossen wie spülicht (höricht, fühlicht)
zwischen den hauszeilen, deren knotige schriften
ins verlassene driften zum ortsrand hin, nebelgelenke
verbinden die domizile der wachsamkeit, das luft hat den fuß
in der tür, die hand an der klinke, schwelt, sickert ins
fadenkreuz der gebogenen brauen, von wo es ein
katzsprung ist ins kalkül, durch den kopf
schießt das luft mit gedoppelter flinte, die tinte
vergessens löscht aus, was da war, war da was?,
das luft wird naß vom gebrauch, schmaucht
aus den lungen ins spülicht zurück, fühl ich,
hör ich, mein laut hat den ausgang gefunden,
ins luft, aus luft

 

 

Kathrin Schmidt (Gotha, 12 maart 1958)

 

 

Lees verder “Kathrin Schmidt, Henrike Heiland, M. A. Numminen, Gabriele d’Annunzio, De Schoolmeester”

M. A. Numminen, Gabriele d’Annunzio, De Schoolmeester, Helga Goetze, Irving Layton, Françoise d’Eaubonne, Sergej Michalkov

De Finse schrijver, dichter, zanger, componist, entertainer en filmmaker Mauri Antero Numminen werd geboren op 12 maart 1940 in Somero. Zie ook mijn blog van 12 maart 2009.

Uit: Der Kneipenmann (Vertaald door Eike Fuhrmann)

»Und den Quetschen Virtanen, ob Numminen den Virtanen mit der Ziehharmonika kennen würde? Der sei doch schon etwas älter, oder? bestätigt Numminen. Ganz genau! Den würde er kennen? Also, was für ein Zufall, auch ihn kannte Numminen. – Na wunderbar, nämlich der is’ meine Verwandtschaft … An dieser Stelle verneigt Numminen sich höflich und erhebt sich, um scheinbar unpressiert der Bedürfnisanstalt zuzustreben. Die Tür zum Männerklo ist verschlossen! Blitze der Qual zucken hinter seinen Augen. Da sich sonst niemand in der Toilette aufhält, kann er sein Unterteil pressen, um zu verhindern, dass es dem Druck nachgibt. Ob sich ein Stück Eisengarn in seiner Tasche finden ließe, mit dem das Teil abgedichtet werden kann? Numminen kramt in seinen Taschen. Der Druck steigt ins Unvorstellbare. Jetzt oder nie! Blitzartig verschwindet er im Damen WC.«

»Mit einem Gefühl tiefer Ehrfurcht ist Numminen unterwegs nach Jaala. In dieser Gemeinde wird pro Einwohner mehr Dreierbier konsumiert als irgendwo sonst 105 Liter! Das renommierte Savukoski liegt mit 101 Litern 4 Liter zurück. Nimmt man nur die Männer und nur den Konsum in den Dreierbierbars, dann liegen die Herren aus Jaala 13 Liter vor denen aus Savukoski! Jahr um Jahr sind die männlichen Jaalaner in den Dreierbierbar Kampfruf ausgebrochen: Noch eine Runde, auf dass wir Erste werden! Heute darf Jaala feststellen: Es ist erreicht«.

Manumminen

M. A. Numminen (Somero, 12 maart 1940)

 

De Italiaans schrijver, dichter en politicus Gabriele d’Annunzio werd geboren in Pescara op 12 maart 1863. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008 en ook mijn blog van 12 maart 2009.

 

Uit: The Child of Pleasure (vertaald door Georgina Harding en Arthur Symons)

 

„Andrea Sperelli dined regularly every Wednesday with his cousin the Marchesa d’Ateleta.

The salons of the Marchesa in the Palazzo Roccagiovine were much frequented. She attracted specially b
y her sparkling wit and gaiety and her inextinguishable good humour. Her charming and expressive face recalled certain feminine profiles of the younger Moreau and in the vignettes of Gravelot. There was something Pompadouresque in her manner, her tastes, her style of dress, which she no doubt heightened purposely, tempted by her really striking resemblance to the favourite of Louis XV.

One Tuesday evening, in a box at the Valle Theatre, she said laughingly to her cousin, ‘Be sure, you come to-morrow, Andrea. Among the guests there will be an interesting, not to say fatal, personage. Forewarned is forearmed–Beware of her spells–you are in a very weak frame of mind just now.’

