NoViolet Bulawayo, Eugenio Montale

De Zimbabwaanse schrijfster NoViolet Bulawayo (pseudoniem van Elizabeth Zandile Tshele) werd geboren op 12 oktober 1981 in Tsholotsho, Zimbabwe. Zie ook alle tags voor NoViolet Bulawayo op dit blog.

Uit: We hebben nieuwe namen nodig (Vertaald door Dirk-Jan Arensman)

“We zijn op weg naar Boedapest; Bastard en Chipo en Godknows en Sbho en Stina en ik. We gaan, hoewel we Mzilikazi Road niet mogen oversteken, hoewel Bastard eigenlijk op zijn zusje Fraction moet passen, hoewel mijn moeder me zou vermoorden als ze erachter kwam; we gaan gewoon. In Boedapest kunnen we guaves stelen en ik zou op het moment liever doodgaan voor guaves. We hebben vanochtend niet gegeten en mijn maag voelt alsof iemand gewoon een schop heeft gepakt en alles eruit heeft gegraven.
Uit Paradise komen is niet zo moeilijk, omdat de moeders het druk hebben met haar en praten, wat het enige is wat ze ooit doen. Ze werpen hooguit een vluchtige blik op ons als we op een rijtje langs de sloppen lopen, en kijken dan een andere kant op. Over de mannen onder de jacaranda hoeven we ons ook geen zorgen te maken, want hun ogen kijken nooit op van hun dambord. Alleen de kleine kinderen zien ons, en die willen mee. Maar Bastard geeft dat naakte jochie vooraan gewoon met zijn vuist een knal op zijn grote hoofd, en dan gaan ze allemaal terug.
Als we bij de bush aankomen, vliegen we al, schreeuwzingen alsof we door de wielen in onze stemmen harder zullen gaan. Sbho zingt voor: Wie ontdekte de route naar India? en dan vallen wij allemaal in met: Vasco da Gama! Vasco da Gama! Vasco da Gama! Bastard loopt voorop, omdat hij vandaag het Landspel heeft gewonnen en hij denkt dat-ie daarom onze president is of zo, en daarachter ik en Godknows, Stina, Sbho, en helemaal achteraan Chipo, die vroeger altijd harder rende dan iedereen in Paradise maar nu niet meer, omdat iemand haar zwanger heeft gemaakt.
Als we de Mzilikazi zijn overgestoken, duiken we door een andere bush heen, schieten een tijdje door Hope Street voor we langs het grote stadion draven met die glimmende bankjes waar we nooit op zullen mogen zitten, en dan zijn we eindelijk in Boedapest. Maar we moeten onderweg een keer stoppen, zodat Chipo kan gaan zitten voor haar buik. Soms, als-ie pijn gaat doen, moet ze die even laten rusten.
Wanneer krijgt ze die baby eigenlijk? zegt Bastard. Bastard vindt het niet leuk als we met dingen moeten stoppen vanwege Chipo’s buik. Hij heeft zelfs geprobeerd ons zover te krijgen dat we helemaal niet meer met haar speelden.
Op een dag, zeg ik namens Chiro, omdat zij niet meer praat. Ze is niet stom-stom; toen je haar buik begon te zien, hield ze gewoon op met praten. Maar ze speelt nog wel met ons en alles, en als ze echt, echt iets moet zeggen, dan gebruikt ze haar handen.”

 

NoViolet Bulawayo (Tsholotsho, 12 oktober 1981)

 

De Italiaanse dichter Eugenio Montale werd geboren in Genua op 12 oktober 1896. Zie ook mijn blog van 12 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Eugenio Montale op dit blog.

 

Gloria del disteso mezzogiorno

Glorie van ’t uitgespreide middaguur
als nergens meer een boom nog schaduw draagt
en al wat zich vertoont in de natuur
door té veel licht verdoezelt en vervaagt.

