Allerzielen (Willem Wilmink), Ilse Aichinger, Kees van den Heuvel

 

 

Day of the Dead door Marta Martonfi-Benke, 2006

 

Allerzielen

Soms loopt er door een drukke straat
ineens een oude kameraad
of reisgenoot.
Je weet zodra je hem begroet:
het kan niet dat ik hem ontmoet,
want hij is dood.

Eerst ben je nog een tijd verbaasd
omdat die levende toch haast
die dode was.
Heb je de zaak dan afgedaan,
dan komt er weer zo’n dode aan,
met flinke pas.

Thuis van het dodencarnaval
zie je de spiegel in de hal,
je schrik is groot:
die man daar in het spiegelglas,
met die bekende regenjas,
was die niet dood?

 

Willem Wilmink (25 oktober 1936 – 2 augustus 2003)
De Grote kerk in Enschede, de geboorteplaats van Willem Wilmink

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

FLORESTAN

Nu wil ik jou,
mijn broer,
in de gangen vangen
en onder de sneeuw
drijven.
De overgangen
wil ik je laten zien
en de plaatsen
om kort te rusten.
Ik wil je
van de lichte plekken
wegjagen,
dat je ver omhoogvliegt
en naar mij
op weg gaat,
naar onze krans,
de nacht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

De Nederlandse dichter en vertaler Kees van den Heuvel werd geboren op 2 november 1960 in Mill. Zie ook alle tags voor Kees van den Heuvel op dit blog.

Uit: Medelijden, medeleven, bijna: vriendschap. Hans Werkman en Willem de Mérode (Samen met Cees van der Pluijm)

“Hans Werkman: Ook ik heb een aantal fouten gemaakt, zeker in mijn eerste biografie: daarin was ikzelf te nadrukkelijk aanwezig. Een biograaf moet de feiten geven. De manier waarop hij dat doet, heeft een forse mate van subjectiviteit, maar het gaat toch om controleerbare gegevens. Bovendien was ik te weinig op mijn hoede ten aanzien van briefgetuigenissen. Ik dacht: ‘Als die man aan Jaap Romijn iets in een brief schrijft, dan klopt dat.’ Pas later kwam ik erachter dat hij bij voorbeeld in de zelfde tijd iets heel anders aan Barend de Goede schreef. Dat moet je dan tegen elkaar afwegen. [Jaap Romijn, Barend de Goede en Bert Bakker waren vrienden die De Mérode tijdens de laatste jaren van zijn leven regelmatig bezochten; KvdH/CvdP.] Voor mijn tweede biografie heb ik alle brieven weer doorgelezen en daaruit heb ik dingen opgenomen die ik vroeger als minder belangrijk zag, maar die ik nu goed vond passen. In dat boek ben ik ook minder op de voorgrond getreden. En in De Mérode en de jongens heb ik dingen gepubliceerd die in dat kader weer van belang waren, zoals mijn eigen ervaringen met De Mérodes inmiddels oud geworden vriendjes. Hoe gaan die met zijn nagedachtenis om? Daar zit ook een verhaal in.Ik ben niet van plan nog meer over De Mérode te schrijven, maar als ik ooit weer de geest zou krijgen, zou het een boek worden over 1924, de acht maanden die De Mérode toen in de gevangenis heeft gezeten, met wat daaraan voorafging en wat erop volgde. Hoe is dat voor hem geweest? Ik kan dat enigszins reconstrueren aan de hand van een getuigenis van Ernst Groenevelt [vriend en collegaredacteur van Het Getij; KvdH/CvdP], die in de zelfde periode in de gevangenis zat, en van een aantal gedichten. Ik ben ook in die gevangenis geweest. Maar dat boek kan natuurlijk alleen maar een roman worden en geen biografie, daarvoor zijn er te weinig gegevens beschikbaar.”

 

Kees van den Heuvel (2 november 1960 – 11 januari 2010)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

PRAYER ON ALL SAINTS’ DAY (Malcolm Cowley), Ilse Aichinger

 

 

Kerkhof Allerheiligen door Leo Grewenig, 1929

 

PRAYER ON ALL SAINTS’ DAY

Mother,
lying there in the old Allegheny Cemetery,
last in the family plot—
I stood there on that overcast November day;
I have never gone back.
Craves played no part in our Swedenborgian family,
with my father’s trust in celestial reunions
and my oblivious selfishness.
Now after thirty-eight years I go back in spirit,
I kneel at the graveside, I offer my testimony:
this I have done, Mother, with your gift;
this I have failed to do.

