Hendrik Marsman, Albert Vigoleis Thelen

De Nederlandse dichter en schrijver Hendrik Marsman werd geboren op 30 september 1899 in Zeist. Zie ook alle tags voor Hendrik Marsman op dit blog.

Madonna

Gij slaapt met ons als paarden in uw armen,
die schuilen aan de zoomen van uw bloed
en uwe haren duisteren erbarmen
over de tochten van ons waaiend bloed.

wij tasten u in een verloren golven
en monden in de schalen van uw hart
en zijn zoo grondloos in elkaar bedolven,
dat wij de merken ruilen van ons hart.

en worden stil, madonna, aan uw handen
en onze vezelen verzachten zeer –
wij bloeien onuitblusschelijke lampen
over den schemer van het nachtlijk meer

.
en huiveren als reeën aan uw slapen,
biddende planten in gemeenen nood,
en zijn omvleugeld door een wijde schaduw
in de omraming van den grooten dood.

 

Amsterdam

De maan verft een gevaar over de gracht.
ik schuifel elken nacht na middernacht,
in een verloren echoloozen stap,
ruggelings schuivend langs de hemelschuinte,
de treden der verlaten wenteltrap
van de ontstelde ruimte

 

Crucifix

Tusschen het venster en den donkren wand
een eenzaam man, een kruisbeeld in de hand.

zijn hart wordt stil en bovenwerelds wit:
het hoort hoe hij in duizend angsten bidt.

en het ivoren Lichaam van den Man
tusschen twee zwarte kruisen wordt een vlam,

die het beslagen duister diep doorlicht:
een weergaloos, doorschijnend vergezicht:

over een woest, ontembaar bergland, groot
en weerbarstig, het donker randgebergte van den Dood,

klimt langs een wankel gemzenpad
een man naar het verborgen ontoeganklijk hart

der hemelgletschers, steil, vermetel, smal.
en stijgend, roekeloos aan zichzelf ontstegen, vindt

hij, verscholen tusschen puin en ijs,
den schemerenden bloei van edelweisz

en alpenrozen, de stille bloemen van het Paradijs.

 

Hendrik Marsman (30 september 1899 – 21 juni 1940)

 

De Duitse dichter, schrijver en criticus Albert Vigoleis Thelen werd geboren in Süchteln op 28 september 1903. Zie ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voorAlbert Vigoleis Thelen op dit blog.

 

Vergeet-ze-niet

Huil niet, want je kunt niet huilen
over de heilige stormen van de wereld:
De publieke ergernis in de Hof van Eden
de goddelijke zondvloed,
Sodom en Gomorha,
de ondergang van Atlantis met man en muis,
de ondergang van de Titanic met man en muis,
de ondergang van 2367 talen
samen met hun sprekers,
de uitbarsting van de Krakatau,
de syfilis,
van de Boerenoorlog,
mond- en klauwzeer,
cycloon en orkaan,
tyfoon en tornado,
het bioscoopongeval in Harburg,
loden daken, rubberen cellen, gaskamers,
een gewurgde bruid,
een levendbarende pausin,
ontploffend mijngas,
een goddeloze god –
en je huilt nog steeds niet?
denk dan aan de ui,
allium cepa:
ze lost het raadsel van de tranen voor je op
en tevens de traan.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Albert Vigoleis Thelen (28 september 1903 – 9 april 1989)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e september ook mijn blog van 30 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Pé Hawinkels, Albert Vigoleis Thelen