De zon in ’t zenit, – een verdroogd riviertje.
Mijn dag is dus nog niet geheel verstreken:
de mooiste uren liggen achter ’t muurtje
waarop de vale avondstralen breken.

De hitte schroeit; een ijsvogeltje zwenkt
en fladdert rond op zoek naar restjes leven.
De malse regen schuilt in wat verzengt,
maar slechts in ’t wachten is ’t geluk gegeven.

 

Vertaald door Frans van Dooren

 

Eugenio Montale (12 oktober 1896 – 12 september 1981)
Portret door Ottone Rosai, 1941

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e oktober ook mijn blog van 12 oktober 2023 en ook mijn blog van 12 oktober 2018 en ook mijn blog van 12 oktober 2017.

Christoph Peters, Daniel Falb

De Duitse schrijver Christoph Peters werd geboren op 11 oktober 1966 in Kalkar. Zie ook alle tags voor Christoph Peters op dit blog.

Uit: Innerstädtischer Tod

„Natürlich wusste ich vorher, worauf ich mich einlasse. Theoretisch. Etwas zu wissen, bedeutet nicht, es zu verstehen; etwas zu verstehen, heißt nicht, die emotionalen Folgen abzuschätzen. Ich bin absolut nicht in der Lage zu beurteilen, ob die Installation so, wie ich sie in den vergangenen sechs Tagen hier eingerichtet habe, gut ist, ob sie überhaupt in die Zeit passt, sich womöglich sogar zu sehr der vom Krieg verdunkelten Gegenwart andient, als politisches Statement gelesen wird — in welcher Richtung auch immer. Ich brauche einen neuen Blick, als sähe ich die Objekte zum ersten Mal: Vor mir liegt ein verlassenes Schlachtfeld aus dem letzten Jahrhundert: Körper aus Holz, Eisen, Leder in Gestalt nachgebauter Turnbocke, Pauschenpferde, Sprungkasten, Sandsacke. Kadaver, die ihre Extremitäten dem Blau entgegenstrecken, modifiziert durch eingekerbte Wundmale, aufbrechende Geschwulste, wucherndes Narbengewebe. Manche Eingriffe fallen erst auf den zweiten Blick auf, verursachen bei den Betrachter*innen einen kurzen Schock. Das hat zumindest Konrad gesagt and der muss es wissen, sonst kann er die Sachen nicht verkaufen: »Bevor sich Sentimentalität breitmacht, kippt das Vertraute ins Monströse — das ist das Großartige an deiner Arbeit, Fabian.« — Und seine Assistentin, Maren Gerstacker, hat hinzugefugt: »Ich muss immer an ein Foto denken, das bei uns im Geschichtsbuch war: tote Pferde nach einem Giftgasangriff irgendwo in Frankreich oder Belgien, total aufgequollen, als würden sie platzen. Really disturbing.«
Als wir die Ausstellung vereinbart haben, vor anderthalb Jahren, zwischen der dritten und vierten Corona-Welle, hief3 es, mit dem Impfstoff kehre die Normalität zurück. Damals hat mir etwas völlig anderes vorgeschwebt: eine dustere Turnhallenlandschaft, Beschwörung einer Jugend in der Provinz, autofiktionale Erinnerungskammer, postviraler Albtraum aus monumentaler Verlassenheit, darin die Untröstlichkeit der Dinge, die zurückgeblieben sind, isoliert, ihres Sinns beraubt, seit die Menschen das Land verlassen haben. Alle Objekte sind nach meinen Vorgaben, unter meiner Aufsicht von Handwerkern in Marrakesch gefertigt worden. Dort wissen die Leute, wie man Tierhaute verarbeitet, Leder in jedwede Form bringt. Aber natürlich haben sie sich trotzdem kopfschüttelnd gefragt, weshalb dieser sonderbare Deutsche Unsummen für Dinge ausgibt, die zu nichts nütze sind — rein Materialverschwendung aus ihrer Sicht. Aber sie haben gemacht, was ich von ihnen wollte, und sie haben es sehr gut gemacht. Dagegen hat es mit den Schreinern und Schlossern, die für die Unterkonstruktionen zuständig waren, Beine, Füße, Gelenke herstellen sollten, immer wieder Schwierigkeiten gegeben.“

 

Christoph Peters (Kalkar, 11 oktober 1966)

 

De Duitse dichter en schrijver Daniel Falb werd geboren op 11 oktober 1977 in Kassel. Zie ook alle tags voor Daniel Falb op dit blog.