Your hope, all that was left, you placed in me:
I should outshine the neighbors children,
grow up to be admired,
have worldly possessions too.
Those were modest aims you gave me, Mother;
I have achieved them all.

A wife you might have chosen for me,
but I chose her first;
a son to bear my father’s name;
an unmortgaged house and a mowed lawn.
The banker squeezes my hand;
the neighbors beam at me, each knowing
I will not wound his self-esteem.
You would have liked that, Mother.
“0h, Doctor,” you might have said,
we have a good son.”

 

Malcolm Cowley (24 augustus 1898 – 27 maart 1989)
Faith United Methodist Church Cemetery in Belsano, Pennsylvania, de geboorteplaats van Malcolm Cowley

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Sneeuwvolk

Ik meng mij niet zo licht
onder de vreemden van sneeuw
met kolen, bieten, houtwerk,
ik raak ze niet aan,
zolang ze vol vreugde pronken,
sommigen met meer gezichten
dan een.
Als dan de kolen
en de bieten vallen,
knopen, knoopsranden,
de rode liplinten,
zie ook ik dat strak aan
en maak geen geluid,
ik vlieg niet te hulp.
Misschien spreken ze
hun Milanees
mooier dan ik,
dat mag niet aan het licht komen.
En daarom stilte,
totdat dit licht hen licht
opgevat heeft
met alles wat zich daar
tussen Milanees
en Milanees verborgen houdt,
dan ook met mij.

 

Vertaald door Lucas Hüsgen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

Grabbesuch zu Allerseelen (Ingo Baumgartner), Ilse Aichinger, Kees van den Heuvel

 

Bij Allerzielen

 

Op het kerkhof in Fløng door Laurits Andersen Ring, 1904

 

Grabbesuch zu Allerseelen

Steingravur, ein Namenszug,
Stern und Kreuz für Lebensspanne,
Flamme auf dem Aschenkrug,
Blumen in der Marmorwanne.

Keine Trauerträne quillt,
fröhlich ist das Angedenken.
Schmerz ist lange schon gestillt,
innig das Gedankenschwenken.

Allerseelen, Grabbesuch,
Plauderstunde mit den Lieben.
Große Nähe, nie ein Bruch,
nie für immer fern geblieben.

 

Ingo Baumgartner (24 december 1944 – 16 juli 2015)
Oberndorf bei Salzburg, de geboorteplaats van Ingo Baumgartner

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Winterantwoord

De wereld is van de stof
die vraagt om beschouwing:
geen ogen meer
om de witte weiden te zien,
geen oren om tussen de takken
het gefladder van de vogels te horen.
Grootmoeder, waar zijn jouw lippen naartoe
om al het gras te proeven,
en wie reikt ons uiteindelijk de hemel aan,
wiens wangen schuren vandaag nog
tot bloedens toe langs de muren in het dorp?
Is het niet een duister woud
waar wij in terechtkwamen?
Nee, grootmoeder, het is niet duister,
ik kan het weten, ik woonde lang
bij de kinderen aan de rand,
en het is ook geen woud.

 

Vertaald door Lucas Hüsgen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

De Nederlandse dichter en vertaler Kees van den Heuvel werd geboren op 2 november 1960 in Mill. Zie ook alle tags voor Kees van den Heuvel op dit blog.

Uit: Medelijden, medeleven, bijna: vriendschap.  Hans Werkman en Willem de Mérode (Samen met Cees van der Pluijm)

