Een vliegje in de herfst (Toon Tellegen), Inge Boulonois, Dannie Abse

 

Bij het begin van de herfst

 

Cresheim Glen, Wissahickon, Autumn door Thomas Moran, 1864

 

Een vliegje in de herfst

Een vliegje in de herfst,
vliegt tussen de takken van een berk-
geur van bladeren,
natte aarde-
en tussen die takken is niets
en tussen die en die,
het vliegje denkt misschien:
de spin is een verzinsel, het eerste web
moet nog worden uitgevonden!
Het wordt donker,
de maan komt op,
oud bos,
slingerende paden, nauwelijks lanen,
de moed om te verdwalen
bijna gemist.

 

Toon Tellegen (Brielle, 18 november 1941) 
De stadswallen in Brielle

 

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

WIT

Het wit van niet begonnen werk,
van niks, een ongevormde overgave
aan je ogen, nog in en op te vullen
tijd. Zo pril dat je er amper op durft
komen, dat het je doet aarzelen zo stil.
Wit koestert al zijn mogelijkheden.
Je wacht met ingehouden adem
op een of ander aanzijn alsof
jijzelf daardoor ook pas ontstaat –

 

HET EINDE

De scheurkalender op z’n dunst.
We ezelen de files in, de winkels
uit met mondvoorraad voor tien.
De oude kuddegeest drijft ons
de laatste avond bij elkaar.

Om samen van alles te nemen, te eten,
kwinkslagen te kaatsen en oud zeer
te soppen, onze hoofden dik gevoerd met roes.
De koelkast zoemt van welbehagen.

Aan alles komt een begin.
Klokslag scheurt het jaar zich los,
het jongste uur ontfermt zich over ons,
zoent zich wijd in. We drommen
vrieskou in voor namaaklicht
en gierende bewijzen van bestaan.

Veel later staan we zeldzaam traag
en zeldzaam langzaam op. We gaan
het jaar weer overdoen –

 

SMALL TREASURE

How it casually found its own place
in a stone world, nothing in its way,
just between macadam and curb.
More vulnerable than flesh and blood

existing thanks to less than one
thimble of blown together earth.

With all its might enduring the swell
of the day, the ever-present
danger of slipping heels,
reckless gaze
in the rush of hurry almost too late.

By the globe just like us
pressed very tight to its bosom
while exposed to sunlight
it gives a big bluff of yes:
coltsfoot, carat yellow flowers –

 

Vertaald door Hannie Rouweler

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

Vreemd

Voor ons huis in Golders Green
mompelt het grasveld, als een cliché, ‘Rozestruiken’.
De hele buurt daar is doodfatsoenlijk.
Lelijke mannen rijden langs in begrafenispakken,
aan hun nek zie je al dat ze veel te dik zijn.

Natriumlampen begieten ’s avonds lege straten
met goud, dat als stroop over hier een boom daar een boom druipt,
broze heggetjes politoert, aan geparkeerde auto’s blijft hangen.
Als er plots ergens boven een licht aanknipt
tien tegen één dat twee iemanden gaan slapen.

Het is heel ongewoon er een bedelaar tegen te komen,
een dronken iemand zie je er zelden of nooit.
’t Is een aardige, nette, schone, diep-ethische buurt.
Zelf krijg ik af en toe neiging om te gaan gillen;
wordt daarom, door de buren, maar vreemd gevonden.

Vanuit de dorre, verstandige vlakten van Golders Green
reis ik naar Soho, waar een baantje mij heeft.
Soho is geen doodfatsoenlijke buurt.
Veel te magere vrouwen in de flodderigste rokjes
lokken lelijke mannen met een glimmend prothese-lachje.

Later is het donker sjofelkleurig beneond
door raregluurkasten, bordelen, nachtclubs en kroegen,
restaurants die geuren met vaalbleke, hoestende obers.
Als er plots ergens boven een licht aanknipt
tien tegen één dat twee iemanden naar bed gaan.

 

Vertaald door Cees Buddingh’

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Jaap Harten, Dannie Abse

De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.

