K. Schippers, Michael Cunningham, Robert Musil, Nelleke Noordervliet, Bea Vianen, Bert Vanheste, Bodenski, Johannes Petrus Hasebroek

De Nederlandse dichter, schrijver, essayist en kunstcriticus K. Schippers, pseudoniem van Gerard Stigter, werd geboren in Amsterdam op 6 november 1936. Zie ook alle tags voor K. Schippers op dit blog.

 

De plantjes water geven

Het huis van een kennis,
die met vakantie is,
leeg halen.

De schilderijen, meubels,
tapijten, kachels, het servies,
grammofoonplaten, kleding, spiegels
en ander huisgerei
fotograferen en op
ware grootte afdrukken.

De gefotografeerde dingen
eventueel met een
standaard in de rug
– denk aan de meubels –
weer op hun oude
plaats terugzetten.

Messen en vorken hebben
geen standaard nodig,
komen gewoon in de
gefotografeerd bak
(het zoutvaatje een
kleine standaard).

Bij zijn thuiskomst
zit wat de bewoner
in het buitenland
de laatste weken zag,
ontwikkeld door een
plaatselijk fotograaf,
plat in een reistas.

 

No, no Nanette

Tea for two heeft voor de oorlog
iets voor mijn vader gedaan.
En ook voor mij.
Hij liep langzaam om
het langer uit een huis
te kunnen horen
en miste zo lijn 2.
In de volgende zat mijn moeder.

 

 
K. Schippers (Amsterdam, 6 november 1936)

Lees verder “K. Schippers, Michael Cunningham, Robert Musil, Nelleke Noordervliet, Bea Vianen, Bert Vanheste, Bodenski, Johannes Petrus Hasebroek”

Joyce Maynard, Andreas Stichmann, Bert Wagendorp, Maurice Kilwein Guevara, Hanns-Josef Ortheil, Anna Maria van Schurman, Ella Wheeler Wilcox

De Amerikaanse schrijfster Joyce Maynard werd geboren op 5 november 1953 in Durham, New Hampshire. Zie ook alle tags voor Joyce Maynard op dit blog.

Uit: Mijn zusje (Vertaald door Anke ten Doeschate)

“Ons huis, nummer 17, was het kleinste van de straat met drie donkere slaapkamers, in grootte variërend van klein tot piepklein, een woonkamer met een verlaagd plafond en een keuken die door de vorige bewoners was uitgerust met meubilair van groen formica en bijpassende avocadogroene apparatuur die allerlei mankementen vertoonde. De houten lambrisering was een mislukte poging om de woonkamer een gezellige aanblik te geven.
Onze ouders hadden het huis in 1968 gekocht, toen ik twee jaar oud was en mijn zusje nog maar net was geboren. Iets beters hadden ze met het salaris van een politieagent niet kunnen krijgen. Mijn vader werkte in San Francisco, maar mijn moeder vond Marin County voor ons een betere plek om op te groeien.
Destijds was hij een gewone agent, nog geen rechercheur, en hem kennende, vond hij het waarschijnlijk wel prima om zijn eigen gang te gaan en mensen te redden, terwijl wij ergens veilig in een huisje zaten weggestopt.
Tegenwoordig zou niemand het nog in zijn hoofd halen om goedkope huizen te bouwen op de plek waar wij woonden. Nu zou dat land bestemd zijn voor villa’s op grote lappen grond, met zwembaden, buitenkeukens en duur tuinmeubilair. De garages zouden plek bieden aan drie auto’s van Europese makelij.
Maar toen vlak na de Tweede Wereldoorlog de huizen aan Morning Glory Court en omliggende straten als Bluebell, Honeysuckle, Daffodil en mijn persoonlijke favoriet Muriel Lane – vermoedelijk vernoemd naar de vrouw van de aannemer – werden gebouwd, maakten vrije natuur en een mooi uitzicht van een plek nog geen toplocatie. Zo was het mogelijk dat ons gezin met zo weinig geld toch op een plek kon wonen waar de achtertuin uitliep in vele hectares vrije natuur. De hele berg was onze speeltuin. Die van mij en mijn zus.”

 

 
Joyce Maynard (Durham, 5 november 1953)

Lees verder “Joyce Maynard, Andreas Stichmann, Bert Wagendorp, Maurice Kilwein Guevara, Hanns-Josef Ortheil, Anna Maria van Schurman, Ella Wheeler Wilcox”

Judith Herzberg, Willem van Toorn, Peter W.J. Brouwer, Arthur van Amerongen, Klabund, Charles Frazier

De Nederlandse dichteres en toneelschrijfster Judith Herzberg werd geboren op 4 november 1934 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Judith Herzberg op dit blog.