“Ook ik heb een aantal fouten gemaakt, zeker in mijn eerste biografie: daarin was ikzelf te nadrukkelijk aanwezig. Een biograaf moet de feiten geven. De manier waarop hij dat doet, heeft een forse mate van subjectiviteit, maar het gaat toch om controleerbare gegevens. Bovendien was ik te weinig op mijn hoede ten aanzien van briefgetuigenissen. Ik dacht: ‘Als die man aan Jaap Romijn iets in een brief schrijft, dan klopt dat.’ Pas later kwam ik erachter dat hij bij voorbeeld in de zelfde tijd iets heel anders aan Barend de Goede schreef. Dat moet je dan tegen elkaar afwegen. [Jaap Romijn, Barend de Goede en Bert Bakker waren vrienden die De Mérode tijdens de laatste jaren van zijn leven regelmatig bezochten; KvdH/CvdP.] Voor mijn tweede biografie heb ik alle brieven weer doorgelezen en daaruit heb ik dingen opgenomen die ik vroeger als minder belangrijk zag, maar die ik nu goed vond passen. In dat boek ben ik ook minder op de voorgrond getreden. En in De Mérode en de jongens heb ik dingen gepubliceerd die in dat kader weer van belang waren, zoals mijn eigen ervaringen met De Mérodes inmiddels oud geworden vriendjes. Hoe gaan die met zijn nagedachtenis om? Daar zit ook een verhaal in.
Ik ben niet van plan nog meer over De Mérode te schrijven, maar als ik ooit weer de geest zou krijgen, zou het een boek worden over 1924, de acht maanden die De Mérode toen in de gevangenis heeft gezeten, met wat daaraan voorafging en wat erop volgde. Hoe is dat voor hem geweest? Ik kan dat enigszins reconstrueren aan de hand van een getuigenis van Ernst Groenevelt [vriend en collega-redacteur van Het Getij; KvdH/CvdP], die in de zelfde periode in de gevangenis zat, en van een aantal gedichten. Ik ben ook in die gevangenis geweest. Maar dat boek kan natuurlijk alleen maar een roman worden en geen biografie, daarvoor zijn er te weinig gegevens beschikbaar.

Waarom heeft u juist over Willem de Mérode een biografie willen schrijven?

Hans Werkman: De Mérode drong zich als het ware aan me op: ik ben geboren in Uithuizermeeden, waar hij als onderwijzer werkzaam is geweest. Als jongen had ik al belangstelling voor literatuur in het algemeen en ik was dus geïnteresseerd in de dichter die in mijn dorp had geleefd. Als ik langs dat huis kwam, wist ik: ‘Daar heeft een redelijk beroemd dichter gewoond.’ Bovendien had mijn vader een schoenmakerij en onder zijn klanten waren mensen die De Mérode gekend hadden. Af en toe werd er over hem gesproken, hoewel het al een hele tijd geleden was dat hij was weggegaan, en dan spitste ik mijn oren. Toen ik op mijn achttiende een tijd ziek was, kreeg ik van mijn oud-klasgenoten het tweede deel van de Gedichten en zo heb ik wat meer van hem leren kennen. Maar de biografie is eigenlijk de invalshoek geweest van waaruit ik zijn poëzie ben gaan lezen.”

 

Kees van den Heuvel (2 november 1960 – 11 januari 2010)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

A Sonnet for All Saints Day (Malcolm Guite), Ilse Aichinger

 

Bij Allerheiligen

 

De glorie van alle heiligen door Guercino, ca. 1645

 

A Sonnet for All Saints Day

Though Satan breaks our dark glass into shards
Each shard still shines with Christ’s reflected light,
It glances from the eyes, kindles the words
Of all his unknown saints. The dark is bright
With quiet lives and steady lights undimmed,
The witness of the ones we shunned and shamed.
Plain in our sight and far beyond our seeing
He weaves them with us in the web of being
They stand beside us even as we grieve,
The lone and left behind whom no one claimed,
Unnumbered multitudes, he lifts above
The shadow of the gibbet and the grave,
To triumph where all saints are known and named;
The gathered glories of His wounded love.

 

Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
De katholieke Kerk van de Verrijzenis in Ibadan

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Maartwens voor de tuin

Blijf een panter,
zwartling,
gevlekt en hongerig,
naar paasdinsdagen,
regenstrengen,
rozenkranswetten;
ook naar zulke,
die verslappen,
naar de weggegooide winsten,
van kinderloterijen,
de inhoud van
lieve, betekenisloze epistels,
blijf zo,
nat en woedend;
als je nu bent,
klaar om,
vanaf de eerste kittens
tot de wetsteen
en tot de lange grens
allen
en met alle verschillen
te verslinden,
blijf zo,
blijf hongerig
naar ons.