 

De dichter en de vogels
Le jardin reste ouvert pour ceux qui l’ont aimé
Jacques Prévert

Waar en in welk land hij komt
Haastig stromend of rustend
Onder kristallen maan
Onder een tuniek van wolken
Waar en in welk land hij komt
Hij vindt de tuin steeds geopend
Kloppend en warm als zijn keel
Waar woorden nog klein en onrijp
En lichter dan lichter van licht
Open smelten en dicht
De tuin echter is steeds geopend
Als een boek op de bekende bladzij
Hij wandelt daar met meeuw en merel
Over het gras af en aan
Waarom in de hand één vogel
Liever dan tien in de lucht
Denkt hij terwijl over hem
Vlakbij uit open schemer
Zij klapwieken en weer keren
Thuiskomen maar ook vertrekken
Uit het warme nest van zijn hand
Terwijl hij ademt en wacht
In de helderheid der seizoenen
Winter zijn alfabet
Zomer zijn huis en zijn tuinen
Terwijl hij wacht het gedicht
En de engel – met één oogopslag
Uit de droom en oorsprong van leven

 

Jeugd

I

Iedere nacht waren wij weer
pitten in hun donkere bolster.
Wij sliepen in een andere wereld
die toch de onze was, die ons
schrik aanjoeg en vervoerde
omdat de tijd er dooreen lag
als de stukken van een nog
te monteren film.

Wij gingen op jacht
tussen gisteren en morgen
en vonden een doos met oude middagen,
lege ruimte van jaren geleden
die een duidelijker taal sprak
dan wij toen beseften. Wij slopen
in het observatorium van de nacht
halverwege tussen sterren en de aardas.

Hercules en het goud van de leeuw
leefden tot aan de vonk van de ochtend
achter ons netvlies een eigen leven.
Maar dan kwamen bekende geluiden
uit de jongste uren van de dag
kriebelen onder de helm die onze
slaap nog dekte en werden de
heilige schilden omgewisseld.

Waarom vochten wij door in de dag?
Waarom opstandigheid en woede tegen
ouders die ons geen strobreed
in de weg legden? Of vermoedden
wij toch dat zij het zilveren
zwaard bezaten dat de jeugd
kapt? Wij wilden onbereikbaar
zijn in de gangen van ons bloed.

Wij wilden grensloos zijn, wolk
weiland of een hand vol rook.
Wij waren misschien vreemde katten
in het pakhuis van onze school, maar
hadden spieren om tegen de stroom
op te roeien, sproeten van licht,
wij hadden de snelle schuld van
een rover en de felle, grage
blik van een judasbloem.

 

Jaap Harten (22 september 1930 – 2 december 2017)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Pratend tegen mezelf

In de meeldauw van de ouderdom
lopen alle trottoirs bergopwaarts

langzaam langzaam
richting een uitgang.

Het is laat en het licht laat toe
dat de donkerste schaduw eruit voortkomt.

Heb moed, roept de buiksprekervogel
(een kleine god is hij, taalcensor)

denk aan de eenvoudige Hardy en dandy Yeats
in hun geïnspireerde wijze kindsheid.

Ik, oude man, in mijn nieuwe verlegenheid,
bedenk hoe ik, losbandig, tijd verspilde

– dat gapende uitstellen op regenachtige dagen,
die papieren hoedje-uren van goedaardige frivoliteit.

Nu verspilt de Tijd mij en is er nauwelijks tijd
zich druk maken om meer vasculaire spraak.

De esp beeft net als ik
en er zijn veren in de wind.

Snel snel
spreek oude papegaai,
voed ik je niet met mijn leven?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.

