Breyten Breytenbach, Alfred Schaffer, Frans Kusters, Michael Nava, Justin Haythe

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook mijn blog van 16 september 2010 en eveneens alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.

(de buikspreker)

was het Rimbaud die de dichtkunst
aan de vooravond van zijn vertrek
naar Afrika
op de knie heeft genomen zodat ze
wenen kon?

want in Afrika
is het ’t voorrecht van een dichter
immers dat je niet hoeft in te staan
voor je opinies

je neemt het gedicht op je schoot
die schattige
buikpop:
en laat het dan een dans dansend
vrijheidsliederen zingen voor Afrika

 

aan de wereld te kunnen zeggen

aan de wereld te kunnen zeggen
de weg te onthouden
wanneer de gedachte aan
het grote vergeten voor
nog een aanlokkelijk avontuur is
te luisteren hoe de boom groeit
en de rondingen van de wind
met de hand te verkennen
te weten hoe de vernedering
van armoede vreet
en het verdriet van macht
met een vinger het bloed
te proeven en te schrijven
het gezicht van het wordwoord
te kunnen tekenen
het bestaan te zingen en te bezingen
dat de zin van het zijn het leven is

 

Vertaald door Laurens van Krevelen

 

spieden over de muur

eerst is er de zeer blauwe koepel
dan een gerafelde witte wolk zuiver wit
zoals het wit en enkel dromend
van een heel oude man met een ruw geheugen die toen hij nog jong was
zo veel van nachtvlinders hield

dan de halve cirkel van de maan
zo wit in die dag
een kaalkop met ouderdomsvlekken
de witgespikkelde kale kop van een heel oude stinkkaas-man
die door diepe waters loopt

en hoger dan de muren een vlinder wit dartelend
eerst een maar daarna twee in flappertonen
witte vlucht twee witte zakdoekjes één
in een onzichtbare trein

elke dag is huwelijk

 

Vertaald door Adriaan van Dis

 
Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

Lees verder “Breyten Breytenbach, Alfred Schaffer, Frans Kusters, Michael Nava, Justin Haythe”

Dolce far niente, P. C. Boutens, Breyten Breytenbach, Alfred Schaffer, Frans Kusters, Michael Nava, Justin Haythe, James Alan McPherson, Hans Arp

Dolce far niente

 
Sand Dunes at Sunset door Henry Ossawa Tanner, ca 1885
Dit schilderij hangt in de Green Room van het Witte Huis

 

Laatste zomerdag

Al de gouden middaguren
Van de zonnen die verzonken,
Stralen door dit blankdoorblonken
Blindend dak van blauwe muren
Op den stervensstillen lach
Van den laatsten zomerdag.

In de dalen van de duinen
Huivren wondre schemeringen
Om de helderheid der dingen;
En geen aêm vleugt langs de kruinen;
Dieper dan de middagvreê
Hijgt de stilte van de zee.

Als verwaasde glanzen dalen
Door de sidderende luchten
Vlakker al de breede vluchten
Van verzilverd gouden stralen,
Tot de glans in gloed ontblaakt
Waar hij Zomers peluw raakt. . .

Mogen liefdes gouden uren
Die uw oogen zijn vergeten
Tot éen glans van hemelsch weten,
Zóo uw witte peluw vuren,
Ziel mijn ziel, waar uw gezicht
In zijn laatsten glimlach ligt!

 

 
Pieter Cornelis Boutens (20 februari 1870 – 14 maart 1943)
Middelburg, haven. Boutens werd geboren in Middelburg.

Lees verder “Dolce far niente, P. C. Boutens, Breyten Breytenbach, Alfred Schaffer, Frans Kusters, Michael Nava, Justin Haythe, James Alan McPherson, Hans Arp”

Breyten Breytenbach, Alfred Schaffer, Frans Kusters, Michael Nava, Justin Haythe, James Alan McPherson, Hans Arp

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook mijn blog van 16 september 2010 en eveneens alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.

het manifest van de meelevendheid der dichters

wij zijn de dichters / wij gunnen elkaar de vrijheid van denken
en verbeelding / wij kijken naar elkaars
woordworstelingen als kleuters die Noachs archeologie
met boetseerklei vormgeven / en wij
zijn allemaal blij met de vruchten van andermans
handen / wij zijn de dichters / wij hebben grote
medeklinkende harten die belangeloos
opgaan in de liefde / wij zijn niet jaloers
of afgunstig / we voelen ons nooit afgescheept /
wij oordelen niet en veroordelen niet / wij
proberen elkaar niet te verdoezelen met de ikkesotische
concepten van het Empaier / noch
zullen wij een ander ooit vergiftigen met wierook
of hem met stroferoof het canongedonder insturen /
wij zijn de dichters / geringschattend
is als woord te tongbeduvelend om ooit
piekfijn en fris in een gedicht onderuit gehaald te worden
wij nemen niemand bij de neus en zijn niet zelfvoldaan /
wij bakkeleien immers niet om de kruimels
van de tafel van de baas / kijk, wij begluren nooit een ander
en apen nooit na / wij zijn de dichters / wij koeren
als vredesduiven wederzijdse bewondering /
bovendien: wij weten dat al onze lettergrepen torentjes zijn
van as en zandkasteeltjes op het land / en brandende
kaarsjes van ons op de tocht van de geschiedenis / daarom
zijn onze monden welluidend van meelevendheid /
want wij zijn de dichters / armzalige broeders en zusters /
dus waarom zouden wij ooit in elkaars gat
of oog willen koekeloerehoeren of de ander in de oven stoppen?

