De Nederlandse schrijver en dichter Rogi Wieg werd geboren op 21 augustus 1962 in Delft. Zie ook mijn blog van 21 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Rogi Wieg op dit blog.
Uit: Kameraad Scheermes
Toen ik eindelijk huilde, barstte er
onweer los boven de stad, het
is bijna te gemakkelijk, zo’n beeld,
maar het is gebeurd; veel was bijna
te gemakkelijk, maar gebeurde eveneens:
vrouwen, een soort liefde die ik voelde.
weggaan bij iemand, alle menselijkheid
vertrappen, snel en zonder al te veel
overwegingen, gedreven door iets dat valt
onder de psychiatrie, of onder de dierlijkheid.
Ik brak het manke been van mijn vader,
nam hem het lopen af, brak het zieke hart
van mijn moeder, nam haar het kloppen af,
en wilde toen plotseling leven en niet meer
hangen aan een gekromde boom langs het water.
Uit: Dagen in Budapest
Een kettingbrug tussen twee
rivieroevers; aan beide zijden
zonverlichte huizen.
Ik wandel met mijn vader,
maar midden op de brug moet hij
even stilstaan.
Zijn hartslag doet mij schrikken;
wij spreken niet van doodgaan
maar van een afgebroken kinderziekenhuis,
een etherslaap die langer dan het leven
duurde.
Winter
De vogels in de stad verkolen:
avondlicht daalt neer over
de tuinen waarin zij geluidloos
zullen overnachten.
Vroeger heb ik ook in tuinen willen
slapen, met mijn vader kijken
naar de sterren van een wintermaand.
In de stad opent de nacht als
een oude vrouwenmond; lantarens
geven amper licht, mijn vader zwijgt.
De tuinen van de stad vriezen opnieuw
dicht.
Rogi Wieg (Delft, 21 augustus 1962)
Lees verder “Rogi Wieg, X.J. Kennedy, Elisabeth Alexander, Robert Stone”