Xavier Roelens, Owen Sheers

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

Stormen, olievlekken, motetten

presley zong al hoe we wouden bepotelen, elk om de beurt,
we houden ons hoofd boven het oestrogeenrijke water.
en dylan zong al hoe we huilen en vrijen als een zeekoe
en als het ergens tussen rio en parijs niet anders kan,
verwijderen we elkaars blinde darm, desnoods met de tanden.
de beatles zongen al hoe we zullen dansen op krukken
en beck zong al hoe we liefde als zonlicht op ons door
kanker uitgedunde haar willen voelen, we houden adem in
wanneer we duiken naar omega-3-vetzuren op de zeebodem.
radiohead zong al hoe we vissen zijn die praten over wormen.
vandaag staan we rechtop, doorweekt en zingen we samen
met lou reed hoe we elkaars warmteregelaars besnuffelden.
hoe we niet meer hengelen. oogsten wat we zaaien.

 

Coda

     ze lepelt regenwater uit zijn hoofd, neemt hem
bij de polsen en voorkomt dat hij de trein opstapt;
vies wordt het perron.

dat hij zijn hersens blootgeeft, doet de omstanders
om de stationschef roepen. spikkels en stofjes
blijven
in de brij van zijn verstand kleven en hoe meer zij
  oogcontact probeert te maken, hoe meer haar nagels
spreken,
hoe meer hij rondkijkt op zoek naar iemand met
  blauwe sokken die hem de oplossing moet vertellen.
geroezemoes stijgt, de zon komt van achter
wolken, eerst op zijn linker- en dan op zijn
     rechterhersenhelft. hij droogt langzaam uit en
lekt en zij denkt dat hij om haar, dat hij naar haar
beeld zichzelf zal willen zijn.

 

1939

WE DACHTEN DAT DE KATTEN aan het aftrekken waren. we
dachten dat tom tot de achterhoede behoorde toen hij aan onze deur
klopte en om een boterham vroeg. wij zaten in het hol achter aan de
tuin dat vader gegraven had. moeders snuit ging piepen. ze
luisterde naar het verhaal van zijn negen levens en vier kittens in
zijn thuisland en gaf hem een boterham met strontjes.

      we dachten dat de katten druipstaartend afgetrokken wa-ren, maar
daar hoorden we de deur uit zijn hengsels gelicht worden. nog voor er
vijf siberische boskatten in onze tuin ston-den, was vader al
weggetrippeld; vader kon zich niet meer op het juiste verleden
beroepen. ze hebben dan maar in ruil moeder die hoogzwanger­
was, gearrangeerd.

      we dachten dat katten zich richtten op waarlijk universele en
transcendentale doelen, bedachten niet dat zakendoen met de
geschiedenis veel misdaden vergoelijkt. moeder beviel van een zus
met een hoek af. gelukkig heeft ze maar zes maanden moeten leven.

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Zwaluwen

De zwaluwen zijn weer cursief,
snijden hun sky-jive
tussen de telefoondraden
vliegend in gekruiste lijnen.

Hun jaarlijkse regeneratie
zo onberispelijk voor menselijke ogen
dat er geen naad is
tussen ouder en kind.

Slechts altijd de zwaluwen
en hun script van afstammelingen,
die in hun inkt dippen om hun handtekening te zetten
dwars over de pagina van de hemel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Equation

He told me how, after soft afternoons
teaching logarithms and waving away
the blackboard’s hieroglyphics with a damp cloth
he’d return home to the sweet methane of the chicken sheds.

How he’d change from his suit into overalls
and how he dug his hand deep into the bucket
to draw out a leaking fist, which he opened,
a sail of grain unfurling to the birds beneath.

And how later that same hand would flatten
to find a way through the dark
under the sleeping weight of a hen, to bring out,
like a magician whose tricks are just the way of things,

one egg, warm and bald in his brown palm

 

Night Windows

That night we turned some of them off
but left the hall bulb bright,
sending one bar of light into the living room,
so we could see.

Which of course meant they could too —
us impressionist through the thin white drapes
as you lowered yourself to me,
the curves of a distant landscape

opening across your pelvis,
your body slick and valleyed
in the August heat
and your back arching like a bow

drawn by an invisible tendon
strung from the top of your head
to the end of your toes,
loading you with our meeting.