 

de herkenning van onbekende diersoorten en hun berijders in kaki… verspreid dat als
meerlingen, magische handelingen als liefdesvuur.

…………………………….de enige ontmoeting met mijn beste vriend. het wachten op
een voorwerp hoort bij hem. dat wat

de ongeleerd blijvende arbeid betreft… de shar-pei, door een wals overreden, komt
knorrig weer overeind.

zolang het ongeschreven leven duurt in zijn wetmatigheid. minutiae hebben slechts
een onbestemd ogenblik nodig voor hun pop-up.

je vingerafdruk van je vingers vegen…………op de gewenste breuklijn zou je met je
mond drinken.

……de omliggende toppen spiegelen zich erin. nog wat in de ongedekte machtswellust
staan. en dan dezelfde,

alleen in verschillende tijden vallende tred van de shar-pei……….paarse palmen,
door een cycloon gebogen. je licht me je notie van geluk toe.

 

Vertaald door Ton Naaijkens

 

Daniel Falb (Kassel, 11 oktober 1977)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e oktober ook mijn romenu blog van 11 oktober 2018 en ook  mijn blog van 11 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 11 oktober 2015 deel 2.

Nobelprijs voor de Literatuur 2024 voor Han Kang

Nobelprijs voor de Literatuur naar Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang

Aan de Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang is de Nobelprijs voor de Literatuur 2024 toegekend. De jury looft Han om “haar intense poëtische proza ​​dat historische trauma’s confronteert en de kwetsbaarheid van het menselijk leven blootlegt“. Han Kang werd geboren op 27 november 1970 in Gwangju, in de provincie Zuid-Cholla. Zie ook alle tags voor Han Kang op dit blog.

Uit: De vegetariër (Vertaald door Monique Eggermont)