 

there is no time

there is no time
time is man’s skin
it cracks and crackles and shrinks
in life’s passing-by
in the fire of being
telling the hours
then letting them be
in the ever reverberating
moment of silence
 
in the smoking dance
of the evening star and the midnight sun
in the curl of the leaf
in the dove’s swiftly
graceful and fluttered
gesture of dying
 
there is no time
time is the shooting
comet of recall
strewing heaven with the sparks
of stories no one will ever hear again
 
time’s my love for you
the lizard movements
in your body that come and go
to fill the hollows
with the fire of telling
those many faces of departure
 
there is no time
just the pulse of the heart
as pain under eye-shells
 
just the emptied tell-skin
of this poem
splotched and measured
by cancer words of forgetting
like lizard shit

 
Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

Lees verder “Breyten Breytenbach, Alfred Schaffer, Frans Kusters, Michael Nava, Justin Haythe, James Alan McPherson, Hans Arp”

Breyten Breytenbach, Frans Kusters, James Alan McPherson, Michael Nava, Justin Haythe, Hans Arp

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook mijn blog van 16 september 2010 en eveneens alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.

ode aan taal

vogelen

ik wil je openvouwen als een vleugel
kijken hoe sterk de penneveren nog vloeien
de leefrimpels van je hart
van mond naar hand voelen popelen
zien hoe je als een schip
het vaarwater laat bloeien
met de vlucht van de zon

voor je als een schaduw uit de mouw
weer aan je nachtwerk begint:
schaduw in de tuimelende ruimtezerk
van steen

 

het laatste gedicht

het laatste gedicht is dat
met het minste gewicht
want het is een weg en een weggaan
                                                  in beweging
en belichaamd in vervlieding
het uiteindelijk bekende gezicht
van anonimiteit                            van een leven
in verleefde beweging

het laatste gedicht paart niet
het heeft geen afsluiting met punt
of vraagteken
want de slotregel is slechts een sluis
is altijd een optie
op het opzeggen voor altijd
het opengaan van de passage
naar opgaan in beweegzingen

het laatste gedicht is het zichtbaar
maken van het overgaan
van dansende tekens naar de bevrijding
                                                 van onzichtbaarheid

 

land van genade en verdriet

I
tussen jou en mij
hoe verschrikkelijk
hoe wanhopig
hoe vernietigend breekt het tussen jou en mij

zoveel verwonding in ruil voor waarheid
zoveel verwoesting
zo weinig is overgebleven om voor te overleven

waar gaan we heen van hier?

je stem slingert
woedend
langs de kil snerpende zweep van mijn verleden

hoe lang duurt het?
hoe lang voor een stem
een ander bereikt

in dit land dat zo bloedend tussen ons ligt

 
Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

Lees verder “Breyten Breytenbach, Frans Kusters, James Alan McPherson, Michael Nava, Justin Haythe, Hans Arp”

Justin Haythe, Andreas Neumeister, Anna Bosboom – Toussaint, Frans Eemil Sillanpää

De Amerikaanse schrijver Justin Haythe werd geboren op 16 september 1973 in Londen. Zie ook mijn blog van 16 september 2008 en ook mijn blog van 16 september 2010.

 

Uit: The Honeymoon

„After lunch we waited at the table for him to finish packing. We could hear him banging closets and drawers until he reappeared wearing a hat. We followed him into the hallway and waited for the elevator. He stood amongst his luggage; my mother and I amongst ours. ‘Be careful of the Arab children in the park,’ he told me. He turned to Maureen. ‘Petits voleurs,’ he explained. She smiled although she did not understand. She would look it up as soon as he had gone. He picked up his cases and stepped into the elevator. She blew him a kiss. ‘Bon voyage!’ she called.

When he was gone, the reflection of Maureen and me looked back from the mirrored elevator doors. I wore a white canvas hat and a pair of favourite copper corduroys. Maureen had yet to remove her pink silk jacket.

‘Don’t listen to him,’ she said. ‘He’s trying to impress you.

Only men need to impress children. You don’t need to be any more careful with one person than another.’

She began her inspection of the apartment the way she entered a gallery: as if she had money to spend. She passed from room to room with increasing excitement. When she found one more impressive than another, she called out for me to come and have a look. There was a pink study with a fireplace and a pair of French doors looking out onto the street; a small toilet off the hallway containing a gold-painted sink; and the kitchen with three Thai-wicker umbrellas bound to form a single lampshade. She could not stand still and almost as soon as I entered a room, she left it. She was like a child receiving a gift long obsessed over – slightly panicked by a world in which dreams are realized.

Marcel had inherited his money. The apartment was large for a bachelor living alone, with both a guest room and maid’s quarters. It was substantially larger than our place in New York, and had a view of the park across the street and, in the evenings, of the patches of setting sun reflected from the windows onto the tops of the trees. Marcel directed documentary films, usually about the Amazon. Several years later, Maureen took me to see one when it was playing in New York.“

 


Justin Haythe (Londen, 16 september 1973)

Lees verder “Justin Haythe, Andreas Neumeister, Anna Bosboom – Toussaint, Frans Eemil Sillanpää”

Breyten Breytenbach, James Alan McPherson Michael Nava, Hans Arp, Andreas Neumeister, Anna Bosboom – Toussaint, Justin Haythe, Frans Eemil Sillanpää

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook mijn blog van 16 september 2006 en ook mijn blog van 16 september 2007 en ook mijn blog van 16 september 2008 en ook mijn blog van 16 september 2009.