The night windows opposite performed
their Morse codes,
side-swipes of curtains,
until eventually every one of them went dark

and the only light left was a siren’s,
sending its blue strobe across the rooftops
like lightning in the corner of my eyes,
somewhere far away yet near,

as with a sigh you rose from me
and walked into the lit hallway,
trailing the dress of your shadow behind you.

 

Skirrid Fawr

Net als de boeren die ooit een handvol aarde
kwamen scheppen van haar heilige litteken,

zo voel me nog steeds tot haar aangetrokken voor de antwoorden
op elke vraag die ik nooit heb gekend.

Tot het oordeel van haar hellingen,
de stompe wind die langs haar schoft waait,

tot de gespleten visie die ze onthult
bij elke stap langs haar gebroken ruggengraat.

Deze rand van haar gespleten gehemelte,
deels heuvel, deels veld,

uit een lage mist oprijzend, een eenzame schuit,
op drift door Wales.

Haar oost-westflanken, één donker, één zonovergoten,
haar landstaal van grenzen.

Haar gewicht, de onuitgesproken woorden
van een ongeletterde tong.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Crauss

De Duitse dichter en schrijver Crauss werd geboren in Siegen op 19 september 1971. Zie ook alle tags voor Crauss op dit blog.

 

alles wird gut

das licht wird zuviel, und doch bleibt es
dunkel. an die küsten getrieben sind
glashäuter und schaumwesen: man
lernt nicht mehr laufen, wenn apo
kalyptischer mittsommer herrscht!

aus der luft ergeben sich schwärme
kosmischer spiegelflügler. die zugrouten
sind unterbrochen durch das vergehen
der welt. am ende triumphieren ho
rizontlösende nebel; alles wird gut.

 

bedürfnis wie wolken

meine generationsnichte sagt ich sei garkein junge

hölderlin stress am frühen morgen
und diese ameisenspur die ich einfach nicht wieder
hölderlin stress und die spur die ich nicht finde
als sei es eine krankheit gewesen
als sei ich ein knabe als sei ich ein mädchen gewesen und fisch
(„oh tod!“)
der warm aus den wassern emporschnellt ich finde die spur
die stelle nicht wieder zwischen den dissonanzen der küste
(„like clouds wrap around the hours“)
eine weisse eine blasse lustfrau
(hutfrau)
clarissa sopran ein
säumiger dünenjunge
rötliches überauge geläut
als sei es nicht ich den ich finde
als sei es der sommer und bleichmorgen
(„oh tod!“)
ein strand voller erdbeeren der kopfschmerzen macht

 verfrüht meldet sich unruhe an und geläut
extrem reduzierte akkorde
(und dunkel) ein ganz schwaches amtszeichen
            clarissa sopran
als sei ich ein knabe ein mädchen gewesen ein
säumiger dünenjunge
eine weisse eine blasse lustfrau
(hutfrau) die meldet du seiest vermisst

 und diese ameisenspur die ich einfach die landstrasse die erdbeern
die wälder des mimas
(kiefern aus stahl) verstellungen dissonanzen der küste
zwei segel die spur

 

Bloed en bier (Chicago 1932)

buiten de poorten kun je niets zien. de stad
blokkeert voor zichzelf de horizon, is liever de lijn zelf, edding
tussen landbouwstof en smog. in haar: te veel omgeving.
het leven een schaamteloze drek. ergens vandaan is er lawaai, lichten,
die op de muur dansen, water uit het bloedende lake michigan,
in de steegjes janusborstige brandkranen, reflecties van spatten,
op afbrokkelende muren, namaakmarmer. dit alles
is gebaseerd op afwezigheid van land, bomen en ruimte. dan echter
toch: een parade van de almighty disciples stapelt zich op
in de ravijnen van babylonische torens: paniek
tussen gevels, de weerspiegelden trekken gezichten,
en lijken drinken hun bier dan uit de chicago river.
veel later pas ontdekken gangsters de daken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Crauss (Siegen, 19 september 1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e september ook mijn blog van 19 september 2021 en ook mijn blog van 19 september 2020 en eveneens mijn blog van 19 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Koen Stassijns, Owen Sheers

De Vlaamse dichter, schrijver en vertaller Koen Stassijns werd geboren op 18 september 1953 in Ninove. Zie ook alle tags voor Koen Stassijns op dit blog.