 

Vertaald door Fans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

Allerzielen (Gaston Burssens), Ilse Aichinger, Kees van den Heuvel

 

Bij Allerzielen

 

Allerzielen door Aladár Körösfői-Kriesch, 1910

 

Allerzielen

De rosse blaren van de najaarsbomen
beleggen ’t macadam met gouden zomen.
Er dwaalt een blijde stemming in de stad
van wemelende mensen, weeldezat.
De zon met gouden draden, fijn als rag
spint haar kleed voor allerheiligendag.

Ach kind er hangt
een waas van weemoed over!
zie jij ’t dan niet?

De glans van zon en lover
is niet zo helder als je meisjeslach;
‘t is immers morgen allerzielendag!

Voel jij niet dat in elke vreugde trilt
het leed om ‘t niet bezit van wat je wilt?
Het leed om ’t niet-bezit van je verlangen,

Zo dat de zon half
in de mist blijft hangen.

 

Gaston Burssens (18 februari 1896 – 29 januari 1965)
De Onze-Lieve-Vrouwekerk in Dendermonde, de geboorteplaats van Gaston Burssens

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Hooi

Hooi,
hooi in de kinderschuren,
waar te verbranden
of zichzelf voor altijd te verliezen
even gemakkelijk is.
Gebundeld hooi,
hooi op de velden,
hooi als bij de dodelijke verscheidenheid
van de mogelijkheden zomaar
bij elkaar gevoegde letters,
deze richting,
maar geen andere.
Hooi dat in de wind vliegt,
op de droge stoppels achterblijft,
voor altijd gescheiden van de anderen,
dat wacht op de sneeuw,
die de hemel ervan weg zal nemen,
zijn onbeweeglijke, doffe evenbeeld.
De zekerheid dat er geen troost is,
maar het gejubel.
Hooi, sneeuw en einde.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

De Nederlandse dichter en vertaler Kees van den Heuvel werd geboren op 2 november 1960 in Mill. Zie ook alle tags voor Kees van den Heuvel op dit blog.

Uit: Medelijden, medeleven, bijna: vriendschap.  Hans Werkman en Willem de Mérode (Samen met Cees van der Pluijm)

“Hans Werkman: In het begin heb ik De Mérode te eenzijdig positief gezien, qua karakter. Ik kwam bij Meertens [P.J. Meertens, een vriend met wie De Mérode uitvoerig heeft gecorrespondeerd; KvdH/CvdP] en het eerste dat hij vroeg, was: ‘Wat vindt u van hem?’ Ik had me daar nog niet mee beziggehouden, dus ik moest snel wat verzinnen. Ik zei: ‘Ik vind hem een integer man.’ Meertens zei toen: ‘De Mérode was helemaal geen integer man. Hij was een roddelend oud wijf.’ Dat vond ik heel ontluisterend.

Later ontdekte ik dat De Mérode een moeilijke man is geweest. Hij is zo geworden door die rampzalige tijd in 1924, dat heeft hem in zijn schulp gejaagd. Vóor die tijd bewaarde hij de meeste van zijn brieven, daarna niet meer. Hij schreef aan Meertens: ‘Ik verbrand jouw brieven onmiddellijk, doe die van mij alsjeblieft ook weg.’ Gelukkig heeft Meertens dat niet gedaan, maar in De Mérodes archieven heb ik maar weinig brieven gevonden. Dat zegt mij dat hij zeer argwanend is geworden.

U had geen afgerond beeld van De Mérode toen u aan de biografie begon?

Hans Werkman: Je kunt geen afgerond beeld hebben van degene over wie je moet schrijven, want dat leven is voorbij en je kunt het niet van dag tot dag reconstrueren. Wat je probeert, is met de fragmenten die je terugvindt een beeld te bouwen en je moet je daarbij voortdurend afvragen of het wel klopt. Het is te vergelijken met een vaas die gereconstrueerd wordt aan de hand van een aantal scherven. Daaraan wordt een heleboel klei toegevoegd om een idee te krijgen van de waarschijnlijke vorm. Nu moet je daar ook weer niet te pessimistisch over zijn, want de hoofdlijnen worden toch wel duidelijk, maar je moet niet de vaas naboetseren en je al te veel vrijheden veroorloven. Ik wil niet de feitenbiografie gaan verdedigen, want je moet een aantal witte plekken invullen, maar je moet aangeven waar je dat doet. Van der Plas, bij voorbeeld, heeft dat te weinig gedaan in zijn Gezellebiografie. Hij heeft knap werk geleverd, maar het is naar mijn smaak te subjectief. Het is geen wetenschappelijke biografie.”