Uit: Intimate Stranger

“Poetry is the breath of awareness

However much you feed a wolf, it always looks to the forest. We are all wolves in the dense forest of Eternity.” This was written by the Russian poet Marina Tsvetaeva, the man said softly as he stroked the silver fur of the animal crouched in his arms. The animal pricked up its ears, then strained to look back at the dark copse of trees where shadows moved as if alive. As if alive and waiting to move out into the open.

Listen, this process called poetry is an exercise in imagining memory, and then having that memory snare and cherish imagination. Yet, every poem is and will be a capsule of territory in the perpetual present tense, a vessel taking on the ever-changing colors of the sea.

Poetry is the breath of awareness and the breathing thereof. I even mean this literally, for underlying the flow and the fall of verses are ‘natural units’ of consciousness sculpted by rhythm, by recall, by movement reaching for the edges of meaning and of darkness. One could illustrate by averring that the poem is a membrane, rippling, thrumming; reminding us that we are breathing organisms continually translating the space around us, continually translating ourselves into spaces of the known and thus drawing circumferences around locations of the unknown. From this one could extrapolate that the practice and process of remembering /evoking /awakening events and our selves lead quite naturally to questioning the polarities of other and I, to writing (and un-writing) the self, and toward rewriting the world. The boat changes the water.

Poetry is also the wind of time and thus the movement and singing of being. An old poet friend of mine – now coming to the end of his life and cold to dying, the earth lurching under his unsteady tread as he hides his eyes behind tinted glasses to soften the glaring (maybe the gloating) look of Dog Death sniffing closer – told me the other day that whatever memory and understanding he has of himself, of the route and the roads traveled, of seas navigated, of big H history, he knows through the resonance of a clutch of poems.”

breytenbach

Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

 

De Amerikaanse schrijver James Alan McPherson werd geboren op 16 september 1943 in Savannah, Georgia. Zie ook mijn blog van 16 september 2009.

Uit: A Loaf of Bread

“It was one of those obscene situations, pedestrian to most people, but invested with meaning for a few poor folk whose lives are usually spent outside the imaginations of their fellow citizens. A grocer named Harold Green was caught red-handed selling to one group of people the very same goods he sold at lower prices at similar outlets in better neighborhoods. He had been doing this for many years, and at first he could not understand the outrage heaped upon him. He acted only from habit, he insisted, and had nothing personal against the people whom he served. They were his neighbors. Many of them he had carried on the cuff during hard times. Yet, through some mysterious access to a television station, the poor folk were now empowered to make grand denunciations of the grocer. Green’s children now saw their father’s business being picketed on the Monday evening news.

No one could question the fact that the grocer had been overcharging the people. On the news even the reporter grimaced distastefully while reading the statistics. His expression said, “It is my job to report the news, but sometimes even I must disassociate myself from it to protect my honor.” This, at least, was the impression the grocer’s children seemed to bring away from the television. Their father’s name had not been mentioned, but there was a close-up of his store with angry black people, and a few outraged whites, marching in groups of three in front of it. There was also a close-up of his name. After seeing this, they were in no mood to watch cartoons. At the dinner table, disturbed by his children’s silence, Harold Green felt compelled to say, “I am not a dishonest man.” Then he felt ashamed. The children, a boy and his older sister, immediately left the table, leaving Green alone with his wife. “Ruth, I am not dishonest,” he repeated to her.

Ruth Green did not say anything. She knew, and her husband did not, that the outraged people had also picketed the school attended by their children. They had threatened to return each day until Green lowered his prices. When they called her at home to report this, she had promised she would talk with him. Since she could not tell him this, she waited for an opening. She looked at her husband across the table.”

mcpherson

James Alan McPherson (Savannah, 16 september 1943)

 

De Amerikaanse schrijver Michael Nava werd geboren op 16 september 1954 in Stockton, Calefornië. Zie ook mijn blog van 16 september 2009.

Uit: How Town

“The road to my sister’s house snaked through the hills above Oakland, revealing at each curve a brief view of the bay in the glitter of the summer morning. Along the road, houses stood on small woodsy lots. The houses were rather woodsy themselves, of the post and beam school, more like natural outcroppings than structures. Wild roses dimpled the hillsides, small, blowsy flowers stirring faintly in the trail wind of my car. Otherwise, there was no movement. The sky was cloudless, the weather calm and the road ahead of me clear.

Earlier, coming off the Bay bridge I’d taken a wrong turn and found myself in a neighborhood of small pastel houses. Grafitti-gashed walls and a preternatural calm marked it as gang turf. The papers had been full of gang killings that month. When I drove past, a child walking by herself flinched, ready to take cover. None of that was visible from these heights.

This was like living in a garden, I thought, and other associations came to mind: Eden, paradise, a line from “Sunday Morning” that I murmured aloud: “Is there no change in paradise?” I couldn’t remember the rest. Elena would know. And she would appreciate the irony. She and I had grown up in a neighborhood called Paradise Slough in a town called Los Robles about an hour’s drive from here.