 

De werkster

Moeder, aanrecht en dweil
zoals zij door de kamers dwaalt
van het belommerd huis de gang
doorkruist en mompelend de ramen aait.

Zij spreekt de kasten dierbaar aan
of zij hun sleutel goed bewaren
en van elke lade het geheim dat
zij ooit dierbaar samen waren.

Zij boent haar angst voor slechte
tijden met het bergkristal en
zilver op, en veegt de vloer aan
met de twijfel dat wie eenmaal
liefheeft meermaals achterblijft.

Wie haar niet kent zal zwijgen
en haalt het stof onder de nagels weg
vóór hij haar aanraakt met het hard
verwijt dat zij slechts aanrecht was
en dweil. Terwijl zij veeleer aaide.

 

De krant

Het sneeuwt. Op het plein worden de sporen
gewist. De man zoekt in zijn krant wat hij mist,
wat hem stoort, boven het hoofd hangt en wie
zich vergist. De vrouw slaapt, wordt niet gehoord.

De torenklok, op de tijd achteruit, slaat geloofd
zij de heer om zich heen en de huizen rollen
als egels op elkaar in. Een schoorsteen hoest,
werpt een koord, sputtert tegen. Het dorp dooft.

Nog steeds zet de man geen voet aan de trede,
hij volhardt in de krant die hij vreest. Nog steeds
dat litteken tussen de kaken, niets dat geneest.

Nog steeds geen krakende trap naar beneden.
De vrouw slaapt, de man ontleedt het weerbericht.

Hij vindt haar, boven een plas, ijs op het gezicht.

 

Dit huis

Laat hier geen twijfel over bestaan, dit huis
zal bouwval worden met de grond gelijk
ook dit gedicht. Omdat ik stenen met een zin
en met cement elk voegwoord vergelijk,

de gangen met mezelf en daar dan in
verdwalen. Ramen, trappen, deuren, in en uit
van kinderen die bij hun moeders blijven
zwijgen, in de tuin een schrikbewind van kruid.

Geef dit huis geen uitstel meer,
het denkt zo lang al aan een landschap
toe te horen dat hij blijven zal. Ik keer

terug tot een boom, in de aarde, meet omvang
van woorden aan restwarmte af en beken dat
ik nog droom van een gedicht. Pijnbanken lang.

 

Koen Stassijns (Ninove, 18 september 1953)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De visboer

Dit is dus het tijdperk van de visboer, niet van de visser –
zijn pet schuin als die van een sergeant, wankel op zijn gewatteerde hoofd
terwijl hij duikers schat en hun bewegingen meet.

Hij grijpt net zo gemakkelijk naar een karper als jij of ik
onze hand in een emmer appels zouden dompelen,
tast naar de vis, zijn ingegroeide nagel doet pijn in het zoute water,

en tilt hem eruit, vol begrip, zoals alleen hij dat kan.
de folieschijf van het zilveren oog. het gewicht van het mes,
de motorslag van zijn hart. fijn afgestemd op deze wrede vriendelijkheid!

Vol begrip, zoals alleen hij dat kan, de plek tussen de knokkels
waar een nagel zou kunnen binnendringen als door boter,
hoe vlees te snijden zoals anderen selderij snijden.

hoe hij zijn toespraak zou inkorten zoals hij dat bij mannen zou doen
ware hij gewond geraakt en gedwongen om te vechten.
Maar zoals bij een door de bliksem getroffen boom, is er geen genezende bast

rond zijn getroffen hart en het hout in het midden van de stam
pulseert en snakt naar groei als een vis
die vecht voor zijn laatste adem, alsof hij in de lucht hapt naar water.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

Willie is

Willie is vegetariër behalve dat zij vis lust,
en ook koekjes lust zij nog liever; op
haar staatsiebezoeken aan de huizen (zij steekt
dan haar reuzeleuke staart uit) verkrijgt zij

relatiegeschenken in de vorm van liefdespoëzie,
kopjes visbouillon, kippevleugels en vleugjes
water; zij kan ook ‘de eekhoorn’ doen, dat is
op haar achterpoten staand iets wiegen in

haar voorpootjes, bijvoorbeeld een noot; zij is
zeven jaar en diep gelovig, zo gelooft zij harts-
tochtelijk in de uitvinding van de dikbilmuis.

en in laag vliegende vogels, sloom als baksteen,
vlug als de bliksem is slaap haar elixer: zij
slaapt in hoekjes knus als een 12de-eeuwse hemel.