 

Kees van den Heuvel (2 november 1960 – 11 januari 2010

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

All-Saints’ Day 1867 (Ada Cambridge), Ilse Aichinger

 

Bij Allerheiligen

 

Het Landauer-altaarstuk. Allerheiligen door Albrecht Dürer, 1511

 

All-Saints’ Day (1867)

Blessed are they whose baby-souls are bright,
Whose brows are sealèd with the cross of light,
Whom God Himself has deign’d to robe in white-
Blessed are they!

Blessed are they who follow through the wild
His sacred footprints, as a little child;
Who strive to keep their garments undefiled-
Blessed are they!

Blessed are they who commune with the Christ,
Midst holy angels, at the Eucharist-
Who aye seek sunlight through the rain and mist-
Blessed are they!

Blessed are they-the strong in faith and grace-
Who humbly fill their own appointed place;
They who with steadfast patience run the race-
Blessed are they!

Blessed are they who suffer and endure-
They who through thorns and briars walk safe and sure;
Gold in the fire made beautiful and pure!-
Blessed are they!

Blessed are they on whom the angels wait,
To keep them facing the celestial gate,
To help them keep their vows inviolate-
Blessed are they!

Blessed are they to whom, at dead of night,-
In work, in prayer-though veiled from mortal sight,
The great King’s messengers bring love and light-
Blessed are they!

Blessed are they whose labours only cease
When God decrees the quiet, sweet release;
Who lie down calmly in the sleep of peace-
Blessed are they!

Whose dust is angel-guarded, where the flowers
And soft moss cover it, in this earth of ours;
Whose souls are roaming in celestial bowers-
Blessed are they!

Blessed are they-our precious ones-who trod
A pathway for us o’er the rock-strewn sod.
How are they number’d with the saints of God!
Blessed are they!

Blessed are they, elected to sit down
With Christ, in that day of supreme renown,
When His own Bride shall wear her bridal crown-
Blessed are they!

 

Ada Cambridge (21 november 1844 – 19 juli 1926)
St Germans church in Wiggenhall St Germans, de geboorteplaats van Ada Cambridge

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Tijdig advies

Ten eerste
moet je geloven,
dat het dag wordt
als de zon opkomt.
Maar als je het niet gelooft,
zeg ja.
Ten tweede
moet je geloven
en met al je kracht,
dat het nacht wordt,
als de maan opkomt.
Maar als je het niet gelooft,
zeg ja
of knik toegeeflijk met je hoofd,
dat accepteren ze ook.

 

Vertaald door Fans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

Allerzielen (Maarten Das), Ilse Aichinger

 

Bij Allerzielen

 

Allerzielen in Rome door Jose Gallegos, 1907

 

Allerzielen

Was je maar bij me, de stad is zo kil.
De nevelen boven de grachten,
het schuifelen tussen de gevels,

de fietsers over het Smakkelaarsveld.
We zijn met onnoemelijk velen
en onze dagen zijn geteld.

Ik lig in het zoveelste trapportaal en ril.
Waar jij liep, hangt nu een leegte
en in die leegte vat ik kou –

en toch durf ik te wedden
dat er een rustplaats is onder de sterren,
een dak van licht voor jou.

 

Maarten Das (Amersfoort, 11 maart 1980)
De St. Joriskerk in Amersfoort

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Bergrand

Want wat zou ik doen
als de jagers er niet waren, mijn dromen,
die in de ochtend
aan de achterkant van de bergketen
afdalen, in de schaduw.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)
In 1978

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

ALL SAINTS’ DAY (Connie Wanek), Ilse Aichinger  

 

Bij Allerheiligen

 

Angels and Saints door Scott Hahn, 2014

 

ALL SAINTS’ DAY

It happens that the world has run out of patience.
Sleet coats a smashed pumpkin,
and the wraith hanging in an immature maple

must be lowered, washed and dried, and spread
again across the child’s bed.
A north wind strips the popple of its costume, and flagellates

its bare limbs. The hills wear coarse gray, for penance,
before they’re cowled in white.
And all the candy energy abroad last night,

the candle flame that lit up a malicious grin,
the brass of car horns,
the pillowcases bulging with extorted chocolates—

all is surrendered. The soul is a cold cell in November,
with one supernal window –
admitting a wan light accessible only to those

who have given up the ghost.

