De Nederlandse schrijver, journalist en redacteur Peter Buwalda werd geboren in Blerick op 30 december 1971. Zie ook alle tags voor Peter Buwalda op dit blog.
Uit: De wethouders van Juinen. (20e Kellendonklezing)
“Neem nou bijvoorbeeld Frans Kellendonk, ik heb al zijn romans, verhalen en essays gelezen, maar ik heb geen idee of de man van scherp eten hield. Zelf heb ik op televisie verteld dat ik drie keer per week hete Thaise curry eet. En nog veel meer egocentrische, onbelangrijke, triviale onzin. Waarom eigenlijk? Om mijn roman verder te helpen, waarschijnlijk. Maar een eigenschap van goede fictie is dat ze van a tot z voor zichzelf spreekt. Een boek dat het van zijn schrijver moet hebben lijkt me een misbaksel.
Vroeger, in Kellendonks tijd en ervoor, zweefde een schrijver als een onzichtbare god boven de wateren van zijn werk. Ik had vijftien romans van Philip Roth gelezen voor ik hem op televisie hoorde vertellen wat ik eigenlijk al wist. Een maestro als Nabokov heb ik nooit zien bewegen. Die weigerde overigens uit de losse pols te praten. „Mijn stijl is het enige dat ik heb”, zei hij, en schreef daarom alles uit voor hij zijn mond opende.
Dat is nu wel anders, de schrijver van vandaag gedraagt zich als de wethouder van Juinen – u weet wel, de kleine ijdeltuit uit de sketches van Koot en Bie die zich vals glimlachend vóór zijn burgemeester elleboogt. De burgemeesters waar ik en mijn generatiegenoten pontificaal vóór staan zijn onze eigen boeken. We openbaren ons aan het publiek via quizzen en talkshows, in columns, op Facebook en Twitter, in de talloze interviews die we geven.
Die omgekeerde volgorde is even eigentijds als onnatuurlijk. Literatuur draait vanzelfsprekend om die ándere stem, om het veel krachtiger geluid dat opstijgt van de pagina. Alleen daar, op de pagina, bestaat de schrijver. Wanneer alles een beetje gelukt is achter het bureautje, zit het ego in de roman; de afzender blijft achter als een leeg geschraapte botervloot. Toch is ‘zichtbaarheid’ het mantra van iedereen die tegenwoordig een boek schrijft.
Niet dat de ouwehoerende, quizzende, koekhappende, spijkerpoepende schrijver veel te verwijten valt. Ik snap onszelf best. We leven nu eenmaal in een onvertoond mediatijdperk; kranten, tijdschriften, radio, televisie, en daarbovenop: internet met zijn social media – nooit eerder in de geschiedenis bestonden er zoveel te bestijgen podia. Het is ook een kwestie van techniek, van mogelijkheid, van vraag en aanbod, van gelegenheid die de dief maakt. Begin jaren zestig, toen Nederland nog maar twee televisienetten had, zaten ze er ook gewoon hoor, Harry Mulisch, Godfried Bomans en Hella Haasse, in een lichtvoetig taalquizje dat Hou je aan je woord heette. Zelfs zij hadden al door dat televisie een wonderkastje is. Ik heb het zelf zien gebeuren, thuis op de bank: Bonita Avenue liep al aardig, maar pas met een stevig item in De Wereld Draait Door ging de lont erin. Dat maakt het verdomde moeilijk om geen causaal verband te vermoeden tussen succes en het hebben van een bekende kop.”
De Duitse dichter en schrijver Norbert Hummelt werd geboren op 30 december 1962 in Neuss. Zie ook alle tags voor Norbert Hummel top dit blog en ook mijn blog van 24 juni 2009.
de eerste sneeuw
je zegt je wist al toen je naar het raam
liep het is de merel die ons daar bespiedt
zo diep als jij in mijn armen ligt hield hij
zich vliegend aan zichzelve vast nu zit hij
stil in de donkere takkenvork waar nog
sporen van iets wits resteren die zijn zeker
pas met de nacht gekomen en stuiven omlaag
als hij de tak verlaat in je slaap zeg je
heb je de eerste sneeuw geroken maar
wat ons deed scheiden is nog niet besproken
zijn de lijsterbessen dan nog niet bijna
bevroren ik zag ze glanzen in het takkenwerk
Vertaald door Peter Holvoet-Hanssen en Jessica Manthey
Zie voor nog meer schrijvers van de 30e december ook mijn blog van 30 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.