He laughed. ‘If you don’t mind, I prefer to come unarmed,’ he replied, ‘or rather in the guise of a victim. It is a character I have assumed for many an evening lately, but alas, without result so far.’

‘Well, the sacrifice will soon be consummated, cugino mio.’

‘The victim is ready!’

The next evening, he arrived at the palace a few minutes earlier than usual, with a wonderful gardenia in his button-hole and a vague uneasiness in his mind. His coupé had to stop in front of the entrance, the portico being occupied by another carriage, from which a lady was alighting. The liveries, the horses, the ceremonial which accompanied her arrival all proclaimed a great position. The Count caught a glimpse of a tall and graceful figure, a scintillation of diamonds in dark hair and a slender foot on the step. As he went upstairs he had a back view of the lady.

She ascended in front of him with a slow and rhythmic movement; her cloak, lined with fur as white as swan’s-down, was unclasped at the throat, and slipping back, revealed her shoulders, pale as polished ivory, the shoulder-blades disappearing into the lace of the corsage with an indescribably soft and fleeting curve as of wings.“

 

Gabriele_d'Annunzio

Gabriele d’Annunzio (12 maart 1863 – 1 maart 1938)

 

De Nederlandse dichter De Schoolmeester (Gerrit van de Linde) werd geboren op 12 maart 1808 in Rotterdam. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008.en ook mijn blog van 12 maart 2009.

 

Op het ontvangen van nieuwen haring

 

O, Haring, met uw pekelsmaakjen,

O hartverkneutrend zeeziek snaakjen,

Hoe dorstig, hoe gelukkig maakje

De maag, die van uw lekkers houdt.

Gy zijt een fraai en snoeprig vischjen,

In ’t keurlijk pietercelie-dischjen,

Een malsch beet voor
jong en oud.

Geef andren, spekstruif, of pastijtjens,

Of Fransche lever-lekkernijtjens,

Geef andren haas- of hertebout,

Of wel doortruffeld zwijnepootjen,

My is uw lieflijk middelmootjen

Het fijnst banket, en zoet uw zout.

 

DeSchoolmeester

De Schoolmeester (12 maart 1808 – 27 januari 1858)

 

De Duitse dichteres, kunstenares en politiek activiste Helga Goetze werd geboren op 12 maart 1922 in Magdeburg. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2009.

 

Worüber soll ich schreiben?

 

Schreibe von den Schülern in der Schule,

die die Lehrer drücken.

Schreibe von dem Direktor,

der die Lehrer ermahnt,

die Schüler zu drücken,

weil die Eltern drücken.

Und Druck ist gut!

Das fördert die Lernbereitschaft.

 

Schreibe vom dem Meister,

der die Lehrlinge

bedrückt und anschreit,

das fördert nämlich Angst.

Und Angst ist immer gut,

das engt die Gedanken ein,

z. B. die Triebe. die konzentrieren sich

auf Schlafen und Essen und natürlich die Arbeit,

weil man diese sonst verliert

und nichts mehr hat

zum Schlafen und Essen,

und das Ganze fördert die

Arbeitsbereitschaft.

 

Schreibe vom Fußball und Boxen,

das wollen die Massen,

hinter diesem Ball herrennen, rund.

Kugeln. Rund wie Mamas Busen.

MAMA diese Plärrtrine,

jetzt aber mit Füßen getreten und in die Fresse geboxt.

 

Reingeknallt die Fäuste

in diese Visagen von JaulPAPA

und KreischMAMA

diesem Drucklehrer,

diesem Meister, Pastor, Unteroffizier,

getreten und geboxt.

 

Helga Goetze_Berlijn

Helga Goetze (12 maart 1922 – 29 januari 2008)

 

De Canadese dichter en schrijver Irving Layton werd geboren als Israel Pincu Lazarovici op 12 maart 1912 in Tîrgu Neamt, Roemenië. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2009.

The Birth of Tragedy

And me happiest when I compose poems.
Love, power, the huzza of battle
Are something, are much;
yet a poem includes them like a pool
water and reflection.
In me, nature’s divided things—
tree, mould on tree—
have their fruition;
I am their core. Let them swap,
bandy, like a flame swerve
I am their mouth; as a mouth I serve.