There had been little about our childhood that could be described as paradisiacal. Our alcoholic father was either brutal or sullenly withdrawn. Our mother retaliated with religious fanaticism. As she knelt before plaster images of saints, in the flicker of votive candles, her furious mutter was more like invective than prayer. Their manias kept my parents quite busy, and Elena and I were more or less left to raise ourselves.”

nava

Michael Nava (Stockton, 16 september 1954)

 

De Frans-Zwitserse kunstenaar, dichter en schrijver Hans (Jean) Arp werd geboren op 16 september 1886 in Straatsburg. Zie ook mijn blog van 16 september 2006. Zie ook mijn blog van 16 september 2008en ook mijn blog van 16 september 2009.

kaspar ist tot

weh unser guter kaspar ist tot
wer trägt nun die brennende fahne im wolkenzopf verborgen täglich zum schwarzen schnippchen schlagen
wer dreht nun die kaffeemühle im urfass
wer lockt nun das idyllische reh aus der versteinerten tüte
wer verwirrt nun auf dem meere die schiffe mit der anrede parapluie und die winde mit dem zuruf bienenvater ozonspindel euer hochwohlgeboren
weh weh weh unser guter kaspar ist tot. heiliger bimbam kaspar ist tot.
die heufische klappern herzzerreissend vor leid in den glockenscheunen wenn man seinen vornamen ausspricht. darum seufze ich weiter seinen familiennamen kaspar kaspar kaspar.
warum hast du uns verlassen. in welche gestalt ist nun deine schöne grosse seele gewandert. bis du ein stern geworden oder eine kette aus wasser an einem heissen wirbelwind oder ein euter aus schwarzem licht oder ein durchsichtiger ziegel an der stöhnenden trommel des felsigen wesens.
jetzt vertrocknen unsere scheitel und sohlen und die feen liegen halbverkohlt auf dem scheiterhaufen.
jetzt donnert hinter der sonne die schwarze kegelbahn und keiner zieht mehr die kompasse und die räder der schiebkarren auf.
wer isst nun mit der phosphoreszierenden ratte am einsamen barfüssigen tisch.
wer verjagt nun den sirokkoko teufel wenn er die pferde verführen will.
wer erklärt uns die monogramme in den sternen
seine büste wird die kamine aller wahrhaft edlen menschen zieren doch das ist kein trost und schnupftabak für einen totenkopf.

arp

Hans Arp (16 september 1886 – 7 juni 1966)

 

De Duitse schrijver Andreas Neumeister werd geboren op 16 september 1959 in Starnberg. Zie ook mijn blog van 16 september 2009.

Uit: Könnte Köln sein

„Wenn alle Wege nach Rom führen, dann müssten erst recht auch sämtliche Autobahnen nach Rom führen.

Immerhin zwei der fünf vom am nördlichen Fuß der Alpen gelegenen Basislager in fünf Windrichtungen strebenden Autobahnen führen letztendlich über Brenner und Alpen auf direktem Weg nach Rom Von verschiedenen Moränenhügeln aus den Bau der Garmischer Autobahn mitverfolgt. Bei Exkursionen zu Baustellen immer gerne mit dabei. Operation am offenen Herzen einer bewegten Landschaft. Baustelle mit Alpenblick: Immerhin ist Vater Ingenieur beim Bau der Autobahnbrücke über Loisach und Loisach-Moos gewesen.

Immerhin ist die Ohlstätter Brücke Vaters Lieblingsbaustelle gewesen. (Spannbeton – es kommt darauf an, was man daraus macht.) Karin-Stoiber-Tunnel bei Farchant. Einschlägige Bauten, Olympiade 1936. Garmisch bleibt rechts liegen. Garmisch kann uns gestohlen bleiben. Mittenwald wird aufgeständert umgangen. Kasernen im Heimatschutzstil, Jäger, Gebirgsjäger alles aus der Guten Alten Zeit Großkampfstätten des Wintersports: a.) Garmisch b.) Innsbruck. Die Isar als Wildbach verschwindet unter einer Brücke nach rechts. Seefeld schon auf der Höhe vom Brenner. Der Zirlerberg führt hinunter in den Abgrund.

Vom Seefelder Sattel hinunter nach Innsbruck am Inn. Energieverschwendung. Eine Stadt, die ich als Kind gerne verfluchte. Das Goldene Dachl. Städte in tief eingeschnittenen Tälern gehören verboten. Zum Wohl und Schutz ihrer Bewohner. Die Stadt, ein Flughafen zwischen Inntalautobahn und Brennerautobahnzubringer gequetscht. Die neue Hungerburgbahn: irakische Architektin!“

neimeister

Andreas Neumeister (Starnberg, 16 september 1959)

 

De Nederlandse schrijfster Anna Bosboom – Toussaint werd geboren op 16 september 1912 te Alkmaar. Zie ook mijn blog van 16 september 2006. Zie ook mijn blog van 16 september 2008 en ook mijn blog van 16 september 2009.

Uit: De Alkmaarsche wees

“Met eene gewaarwording van vroolijke voldoening, doch door weemoed getemperd, zet ik dien titel boven hetgeen ik ga nederschrijven. Voldoening, omdat ik spreken mag van dien eerbiedwaardigen karaktertrek onzer vaderen: zorge en liefde voor het verlatene; trouwe en teêrheid voor het weeskind. Weemoed, omdat de instelling, die ook in onze stad van dien karaktertrek getuigde in mijn tijd heeft opgehouden te bestaan, voor onze Protestantsche weezen; omdat ik niet zonder een blik van benijding en van bewondering, die ik gaarne wil uitspreken, mijne Katholieke stadgenooten uit eigen fondsen en ten koste van welke offers dan ook, zich dat voorrecht zie verzekeren, waarop het menschelijk hart en het vaderlandsch gevoel grooteren prijs hadden behooren te stellen dan zij getoond hebben te doen, die zulke offers te groot hebben geacht. Hunne redenen te wegen of te doorgronden is noodeloos en hier niet oorbaar; maar de klachte, die mij op ’t harte lag, moest ik lucht geven: Geen Gereformeerd weeshuis meer in dàt Alkmaar, dat zich toch niet de mindere toont, als er beroep wordt gedaan op hare goeddadigheid, en dat eene der bloeiendste wordt geacht onder de zeven Westfriesche steden! Dat was het reeds in 1611, als men Schagen en anderen gelooven mag, en …. wat voor ons zijne belangrijkheid heeft, toen bestond er een weeshuis.