 

Connie Wanek (Madison, 1 juni 1952)
Saint Raphael’s Cathedral in Madison, Wisconsin, de geboorteplaats van Connie Wanek

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Het land uit

Boeken uit vreemde boekerijen,
de aangesterkte duiven.
Kwam het op de oorden aan
die we te verlaten
in staat zijn,
met hun frambozestruiken,
de doeken
die zich in de wind al plooien,
ze veranderen in stilte achter onze rug,
terwijl wij blijven,
op de warme ruggen
van de tuinen, stenig
of van zand.

 

Vertaald door Lucas Hüsgen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

Allerzielen (Bert Deben), Ilse Aichinger

Bij Allerzielen

 

Allerzielen door Josef Jíra, 1984

 

Allerzielen

Hij wandelt door de Winterlaan
vermoeidheid tekent zijn gezicht
maar elke stap is heel gericht
hij weet waar hij naartoe wil gaan

het is niet ver meer hier vandaan
gedachten in zichzelf gericht
de nevel glinstert in het licht
de weg die hij graag in wil slaan

hij ziet een glimlach in de mist
gezichten uit verleden tijd
ze groeten hem, hij ziet voldaan
hoe zij op hem te wachten staan

hij zegt dat hij is voorbereid
en voor zichzelf al heeft beslist.

 

Bert Deben (Antwerpen, 1960)
De Antwerpse begraafplaats Schoonselhof

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Voorlopig advies

Ten eerste
moet je geloven
dat het dag wordt,
als de zon opkomt.
Maar als je het niet gelooft,
zeg ja.
Ten tweede
moet je geloven
en met alle macht,
dat het nacht wordt,
als de maan opkomt.
Maar als je het niet gelooft,
zeg ja
of knik meegaand met je hoofd,
dat accepteren ze ook.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

A Poem For All Saints Day (Stephen Spender), Ilse Aichinger

Bij Allerheiligen

 

Glas-in-lood-raam in All Saints’ Church, Stamford, Lincolnshire

 

A Poem For All Saints Day

I think continually of those who were truly great.
Who, from the womb, remembered the soul’s history
Through corridors of light, where the hours are suns,
Endless and singing. Whose lovely ambition
Was that their lips, still touched with fire,
Should tell of the Spirit, clothed from head to foot in song.
And who hoarded from the Spring branches
The desires falling across their bodies like blossoms.

What is precious, is never to forget
The essential delight of the blood drawn from ageless springs
Breaking through rocks in worlds before our earth.
Never to deny its pleasure in the morning simple light
Nor its grave evening demand for love.
Never to allow gradually the traffic to smother
With noise and fog, the flowering of the spirit.

Near the snow, near the sun, in the highest fields,
See how these names are fêted by the waving grass
And by the streamers of white cloud
And whispers of wind in the listening sky.
The names of those who in their lives fought for life,
Who wore at their hearts the fire’s centre.
Born of the sun, they travelled a short while toward the sun
And left the vivid air signed with their honour.

 

Stephen Spender (28 februari 1909 – 16 juli 1995) Interieur van All Saints Church in Londen, de geboorteplaats van Stephen Spender

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Winterantwoord

De wereld is gemaakt uit stof
die overweging vereist:
geen ogen meer
om de witte weiden te zien
geen oren in de takken
om hetgeroezemoes van de vogels te horen.
Grootmoeder, waar zijn je lippen gebleven
om de grassen te proeven
en wie ruikt voor ons de hemel ten einde,
wiens wangen wrijven zich vandaag
nog kapot aan de muren in het dorp?
Is het niet een donker bos,
waar we in zijn geraakt?
Nee, grootmoeder, het is niet donker
Ik weet het, ik woonde lang
bij de kinderen aan de rand,
en het is ook geen bos.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.