And I observe how the sensual moths
big with odour and sunshine
dart into the perilous shrubbery;
or drop their visiting shadows
upon the garden I one year made
of flowering stone to be a footstool
for the perfect gods:
who, friends to the ascending orders,
sustain all passionate meditations
and call down pardons
for the insurgent blood.

A quiet madman, never far from tears,
I lie like a slain thing
under the green air the trees
inhabit, or rest upon a chair
towards which the inflammable air
tumbles on many robins’ wings;
noting how seaso
nably
leaf and blossom uncurl
and living things arrange their death,
while someone from afar off
blows birthday candles for the world.

layton3

Irving Layton 12 maart 1912 – 4 janauri 2006)

 

De Franse schrijfster en feministe Françoise d’Eaubonne werd geboren op 12 maart 1920 in Parijs. Zie ook mijn blog van 12 maart 2009.

Uit: Le féminisme ou la mort

 

Le patriarcat continue à s’exprimer, avec la même logique criminelle et guerrière, à travers le pouvoir machiste, oppresseur et totalitaire des agro-industries, qui attaquent les fondements de la vie, dans

son expression la plus symbolique et profonde : la fécondité du vivant. » Françoise d’Eaubonne extrait du site Pénélopes

« La cause immédiate des malheurs présents et de la menace de demain est celle du système patriarcal, fondé sur l’appropriation de la fécondité et de la fertilité, et dont les structures mentales et

culturelles se sont maintenues à travers toutes les formes sociales et économiques successives.

Les deux facteurs principaux de l’essor du patriarcat sont les formes lointaines mais directes de la catastrophe écologique actuelle ( épuisement des ressources et inflation démographique globale. » Françoise d’Eaubonne extrait de Que pourrait être une société éco-féministe

« A l’origine, l’agriculture était l’affaire des femmes. Il ne s’agissait pas d’un matriarcat, sorte de patriarcat renversé. Cela n’a jamais existé. Les femmes jouissaient d’un prestige certain, lié à leur

importance dans la société, mais qui n’était pas lié à une hiérarchie.“ 

 

Francoise_d_Eaubonne

Françoise d’Eaubonne (12 maart 1920 – 3 augustus 2005)

 

De Russische dichter Sergej Michalkov werd geboren op 12 maart 1913 in Moskou. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007.

 

Der Hase im Rausch (Fragment)

 

Der Igel hatte einst zu seinem Wiegenfeste

den Hasen auch im Kreise seiner Gäste,

und er bewirtete sie alle auf das Beste.

Vielleicht ist’s auch sein Namenstag gewesen,

denn die Bewirtung war besonders auserlesen,

und geradezu in Strömen floss der Wein,

die Nachbarn gossen ihn sich gegenseitig ein.

 

So kam es denn, dass Meister Lampe bald zu schielen anfing,

er verlor den Halt.

Er konnte nur mit Mühe sich erheben

und sprach die Absicht aus, sich heimwärts zu begeben.

Der Igel war ein sehr besorgter Wirt

und fürchtete, dass sich sein Gast verirrt.

 

Wo willst du hin mit einem solchen Affen?

Du wirst den Weg nach Hause nicht mehr schaffen

und ganz allein im Wald dem Tod entgegengehen,

denn einen Löwen, wild, hat jüngst man dort gesehen.

 

Dem Hasen schwoll der Kamm,

er brüllt in seinem Tran:

Was kann der Löwe mir, bin ich sein Untertan?

Es könnte schließlich sein, dass ich ihn selbst verschlinge,

den Löwen her! Ich fordere ihn vor die Klinge!

Ihr werdet sehen, wie ich den Schelm vertreibe,

die sieben Häute, Stück für Stück,

zieh ich ihm ab vom Leibe

und schicke ihn dann nackt nach Afrika zurück.

 

Vertaald door Eberhard Esche

 

Michalkov

Sergej Michalkov (12 maart 1913 – 27 augustus 2009)

Dave Eggers, Shihab Nye, Jack Kerouac, Edward Albee, Kathrin Schmidt, Henrike Heiland, M. A. Numminen, Gabriele d’Annunzio, De Schoolmeester, Helga Goetze, Irving Layton, Françoise d’Eaubonne, Sergej Michalkov

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008.

Uit: You Shall Know Our Velocity!

