De Amerikaanse dichter George Oppen (eig. George Oppenheimer) werd geboren op 24 april 1908 in New Rochelle, New York. Oppen was een kind van een rijke Joodse familie en groeide op ten noorden van New York City. Zijn moeder stierf toen hij vier jaar oud was. Met zijn stiefmoeder had hij geen goede verstandhouding. Een huishoudelijke hulp bracht hem vaardigheden in het timmeren bij, zodat hij later in zijn leven als timmerman en schrijnwerker in zijn levensonderhoud kon voorzien. In 1917 verhuisde het gezin naar San Francisco, waar Oppen een high school bezocht die georiënteerd was op het leger. Na een ernstig auto-ongeluk dat hij als bestuurder overleefde, was hij getraumatiseerd. Dit betekende dat hij in 1925 van school moest zonder eindexamen. In 1925 begon hij zijn studie aan de Oregon State Agricultural College in Corvallis, nu Oregon State University. Daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Mary Colby. Het jonge paar overtrad echter de huisregels, Maria werd weggestuurd en hij werd geschorst. In 1927 veranderde hij zijn achternaam van Oppenheimer in Oppen. Het paar trok liftend door de Verenigde Staten, trouwde en leefde van allerlei klussen. Oppen begon zijn eerste gedichten te schrijven die af en toe werden gedrukt in lokale kranten. In 1929 kreeg Oppen een kleine erfenis die een zelfstandig leven mogelijk maakte, eerst in 1930 in Californië en daarna in Frankrijk. In Frankrijk richtte hij en Louis Zukofsky het tijdschrift To Publishers op, waarin werk van Ezra Pound en William Carlos Williams werd gepubliceerd. Gedurende deze tijd publiceerde Oppen zijn eerste dichtbundel “Discrete Series”. De Oppens keerde in 1933 terug naar New York City en richtten met Williams, Zukofsky en Reznikoff de uitgeverij Objectivist Press op. Oppen werd een lid van de Communistische Partij en in 1936 hun campagnleider in Brooklyn. Bij het uitbreken van WO II werd hij vrijgesteld van militaire dienst, maar hij verliet zijn werkgever en meldde zich als vrijwilliger voor het front. Hij raakte gewond tijdens de oorlog en In 1945 werd hem het Purple Heart verleend. Oppen en zijn vrouw ging na de oorlog naar Mexico, omdat ze er zeker van waren dat ze vervolgd zouden worden omwille van hun communistische verleden. In Mexico begonnen de Oppens een klein bedrijf voor de productie van meubels, voortdurend gadegeslagen door de Mexicaanse politie en de FBI. Het paar kon niet naar huis terug te keren, omdat hun paspoorten ongeldig waren. Pas in 1958 waren ze in staat om een aanvraag voor nieuwe paspoorten in te dienen. In 1960 vestigde ze zich in Brooklyn en Oppen begon weer gedichten te schrijven en te publiceren.
And Their Winter and Night in Disguise
The sea and a crescent strip of beach
Show between the service station and a deserted shack
A creek drains thru the beach
Forming a ditch
There is a discarded super-market cart in the ditch
That beach is the edge of a nation
There is something like shouting along the highway
A California shouting
On the long fast highway over the California mountains
Point Pedro
Its distant life
It is impossible the world should be either good or bad
If its colors are beautiful or if they are not beautiful
If parts of it taste good or if no parts of it taste good
It is as remarkable in one case as the other
As against this
We have suffered fear, we know something of fear
And of humiliation mounting to horror
The world above the edge of the foxhole belongs to the flying bullets, leaden superbeings
For the men grovelling in the foxhole danger, danger in being drawn to them
These little dumps
The poem is about them
Our hearts are twisted
In dead men’s pride
Dead men crowd us
Lean over us
In the emplacements
The skull spins
Empty of subject
The hollow ego
Flinching from the war’s huge air
Tho we are delivery boys and bartenders
We will choke on each other
Minds may crack
But not for what is discovered
Unless that everyone knew
And kept silent
Our minds are split
To seek the danger out
From among the miserable soldiers
George Oppen (24 april 1908 – 7 juli 1984)