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

Het uiterlijk van de Rolling Stones (Fragment)
Een lyrisch-episch leerdicht

I De hysterie der aartsengelen

Sinister is de kleuter niet, dat kan geen westerling
Met goed fatsoen beweren. Maar dat zijn lijf,
In de safe begrenzing van zijn unieke evolutie,
Suspect geparfumeerd & eigenlijk onbereikbaar
Is, zoals een urinoir, dat, in de menthol charmes van
Een willekeurig winterochtenduur, aan de overkant
Van een bevroren ijver de honneurs
Waarneemt voor een porceleinen sprookjesslot,
Dat wel; wel, dat er aan zijn historisch gedetermineerde
Verschijning een luchtje zit, repulsief
Als de schroeilucht die ontstaat door het over
Elkander wrijven van duim & wijsvinger, maar tevens
Van een weeë bekoring als daar eveneens omspeelt
Het welgeschapen, maar onvoldoende vaak gewassen,
Bloemige geslacht van lustknapen in het perspectief
Van putti, barokengelen die festief gestemd
De clarine aan het getuite mondje zetten.
En voor de ogen van de westerling,
Koortsachtig nog op zoek naar invectieven voor
De olfactorische aspecten van zijn gestalte,
Groeit de mensenzoon, de rigide kleuter, op,
Doorloopt hij, een overvaak gebruikte, blauwgeblokte
Handdoek als een lam om de nek, het lager en
Voortgezet openbaar onderwijs met de natuur-
Lijke voortgang van een traan door de zilten bedding
Van een huidplooi. En valt.
Een ster, – een, twee, opgenomen in
De handelingen van copywriters en reclameontwerpers
Van deze, de dag van het Beest en de Verandering.
De ster is een momentopname, vergaan & blijvend
In de ongenode zon. Die brandt, ten nauwste verwant
Dit kan niet genoeg benadrukt worden –
Aan – onze bloedeigen zon! – napalm en andere,
Onnoembare derniers cris op macromilitair gebied,
Zonder consideratie los op éen, onverwisselbare dag.
Wat biedt er weerstand? Wat biedt het hoofd
Aan deze brand, brutaal, afwezig, nog, gelukkig, zonder brandglas?

 

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Duitse dichter, schrijver en criticus Albert Vigoleis Thelen werd geboren in Süchteln op 28 september 1903. Zie ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voorAlbert Vigoleis Thelen op dit blog.

 

Spiegelschrift

Het ongeschreven boek
is de enige lectuur
van de analfabeet
Waar hij het openslaat
herkent hij zichzelf
in archetypische naaktheid
en van top tot teen
is elk woord
aan hem waar.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Albert Vigoleis Thelen
(28 september 1903 – 9 april 1989)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn blog van 29 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Philip Huff, Albert Vigoleis Thelen

De Nederlandse schrijver Philip Huff werd geboren op 28 september 1984 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Philip Huff op dit blog.

Uit: Boek van de doden

“Nu. Opnieuw.”
Hannah maakt de toppen van haar vingers nat met haar tong. Ze glinsteren.
Nu. Opnieuw. Ik hoor mijn eigen woorden heel duidelijk. En iemand zingt met vreemde beklemtoning: ‘We’re up all night for good fun. We’re up all night to get lucky.’
Haar kutje is klein en kaal en ze duwt voorzichtig haar schaamlippen opzij.
Aan het einde van de dag had ze de gewoonte de dag in één zin samen te vatten, soms zelfs met een enkel woord:
5 maart: Ja.’ Of: ‘Donderdag 6 maart: Nee.’ ‘Zo’n lange vrijdag breekt altijd weer mijn hart.’ ‘Morgen wordt een mooie dag.’
Ik loop door het Heidebos op Borgloo, ik lig op een bed in een hotelkamer in Amsterdam en ik denk: twee gram. Vier pillen. Een vinger ketamine. Achttien sigaretten. En viagra. ‘Morgen wordt een mooie dag.’
Dat is het ook. Leven.
Hannah heeft een platte buik; de buikspieren zijn te tellen, haar navel is een klein, rond gaatje. Het laken ligt over haar lendenen als bij een Grieks standbeeld of een Romeinse kopie.
‘Vond je het lekker?’ vraagt ze.
Ik knik.
‘Ik vraag het omdat je niet klaarkwam…’
‘Dat lag niet aan jou. Het was de coke, denk ik.’ Mijn lul is eindelijk minder hard aan het worden. Mijn ballen zijn van steen.
Hannah draait op haar zij. Ze zegt dat het fijn is dat ik geen baard heb. ‘Dat is lekker zoenen. Iedereen heeft tegenwoordig een baard.’ Ze gaat met haar vinger over mijn kin en mijn hals naar beneden. Haar vingernagels zijn lang en prachtig gevormd. Ze vijlt, denk ik. Hannah eindigt bij het litteken op mijn borstbeen. ‘Deed het pijn?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Valt mee.’ Mijn stem klinkt ijl en ver weg.
Ik word wakker om twaalf uur. Een man met een Werner Herzog-achtige stem praat over de begindagen van zijn muziekcarrière. Ik heb twee gemiste oproepen van Johan. Ik haal het plastic zakje van Seth en mijn sleutelbos uit mijn broek over de stoel bij het bureau, loop naar de badkamer en leg het zakje op het zwartmarmeren badkamerblad.
Mijn lul is schraal en rood en hij doet pijn. Onder mijn voorhuid vervelt de huid. Het ziet eruit als nat, stuk gewreven papier. Het pissen duurt eindeloos. Nadat ik heb doorgetrokken, neem ik met mijn huissleutel de twee laatste, grote snuiven.
Hannah slaapt nog als ik de kamer binnenkom, of ze doet alsof. Ik open de minibar en pak een flesje water uit de deur en een reep van het een of ander van de plank daarboven. Ik trek de verpakking open. Ik draai de muziek omhoog.”