I was talking to Hand, one of my two best friends, the one still alive, and we were planning to leave. At this point there were good days, good weeks, when we pretended that it was acceptable that Jack had lived at all, that his life had been, in its truncated way, complete. This wasn’t one of those days. I was pacing and Hand knew I was pacing and knew what it meant. I paced like this when figuring or planning, and rolled my knuckles, and snapped my fingers softly and without rhythm, and walked from the western edge of the apartment, where I would lock and unlock the front door, and then east, to the back deck’s glass sliding door, which I opened quickly, thrust my head through and shut again. Hand could hear the quiet roar of the door moving back and forth on its rail, but said nothing. The air was arctic and it was Friday afternoon and I was home, in the new blue flannel pajama pants I wore most days then, indoors or out. A stupid and nervous bird the color of feces fluttered to the feeder over the deck and ate the ugly mixed seeds I’d put in there for no reason and lately regretted–these birds would die in days and I didn’t want to watch their flight or demise. This building warmed itself without regularity or equitable distribution to its corners, and my apartment, on the rear left upper edge, got its heat rarely and in bursts. Jack was twenty-six and died five months before and now Hand and I would leave for a while. I had my ass beaten two weeks ago by three shadows in a storage unit in Oconomowoc–it had nothing to do with Jack or anything else, really, or maybe it did, maybe it was distantly Jack’s fault and immediately Hand’s–and we had to leave for a while. I had scabs on my face and back and a rough pear-shaped bump on the crown of my head and I had this money that had to be disseminated and so Hand and I would leave. My head was a condemned church with a ceiling of bats but I swung from this dark mood to euphoria when I thought about leaving.“

dave_eggers

Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zij heeft een Palestijnse vader en een Amerikaanse moeder. Gedurende haar middelbare schooltijd woonde zij in Ramallah en in Jeruzalem. Zij studeerde daarna Engels en wereldreligies aan Trinity University in Texas. Nye publiceerde verschillende bundels, waaaronder You and Yours (2005) en 19 Varieties of Gazelle: Poems of the Middle East (2002).

 

Blood

  

“A true Arab knows how to catch a fly in his hands,”

my father would say. And he’d prove it,

cupping the buzzer instantly

while the host with the swatter stared.

 

In the spring our palms peeled like snakes.

True Arabs believed watermelon could heal fifty ways.

I changed these to fit the occasion.

 

Years before, a girl knocked,

wanted to see the Arab.

I said we didn’t have one.

After that, my father told me who he was,

“Shihab”–“shooting star”–

a good name, borrowed from the sky.

Once I said, “When we die, we give it back?”

He said that’s what a true Arab would say.

 

Today the headlines clot in my blood.

A little Palestinian dangles a truck on the front page.

Homeless fig, this tragedy with a terrible root

is too big for us. What flag can we wave?

I wave the flag of stone and seed,

table mat stitched in blue.

 

I call my father, we talk around the news.

It is too much for him,

neither of his two languages can reach it.

I drive into the country to find sheep, cows,

to plead with the air:

Who calls anyone civilized?

Where can the crying heart graze?

What does a true Arab do now?

 

NaomiShihabNye

Shihab Nye (St. Louis,12 maart 1952)

 

De Amerikaanse schrijver Jack Kerouac werd geboren op 12 maart 1922 in Lowell, in de Amerikaanse staat Massachusetts. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008.

 

Uit: On The Road

 

Dean stands in the back, saying, ‘God! Yes!’ — and clasping his hands in prayer and sweating. ‘Sal, Slim knows time, he knows time.’ Slim sits down at the piano and hits two notes, two C’s, then two more, then one, then two, and suddenly the big burly bass-player wakes up from a reverie and realizes Slim is playing ‘C-Jam Blues’ and he slugs in his big forefinger on the string and the big booming beat begins and everybody starts rocking and Slim looks just as sad as ever, and they blow jazz for half an hour, and then Slim goes mad and grabs the bongos and plays tremendous rapid Cubana beats and yells crazy things in Spanish, in Arabic, in Peruvian dialect, in Egyptian, in every language he knows, and he knows innumerable languages. Finally the set is over; each set takes two hours. Slim Gaillard goes and stands against a post, looking sadly over everybody’s head as people come to talk to him. A bourbon is slipped into his hand. ‘Bourbon-orooni — thank-you-ovauti …’ Nobody knows where Slim Gaillard is. Dean once had a dream that he was having a baby and his belly was all bloated up blue as he lay on the grass of a California hospital. Under a tree, with a group of colored men, sat Slim Gaillard. Dean turned despairing eyes of a mother to him. Slim said, ‘There you go-orooni.’ Now Dean approached him, he approached his God; he thought Slim was God; he shuffled and bowed in front of him and asked him to join us. ‘Right-orooni,’ says Slim; he’ll join anybody but won’t guarantee to be there with you in spirit. Dean got a table, bought drinks, and sat stiffly in front of Slim. Slim dreamed over his head. Every time Slim said, ‘Orooni,’ Dean said ‘Yes!’ I sat there with these two madmen. Nothing happened. To Slim Gaillard the whole world was just one big orooni.’

