De Duits-Roemeense dichter Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Zie ook alle tags voor Paul Celan op dit blog.
UNTEN
Heimgeführt ins Vergessen
das Gast-Gespräch unsrer
langsamen Augen.
Heimgeführt Silbe um Silbe, verteilt
auf die tagblinden Würfel, nach denen
die spielende Hand greift, groß,
im Erwachen.
Und das Zuviel meiner Rede:
angelagert dem kleinen
Kristall in der Tracht deines Schweigens.
NACHT
Kies und Geröll. Und ein Scherbenton, dünn,
als Zuspruch der Stunde.
Augentausch, endlich, zur Unzeit:
bildbeständig,
verholzt
die Netzhaut –:
das Ewigkeitszeichen.
Denkbar:
droben, im Weltgestänge,
sterngleich,
das Rot zweier Münder.
Hörbar (vor Morgen?): ein Stein,
der den andern zum Ziel nahm.
…ruist de bron
Jullie gebed-, jullie laster-, jullie
gebedscherpe messen
van
mijn zwijgen.
Jullie met mij ver-
kreupelende woorden, jullie
mijn oprechte.
En jij:
jij, jij, jij
mijn dagelijks waar- en warer-
geschonden later
der rozen-:
Hoeveel, o hoeveel
wereld. Hoeveel
wegen.
Kruk jij, vleugel. Wij- –
Wij zullen het kinderlied zingen, dat,
hoor je, dat
met de men, met de sen, met de mensen, ja dat
met het kreupelhout en met
het ogenpaar, dat daar gereedlag als
traan-en-
als-traan.
Vertaald door Frans Roumen
Paul Celan (23 november 1920 – 20 april 1970)
Cover