 

Alleen in een klein huis

Alleen in een klein huis kan je behoorlijk denken
de muren zijn dichtbij genoeg
weren de regen met gesneden voegen
die regen moet je kunnen horen
het dak lekt op bekende plekken
daar heb je plastic neergelegd
emmers gezet, als er een raam is
zelfs een plant, alleen
in een klein huis
kan je behoorlijk denken.

 

 Keer om, keer om

Keer om, keer om
mooi meisje keer om!

Je danst in je sandalen
met voeten die groeten
met heupen als schakels
gemaakt om te draaien.

Ga mee in de velden
dan gaan we slapen
dan gaan we daar kijken
hoe alles gegroeid is
of de knoppen al botten
de blaadjes al groenen,

daar ga ik je zoenen
en bij onze deur
ligt allerlei fruit klaar
rijp en groen
speciaal mijn lief
voor jou bewaard.

 

 Vader en zoon in hevige regen

Je zoon op je schouders.
Boven hem je paraplu
een lopend torentje
In regen van nu.
Zelf wees geweest
en wees gebleven
zit je daar zelf
op schouders
van ouders, zelf
in de vorm
van een zoontje,
en boven de hoofden
een ronde en kleine
maar troostende droogte.

 

 
Judith Herzberg (Amsterdam, 4 november 1934)

Lees verder “Judith Herzberg, Willem van Toorn, Peter W.J. Brouwer, Arthur van Amerongen, Klabund, Charles Frazier”

Joe Queenan, Oodgeroo Noonuccal, Jan Boerstoel, André Malraux, Ann Scott

De Amerikaanse schrijver, humorist en criticus Joe Queenan werd geboren op 3 november 1950 in Philadelphia, Pennsylvania. Zie ook mijn blog van 3 november 2010 en eveneens alle tags voor Joe Queenan op dit blog.

Uit:One For The Books

“There are many sad and beautiful stories about books. After being banished to a backwater on the edge of the Black Sea, Ovid wrote a eulogy in honor of his nemesis Augustus Caesar in the language of the barbarians that inhabited the region. Both the eulogy and the language have disappeared. Homer wrote a comic epic that has vanished. Fifteen hundred of Lope de Vega’s plays are no longer with us. Almost all of Aeschylus’s work – seventy-three plays out on loan from the Greeks — went up in flames when cultural pyromaniacs burned down the library of Alexandria in A.D. 640. Only seven plays remain.
Electronic books will ensure that these tragedies—described in Stuart Kelly’s The Book of Lost Books — never reoccur. That’s wonderful, but I’d still rather have the books. For me and for all those like me, books are sacred vessels. Postcards and photos and concert programs and theater tickets and train schedules are souvenirs; books are connective tissue. Books possess alchemical powers, imbued with the ability to turn darkness into light, ennui into ecstasy, a drab, predictable life behind the Iron Curtain into something stealthily euphoric. Or so book lovers believe. The tangible reality of books defines us, just as the handwritten scrolls of the Middle Ages defined the monks who concealed them from barbarians. We believe that the objects themselves have magical powers.
People who prefer e-books may find this baffling or silly. They think that books merely take up space. This is true, but so do your children and Prague and the Sistine Chapel. A noted scientific writer recently argued that the physical copy of a book was an unimportant fetish, that books were “like the coffin at a funeral.” Despite such comments, I am not all that worried about the future of books. If books survived the Huns, the Vandals, and the Nazis, they can surely survive noted scientific writers. One friend says that in the future “books will be beautifully produced, with thick paper, and ribbons, and proper bindings.” People who treasure books will expect them to look like treasures. And so they will have ribbons. Another says, wistfully, that books will survive “as a niche, a bit like taking a carriage ride in Central Park. But more than that.”

 
Joe Queenan (Philadelphia, 3 november 1950)

Lees verder “Joe Queenan, Oodgeroo Noonuccal, Jan Boerstoel, André Malraux, Ann Scott”

Allerzielen (Guido Gezelle)

Bij Allerzielen

 

 
Am Allerseelentage Auf Dem Friedhofe door Wilhelm Ludwig Friedrich Riefstahl, 1869

 

Allerzielen

‘k Heb zo menigmaal gegaan
waar de wilgen te treuren staan,
buiten stad, naar ’t dodenveld …
‘k Heb bij woeste windgeweld
’t geel gebladert dwarren zien
en onwetend op de knien
neergezakt en nagedacht
dat de dood met ’t mensdom lacht
lijk de wind met ’t dorre blad …
Kranke mensdom, sta hier wat
bij de graven. ’t Wormgekriel
knaagt aan ’t lichaam; maar de ziel,
waar is zij? En lijdt zij niet
’t snoerend vagevuurverdriet,
waar zij naar verlossing smacht
enaar uw gebeden wacht?
Allerzielen! Bededag
die ik niet vergeten mag …
Allerzielen! Vader weent,
moeder kermt zo vereend …
Vrouw of man of wie het is
roepen ons om lavenis.