 

Philip Huff (Zwolle, 28 september 1984)

 

De Duitse dichter, schrijver en criticus Albert Vigoleis Thelen werd geboren in Süchteln op 28 september 1903. Zie ook mijn blog van 28 september 2010 en eveneens alle tags voorAlbert Vigoleis Thelen op dit blog.

 

Samaritaans

Ik hoorde dit zeggen:
wie tegen de boom rent
en geen bijl heeft
om hem te vellen
die struikelt keer op keer
tegen de boom.
Wie zijn kaak
tandeloos beweegt
breekt zelfs aan het hardste noodlot
geen tanden meer
en met wie overvallen wordt door rovers
die hem dan laten liggen
omdat hij niets aan heeft
met die heb ik medelijden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Albert Vigoleis Thelen (28 september 1903 – 9 april 1989)
Portret door Peter K. Kirchhoff, 1989

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e september ook mijn blog van 28 september 2018 en ook mijn blog van 28 september 2017 en eveneens mijn blog van 28 september 2014 deel 1 en eveneens deel 2.

Irvine Welsh, Kay Ryan

De Schotse schrijver Irvine Welsh werd geboren op 27 september 1958 in Leith, Edinburgh. Zie ook alle tags voor Irvine Welsh op dit blog.

Uit: Trainspotting

“The taxi did a u-turn and sped up the Walk.
–See whit yuv done now, ya big-moothed cunt. Next time one ay us ur walkin hame oan oor Jack Jones, wi git hassle fi these wee radges. Ah wisnae chuffed at Sick Boy.–Yir no feart ay they wee fuckin saps ur ye?
This cunt’s really gittin ma fuckin goat. –Aye! Aye ah fuckin am, if ah’m oan ma tod n ah git set oan by a fuckin squad ay shell- suits! Ye think ah’m Jean-Claude Van Fuckin Damme? Fuckin doss cunt, so ye are Simon. Ah called him ‘Simon’ rather than ‘Si’ or ‘Sick Boy’ tae emphasise the seriousness ay what ah wis sayin.
–Ah want tae see Mother Superior n ah dinnae gie a fuck aboot any cunt or anything else. Goat that? He pokes his lips wi his forefinger, his eyes bulging oot at us. –Simone wants tae see Mother Superior. Watch ma fuchn lips. He then turns and stares intae the back ay the taxi driver, willing the cunt tae go faster while nervously beating oot a rhythm oan his thighs.
–One ay they cunts wis a McLean. Dandy n Chancey’s wee brar, ah sais.
–Wis it fuck, he sais, but he couldnae keep the anxiety oot ay his voice. –Ah ken the McLeans.
Chancey’s awright.
–No if ye take the pish oot ay his brar, ah sais.
He wis tahn nae mair notice though. Ah stoaped harassing him, knowing thit ah wis jist wastin ma energy. His silent suffering through withdrawal now seemed so intense that thir wis nae wey that ah could add, even incrementally, tae his misery.
‘Mother Superior’ wis Johnny Swan; also kent as the White Swan, a dealer whae wis based in Tollcross and covered the Sighthill and Wester Hailes schemes. Ah preferred tae score fi Swanney, or his sidekick Raymie, rather than Seeker n the Muirhoose-Leith mob, if ah could.
Better gear, usually. Johnny Swan hud once been a really good mate ay mines, back in the auld days. We played fitba thegither fir Porty Thistle. Now he wis a dealer. Ah remember um saying tae us once: Nae friends in this game. Jist associates.
Ah thought he wis being harsh, flippant and show-oafy, until ah got sae far in. Now ah ken precisely what the cunt meant. Johnny wis a junky as well as a dealer. Ye hud tae go a wee bit further up the ladder before ye found a dealer whae didnae use. We called Johnny ‘Mother Superior’ because ay the length ay time he’d hud his habit.
Ah soon started tae feel fuchng shan n aw. Bad cramps wir beginning tae hit us as we mounted the stairs tae Johnny’s gaff. Ah wis dripping like a saturated sponge, every step bringing another gush fae ma pores. Sick Boy wis probably even worse, but the cunt was beginning no tae exist fir us. Ah wis only aware ay him slouching tae a halt oan the banister in front ay us, because he wis blocking ma route tae Johnny’s and the skag. He wis struggling fir breath, haudin grimly oantay the railing, looking as If he wis gaunnae spew intae the stairwell.
–Awright Si? ah sais irritably, pissed off at the cunt fir haudin us up.
He waved us away, shaking his heid and screwing his eyes up. Ah sais nae mair. Whin ye feel like he did, ye dinnae want tae talk or be talked at. Ye dinnae want any fuckin fuss at aw. Ah didnae either. Sometimes ah think that people become junkies just because they subconsciously crave a wee bit ay silence.´