 

Judaspenning I

God zij met ons’ (Het Geld)

Judasdollar, hoei, valse judaspenning!
Jij verscholen groen stuk vergif, munt
voor t kruis, na lange verregende jaren,
Judaspenning, vind ik jou hier terug…

Rokend ging scheep in de avond de boom-
gaard met de witte bank, zo vredig, en
opgeschoten onder het alleroudste
appelras de gesjochte Judaspenning,

je hauw: lichtschuw verstekeling onder
de heggen: mint armste grond, steekt
zijn kop op waar dichte duisternis rond-
tolt op de bloedakkers onder de maan.

 

Judaspenning II

Zekere Judas verried een zekere Joshua
in een boerenbongerd, voor een zakvol
zilverstukken, lijkt daarom Judaspenning
op zilver en vat hij post in boerentuinen?

Brandende zon buigt hem om, de maanzieke;
de smadelijk vernoemde, hij die de zon verried
voor de maangelijkende munt die als de lamp
licht uitzendt van een andere straling.

Christendom eindigt als Judas, bungelend
aan de boom; Judaspenning daaronder, rinkelt
met zijn geldbuidel, wuift zwakjes, verbannen
naar duistere gronden, de verhangene uit.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Aux Imagistes

Ik was geloof ik nooit zo verrukt
Als nu van jullie,
O door vorst gebeten bloesems
Met jullie vleugels die zich ontvouwen
Tegen de afgunstige zwarte takken.

Bloei gauw en maak wat van de zonneschijn.
De twijgen spannen tegen jullie samen!
Moet je ze horen!
Ze houden jullie van achter vast!

Wegvliegen zullen jullie niet,
hetzij vleugel na vleugel, gebrekig,
En toch –
Zelfs zij
Hebben niet de eeuwigheid.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.

Julia Donaldson

De Engelse schrijfster en dichteres Julia Donaldson werd geboren op 16 september 1948 in n Hampstead, London. Als kind schreef ze toneelstukken en choreografeerde ze dansen, die zij en haar jongere zus Mary uitvoerden. Donaldson studeerde drama en Frans aan de Universiteit van Bristol. Daarna werkte ze in de uitgeverij en als docent. Uiteindelijk begon ze liedjes te schrijven voor de kindertelevisie. Een van deze liedjes, “A Squash and a Squeeze”, werd haar eerste boek. Donaldson schreef vervolgens enkele van de best verkochte prentenboeken van het Verenigd Koninkrijk. Ze werkte vaak samen met illustrator Axel Scheffler. “The Gruffalo” (1999) gaat over een muis die roofdieren afschrikt met verhalen over een wezen genaamd de Gruffalo. Het boek verkocht wereldwijd miljoenen exemplaren en werd in tientallen talen vertaald. “The Gruffalo’s Child”, een vervolg, kwam uit in 2004. Een heks en haar kat maken een ritje op een bezemsteel in “Room on the Broom” (2001). “The Snail and the Whale” (2003) gaat over de avonturen van een slak die op de staart van een walvis rijdt. Donaldson schreef ook boeken voor oudere kinderen en tieners, evenals een aantal toneelstukken. In 2011 werd ze benoemd tot Member of the British Empire (MBE), een hoge Britse eer. Donaldson was van 2011 tot 2013 kinderlaureaat van het Verenigd Koninkrijk.

 

I Opened a Book

I opened a book and in I strode
Now nobody can find me.
I’ve left my chair, my house, my road,
My town and my world behind me.