Het was Zondag: er is iets eigenaardig aandoenlijks in, op zulken heiligen dag des Heeren, de weezen te zien opgaan naar het huis van Hem, die het gezegd heeft, dat Hij hun Vader wil zijn; er is iets liefelijks in hen te zien komen en gaan in lange statige rij, allen ordelijk en stemmig voortgaande, twee

aan twee, de kleinsten vooruit, soms nog wel aan de hand geleid, de grooteren volgende, de plaatsvervangende vader en moeder met de leermeesteressen den trein sluitende: het geeft u zoo goed een denkbeeld van de stilheid, de aandacht en orde, die de vrome godsdienstige zin met zich brengt.”

bosboom

Anna Bosboom – Toussaint (16 september 1812 – 13 april 1886)
Borstbeeld in Alkmaar

 

De Amerikaanse schrijver Justin Haythe werd geboren op 16 september 1973 in Londen. Zie ook mijn blog van 16 september 2008.

Uit: The Honeymoon

 „She had met Marcel somewhere else, in another European city I was too young to remember. That’s what he told me when we met. We stood in the front hallway of his apartment and shook hands. ‘We’ve met before,’ he said. ‘You were small.’ He kissed Maureen on both cheeks and then held her by the shoulders. He said, ‘Look at you.’ She stepped back out of his grasp so that we could look at her. ‘You have a beautiful mother,’ he told me.

This was June of 1980. I was eleven years old and he was leaving for the summer. I have often wondered if he and my mother were sleeping together. He was twenty years older than she was, heavy-set, with a thick moustache. On the train into Paris, Maureen had assured me that Marcel was, in some ways, a great man. But I cannot help remembering his hands on her body, on her clothes where he could feel what she wore underneath.

He showed us to our rooms. He put Maureen in the large bedroom where he slept, where the bed was still unmade, and showed me into the guest room that had once belonged to his daughter, Claudia. There was a single bed, a hand-painted child’s desk and dark carpet. He showed Maureen the priceless artefacts on the shelves that could not be replaced if broken and the wine in the cupboard that had survived both wars and was too precious to be drunk.

Maureen and I sat opposite Marcel at lunch. He gripped the bottle of white wine by the neck, and plunged it back into the ice bucket when the glasses were full. Without turning his head, he gestured out towards the street behind him and said the best shopping in Paris was just a few streets away.

‘I have no interest in shopping,’ she told him. ‘And besides, I can’t afford it, as you well know.’ He laughed as if she had said exactly what he had expected her to say.“

 haythe

 Justin Haythe (Londen, 16 september 1973)

 

De Finse schrijver en Nobelprijswinnaar Frans Eemil Sillanpää werd geboren in Hämeenkyrö op 16 september 1888. Zie ook mijn blog van 16 september 2006.

Uit: People in the Summer Night (Vertaald door Alan Blair)

“There is almost no summer night in the north; only a lingering evening, darkening slightly as it lingers, but even this darkening has its ineffable clarity. It is the approaching presentiment of the summer morning. When the music of late evening has sunk to a violet, dusky pianissimo, so delicate that it lenghtens into a brief rest, then the first violin awakens with a soft, high cadence in which the cello soon joins, and this inwardly perceived tone picture is supported outwardly by a thousand-tongued accompaniment twittering from a myriad of branches and from the heights of the air. It is already morning, yet a moment ago it was still evening.”

Sillanpää

Frans Eemil Sillanpää (16 september 1888 – 3 juni 1964)

 

Hans Arp, Anna Bosboom – Toussaint, Justin Haythe, Thomas Ross, Frans Eemil Sillanpää

De Frans-Zwitserse kunstenaar, dichter en schrijver Hans (Jean) Arp werd geboren op 16 september 1886 in Straatsburg. Zie ook mijn blog van 16 september 2006.

Opus Null

1
Ich bin der große Derdiedas
das rigorose Regiment
der Ozonstengel prima Qua
der anonyme Einprozent.

Das P. P. Tit und auch die Po
Posaune ohne Mund und Loch
das große Herkulesgeschirr
der linke Fuß vom rechten Koch.

Ich bin der lange Lebenslang
der zwölfte Sinn im Eierstock
der insgesamte Augustin
im lichten Zelluloserock.

2
Er zieht aus seinem schwarzen Sarg
um Sarg um Sarg um Sarg hervor.
Er weint mit seinem Vorderteil
und wickelt sich in Trauerflor.

Halb Zauberer halb Dirigent
taktiert er ohne Alpenstock
sein grünes Ziffernblatt am Hut
und fällt von seinem Kutscherbock.

Dabei stößt er den Ghettofisch
von der möblierten Staffelei.
Sein langer Würfelstrumpf zerreißt
zweimal entzwei dreimal entdrei.

3
Er sitzt mit sich in einem Kreis.
Der Kreis sitzt mit dem eignen Leib.
Ein Sack mit einem Kamm der steht
dient ihm als Sofa und als Weib.

Der eigne Leib der eigne Sack.
Der Vonvon und die linke Haut.
Und tick und tack und tipp und topp
der eigne Leib fällt aus der Braut.

Er schwingt als Pfund aus seinem Stein
die eigne Braut im eignen Sack.
Der eigne Leib im eignen Kreis
fällt nackt als Sofa aus dem Frack.

4
Mit seiner Dampfmaschine treibt
er Hut um Hut aus seinem Hut
und stellt sie auf in Ringelreihn
wie man es mit Soldaten tut.