 

Irvine Welsh (Edinburg, 27 september 1958)

 

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

Album

Death has a life
of  its own. See
how its album
has grown in
a year and how
the sharp blot of it
has softened
till those could
almost be shadows
behind the
cherry blossoms
in this shot.
In fact you
couldn’t prove
they’re not.

 

All Your Horses

Say when rain
cannot make
you more wet
or a certain
thought can’t
deepen and yet
you think it again:
you have lost
count. A larger
amount is
no longer a
larger amount.
There has been
a collapse; perhaps
in the night.
Like a rupture
in water (which
can’t rupture
of course). All
your horses
broken out with
all your horses.

 

De Niagara River

Alsof
de rivier
een vloer is, plaatsen we
er onze tafel en stoelen
op, eten, en
voeren een gesprek.
Terwijl hij langstrekt,
merken we – zo
kalm alsof
eetkamer schilderijen
worden vervangen –
de veranderende scènes op
langs de kust. Wij
weten het, wij
weten dat dit de
Niagara River is, maar
het is moeilijk te onthouden
wat dat betekent.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e september ook mijn blog van 27 september 2018 en eveneens mijn blog van 27 september 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

T. S. Eliot

De Engels-Amerikaanse dichter en schrijver T. S. Eliot werd op 26 september 1888 geboren in St.Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor T. S. Eliot op dit blog.

Song

When we came home across the hill
No leaves were fallen from the trees;
The gentle fingers of the breeze
Had torn no quivering cobweb down.

The hedgerow bloomed with flowers still,
No withered petals lay beneath;
But the wild roses in your wreath
Were faded, and the leaves were brown.

 

Preludes

III

You tossed a blanket from the bed,
You lay upon your back, and waited;
You dozed, and watched the night revealing
The thousand sordid images
Of which your soul was constituted;
They flickered against the ceiling.
And when all the world came back
And the light crept up between the shutters
And you heard the sparrows in the gutters,
You had such a vision of the street
As the street hardly understands;
Sitting along the bed’s edge, where
You curled the papers from your hair,
Or clasped the yellow soles of feet
In the palms of both soiled hands.

IV

His soul stretched tight across the skies
That fade behind a city block,
Or trampled by insistent feet
At four and five and six o’clock;
And short square fingers stuffing pipes,
And evening newspapers, and eyes
Assured of certain certainties,
The conscience of a blackened street
Impatient to assume the world.

I am moved by fancies that are curled
Around these images, and cling:
The notion of some infinitely gentle
Infinitely suffering thing.

Wipe your hand across your mouth, and laugh;
The worlds revolve like ancient women
Gathering fuel in vacant lots.

 

Tante Helen

Mijn tante Helen Slingsby is nooit getrouwd.
Ze woonde in een klein huis bij een chic plein
Onder de hoede van een viertal knechten.
Toen zij stierf, werd het stil in de hemel
En stil aan haar eind van de straat.
De blinden gingen dicht en de lijkbezorger veegde zijn voeten –
Hij had zoiets al eerder meegemaakt.
Er werd naar behoren gezorgd voor de honden,
Maar kort daarop stierf ook de papegaai.
De Saksische klok op de schouw tikte door
En de huisknecht zat op de eettafel
Met op zijn knieën de tweede dienstmeid –
Die zo oppassend was geweest toen haar meesteres nog leefde.