I’m wearing the cloak, I’ve slipped on the ring,
I’ve swallowed the magic potion.
I’ve fought with a dragon, dined with a king
And dived in a bottomless ocean.

I opened a book and made some friends.
I shared their tears and laughter
And followed their road with its bumps and bends
To the happily ever after.

I finished my book and out I came.
The cloak can no longer hide me.
My chair and my house are just the same,
But I have a book inside me.

 

Nut Tree

Small, brown, hard, round,
The nut is lying underground.

Now a shoot begins to show.
Now the shoot begins to grow.

Tall, taller, tall as can be,
The shoot is growing into a tree.

And branches grow, and stretch and spread
With twigs and leaves above your head.

And on a windy autumn day
The nut tree bends, the branches sway,

The leaves fly off and whirl around,
And nuts go tumbling to the ground: Small, brown, hard, round.

 

Julia Donaldson (Londen, 16 september 1948)

Breyten Breytenbach, William Carlos Williams

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.

Uit: Dog Heart. A Memoir

“It is early summer when we drive over to Bonnievale for the annual cheese and wine festival. Bright sheets of sunlight on the hills, flowers along the road bunching their colours, the jacaranda trees stained a pale purple. Then fields of shade like bruised mouths when loose-fitting clouds race before the sun and light’s throat suddenly grows deep.
On our way the four of us—Adam and his red-haired lady friend Mercy (who doesn’t know that she is coloured), my wife Lotus and I—visit the Van Loveren wine farm, upriver, towards Ashton, to taste their cabernet sauvignon. We tongue the elixir around our mouths, then load several boxes in the boot of the car. One of the Retief brothers, estate owners, comes and goes with cap tilted over a crooked smile and trousers hanging on for dear life and decency just below the bulging belly, to keep pouring from a full bottle.
A fragrant garden shades the back of the wine cellars. Jeanne Retief, the materfamilias, says: Yes, but who tamed the land? Who dug the irrigation channel and brought vines to this soil? Now the government paints us as intruders, but did they who were here before us ever plant a single tree? She knows. For fifty years or more she has been looking after every bush and shrub greening this unexpected paradise. She marked each major event by planting a sapling and bestowing upon it an appropriate name. Her eyes are two ancient tortoises hiding under the weathered stone of her face. Verwoerd, there (she points), soughing with birds; the fir is called Republic, it grew fast; King George needs a lot of water, a thirsty bugger; D. F. Malan was a shaggy palm tree, but he got blown over in the big wind; a rather rakish young Mandela, he will still grow in stature, of that you may be sure. The clouds need company.
In the main street we stop before cousin Aletta’s shop where lady’s drawers and buttons and spools of thread and millinery and daintily printed bales of cloth can be seen through the glass front. The road surface has not been upgraded in fifty years. This is the town where I was born, those were the humpbacked hills riding the skyline in sombre procession, like old songs, and further back the same mountain range is still blocking off the interior. The badlands beyond the escarped blue horizon is known as Moordenaarskaroo, a dry inner heart where murderers and robbers and escaped slaves and runaway soldiers could find refuge. To be devoured by sun. The Breërivier: wide and soft and afloat with silvery clouds. The road which snakes along the green banks to slither through the agglomeration is called Boesmanspad. White settlers pen off a first farm near the river crossing—Boesmansdrift. Later comes the project to build a village.”

 

Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Die puristen

Heerlijk! al dat geëssentieel,
als een oester zonder schelp,
fris en zacht van smaak, om op te
slokken, om op te bijten en op te slokken.

Of nog beter, een brein zonder
schedel. Ik weet nog hoe iemand
tijdens onze snijles er een
van driehoog liet neerkomen op
een orgelman in Pine Street.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 16e september ook mijn blog van 16 september 2021 en ook mijn blog van 16 september 2020 en eveneens mijn blog van 16 september 2019 en ook mijn blog van 16 september 2018.