 

Jack_Kerouac

Jack Kerouac (12 maart 1922 – 21 oktober 1969)

 

De Amerikaanse schrijver Edward Albee werd geboren op 12 maart 1928 in Washington DC. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008.

Uit: Which Theatre Is the Absurd One?

 „A theatre person of my acquaintance–a man whose judgement must be respected, though more for the infallibility of his intuition than for his reasoning–remarked just the other week, “The Theatre of the Absurd has had it; it’s on its way out; it’s through.”

Now this, on the surface of it, seems to be a pretty funny attitude to be taking toward a theatre movement which has, only in the past couple of years, been impressing itself on the American public consciousness. Or is it? Must we judge that a theatre of such plays as Samuel Beckett’s “Krapp’s Last Tape,” Jean Genet’s “The Balcony” (both long, long runners off-Broadway) and Eugene Ionesco’s “Rhinoceros”–which, albeit in a hoked-up production, had a substantial season on Broadway–has been judged by the theatre public and found wanting?

And shall we have to assume that The Theatre of the Absurd Repertory Company, currently playing at New York’s off-Broadway Cherry Lane Theatre–presenting works by Beckett, Ionesco, Genet, Arrabal, Jack Richardson, Kenneth Koch and myself–being the first such colle
ctive representation of the movement in the United States, is also a kind of farewell to the movement? For that matter, just what is The Theatre of the Absurd?

Well, let me come at it obliquely. When I was told, about a year ago, that I was considered a member in good standing of The Theatre of the Absurd I was deeply offended. I was deeply offended because I had never heard the term before and I immediately assumed that it applied to the theatre uptown–Broadway.“

 

Albee2009

Edward Albee (Washington DC, 12 maart 1928)

 

De Duitse schrijfster Kathrin Schmidt werd geboren op 12 maart 1958 in Gotha. Van 1976 tot 1981 studeerde zij psychologie in Jena, daarna was zij wetenschappelijk assistente in Leipzig en wetenschappelijk medewerkster aan het Institut für Vergleichende Sozialforschung in Berlijn. 1986/87 studeerde zij aan het Literaturinstituut “Johannes R. Becher”. Na de val van de muur werd zij redactrice bij het vrouwenblas Ypsilon. Sinds 1994 is zij zelfstandig schrijfster.

 

Uit: Die Gunnar-Lennefsen-Expedition

 

