De Nederlandse dichter en schrijver Willem Kloos werd geboren in Amsterdam op 6 mei 1859. Zie ook alle tags voor Willem Kloos op dit blog.
Zelf-verandering
Ik ben te veel een mens geweest,
Een mens, die gilde en klaagde en schreide,
Die dronk zijn glas en vierde feest
En diep-gevoelde dingen zeide.
Nú ben ‘k een delicaat artiest,
Verliefde van zijn fantasieën,
Maar die zich ’t allerliefst verliest
In zijn kokette melancholieën…
Melancholie-om wie? om wat?…
Ik weet niets meer, kan niets meer voelen
Dan zoet gespeel met dit en dat
Van rijmen, zachte, klare, koele.
Geen tranen zullen op mijn graf-stee vallen
Geen tranen zullen op mijn graf-stee vallen,
Maar lachen onderdrukt-half, of zacht-luid,
En vele mensen zullen vuisten ballen
Tegen dit mens, dat dan niets meer beduidt.
Zij zullen elkaar aanstoten in zacht mallen
Om mij, arm mens, die sprak zó hooglijk-luid
In ’t Leven Mijn, die leefde van geluid
Alleen, en van veel opstaan na veel vallen.
O ’t Leven is één Melancholie
Van veel verlangen en veel krijgen, om weer
Te grijpen naar het aller-onverkrijgbaarst,
Hoog in de wolken zwemend, onbereikbaarst
Geluk. Geluk? O Mens, wat zijt gij dom weer:
Heel ’t Leven is Eén reine Melodie.
Infernale impressies
De gekken zitten in hun kerkgebouw
Als stomme mummiën: met stenen ogen
Staren ze onwendbaar langs de lage bogen
En horen van Geloof en Liefde en Trouw
Uit ’s herders mond, die kalmpjes staat en nauw
Iets hoorbaars voor een oirbaar mens kan pogen
Te geven aan de onzaal’gen, die bedrogen
Om ’s werelds eêlste goed, zien lauw en flauw.
Dan kerend zaal-waarts naar mijn vreemde voêr,
Denk ik gedwee: ‘k ben een verloren worm maar,
En ga dan stil wat schrijven of wat lezen.
Maar mèt begint het hortende rumoer,
Lawaaiend langs de wanden of ’t een storm waar…
Mensen, aanschouw: ik word als een van dezen.
Lees verder “Willem Kloos, Ariel Dorfman, Erich Fried, Yasushi Inoue, Harry Martinson”