Dann grüßt er sie mit seinem Hut
der dreimal grüßt mit einem du.
Das traute sie vom Kakasie
ersetzt er durch das Kakadu.

Er sieht sie nicht und grüßt sie doch
er sie mit sich und läuft um sich.
Der Hüte inbegriffen sind
und deckt den Deckel ab vom Ich.

hans-arp-1905

Hans Arp (16 september 1886 – 7 juni 1966)

 

De Nederlandse schrijfster Anna Bosboom – Toussaint werd geboren op 16 september 1912 te Alkmaar. Zie ook mijn blog van 16 september 2006

 

Uit: Almagro

“Eene vrouw, die moeder eener achttienjarige dochter is, en nog, daarenboven, Lord jeverless tot echtgenoot heeft, moet vaak genoegens en begeerten aan hare berekeningen opofferen.

De season is reeds aangevangen; alles ijlt naar Londen; twee luisterrijke assemblées zijn er reeds gegeven; entréekaartjes, voor de eerstkomende raouts, liggen vóór mij op mijn schrijfkistje, en toch vertoef ik nog met mijne anny, die beter danst dan menige eerste danseuse van de opera, wier élégante taille in onze côterie haars gelijken niet vindt, hier, op Chummore-Castle, bij den ouden St. really, die altijd buiten woont, sinds hij zijn prachtig hôtel in de hoofdstad, tot zijns zoons meerderjarigheid, aan Sir b. verhuurde.

Hij leeft daar echter niet eenzaam, zijne oudvaderlijke gastvrijheid en goed humeur maken, dat hij zijn ruim kasteel bijna altijd opgevuld ziet met gasten, die er komen, om onder de vrienden van den aanzienlijken Lord geteld te worden, of, omdat zij smaak vinden in hem zelven, of in degenen, die men er aantreft. Thans echter, nu de wintervermaken de meeste lieden naar de stad drijven, zoude het hier spoedig ledig geworden zijn, zoo niet onze gastheer aan een gedeelte van zijn gezelschap had voorgesteld, om te blijven tot den dag waarop zijn zoon meerderjarig wordt, daar hij dien met eenigen luister wenscht te vieren. Eenparig werd er besloten, niet te vertrekken; mijn gemaal echter uitgezonderd; hij, die zich hier niet vermaakte, niet inziende, dat hij ergens noodig kan zijn, waar hij zich niet vermaakt, verliet ons, en aan mij alleen bleef het dus opgedragen, om een sinds lang ontworpen huwelijksplan voor mijne dochter tot stand te brengen. Zie, dit is de oorzaak mijner afwezigheid van Londen, in eenen tijd, die zeker door hen, die mij geen goed hart toedragen, gebruikt zal worden, om de ontwerpen, welke hun eigenbelang medebrengt, voor te staan. Doch van dit alles thans niets; liever maak ik het u duidelijk, waarom ik u schrijf.”

Bosboom

Anna Bosboom – Toussaint (16 september 1812 – 13 april 1886)
Portret door D. J. Sluyter

 

 

 

De Amerikaanse schrijver Justin Haythe werd geboren op 16 september 1973 in Londen. Zie ook mijn blog van 16 september 2008.

 

 

Zie voor de drie bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 16 september 2008.

De Nederlandse schrijver Tomas Ross (eig. Willem Pieter Hogendoorn) werd geboren in Den Bommel op 16 september 1944. Ross volgde het gymnasium Sorghvliet te Den Haag en deed in 1964 staatsexamen. Vervolgens studeerde hij korte tijd geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 1966-1969 deed hij de School voor Journalistiek in Utrecht en in 1975 studeerde hij af aan de Universiteit van Amsterdam in niet-westerse sociologie. Ross werkte vervolgens als journalist onder meer voor het dagblad Het Vaderland en voor de VNU. Bovendien werkte hij op televisie voor de NOS en de TROS. Voor deze laatste omroep presenteerde hij Op de man af. Sinds 1984 is hij fulltime schrijver. Hij debuteerde in 1980 als schrijver van misdaadromans met De Honden van het Verraad, een politieke thriller over de vrijheidsstrijd van Zuid-Molukkers. Deze roman wordt al gekenmerkt door wat later zijn handelsmerk zou worden: spannende fictie, gebaseerd op feiten en grondige research, waarbij hij meestal zegt te stuiten op doofpotaffaires. Naast romanschrijver is hij ook scenarioschrijver, onder meer van de televisieseries Bij de gratie Gods (1996) en Wij, Alexander (1998) en van enkele films van Theo van Gogh (waaronder 06/05, een bewerking van zijn eigen boek De zesde mei).

 

Uit: Mathilde

 

„Wanneer Mathilde Maria Theodora de Doelder, kortweg Tilly, in 1957 op haar negentiende in Amsterdam arriveert, weet ze niets van wat een paar jaar later die stad op zijn kop zal zetten: de studentenopstand, de provo’s, seks, drugs en rock & roll. Evenmin kent de stad haar: een naïef maar s
lim meisje uit Zeeland. Enkele jaren later is dat totaal anders: ‘tout’ Amsterdam kent Tilly als Mathilde, de exentrieke en verwende vrouw van de beroemde schilder Carel Willink. Geen feest, geen expositie zonder Mathilde in een van haar peperdure Fong Leng-creaties. Het burgerlijke meisje ontpopt zich als de koningin van het uitgaansleven en domineert de showpagina’s van kranten en tijdschriften met haar uitzinnig luxe leven, door de veel oudere schilder gefinancierd.