 

 
Guido Gezelle (1 mei 1830 – 27 november 1899)
Het oude kerkof van Brugge

 

De Vlaamse dichter Guido Gezelle werd geboren in Brugge op 1 mei 1830. Zie ook mijn blog van 1 mei 2010 en verder alle tags voor Guido Gezelle.

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn vorige blog van vandaag.

Charlotte Mutsaers, Désanne van Brederode, E. du Perron, Odysseas Elytis, Kees van den Heuvel, Augusta Peaux

De Nederlandse dichteres, schrijfster, essayiste en kunstschilderes Charlotte Jacoba Maria Mutsaers werd geboren in Utrecht op 2 november 1942. Zie ook alle tags van Charlotte Mutsaers op dit blog.

Recept voor Sousa’s kattegraf
(Ljevka tot troost)

Snoes, zit niet in de nesten
maar ga er opuit, ga
snorren naar visafval,
eersteklas muizenvet,
zet dat opzij.

Spit grondig je tuintje om,
hol uit de aarde, graaf
minstens een vierkant
wel in het rond
en ook diep.

Stort dan met graten vol
van pladijzen, vlij
daarop kilo’s van
lippen en keeltjes
en kieuwen.

Stofferen dat fundament
tot allerzaligste nest nu:
mussenbont, pluimen van
pauwen en eigenste
viking-haar.

Vlug aan het metsen met
smijdig zacht muizenvet.
Drenk het grijs paardekleed
kletsnat in tranen en
stollend bloed.

Pak stijve Sousa nu, plak
hem goed vast op de stof.
Doe het keihard dat hij
nooit meer verschuift
uit zijn rust.

Ik neem de trompet en speel voor.
Jij knielt en befluistert zijn oor:
Slaap lieve
schattekop kattekop
verkruip jij je maar
in mijn tuin
tot ik kom
als ik kom
reken maar
snor dan zacht.

Werp aarde op aarde op aarde.

 

When walls come tumbling down

De witte tanden
op
de witte wanden
zo onzichtbaar
nog
behoren Kronos
toe

Pas als die wanden
langzaam
op ons
landen
maakt het blikkeren
van zijn kunstgebit
ons moe

Kronos vrat met smaak
zijn eigen kinders
op
peanuts
naast
de aangevreten
harteklop

 
Charlotte Mutsaers (Utrecht, 2 november 1942)

Lees verder “Charlotte Mutsaers, Désanne van Brederode, E. du Perron, Odysseas Elytis, Kees van den Heuvel, Augusta Peaux”

All-Saints’ Day (Ada Cambridge)

Bij Allerheiligen

 

 
Allerheiligen door Ludovico Brea, 1513

 

All-Saints’ Day
“But they are at peace.”

Never to weary more, nor suffer sorrow,—
Their strife all over, and their work all done:
At peace—and only waiting for the morrow;
Heaven’s rest and rapture even now begun.

So tired once! long fetter’d, sorely burden’d,
Ye struggled hard and well for your release;
Ye fought in faith and love—and ye are guerdon’d,
O happy souls! for now ye are at peace.

No more of pain, no more of bitter weeping!
For us a darkness and an empty place,
Somewhere a little dust—in angels’ keeping—
A blessèd memory of a vanish’d face.

For us the lonely path, the daily toiling,
The din and strife of battle, never still’d;
For us the wounds, the hunger, and the soiling,—
The utter, speechless longing, unfulfill’d.

For us the army camp’d upon the mountains,
Unseen, yet fighting with our Syrian foes,—
The heaven-sent manna and the wayside fountains,
The hope and promise, sweetening our woes.

For them the joyous spirit, freely ranging
Green hills and fields where never mortal trod;
For them the light unfading and unchanging,
The perfect quietness—the peace of God.

For both, a dim, mysterious, distant greeting;
For both, at Jesus’ cross, a drawing near;
At Eucharistic gate a blessed meeting,
When angels and archangels worship here.

For both, God grant, an everlasting union,
When sin shall pass away and tears shall cease;
For both the deep and full and true communion,
For both the happy life that is “at peace.