“Josepha Schlupfburgs Faible für Taschenkalender geht weit über jenes Maß hinaus, das sich aus bloßer Erwerbsarbeit ergeben könnte. Du steckst in den Kalender eine Ewigkeit, den du entblätterst bei Kaffee und Bodenfrost, murmelt sie, wenn ihre Nächte unter der Rassel eines vorsintflutlichen (falls der Leser das Wort Sintflut als Synonym für den letzten Krieg gelten zu lassen geneigt ist) Weckers regelmäßig dahinsterben, aller Schlaf einer splittrigen Scheibe Toast zum Opfer fällt und der dicke braune Aufguß der Marke Rondo Melange mindestens dreimal ihre Tasse füllt. In der Küche einer Wohnung übrigens, die Josepha Schlupfburg seit ihrem sechsten Lebensjahr mit ihrer Urgroßmutter Therese teilt, mehr in Freud denn in Leid – und doch durch die Not an Wohnungen gedrungen, seit sie erwachsen ist und gern ein Eigenes hätte, ihren Rhythmus zu finden. Gewohntem ergeben, steht die Druckerin Josepha Schlupfburg auch heute (wie eh und je) mit der fünften Stunde auf, zu der die alte Therese zum ersten Mal zur Toilette zu schlurfen pflegt. Die Außenwand bezeichneter Küche, die den Hintergrund des hier zu schildernden morgendlichen Aufbruchs abgibt, hat Josepha Schlupfburg mit exakt zweiundzwanzig bebilderten Kalendern behängt, deren erster aus dem Jahre ihrer Geburt stammt und wie die der darauffolgenden sechs Jahre von Thereses Hand mit nicht zu vergessenden Terminen, Geburts- und Namenstagen und einer Vielzahl kaum zu entschlüsselnder Zeichen, Kreuzchen und Punkte übersät worden ist. Vom Jahr ihres Schulbeginns an hat dann Josepha die Feder geführt und vermerkt, was zu vermerken ihr wichtig schien. Zu den Weihnachtsfesten brachte sich Therese den Inhabern der Buch- und Schreibwarengeschäfte als treue Kundin in Erinnerung: Sie kaufte Kalender. Die Küchenwand bietet Tier-, Zirkus-, Pferde-, Kunst-, Vogel-, Blumen-, Kirchen- und Frauenkalender, deren monatliche Seiten eine Plastspirale zusammenhält oder Papierleim. Josepha, die sich beim Frühstücken unbeobachtet weiß, hat sich mit den Jahren einen rituellen Spaß daraus gemacht, mittels der ihr innewohnenden magischen und Zeitverschiebungs-Kräfte am jeweils Ersten des Monats durch einen besonderen Klapp-Blick die entsprechende Seite aufzuschlagen.”

 

KarinSchmidt

Kathrin Schmidt (Gotha, 12 maart 1958)

 

De Duitse schrijfster Henrike Heiland werd geboren op 12 maart 1975 in Solms. Zie ook mijn blog van 12 maart 2008.

Uit: Späte Rache

„Der Raum glich einer dieser Zellen in psychiatrischenAnstalten. Zellen, in denen man die Patienten einschließt, dieaggressiv gegen sich und andere sind. Wo die Wände mitweichem Polster verkleidet sind, so dass sich die Patientennicht verletzen können. Aber es war keine Gummizelle, in dieer sie gesperrt hatte. Der Raum war großzügiger als eine Zelle,und auch wenn die Wände gepolstert waren, der Boden warmit einem grauen, fleckigen Teppichboden ausgelegt.Außerdem gab es überall Steckdosen, und die Tür war keineZellentür. Aber auch sie war von innen mit schwerem,weichem Polster verkleidet. Das Schaumstoffpolster an denWänden war schäbig und dreckig.Es war dunkel. Der Raum hatte nur ein einziges Fenster,aber das führte nicht nach draußen. Es führte in einenanderen Raum. Und es war sowieso mit einem schwarzen Tuchabgeklebt, so dass kein Licht hindurchdringen konnte. Nurmanchmal, wenn er die Tür öffnete, kam Licht herein, unddann konnte sie sich etwas umsehen.“

Heiland

Henrike Heiland (Solms, 12 maart 1975)

 

De Finse schrijver, dichter, zanger, componist, entertainer en filmmaker Mauri Antero Numminen werd geboren op 12 maart 1940 in Somero. Vanaf 1960 studeerde hij in Helsinki acht jaar lang economie, sociologie, filosofie en Fins. Al tijdens zijn studie verscheen zijn eerste roman Energiasäästäjä (Energiespaarder). Ook nam hij toen al muziek op en draaide hij korte films. In 1970 richtte hij het Uusrahvaanomainen Jatsiorkesteri (Neorustikaal Jazzorkest) op. In hetzelfde jaar verscheen de bundel Kauneimmat runot (De mooiste gedichten). Sindsdien publiceerde hij in onregelmatige afstanden nieuwe bundels, briefwisselingen en romans. Zijn bekendste roman is Tango on intohimoni (Duits: Tango ist meine Leidenschaft, 1998).