“Voordat mijn vrouw vegetariër werd, had ik haar in alle opzichten altijd volstrekt oninteressant gevonden. Eerlijk gezegd vond ik haar toen ik haar voor het eerst zag niet eens aantrekkelijk. Gemiddelde lengte; recht afgeknipt haar, niet lang en niet kort; een gelige, ongezonde teint; jukbeenderen die een beetje uitstaken; haar schuwe, vale voorkomen zei me genoeg. Toen ze naar het tafeltje liep waaraan ik zat te wachten, konden haar schoenen me niet ontgaan — lelijker schoenen zijn niet voor te stellen. En die manier van lopen — niet snel en niet langzaam, geen grote stappen maar ook geen trippelpasjes. Ze was weliswaar niet bijzonder aantrekkelijk, maar echte nadelen manifesteerden zich evenmin, en er was dan ook geen reden waarom we niet zouden trouwen. De passieve aard van deze vrouw bij wie ik frisheid noch charme noch een ander verfijnd trekje kon ontdekken, kwam me uitstekend uit. Ik hoefde geen intellectuele belangstelling te veinzen om haar voor me te winnen, ik hoefde niet bang te zijn dat ze me zou vergelijken met de strak in ’t pak zittende mannen uit modebladen, en ze werd niet boos als ik toevallig te laat kwam op een afspraak. Het buikje dat verscheen toen ik halverwege de twintig was, mijn dunne benen en onderarmen die ondanks al mijn inspanningen hardnekkig weigerden in omvang toe te nemen, het minderwaardigheidscomplex dat ik altijd had over de afmeting van mijn penis — ik kon er rustig van uitgaan dat ik me er bij haar geen zorgen over hoefde te maken. Ik heb tijdens mijn leven altijd de neiging gehad de middenweg te bewandelen. Op school koos ik ervoor op te trekken met leerlingen die een jaar of twee jonger waren en bij wie ik haantje-de-voorste kon spelen, in plaats van de confrontatie aan te gaan met leerlingen van mijn eigen leeftijd, en later koos ik een universiteit op basis van mijn eigen leeftijd, en later koos ik een universiteit op basis van mijn kans op een toelage die groot genoeg was om aan mijn behoeften te voldoen. Ten slotte stelde ik me tevreden met een baan waarmee ik een fatsoenlijk maandloon zou verdienen in ruil voor het nauwgezet uitvoeren van de mij opgedragen taken bij een bedrijf dat zo klein was dat ze er mijn middelmatige vaardigheden zouden waarderen. Het was dan ook niet meer dan logisch dat ik trouwde met de meest alledaagse vrouw van de wereld. Vrouwen die knap waren, intelligent, buitengewoon sensueel, de dochters uit rijke families — die zouden mijn zorgvuldig geordende leventje alleen maar ontwricht hebben. Zoals ik had verwacht bleek ze een doodgewone echtgenote die geen onaangename lichtzinnigheden aan de dag legde. Elke ochtend stond ze om zes uur op om rijst en soep te maken, met meestal wat vis. Sinds haar tienerjaren had ze af en toe met parttime werk bijgedragen aan het inkomen van haar ouders. Uiteindelijk vond ze een baan als klassenassistent aan de academie voor computeranimatie waar ze een jaar op had gezeten, en voor een manhwa-uitgeverij werd ze ingehuurd om de tekstballonnetjes te maken, wat ze thuis kon doen. Ze was een vrouw van weinig woorden.”

 

Han Kang (Gwangju, 27 november 1970)

Menno Wigman, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter en vertaler Menno Wigman werd geboren in Beverwijk op 10 oktober 1966. Zie ook alle tags voor Menno Wigman op dit blog.

 

Het licht is als het licht

En op een dag verlies je je gezicht,
vult elke spiegel zich met vormloos ik.
Een traanzak zie je, hangvlees, haarverlies,
maar geen gezicht. – Je weet: er valt op straat
niet veel te vragen, ja, de tijd, de weg,

maar niemand die je ooit het licht uitlegt.
Hoe kwam je in die huid terecht? En is
het waar dat ieder na zijn veertigste
voor zijn gezicht verantwoordelijk is?

Geteem. Koudwatervrees. Straks ga ook jij
de weg van alle vlees. En wat dan nog?
Terwijl ik dit gedicht herschrijf beschijnt

de zon mijn hand. Het licht is als het licht.
Er woont een heerser achter mijn gezicht.

 

Kaspar Hauser

Hier geen Natureingang.
Geen beek van zilver, gouden zonlicht, zeikgedicht.
Hij gaf niet om de zon.

Maar hoorde hij een klank, zag hij een vlam, dan greep
hij witheet met zijn hand.
Soms stond hij heilig met een schilderij te praten

of plantte hij bezorgd
een snijbloem in de aarde. Een kind van zeventien
met kelders in zijn ogen.

Afkomst verduisterd. Mensen die hem willen doden.
Zijn onbemande mond
die hulpeloos herhaalt wat hem was ingesproken:

‘Ik wil een ruiter worden.’
Meer wist hij niet. En wij, wij leerden Kaspar kijken,
wilden zijn hoofd met Duits

verrijken, steenhard Duits dat al zijn schrik verdreef.
Maar het verklaarde niets.
En bastaardprins of niet, gelukkig werd hij nooit.

En nu is Kaspar dood.
En wij, wij leefden hem, beschreven hem in gloedvol
Duits dat niets doorzag.

Breek alle pennen stuk. Tuig elke letter af.
Er is geen taal die troost,
geen woord dat bloost bij Kaspar en zijn hondedood.

