Die Arbeiter (Alfons Petzold)

Bij 1 mei

 
Die Internationale door Otto Griebel, 1928-30

 

Die Arbeiter

Sturm und Gewalt ist in unseren Händen,
stehn wir im räderdurchdonnerten Raum;
doch in dem keuchenden Beugen der Lenden
sind wir gar oftmals nur Andacht und Traum.

In dunkler Berge verlorner Kaverne
sind wir die Brüder der strahlenden Tage;
türmen wir Steine im Antlitz der Sterne,
lebt Gottes Sehnsucht in unserer Plage.

Unser Wille erschüttert die Erde,
und der heiligsten Unruhe voll
schenken wir ihr durch die stete Beschwerde
Ewigkeit, die unserm Schaffen entquoll.

 

 
Alfons Petzold (24 september 1882 – 25 januari 1923)
Wenen, Haus der Industrie. Alfons Petzold werd in Wenen geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 1e mei ook mijn vorige blog van vandaag.

 

 

Guido Gezelle, Johano Strasser, Yasmina Reza, Joseph Heller, Yánnis Rítsos, Antal Szerb, Ignazio Silone, Aleksander Wat, Reinier van Genderen Stort

De Vlaamse dichter Guido Gezelle werd geboren in Brugge op 1 mei 1830. Zie ook mijn blog van 1 mei 2010 en verder alle tags voor Guido Gezelle.

Maak pompen van kanons

Maak pompen van kanons
en speiten van geweren,
al ’t vechten is voorbij,
’t is vrede weere in ’t land.

 

De koning is gekommen!

De grote zon, de zomer is
ten oosten uitgeklommen,
bezoekende zijn koninkrijk…

De volkeren, de groten en
de klenen, alle lieden
hem koninklijk begroeten gaan
en blijde inkom bieden.

De mannen zijn veel sterker nu
ten arbeide, en de vrouwen,
ze slaan wel nog zo dapper, met
de la, de weefgetouwen.

De jongens en de maagden, als
of ze nog klene waren,
gaan lopen in de lanen, in
de locht, en spelevaren.

Het kindje, dat geen tonge en heeft,
nu zingen kan; en ‘t aaien
van moeders hand- en mondgebaar
vriendtoevig tegenkraaien.

De vogels zingen, de aarde zingt,
de kruiden en de blommen…
de zomer is, de grote zon,
de koning is gekommen!

 

Wierook

o Wierookgraan,
geronnen traan
van ceder- en van lorkenstammen,
gebedenbeeld,
daar ‘t vier in speelt,
en ‘t vonkelen van ‘s herten vlammen.

Geen gave van
fijn goud en kan
mijn hand de Heer, geen myrrha bieden,
maar wierook zal,
en overal
en allen dag, Hem dank bedieden.

o Wierookgraan,
in ‘t vier gedaan,
en rokende uit mijns herten midden,
van aards en grauw
wordt hemels blauw:
gaat, wierookgraan, de Here aanbidden!

 
Guido Gezelle (1 mei 1830 – 27 november 1899)
Borstbeeld door J. Dommisse, 1e helft 20 eeuw

Lees verder “Guido Gezelle, Johano Strasser, Yasmina Reza, Joseph Heller, Yánnis Rítsos, Antal Szerb, Ignazio Silone, Aleksander Wat, Reinier van Genderen Stort”