 

 
Ada Cambridge (21 november 1844 – 19 juli 1926)
St Mary the Virgin’s Church in Wiggenhall, St Germans, de geboorteplaats van Ada Cambridge

 

De Australische dichteres en schrijfster Ada Cambridge werd geboren op 21 november 1844 in St Germans, Norfolk. Zie ook alle tags voor Ada Cambridge op dit blog. 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn twee vorige blogs van vandaag.

Job Degenaar, Rudy Kousbroek, Huub Oosterhuis, Ilse Aichinger, Stefaan van Laere, Hermann Broch

De Nederlandse dichter Job Degenaar werd geboren in Dubbeldam op 1 november 1952. Zie ook alle tags voor Job Degenaar op dit blog.

 

Bij het ouder worden

zo broos jonge baksteen
in een wei vol ervaring, zo
leeg nog de ramen, de koeien
keken daar dwars doorheen

vader, jouw huis is gaan leven
toen de veestapel verdween
en het gras

zo wit is het nu, zo rood
de rozen, met plukjes vacht nog
aan het prikkeldraad

soms vind je tussen de struiken
een poppenarm, een lekke bal
of ’t ruikt er weer naar jongenspies

dichtgegroeid tegen de buitenwereld
wordt ’t weer vroeger, maar omgekeerd:
de wei het huis en wij verweid

om het huis wiegen nu de populieren,
duwen de katten hun rug
in je hand

 

Nachtzang

De dag laten voorbijgaan tot het
avond werd en in de fruitschaal
de vergeten mandarijn ontaardde

in de verte gloeide de stad, zich
ontstekend aan zichzelf

wat leefde in de beijsde weiden
kroop in cocons, zette stekels
tegen de sterren op

Alleen de hemeljagers van diamant
geluidloos snijdend in het graniet
namen ons mee, losten ons op

Tot de morgen brood en woorden
aandroeg, als vogels takjes

 

 
Job Degenaar (Dubbeldam, 1 november 1952)

Lees verder “Job Degenaar, Rudy Kousbroek, Huub Oosterhuis, Ilse Aichinger, Stefaan van Laere, Hermann Broch”

Jean-Simon DesRochers, Aras Ören, Günter de Bruyn, Henri Troyat, Jean Tardieu, Stephen Crane

De Canadese schrijver Jean-Simon DesRochers werd geboren op 1 november 1976 in Montréal, Québec, Canada. Zie ook alle tags voor Jean-Simon DesRochers op dit blog en ook mijn blog van 1 november 2010.

Uit: La canicule des pauvres

« Monique ouvre la porte et sort la tête pour répondre avec son sourire de convalescence. Oui, elle veut un café. Deux laits, deux sucres, comme d’habitude. Elle aurait aussi besoin d’un avis sur ses cicatrices, celles sous sa ligne de fesses. Christian en est conscient. Conscient aussi que ce premier juillet représente sa vingt-cinquième journée sans sexe. Dix de plus que sa limite acceptable, proclamée devant témoins à bord d’une Buick Skylark fraîchement volée, il y a plusieurs années.
Christian a les mains posées sur le comptoir de cuisine. Il attend la demande de Monique. Son œil demeure éteint. Il essaiera de tâter le terrain, se fera repousser une quinzième fois, reviendra au même bout de comptoir mettre du café dans le percolateur. Il s’en doute.
– Minou… j’aurais besoin de toi…
Monique pourrait se servir d’un petit miroir pour vérifier l’état de ses cicatrisations. Constater d’elle-même que tout se porte à merveille. Puisqu’il est là, aussi bien qu’il serve à quelque chose, le mâle… Elle contemple son visage parfaitement lisse, aussi tendu qu’à ses vingt ans, mais avec un petit quelque chose en plus. L’expérience… Le chirurgien avait fait un travail de maître. Il lui avait promis de lui enlever dix à quinze ans. Il avait réussi à lui effacer le double. Ce type est un génie… un artiste… vraiment…
Christian pousse la porte avec deux doigts. Monique se contemple dans le miroir. Elle est nue. Ses seins, refaits l’année passée, pointent fièrement vers le haut. Son ventre, liposucé il y a six mois, est aussi plat que celui d’une ballerine. Ses fesses, rondes et relevées, tiennent du miracle médical, dignes de figurer dans une revue spécialisée. L’intervention de début juin lui a sculpté un parfait cul de vierge.”

 

 
Jean-Simon DesRochers (Montréal, 1 november 1976)

Lees verder “Jean-Simon DesRochers, Aras Ören, Günter de Bruyn, Henri Troyat, Jean Tardieu, Stephen Crane”