 

Hitlermüde

Berlijn. Ik had geneukt en nam een douche.
Toen sloop de Holocaust weer in mijn hoofd.
Ik zag mijn pik en telde tegels, wit,
ze waren wit, ik telde en een mist
van ademnood vertroebelde mijn zicht.

Ik las ik weet niet hoeveel boeken, bleef
maar in het leven van Adolfus wroeten,
de zeven scheppen suiker in zijn thee,
Geli, Eva, teelbal, spuuglok, zweep – wat
moest ik ermee? Hier onder deze douche,

hier in een warm en doordeweeks Berlijn,
hier gleed mijn schaamte in een doucheput weg,
kon ik nooit laks, te laat of schuldig zijn.
En licht en hoog en hevig Hitlermoe
stapte ik weer op haar kamer toe.

 

Menno Wigman (10 oktober 1966 – 1 februari 2018)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

last exit sterren kijken

drie sterren vier sterren vijf
sterren tussen de wolken
een ster twee sterren drie
sterren tussen de wolken
geen ster geen ster tussen
de wolken tussen de
wolken een ster twee sterren
drie sterren vier sterren vijf
sterren zes sterren zeven sterren
tussen de wegdrijvende
wolken acht sterren negen sterren
tien sterren honderd sterren duizend
sterren en nog eens duizenden
sterren en steeds meer sterren
aan de wolkenloze hemel over
weldigend hoe veel sterren

 

Vertaald door Daan Cartens

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e oktober ook mijn blog van 10 oktober 2021 en ook mijn blog van 10 oktober 2018 en ook mijn blog van 10 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 10 oktober 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Herman Brusselmans, Tadeusz Różewicz

De Vlaamse schrijver Herman Brusselmans werd geboren in Hamme op 9 oktober 1957. Zie ook alle tags voor Herman Brusselmans op dit blog.

Uit: Het huwelijk van Jan en Sofie

“Jan Deutekwam was op weg van z’n flat in de Grauwpoort naar z’n atelier in de Tolhuislaan. Hij werkte als naaier. Hij naaide alles wat los en vast zat, en had daar een goede naam mee verworven. Vele mensen brachten hun kapotte kledij bij hem, en dan verstelde hij die. Hij was betreffende het naaien een autodidact. Hij had universitaire studies gedaan en beschikte over een master in de psychologie, maar na z’n afstuderen had de roep van het naaien luider geklonken dan welke roep ook. Geef jan naald en draad, en je zal uren geen last hebben van hem. Jan was een meter zesentachtig groot voor tweeëntachtig kilo, was slank, had kort haar, groene ogen, smalle schouders, en een ferme kaaklijn. Hij had liever blauwe of bruine ogen dan groene gehad. Hij vond die groene ogen redelijk verwijfd. Hij had kleurlenzen geprobeerd, maar die deden pijn aan z’n irissen. Af en toe zette hij een zonnebril op, om de kleur van z’n ogen te maskeren. Op een keer had hij aan z’n beste vriend, Teun Binnestein, gevraagd: ‘Teun, vind jij groene ogen niet vrouwelijk?’ Teun had nagedacht, en op den duur gezegd: ‘Niet echt, neen. Wat ik wel vrouwelijk vind is je bord aflikken na het eten.’ Daar was Jan het mee eens. Hij had z’n vader ‘ns z’n bord zien aflikken na het verorberen van een door z’n moeder bereide mislukte moussaka, en had gedacht: vader, je bent precies een mokkel. Z’n vader, André Deutekwam, had krulhaar, ook dat nog. De vrouwen met krulhaar, die zijn toch niet te tellen? Als feminist vond Jan dat vrouwen vaker de neiging zouden moeten hebben om hun haar te ontkrullen. En om minder vaak hun bord af te likken. En om niet te zeggen: ‘ik ben een echte vrouw, want ik heb groene ogen.’ Jan bereikte z’n atelier, dat zich bevond op de tweede verdieping van een vroeger schoolgebouw. In die school hadden vooral Turkse kindertjes gezeten. Een van hen had de school op een keer in brand willen steken, twee van hen hadden alle ruiten ingegooid met bakstenen, en drie van hen hadden de leraar geschiedenis, een albino met een witte wijnvlek in z’n gezicht, in elkaar gemept, nadat hij had gedoceerd dat de Turken in de Middeleeuwen wereldveroveraars waren geweest die moordend en verkrachtend door Europa waarden. Maar de school was niet gesloten vanwege de acties van sommige Turkse kindertjes, ze was wel gesloten omdat er asbest in het bouwsel bleek te zitten. Een makelaar had de school van de stad overgekocht, het asbest verwijderd, de hele boel opgeknapt, en de vrijgekomen ruimtes verhuurd, vooral aan kleine en eenmansbedrijfjes. Van deze laatste was The House Of Naai het bedrijfje van Jan.”

