De Nederlandse dichter, essayist en letterkundige Albert Verwey werd geboren in Amsterdam op 15 mei 1865. Zie ook alle tags voor Albert Verwey op dit blog.
Blauw en rood
Al liepen alle vrouwen nou
Op straat in blauwe japonnen,
Al liepen hun mannen ertussendoor
In rode pantalonnen:
Ik zag ze niet door ’t luchteblauw,
Dat hemelse blauwe wonder;
Ik zag ze niet door ’t pannenrood,
Waar ’t stadsvolk wonet onder.
Met luchteblauw en pannenrood,
Was de wereld schoon beschilderd;
Maar door onze zonden zijn hier en daar
Die kleuren verweerd en verwilderd.
Van de liefde die vriendschap heet
10
Moeder van Smarten, zie mij aan, ik lijd…
Gij zaagt Hém hangen aan het hout, uw zoon,
Met bleek, bebloed gelaat en doornenkroon,
Die langzaam stierf in ongedeelden strijd.
En stil bleeft gij daar staan, alsof ge áltijd
Weer dacht dat Hij Góds Zoon was, en te schoon
Voor éengen dood, – en Hij hing dáar ten toon:
Uw kind, die Moeder veler smarten zijt.
Moeder van Smarten, zie mij aan, ik lijd…
Hef stil uw ogen op, van waar gij staat:
Ook ik, ik staar op ’t kruis, waar Eén aan sterft!
En ik, Moeder van Smarte! ook ik belijd
Hém als Gods Zoon, en ook mijn ziel vergaat
Van liefde, als de uwe, en lijdt als zij Hem derft.
De deizende sterren
De deizende sterren, zij tink’len
Hun vesper mij na, waar ik rijs,
Tot die tonen mijn voeten besprink’len
Op de trappen van ’t zonnepaleis.
Albert Verwey (15 mei 1865 – 8 maart 1937)
Portret door Jan Veth (1885) in het Rijksmuseum