 

Vertaald door Paul  Claes

 

T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
Portret door Patrick Heron, 1949

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e september ook mijn blog van 26 september 2018 en ook mijn blog van 26 september 2017 en eveneens mijn blog van 26 september 2015 deel 2.

Niccolò Ammaniti, Kay Ryan

De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti werd geboren in Rome op 25 september 1966. Zie ook alle tags voor Niccolò Ammaniti op dit blog.

Uit: Wie es Gott gefällt (Vertaald door Katharina Schmidt)

„Nachdem er Danilo in der Bar Bumerang aufgesammelt hatte, fuhr Quattro Formaggi mit ihm zu Rino Zena. Die alte Boxer verschwand beinahe unter ihnen. Danilos fette Arschbacken hingen halb über den Sattel hinaus. Danilo hasste es, mit Quattro Formaggi Moped zu fahren. Der raste wie ein Verrückter, fuhr immer bei Rot über die Ampel, und außerdem wusch er sich nie. »Heute schweißen wir noch den Rammsporn an den Traktor, und dann sind wir fertig, stimmt’s?«, brüllte Danilo Quattro Formaggiins Ohr. »Stimmt«, brüllte der zurück. An dem Tag, als Danilo den Artikel über den Raub des Geldautomaten gelesen hatte, kam er ganz aufgeregt zu Rinos Haus gerannt. Der saß dort mit Quattro Formaggi, die beiden tranken Grappa und rösteten Kastanien auf den Heizspiralen eines Elektro-ofens. Danilo hatte ihnen den Artikel vorgelesen und gesagt: »Begreift ihr überhaupt, wie genial die Idee ist? Keine Waffen. Kein Tresor, den man öffnen muss. Keine komplizierten Pläne. Saubere Arbeit. Wie Gentlemen. Du schleppst einfach den Geldautomaten ab, versteckst ihn irgendwo, öffnest ihn dann in aller Ruhe und Bingo! Ein Haufen sauberes Geld, das nur darauf wartet, ausgegeben zu werden. «Rino und Quattro Formaggio waren nicht sonderlich beeindruckt gewesen, sie schauten ihn nur aus trüben Fischaugen an und nickten mechanisch. In den folgenden Tagen hatte Danilo sie weiter mit seinem Coup belabert und wie positiv der sich auf ihren Lebensstandard auswirken würde. Schließlich waren die beiden, die den ganzen Tag nichts zu tun hatten, langsam weich geworden und hatten so etwas Ähnliches wie einen Plan entwickelt. Als Erstes mussten sie sich ein stabiles Fahrzeug besorgen, mit dem sie die Mauer der Bank durchbrechen konnten. Sie hatten nur Rinos Fiat Ducato, und dieses Auto würde bei einer solchen Aktion plattgedrückt werden wie eine Bierdose. Nach eingehender Lektüre der Autozeitschrift Quattroruote schlug Danilo vor, sie sollten einen Pajero Sport 3.0 kaufen. Ein Superteilmit hundertsiebzig Pferdestärken unter der Motorhaube.» Und wie viel kostet so ’ne wild gewordene Herde?«, fragte ihn Rino. »Na ja, neu, ohne Extras – und die Extras können wir uns schenken – so um die sechsunddreißigtausend Euro. «Rino wäre beinahe erstickt vor Lachen. »Na klar. Glaubst du etwa, ich fahre siebzigtausend Lire an die Wand? Und, nur mal so gefragt, wer gibt uns eigentlich das Geld für den Wagen, du etwa? «Danilo erzählte, der Pate seines Cousins sei Autohändler und würde ihnen für einen Pajero Baujahr ’98 in erstklassigem Zustand einen Superpreis machen. Sie mussten nur eine Hypothek auf Rinos Haus aufnehmen.”