 

Herman Brusselmans (Hamme, 9 oktober 1957)

 

De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Zie ook mijn blog van 9 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Tadeusz Różewicz op dit blog.

 

WARMTE

Je kunt je handen
net zo goed warmen
aan een pot hete koffie

als het in de wereld
toch al zo koud is
de mensen toch al zo koud
voor zich uit staren
zelfs je eigen kinderen

’s morgens wakker wordend
spreken ze met stemmen
van blik en van roest
sissen en zoemen ze

 

Vertaald door Gerard Rasch

 

Tadeusz Różewicz (9 oktober 1921 – 24 april 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e oktober ook  mijn blog van 9 oktober 2018 en ook mijn blog van 9 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 9 oktober 2016 deel 2.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Politeia

Ik wil niemand uitroeien,
maar als ik per se iemand moest uitroeien,
zouden het de Zwitsers zijn.
De Russen kunnen we ook wel missen.
Russen eruit, zonnepanelen erin.
Het is tijd voor realisme in Den Haag.

Mijn lievelingsstaatsvorm is
de constitutionele dictatuur.
Met een ceremoniële dictator
aan het hoofd die lintjes doorknipt
en tot zijn dood aan de macht blijft.
Dan wordt hij gelyncht door het volk.

De marteling als machtsmiddel
mag niet uitgesloten worden,
maar wel met duidelijke regels
en een onafhankelijk toezichthouder.
Transparantie is daarbij belangrijk.
Geen geweld meer achter gesloten deuren.

De verkoop van literaire thrillers
maakt duidelijk dat de huisvrouw
veel geweld tekortkomt in haar leven.
Het slachten van miljoenen dieren
en het versnipperen van kuikentjes
gebeurt voortaan op stadspleinen.

We heffen de schaduwmaatschappij op.
Het Jeugdjournaal bericht vanaf nu
over de Nederlandse investeringen
in wapenhandel en executietechnologie.
Elk AZC krijgt zijn eigen realityshow.
IKEA een ballenbak met ingewanden.

 

De stand van zaken

Met T. gaat het nu beter.
In haar ogen spat nog altijd glaswerk
uit elkaar, maar ze komt haar bed weer uit.
B. is voorlopig doordeweeks niet te bereiken.
K. mag zijn kinderen weer zien: eentje tegelijk.
I. heeft het eindelijk gedaan.
P. is dood. L. ook.
Ikzelf – het gaat hier even niet om mij.
En met de maatschappij – ze zeggen dat er een crisis is.
Ach, de mensen hebben geen oog voor alles wat goed gaat.
Nog velen proberen kinderen te krijgen.
Oma Z. stond om een uur ’s nachts op van het dronken feest,
en ging te fiets naar huis, negentig jaar oud.
Veel verstandige mensen hebben vandaag vers eten bereid.
Achter miljoenen ramen is de warmte van een bed met iemand erin.
De kale ficus heeft zeven nieuwe blaadjes gekregen.