Er wordt echter gefluisterd dat Willink genoeg van haar heeft: van haar uitspattingen, haar inmiddels overbekende hysterie, haar affaires en haar contacten met de onderwereld. Volgens ingewijden is het zogenaamde sprookjeshuwelijk een hel waaruit de schilder niet kan ontsnappen omdat hij door Mathilde wordt gechanteerd. Ook na de scheiding, wanneer ze haar luxe leventje voortzet in een riant Amsterdams pand, bezocht door een stoet van minnaars: schatrijke zakenlieden, geheimzinnige buiten- landers, zelfs criminelen. Willink is inmiddels weer gelukkig met zijn nieuwe bruid Sylvia.„

 

Ross

Tomas Ross (Den Bommel, 16 september 1944)

 

Zie voor onderstaande schrijver mijn blog van 16 september 2006.


De Finse schrijver en Nobelprijswinnaar Frans Eemil Sillanpää werd geboren in Hämeenkyrö op 16 september 1888.

 

 

Breyten Breytenbach, Hans Arp, Anna Bosboom – Toussaint, Justin Haythe, Frans Eemil Sillanpää

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook mijn blog van 16 september 2006 en ook mijn blog van 16 september 2007.

 

Goya

Francisco de Goya y Lucientes

with candles on the brim of his hat

straddles the rim of a dark century dark horses

my beloved

mouth-blind and the scream of terror

a dead stone in the head the head

of a dog squinting over earth’s hump

 

and inscribes his black paintings

on plaster of house walls the house

of the deaf masks under a rotten

rolling moon

my beloved

 

black as blood

black as bread

black as murder

black as chaos

black as execution

white like the fire flashing from the muzzle

of the gun

the bull smothers in his own blood

life is quicklime muffling the bones

 

from dark heaven arises a carnival

of cripples condemned ones a flare

of ghosts his hand remembers

does the hand still remember

the fawning of idiot king and retarded princesses

the bayonet in the freedom fighter’s gut

the crowning of the sardine remember

still the slender outline

the pale flesh and the dark fleece

of Maria del Pilar Teresa Cayetana

de Silva Alvarez de Toledo

la Duquesa de Alba

my beloved

 

his maja in red and black and gold

dark horses in the night the night

a populacho in procession

black like insomnia

our god is a mule

a muted blinding cry

a wall of darker fire

 

it is said poetry completes

what history leaves out

black like death

my beloved

my beloved

 

I’m so glad we live in peaceful times

 

 

 

in a burning sea

 

how often were we wrapped in coolness on the floor

the smell of turpentine and fire

the canvases white to our empty eyes

night’s indifference

and the moon a smile somewhere outside

out of sight

days decompose like seasons beyond the panes

leaves of rain, a face, a cloud, this poem

I wanted to leave my imprint on you

to brand you with the flaming hour

of being alone

no fire sings as clear

as the silver ashes of your movements

and your melancholy body

I wanted to draw that sadness from you

so that you might be revealed

the way a city opens

on a bright landscape

filled with pigeons and the fire of trees

and silver crows also out of sight in the night

and the moon a mouth that one can ignite

and then I wished that you could laugh

and your body bitter

my hands of porcelain on your hips

your breath such a dark-dark pain

a sword at my ear

how often were we here

where only silver shadows stir

only through you I had to deny myself

through you alone I knew I had no harbor

in a burning sea

 

breytenbach

Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

 

 

De Frans-Zwitserse kunstenaar, dichter en schrijver Hans (Jean) Arp werd geboren op 16 september 1886 in Straatsburg. Zie ook mijn blog van 16 september 2006.

 

 

WESTÖSTLICHE ROSEN

…. 1

…. die rosen werden an die hüte gekreuzigt, die lippen
der rosen fliegen fort.
…. die blutigen organe tropfen auf den sichtbaren
thron des halbwüchsigen westöstlichen steines und
auf die weißen totenköpfe.
…. die drei rasierten sommer und die drei rasierten
kreuze wackeln wie der mai auf krücken fort.
…. der leierleib erzählt von blutigen schlachten gegen
behaarte steine. der leierleib schießt giftigen schaum
steinerne krücken blutige nasen behaarte steine gegen
die rasierten totenköpfe.

…. 2

…. der leierleib tropft blut auf die weißen vorhemden
wie in einer unverpackten schlacht und wirft seine
drei schneeballen hinter seine drei sommer.
…. aus den retorten rollen die totenköpfe der Itosen.
…. die lippen der hüte kommen auf krücken zurück.
…. die handschuhe werden an die hüte gekreuzigt.
…. die kreuze lehnen aneinander wie der halbe mann
vom bräutigam am anderen halben manne vom
bräutigam.

…. 3

…. der leierleib erzählt der schaumgeburt von einem
halbwüchsigen westöstlichen stein der beileibe und
heiseele auf einem sichtbaren thron sitzt und von
den wagehalsigen und wagenasigen die blutige teile
5e,oen den mai werfen. da schießt die schaumgeburt
giftige akzentvögel gegen die signaturorgane des
leierleibes hängt sich klöppel an ihre geballten flügel
und läutet und fliegt fort zu den geflügelten worten.
…. die flügel rasieren die behaarten herzen.
…. das stückchen luft wackelt und ruft qui vive.
…. so geht es hinauf und hinab wie in einem brief.

…. 4

…. es läutet in den herzen.
…. die schaumgeburt packt weiße mailuft in einen
schneebrief.
…. der halbwüchsige westöstliche stein wirft seine
drei handschuhe hinter seine drei hüte und hängt
sich an den rosen auf.
…. der leierleib rasiert seine schlachtenklöppel.
…. geflügelte rosen fliegen zu der schneeleier.