 

Niccolò Ammaniti (Rome, 25 september 1966)

 

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

Een bepaald soort Eden

Het lijkt alsof je het zou kunnen, maar
je kunt niet teruggaan en de uitlopers
en wortels er uittrekken en herplanten.
Daar is het allemaal te diep voor.
Je hebt de intentie te hoog aangeslagen,
verkeerd begrepen elke neiging die je kreeg,
tot controleren. Je dacht dat je de boon
koos en de grond.
Je dacht zelfs dat je een of twee tuinen
in de steek liet. Maar die dingen
blijven groeien waar we ze planten –
als we ze überhaupt planten.
Een bepaald soort Eden houdt ons in de ban.
Zelfs de enige wijnstok die alleen ranken voortbrengt
verandert na verloop van tijd zijn eigen impuls,
en draait zijn opwaartse koers terug naar beneden
een sterk en dan een sterker lijntje,
het groenste droevigste sterkste
soort van hoop.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor de schrijvers van de 25e september ook mijn blog van 25 september 2019 en ook mijn blog van 25 september 2018 en eveneens mijn blog van 25 september 2016 deel 2.

Joke van Leeuwen, Fernand Ouellette

De Nederlandse dichteres, schrijfster, illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

 

Tijd

Dat je je voorneemt om zes
uur wakker te worden, en
om twee uur wakker wordt,
om drie uur, ziet dat het nog
lang niet zes uur is, opeens
acht uur nee negen.

Je nieuwe mensen nieuw ziet
doen, niet weten en wel willen
weten, als weten dat nog niet
vergeten in weten zit dat zit,
de dis verteert van is en
zal toch zeker.

Dat rimpels in het vel van wie
je liefhebt mooier vouwen ook
dan die van jou, hoezeer ze
lachen naar elkaar. Een kind
een duur horloge mag, voor
het de tijd kan lezen.

Zullen we een eind gaan wandelen?
Waar naartoe?
Nergens naartoe. En dan terug
naar waar we begonnen.

 

Perron

Het is weer scharreldag voor kruimelduiven.
Die hoeven niet weg. Die missen een pootje.
Die zwijgen: ‘Kijk naar je eige, zeik niet
over aankomst en hoe laat.’

Er zal een trein zijn en eruitgetuimel en
iemand die wuift en sprongetjes maakt en
onverstaanbaar van een reis gaat roepen
naar wie daar al jaren staat.

 

Bezichtiging

Komt u maar binnen. Hier
is dus de hal. Hier hangen
alle jassen. Voor het
winter is, voor als ze passen.

Hier is de kamer met de bank,
waarop ik laat en moe
Afghanistan nog zie op de tv
of iemand die een eind weg

praat met aandachtsgeil op camera
gericht gezicht. De deuren. Mooi
bedacht toch deuren, zo eenvoudig
gaan die open en weer dicht en open en weer dicht en o en weer en hoeps en b

Nou goed. Hier slaap ik als ik slaap,
het bed zo net of niemand hier, of niets
en hier een bad, een geiser, een wc.
De buren hoor je af en toe een beetje.

Mijn roerend goed gaat mee, verweesde
woorden veeg ik weg. Sleept u maar aan
wat u al heeft en meet het mogelijke op
tussen de muren.

 

Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)

 

De Canadese dichter, essayist en schrijver Fernand Ouellette werd geboren in Montreal, Quebec, op 24 september 1930. Zie ook alle tags voor Fernand Ouellette op dit blog.

 

Vandaag

De gladde zee van gisteren
eindigt tegen de klif.
Het blauw
verzandt.
Het varken krabt aan zijn snuit
in het hoge land.
Alle loopbruggen storten in!
Wat een afgrond vandaag
tussen mijn oog en de hemel van vuurvliegjes!
De zon gaat verloren in de ravijnen.
De oude dame van de liefde
lijkt voor altijd te worden opgejaagd.
De beul dagdroomt in het park
en streelt het gras met zijn vingernagel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Fernand Ouellette (Montreal, 24 septenber 1930)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e september ook mijn blog van 24 september 2019 en ook mijn blog van 24 september 2018 en ook mijn blog van 24 september 2017 deel 2.