 

Weekoverzicht

Maandag log ik in op mijn computer, vrijdag log ik uit.
Zaterdag lig ik op mijn laminaat.
Zondag begint zich voorzichtig iets kenbaar te maken,
maar voordat ik mijn mond kan openen
om een woord te vormen
is het alweer maandag.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

onder ons

toen was mijn vader meer dan één
toen was mijn vader meer dan duizend
toen was mijn vader alle mannen
en ook moeder was
en ook zij was meer dan één meer dan duizend
en ook zij was alle moeders

en toen ontmoette vader zichzelf
in de fabriek bij de machines
dreef zichzelf aan en schreeuwde rond en vader
ontmoette zichzelf in alle auto’s die hem
na het werk tegemoet reden en zijn stem sprak
toen hij de autoradio aanzette

en ook moeder kocht ’s ochtends vlees bij zichzelf
nam het geld uit haar hand en begroette zichzelf
in het trappenhuis en hoorde haar eigen stem
haar eigen zorgen aan de telefoon van iemand
die sprak als zij die haar stem haar zorgen had

en toen vader kwam, kwam vader overal
en toen moeder de deur opende, opende moeder overal de deur
en al mijn moeders verwelkomden al mijn vaders
en er was niets geks aan in elk huis grepen
al mijn vaders naar al mijn moeders
en al mijn moeders tilden al hun moederrokken op
en al mijn vaders openden alle vaderritssluitingen

en toen was ik er en ik kende alleen mezelf
mijzelf als adolescent tussen
andere adolescenten die ik ook was
mijzelf als speelkameraadje, die speelde met iemand die ik was
mijzelf als voetbalteam dat alleen tegen andere
voetbalteams die uit mij bestonden aantrad
en dus zat er voor mij niets anders op dan mezelf te troosten
en het was mijn enige troost dat alle anderen die ik ook was
zichzelf zoals ik mij moesten troosten

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Een schuldgevoel (Uit: Welverdiende onrust)

“Nice, onder de onwerkelijk blauwe hemel, die de folders hadden beloofd. Aan prettige dingen denkend, liep ik op de boulevard Gambetta en ging op een gemeentebankje zitten. Maar dat bleek geen gunstig gekozen plaats voor een zorgeloze vakantieganger, want vlak tegenover me verrees een wit gedenkteken dat wel twintig namen opsomde van mannen die in het verzet waren omgekomen. Ambrosio Nini, Fernand Boyer, André Constantinov, Dermatorissian N. Ik kon niet nalaten de hele lijst eerbiedig en in een gepast tempo te lezen en de man die, wat dichter bij het monument, rechtop stond, deed het ook, dat zag ik aan zijn bewegende lippen. Hij was van mijn generatie en een typische Niçois, om zo te zien. Maar ik zie meestal verkeerd, want toen hij even opzij keek, riep hij in de taal van onze geëerbiedigde vorstin: ‘Verrek, is u hier nou óók al?’
Hij kwam naast mij zitten en stelde zich voor. Jan heette hij ook nog, mijn typische Niçois, en hij woonde op de Apollolaan.
Hij wees naar het monument en las, hardop: ‘Is. Lippmann – een joodse jongen in het verzet, moedig hoor. Is het niet echt iets voor mensen van onze leeftijd om zelfs hier, in de vakantie, weer tegen die oorlog op te lopen? Nou ja, gelukkig zijn mijn kinderen en mijn kleinkinderen er niet bij, want die kijken, als ik over de oorlog begin, of ze zeggen willen: “Zet eens een andere plaat op.” Daarom doe ik het maar niet meer. Horen, zien en zwijgen, net als die aapjes. En toch heb je herinneringen. En schuldgevoelens…’
Hij keek me van opzij aan en grijnsde.
‘Niet dat ik bunkerbouwer ben geweest of zoiets,’ zei hij. ‘Nee, ik had het voordeel van de volstrekte onbeduidendheid. Eind april 1940 was ik een brave jongen van zesentwintig die met een beetje geld van zijn vader een handeltje had opgezet. Een grossierderijtje in postpapier. Mijn hele voorraad lag in een pakhuisje aan de Egelantiersgracht. En daar hield ik ook kantoor. Of beter gezegd: daar zat mijn enige personeelslid, een meisje van achttien, bij de telefoon te wachten op de eerste klant. Maar er kwam geen klant. Er kwam een heel Duits leger. En toen zat niemand verlegen om mijn postpapier.’
Weer grijnsde hij zo’n beetje.
Hij zei: ‘Toen we ons oorlogje verloren hadden ging het leven verder, nietwaar? Zo heette dat. En – de handen uit de mouwen. Ik begaf me weer naar de Egelantiersgracht en daar verscheen ook, keurig op tijd als steeds, mijn enige personeelslid. Weet u hoe ze heette? Brenda Cohen. Een aardig meisje.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

