De Nederlandse schrijver, uitgever en journalist Bert Natter werd geboren in Baarn op 19 januari 1968. Zie ook alle tags voor Bert Natter op dit blog.
Uit: Ze zullen denken dat we engelen zijn
“De laatste mooie dag van het jaar.
‘Daar moeten we van genieten.’
Ze zet haar spullen bij een tafeltje naast dat van mij. Om ruimte te maken schuif ik mijn tas een stukje opzij.
‘Jammer genoeg is hier alleen plek in de schaduw.’ Op een stoel zakkend wijst de vrouw naar een terras vol loungebanken aan de overkant van het plein. ‘Daar zitten ze lekker in de zon.’
En in het lawaai.
Ik knik vriendelijk en kijk de andere kant op, naar een ober en een serveerster die aan het klieren zijn bij een hoge kast waarin menukaarten, servetten, bestek en servies worden bewaard.
Ik wenk.
De vrouw wijst op de revers van mijn jasje en zegt: ‘Beeldig.’ Het meisje komt en gaat tussen onze tafeltjes in staan. Uit haar schort pakt ze een apparaat. Op haar borst draagt ze een button met haar naam. Ze wil weten of we bij elkaar horen.
‘Nee,’ zeg ik.
De vrouw legt haar telefoon weg en zegt: ‘We kennen elkaar net.’ Ze stelt zich voor als Prunella. Ik weet niet of ik het goed versta.
Ik neem haar hand aan. Liever houd ik mensen op afstand, minstens een armlengte.
In de verte starend vraagt het meisje waar we zin in hebben.
‘Voor mij graag een…’ Wat ze wil ontgaat mij, want terwijl het meisje zich vooroverbuigt om de vrouw beter te kunnen verstaan, verandert het kabbelende gedruis van de grote stad in een verschrikkelijk kabaal.
Een geldwagen raast over het plein, alles wat hem in de weg staat verpletterend of omverkegelend: prullenbakken, parasols, stoelen, tafels, mensen – om zich een ogenblik later met gierende banden in de gevel van het café aan de overkant te boren.
Met mijn ogen volg ik het spoor van lichamen naar de straat waar de wagen vandaan kwam, tussen de bioscoop en het stadhuis in.
De tijd wordt in fracties van seconden gemeten: een vuurbal slaat uit het café, op hetzelfde moment klinkt er een explosie, een donkere rookwolk wordt over de loungebanken geblazen, spullen worden weggeslingerd, mensen rennen door elkaar, kinderen gillen, glas versplintert, brokstukken vliegen door de lucht, papier dwarrelt omlaag en gruis daalt neer, een muur stort in, sirenes loeien, in een vleugelslag is niets meer zoals het was.”
De Amerikaanse dichter en letterkundige Edward Hirsch werd geboren op 20 januari 1950 in Chicago. Zie ook alle tags voor Edward Hirsch op dit blog.
In Memoriam Paul Celan
Leg deze woorden in het graf van de dode
naast de amandelen en zwarte kersen—
schedeltjes en bloeiende druppels bloed, ogen,
en Gij, o bitterheid die zijn hoofd torst.
Leg deze woorden op de oogleden van de dode
als ogentroost, als middeleeuwse trompetbloemen
die zullen bloeien, deze keer in de schaduw.
Laat de onthoofde tulpen glinsteren van de regen.
Leg deze woorden op zijn verdronken oogleden
zoals munten of sterren, troostogen.
Bedek de gezwollen lucht met zonnevlekken,
terwijl de donder de grond aanspreekt.
Syllabe na syllabe, gegrepen en bewerkt,
hebben de woorden zich verenigd in verdriet.
Het is het fantoom-uur van de klaagzang,
de leegte is aan zet, treurig en absoluut.
Leg deze woorden op de lippen van de dode
als een brandende tang, een tong van vlammen.
Een spiedende adelaar cirkelt en krijst.
Laat God tot ons bidden voor deze man.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 19e januari ook mijn blog van 19 januari 2019 deel 1 en ook deel 2.