Inge Boulonois, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

Puppypas

Het is vanaf het volgend jaar verplicht
Voor onze lieve, viervoetige makker:
Een paspoort dus voor Kwispel, Bella, Rakker
Met foto van hun snuit, goed uitgelicht

Een zelfde basisdocument, verhip!
Het wichtigste verschil is straks de chip

 

SEPTEMBER

De e’s vervlechten lettergrepen
De preherfst keert de levenssfeer
En neemt begeesterd het beheer
Gereed meer regen te verslepen

Klef dwepen weken met de e
Het snelsennet kweelt lekker mee

 

Virus fop

Een virus, passagierend in ons land,
leest in de digitale Covidkrant
dat hier nu een coronalied bestaat!
In no time straalt hij, wordt zelfs idolaat
van deze kroon op zijn virale leven
wanneer hij hoort hoe knap het is geschreven.
‘t Is authentiek, aangrijpend dichtjargon:
“En oh oh laat ons schijnen als de zon”,
gevolgd door “dag” en “hoi” en “hi” en “hé”.
Hij kweelt uit volle borst het versje mee
wat aangeeft dat wie meezingt met die hit
mooi een coronavirussmaak bezit.

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Pratend tegen mezelf

In de meeldauw van de ouderdom
lopen alle trottoirs omhoog

langzaam langzaam
in de richting van een uitgang.

Het is laat en het licht laat toe
dat de donkerste schaduw eruit geboren wordt.

Hou moed, roept de vogel van de buikspreker
(een kleine god is dat, censor van taal)

denk aan de eenvoudige Hardy en dandy Yeats
in hun geïnspireerde wijze pre-kindsheid.

Ik, oude man, in mijn nieuwe beschroomdheid,
bedenk hoe losbandig ik tijd verspilde

– dat gapende uitstellen op regenachtige dagen,
die feestmuts-uren van onschuldige frivoliteit.

Nu verspilt de Tijd mij en is er nauwelijks tijd
om ophef maken over meer vasculaire spraak.

De espenboom beeft als ik
en er zijn veren in de wind.

Snel snel
spreek oude papegaai,
voed ik je niet met mijn leven?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Jaap Harten, Dannie Abse

De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.

 

Mijn geboortedatum

Mijn geboortedatum werd
geschreven in een dorp
dat rook naar hooi
en paardenhaar: het was
acht uur in de morgen
en de zon, als een
complimenteuze fotograaf,
stond het landschap
te bekijken van
ademloze september.

In mijn spaarpot viel
de eerste zilveren gulden,
in mijn ogen was nog geen
licht, maar wel een
begin zichtbaar van
glimmende stuiter
en mijn stem hinkte
ook nog maar op
éen gedachte: lucht.
Adem van september.

Mijn wieg knikkebolde
bij het slaan van de klok
– paukenslag in de diepte –
en de tijd bouwde mij
langzaam op, trok aan mijn
haar, gaf mij een schooltas
en begon een heel dorp
met zoemende boomgaarden
en kleurige of vinnige
mensen rond mij op te zetten.

Toen ik negen jaar was
sloop er een fout in de
geschiedenis, die niemand
meer uit zou kunnen gummen.
Met hartstocht ging een geweer
af en nog éen, en toen vlogen
honderd zware roofvogels
opeens laag over de grond
en zaaiden pitten van dood
in mensen en dieren die ik kende.

Ik was plotseling uit mijn kracht
gegroeid en stond te trillen
op mijn benen, te jong om te vechten,
te goud van hollands zonlicht
om mijn vleugels te sluiten.
Met tussen mijn ribben
een tandrad van angst
leefde ik verder met
ondergedoken ouders,
verborgen als een
speld in een hooiberg.

 

Geen leuzen, geen gespijker

Ik spijker geen partijleuzen
aan mijn hinkende schrijfmachine
en ik distilleer in mijn hoofd
(of lever of hart, waar dan ook)
alleen de gretige waarheid
voor eigen gebruik.

De huid van de woorden is anders
dan hun kern, de tijd tikt niet
meer met een koperen pendel
en bloedarmoede is allang niet meer
romantisch; wij zijn
voorbij 1830, Heine, en alle Wilhelms
geland op grond waar het gras
niet meer zo groen is als goed is

wij zijn neergekomen bij het hese
metaal waar de kleine aëroplanen
uit Olieslagers’ tijd als vlinders aan
de muur geprikt zijn

waar de snorren en sabels onschuldig
worden als brandgaatjes, waar
huzaren niet langer goedmoedig
op menukaarten staan.

Op de startbaan ligt nu de chemische
waarheid klaar om op te vliegen:
het ei van Einstein.

 

Jaap Harten (22 september 1930 – 2 december 2017)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Engelen

De meesten zijn onschuldig, bedeesd, zullen zich niet uitkleden.
Ze hebben geen geslachtsdelen of schaamhaar.
Alleen zij die uit de hiërarchie gevallen zijn
verschijnen in deze seculiere dagen.