 

Uit: Tango ist meine Leidenschaft (Vertaald door Eike Fuhrmann)

“Das Glied schwillt an und stört beim Tanzen. Auf dem Land verschwinde ich dann immer gleich nach dem Tanz in den Wald, reiße einen Birkenzweig ab und bestrafe das Glied mit scharfen kleinen Hieben. Die Züchtigung bringt es wieder zur Räson, und ich kann zurück und eine andere Braut auf den Tanzboden holen.
In der Stadt muß ich dazu auf die Toilette, aus der hinteren Hosentasche die spezielle Gliedpeitsche hervorholen und das steife Organ durchhauen. Klar, daß es sich beruhigt. Gewalt ist das einzige Mittel, das Glied schlaff zu kriegen. Obwohl es sich wie zum Trotz in irgendeiner Kurve beim nächsten GehTango schon wieder aufrichtet. Scheint, als kapiert es nicht, was aus so einem Benehmen folgt. Besonders ärgerlich find ich, daß ich, immer wenn das Glied steif wird, gerade mit einer Frau am Tanzen bin. Zu Hause, wenn ich im Gedenken an meine Jugend mit dem Besen tanze, zeigt das Glied nicht die geringste Irritation. Es ist biologisch auf Frauen fixiert. Ich selbst halte viel von Frauen, geistig, aber ich laß mich deswegen doch nicht vom Sinn meines Lebens abbringen”

ma_numminen

M. A. Numminen (Somero, 12 maart 1940)

 

 

De Italiaans schrijver, dichter en politicus Gabriele d’Annunzio werd geboren in Pescara op 12 maart 1863. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008.

 

THE SOWERS 1

 

The sturdy peasants plod across the field

Leading the oxen, slow and placid-faced;

Behind them smokes the furrow, iron-traced,

And open for the coming season’s yield.

Then with a flinging gesture of the hand

 

The sower casts the grain; the agecl seem

To lift to heaven all their prayers, and dream

Of copious harvests — if the Lord command.

Almost a pious human gratitude

Today honors the Earth. In the faint light

Of dusk the temples of the hills, snow-white,

Arise at vespers, while men lift a crude

Plain chant on high, and there is in their mien

A sacerdotal majesty serene.

 

gabriele_d'annunzio

Gabriele d’Annunzio (12 maart 1863 – 1 maart 1938)

 

De Nederlandse dichter De Schoolmeester (Gerrit van de Linde) werd geboren op 12 maart 1808 in Rotterdam. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007 en ook mijn blog van 12 maart 2008.

 

De Dankbare Zoon

 

Ik ben een zeer gelukkig kind,

Wanneer men dit bedenkt:

Mijn vader is mijn beste vrind,

  Die my schier alles schenkt:

Zijn afgedragen zomervest,

Zijn oude broeken, en de rest;

  Maar dat weet Moeders naaister best.

 

Hoe lekker smaakt die boterham,

  Met dat Sint Nikolaas,

Dat mijn mama my brengen kwam

  In plaats van Leidsche kaas.

En och! hoe menig arme man

Zijn zoontjen proeft daar nimmer van;

Daar de ouwe ’t niet betalen kan!

 

En daarop noopt my dankbaarheid,

  Reeds op het pad der deugd

(Gelijk mijn vader dikwerf zeit)

  Te wand’len in mijn jeugd:

Altijd den rechten weg te gaan,

En, met mijn Zondags buisjen aan,

Nooit ergens tegen aan te staan.

 

Wanneer Papa uit wandlen gaat,

  Neemt hy ons dikwijls meê

En reciteert soms over straat

 ’t Sanscitiesch a, b, c:

En, als ik ’t hem dan nazeg, ik

Dan lees ik in zijn vaderblik:

“Ik ben ontzachlijk in mijn schik.”

 

En daarom is mijn vast besluit,

  O dierbaar ouderpaar –

Dat ik, ofschoon uw jongste guit,

  Uw meekrapkleurig hair

Nooit grijs doe worden voor den tijd,

Noch dat ik door gebrek aan vlijt

Het vaderhart u openrijt.

 

Integendeel, door mijn gedrag

  Hoop ik al meer en meer,

– Als ik het zoo ‘reis noemen mag, –

  Te strekken tot uw eer.

Zoo moogt gy eenmaal, oude liên!

Nog in uw jongste telg misschien

Uw evenbeeld gespiegeld zien.

 

Verleden week zag ik een zoon,

  Die zijne grootmama

Behandlen dorst met smaad en hoon,

  De moeder van zijn pa!

Hy zei: haar man, die ouwe paai,

Sprak naamlijk als een schorre kraai….

– Dat stond dien jongen heer niet fraai.