Chimamanda Ngozi Adichie, William Carlos Williams

De Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie werd geboren op 15 september 1977 in Enugu. Zie ook alle tags voor Chimamanda Ngozi Adichie op dit blog.

Uit: Paarse hibiscus (Vertaald door Hankie Bauer)

“Vanaf die keer dat mijn broer Jaja niet ter communie was gegaan en papa zijn zware misboek door de kamer slingerde en de beeldjes op de bovenste plank van de vitrinekast verbrijzelde, begon het bij ons thuis allemaal fout te lopen. We waren net thuisgekomen uit de kerk. Mama legde de frisgroene palmtakken die nat waren van het wijwater op de eettafel en ging vervolgens naar boven om zich te verkleden. Ze zou de palmtakken later tot wat slordige kruisen in elkaar vlechten en ze naast de foto van ons gezin in zijn gouden lijst aan de muur hangen. Daar zouden ze tot de volgende Aswoensdag blijven hangen, als we ze naar de kerk zouden brengen om ze tot as te laten verbranden. Papa, in een lange, grijze mantel net als de andere oblaten, hielp ieder jaar met het uitdelen van de as. Zijn rij vorderde het minst snel omdat hij heel hard met zijn in de as gedoopte duim op alle voorhoofden drukte om er een volmaakt kruisteken op te maken en ieder woord van ‘as zijt gij en tot as zult gij wederkeren’ met evenveel nadruk en betekenis uitsprak. Papa zat tijdens de mis altijd in de voorste kerkbank, op de punt bij het middenpad, met mama, Jaja en ik naast zich. Hij ging als eerste
ter communie. De meeste mensen knielden niet neer bij het altaar met de blonde, levensgrote Maagd Maria er vlak naast, om de heilige hostie te ontvangen, maar papa wel. Hij kneep zijn ogen altijd zo stijf dicht dat zijn gezicht ervan vertrok en dan stak hij zijn tong zo ver mogelijk naar buiten. Naderhand ging hij weer op zijn plaats zitten en keek hoe de congregatie massaal op het altaar afliep, met de handpalmen gestrekt en tegen elkaar aan gedrukt, als een schoteltje dat je zijdelings vasthoudt, precies zoals pater Benedict hun dat had geleerd. Hoewel pater Benedict al zeven jaar lang pastoor was in de St.-Agneskerk, noemden de mensen hem nog steeds ‘onze nieuwe pastoor’. Dat waren ze misschien niet van hem blijven zeggen als hij geen blanke was geweest. Hij zag er nog altijd even nieuw uit. De kleur van zijn gezicht, de kleur van gecondenseerde melk en van een opengesneden zuurzak, was in de vreselijke hitte van zeven Nigeriaanse harmattans niet bruin geworden. En zijn Engelse neus was nog altijd even smal en geknepen, die neus die maakte dat ik me bezorgd had afgevraagd, toen hij pas in Enugu was aangekomen, of hij wel voldoende lucht kreeg. Pater Benedict had het een en ander veranderd in onze parochie. Zo stond hij er bijvoorbeeld op dat het credo en het kyrie alleen in het Latijn werden uitgesproken; onze taal, het Igbo, was onaanvaardbaar. En het handgeklap diende ook tot een minimum te worden beperkt, om de plechtige sfeer van de mis niet te verstoren. Maar offerandegezangen in het Igbo stond hij wel toe; hij noemde ze inheemse gezangen en als hij ‘inheems’ zei, krulden zijn smalle, rechte lippen zich bij de mondhoeken omlaag en vormden zo een omgekeerde u.”

 

Chimamanda Ngozi Adichie (Enugu, 15 september 1977)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Die puristen

Heerlijk! al dat geëssentieel,
als een oester zonder schelp,
fris en zacht van smaak, om op te
slokken, om op te bijten en op te slokken.

Of nog beter, een brein zonder
schedel. Ik weet nog hoe iemand
tijdens onze snijles er een
van driehoog liet neerkomen op
een orgelman in Pine Street.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e september ook mijn blog van 15 september 2021 en ook mijn blog van 15 september 2020 en eveneens mijn blog van 15 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.