Niet langer bruikbaar als modellen voor artiesten,
afgewezen door theologen, neigt het moreel ertoe
laag te zijn – zelfs engelen uit de hogere klasse mopperen
terwijl ze rondhangen in onze lege kerken.

Gecastreerd verstoppen ze zich als een gotische deur opengaat.
Plotseling licht verblindt hen, voetstappen maken hen doof,
Welshe hymnen bestormen hun schaduw volledig.
Nog steeds blijft hun stank hangen, koude steen en wierook.

Maar zij die gevallen zijn durven zelfs naar Downing Street,
wekken verbazing, vliegen door muren voor hun volgende truc;
in schijnwerperlicht betreden ze de dromen van wie belangrijk is,
openen langzaam hun prachtige Carnaby-vleugels.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor de schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.

Leonard Cohen, Owen Sheers

De Canadese dichter, folk singer-songwriter en schrijver Leonard Cohen werd geboren op 21 september 1934 te Montréal. Zie ook alle tags voor Leonard Cohen op dit blog.

Uit: The favorite game

“7
Come back, stern Bertha, come back and lure me up the torture tree. Remove me from the bedrooms of easy women. Extract the full due. The girl I had last night betrays the man who pays her rent.
That is how Breavman invoked the spirit of Bertha many mornings of his twenties.
Then his bones return to chicken-width. His nose retreats from impressive Semitic prominence to a childhood Gentile obscurity. Body hair blows away with the years like an ill-fated oasis. He is light enough for handbars and apple branches. The Japs and Germans are wrong.
“Play it now, Bertha?”
He has followed her to precarious parts of the tree.
“Higher!” she demands.
Even the apples are trembling. The sun catches her flute, turns the polished wood to a moment of chrome.
“Now?”

“First you have to say something about God.”
“God is a jerk.”
“Oh, that’s nothing. I won’t play for that.”
The sky is blue and the clouds are moving. There is rotting fruit on the ground some miles below.
“Fug God.”
“Something terribly, horribly dirty, scaredy-cat. The real word.”
“Fuck God!”
He waits for the fiery wind to lift him out of his perch and leave him dismembered on the grass.
“Fuck GOD!”
Breavman sights Krantz who is lying beside a coiled hose and unravelling a baseball.

“Hey, Krantz, listen to this. FUCK GOD!”
Breavman never heard his own voice so pure. The air is a microphone.
Bertha alters her fragile position to strike his cheek with her flute.
“Dirty tongue!”
“It was your idea.”
She strikes again for piety and tears off apples as she crashes past the limbs. Nothing of her voice as she falls.
Krantz and Breavman survey her for one second twisted into a position she could never achieve in gym. Her bland Saxon face is further anesthetized by uncracked steel-rimmed glasses. A sharp bone of the arm has escaped the skin.

After the ambulance Breavman whispered.
“Krantz, there’s something special about my voice.”
“No, there isn’t.”
“There is so. I can make things happen.”
“You’re a nut.”
“Want to hear my resolutions?”
“No.”
“I promise not to speak for a week. I promise to learn how to play it myself. In that way the number of people who know how to play remains the same.”
“What good’s that?”
“It’s obvious, Krantz.”

 

Leonard Cohen (21 september 1934 – 7 november 2016)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Winterzwanen

De wolken hadden alles gegeven –
twee dagen regen en dan een pauze
waar we doorheen gingen,

de drassige aarde
naar adem happend aan onze voeten
terwijl we langs het meer liepen, stil en apart,

totdat de zwanen kwamen en ons tegenhielden
met een show van trappelen in harmonie.
Alsof ze gewichten over hun lichaam naar hun hoofd rolden

halveerden ze zichzelf in het donkere water,
ijsbergen van witte veren, pauzeerden voordat ze weer terugkeerden
zoals boten die rechtop gaan staan bij ruw weer.

‘Ze blijven levenslang bij elkaar’ zei je toen ze weggingen,
porselein over het stille water. Ik antwoordde niet
maar terwijl we voortbewogen door het middaglicht,

langzaam stappend door het grind en zand van het meer,
merkte ik onze handen op die op de een of andere manier
de afstand tussen ons hadden gezwommen

en zich vouwden, de een over de ander,
als een paar vleugels dat na de vlucht tot rust komt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.