 

Schoolmeester

De Schoolmeester (12 maart 1808 – 27 januari 1858)

 

De Duitse dichteres, kunstenares en politiek activiste Helga Goetze werd geboren op 12 maart 1922 in Magdeburg. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007.

 

Ich bin das vierte Programm!

 

Ich bin das vierte Programm.

Wer geht da schon ran?

Das erste, das zweite, das dritte –

mehr faßt der Mensch nicht, ich bitte –

wie sollte da noch ein viertes in den Kanal?

Ander Mal!

Ander Mal!

 

Ich bin das vierte Programm!

Der Krimi, die Tagesschau und die Schlagerparade,

die fremden Länder, die Sporte vom Tage.

Und nun noch “life” ein Programm vom DU?

Wie komm ich dazu!

Laß mich in Ruh!

 

Ich bin das vierte Programm!

Hör zu

Fremde Geschichten hast du zu oft gehört,

man hat dich berieselt, man hat dich betört.

Nun stell doch endlich die Apparate aus

und kriech in dich rein in dein eigenes Haus

und empfange mal mich.

Und ich besuche dich!

 

Du meinst, das gibt kein gutes Programm?

Fang doch mal an!

Fang doch mal an!

 

Helga-Goetz

Helga Goetze (12 maart 1922 – 29 januari 2008)

 

De Canadese schrijver Irving Layton werd geboren als Israel Pincu Lazarovici op 12 maart 1912 in Tîrgu Neamt, Roemenië. Zie ook mijn blog van 12 maart 2007.

INSOMNIA

After the bath
you lay on the bed
exposing layers
of beautiful washed skin
we both stared at in surprise;
long strands of hair, shiny and damp
under the yellow sunlight,
fell over your shoulders:
they made two exclamation marks
with your stiffened nipples.

And gently you fell asleep
at my side;
while I, my sweet, stayed awake
all night
who had your uncovered beauty
to think about,
your nipples troubling me
in the night
like two mysterious asterisks.

layton

Irving Layton 12 maart 1912 – 4 janauri 2006)

 

De Franse schrijfster en feministe Françoise d’Eaubonne werd geboren op 12 maart 1920 in Parijs. Haar jeugd werd getekend door de ziekte van haar vader die in de loopgraven van WO I aan mosterfgas was blootgesteld. Toen zij zestien was brak de Spaanse burgeroorlog uit, later gevolgd door WO II. In 1971 behoorde zij tot de oprichters van FHAR, een revolutionaite homobeweging. In 1974 muntte zij in haar boek Le féminisme ou la mort de term ecofeminsme. d’Eaubonne schreef meer dan vijftig boeken : romans, essays, gedichten en science fiction.

Uit: An Open Letter to the Pope (1998)

 

Sexocide is the right word because it was a matter of misogyny striking an entire sex under pretext of witchcraft and held responsible for Original Sin, as were the Jews for the death of Christ: a misogyny brought to a head by the writings of the Fathers of the Church as well as by brilliant theologians like Tertullien and Origene. For a long time, amidst the influence of Thomas Aquinas, Jean Chrysostome and Saint Jerome among so many others, the insults and curses of this tradition served to lay the way for this “witch-hunt” which was, above all, a “woman-hunt” more than a hunt for witchcraft itself, because just as the Malleus of Kramer and Sprenger states, “Sorcerers (male witches) are of little consequence.”We remind Your Holiness that these two authors were not the fathers, yet the birthers of this bane – the plague of misogyny – the most famous being the Dominican Jakob Sprenger (1436-1496) now recognized by historians as a sexual obsessive on the brink of psycopathology despite his chaste morality.

On the contrary it was the completely corrupt Pope Innocent VIII, whose orgies maintained the anxiety of Sin and the fear of the daughters of Eve, who gave print to this wide call to murder and upheld it. He approved of Sprenger’s choice to elect the term Maleficarum rather than Maleficorum to underline that it was especially a question of pursuing and killing the Evil in women, hardly in male witches. These are well-known historical truths.

The story is even more remarkable when one considers that despite the passage of time, a very convincing case of heresy in regards to this famous manual, prelude to Mein Kampf, has never been exposed.

 

deaubonne

Françoise d’Eaubonne (12 maart 1920 – 3 augustus 2005)

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 12 maart 2007.

De Russische dichter Sergej Michalkov werd geboren op 12 maart 1913 in Moskou.