 

Hans_Arp

Hans Arp (16 september 1886 – 7 juni 1966)

 

De Nederlandse schrijfster Anna Bosboom – Toussaint werd geboren op 16 september 1912 te Alkmaar. Zie ook mijn blog van 16 september 2006.

 

Uit: De Prinses Orsini

 

Terwijl de Loire zich voortdringt door de liefelijke landouwen van Touraine, vormt een harer teêrste en bogtigste takken, de Indre, door het kozend omvatten van eenige morgen gronds, even beneden Tours, een klein schiereiland, dat….. dan, wij herroepen dezen aanvang, en vervolgen de gedachte beschrijving niet verder; sedert den tijd, waarvan wij spreken wilden, kan gansch Touraine en geheel Frankrijk zijn veranderd van uiterlijk voorkomen, gelijk het van zeden, van staatsvorm intusschen oneindige malen is verwisseld. Kanalen kunnen gegraven zijn geworden, en meren gedempt, en rivieren tot andere bedding gebragt; want wij meenden u te verhalen van Touraine in 1714, toen nog lodewijk XIV over Frankrijk eenen schepter zwaaide, bezwaard met den pantoffel van de maintenon en den rozenkrans van Père le tellier. Bij gevolg kon mijn schiereiland er wel niet meer zijn, en staken misschien de bewoners van de Indre-oevers, als ze dit lezen konden, de hoofden op, zoo als die van het gedroogde Haarlemmermeer het over honderd jaren zouden doen, wanneer iemand hun den grooten waterplas tusschen Zwanenburg en de Kaag afschilderde – en er geene Haarlemmermeerboeken bestonden, om voor hunne beschrijving te getuigen. Een zoodanig nuttig Werk over de Indre bestaat er niet, zoover ik wete, en ik vinde het dus raadzaam, om er niet veel meer van

[p. 218]

te zeggen, dan dat ik de liefelijke plek heb gezien met den blik der verbeelding, en dat ze zoo lag, omgeven van zoet rivierwater, in het midden van dat weelderige landschap van Midden-Frankrijk, ’t welk nu reeds den naam van Touraine heeft moeten afleggen, om, als de andere provincie’s, den naam te dragen van de wateren, die het doorstroomen; departement de l’Indre et Loire heet het, sedert de dagen der Republiek.

Als uit een’ cirkel van groen, en een’ zilveren ring van water, rees er een alleraardigst lusthuis op, in welks bouworde de Italiaansche stijl de heerschende was, schoon het niet te ontkennen viel, dat de toenmalige Fransche smaak er zijnen invloed op had uitgeoefend. Het was duidelijk, dat de bouwmeester uit beide stijlen had genomen alles, wat het meest dienstig kon zijn en doeltreffend, om zijne stichting tot een smaakvol en gemakkelijk zomerverblijf in te rigten.”

 

bosboom

Anna Bosboom – Toussaint (16 september 1812 – 13 april 1886)

 

 

De Amerikaanse schrijver Justin Haythe werd geboren op 16 september 1973 in Londen. Daar bezocht hij de Amerikaanse school en Middlebury College. Hij behaalde een graad als Master of Fine Arts aan het Sarah Lawrence College. Zijn romandebuut, The Honeymoon, werd in 2004 genomineerd voor de Man Booker Prize. Samen met Pieter Jan Brugge schreef hij het dramatische stuk The Clearing, dat verfilmd werd. Op dit moment werkt hij als schrijver en proucent aan de film  Snitch, die gepland is voor 2009.

 

Uit: The Honeymoon

 

On a nice day, we used to go out as if we were going out for a night on the town. I sat on the bed and watched her dress the way she thought a French woman would dress: a thin blue sweater, yellow linen trousers with a zip on the side, a hat for the sun. Light from the window fell at her feet. Her hair was folded up beneath her hat, a few loose strands dabbing at the nape of her neck as she leaned down to put on her shoes without bending her knees.

We spent our afternoons in the museums; our mornings in the park across the street. The leaves on the branches were swollen with sunlight. All across the park, the trees staggered with the weight. We walked around the empty pond, along the gravel path and through the flower beds until we found a bench in the shade of a tree. It was a wealthy part of the city. Most people had gone away to the beach or to the mountains and only tourists or those unfortunate enough to have to work all summer spent their mornings in the park. The tourists sat in outdoor cafes while the workers ate sandwiches and bathed their feet in the fountains. Maureen did not consider us tourists.

The only other children in the park were the children of wealthy Arabs, dressed in perfect miniature suits and dresses. They came with nannies and minders, and spoke English like royalty. I stood watching until they invited me to join in. We chased each other around the fountain and over the prohibited grass while Maureen sat aloof and reading, a shoe dangling from her foot.

When I grew tired of the game, she put away her book and took my head on her lap. ‘To the museum?’ she asked. She lifted her hands on either side of her, palms up, as if it was she who guided the airplanes on to their destination. ‘Aren’t we lucky?’ she would ask, and I felt as if we were. But it was the breeze that answered, spinning the leaves above us with the sound of faint applause.

Maureen had wanted to live in Paris for a long time. She had aspired to it. As it happened, we stayed there only briefly, for just a few months, in an apartment she borrowed from a friend.”

 

Haythe

Justin Haythe (Londen, 16 september 1973)

 

Zie voor onderstaande schrijvers mijn blog van 16 september 2006.

De Finse schrijver en Nobelprijswinnaar Frans Eemil Sillanpää werd geboren in Hämeenkyrö op 16 september 1888.