ik verklaar het plastic afval in de oceanen

ik verklaar het plastic afval in de oceanen
tot kunst
en dus dank ik de getijden
ik dank de golfbeweging
Ik dank het Uv-licht
voor de ontbinding
de reproductie
van mijn kunst
ik dank verschillende zeebewoners
ik dank het plankton
voor het inlijven van mijn kunst
dat mijn kunst in de voedselketen belandt
dat iedereen eraan kan meedoen
ik dank de wasmachines
dat het vezels die zijn gemaakt van fleece
en andere synthetische kledingstukken
in het afvalwater en dus in mijn kunst brengt
ik dank de stromingen
de grote oceaanwervelingen
vooral de Noord-Pacifische oceaanwerveling
voor de kolkende concentratie van mijn kunst
dat die miljoenen keren per vierkante kilometer
zee voorhanden is dat in totaal
honderd miljoen tonnen van mijn kunst
in alle zeeën circuleren, ik dank ervoor
dat ik een kunstenaar ben die
om alle continenten heen mag spelen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Victor Vroomkoning, Horst Bingel

De Nederlandse dichter Victor Vroomkoning (pseudoniem van Walter van de Laar) werd geboren op 6 oktober 1938 in Boxtel. Zie ook alle tags voor Victor Vroomkoning op dit blog.

 

Wilgen

Sommige vrouwen kleden zich
als wilgen in april: zo doorzichtig
dat je stam en takken niet kunt missen.

Een park vol dergelijk perspectief
is een lust voor de doorkijkliefhebber.

Onder het lopen willen ze lichtzinnig
ruisen met wat ze nauwelijks dragen.

Echte wilgen zijn ingetogener:
je hoort ze staan huiveren in zichzelf.

Wilgen laten van nature naar zich
kijken. Wilgenvrouwen doen het erom.

 

Handen

De avond is ernaar: kaarslicht, zicht
op houtvuur, eeuwige Bach, wijn
uit de Médoc. Een hand, die van je
vrouw diep in de veertig, komt vleien
aan je knie. Tegenover je je ouders
viermaal veertig, precies vijftig jaar
je ouders. Aan je benen speelt je zoon.
Ongericht verdriet staat in je op.

Later, je kinderen achterin je auto
tussen ze in. ‘Ik zie, ik zie wat jij
niet ziet,’ begint er een. Oktober spant
een tunnel mist tot aan hun woning.

Thuis, in de zakdoek van je laken
komt het toch nog over je. Een hand,
die van je vrouw heel jong ineens,
begint met je te laten overleven.

 

Sneeuw

Dat krijg je van sneeuw:
dat een plotselinge sluier
je uitgeleefde tuin verduistert
met de helderheid van een leeg
wit blad papier, de verblindende
scherpte van een verliefdheid;

dat je na de schittering,
als de dooi inzet, je ogen
opnieuw in moet stellen
op het gras, de vijver, alles
wat er is zoals het was;

dat het gedicht dat boven
water komt, vertrouwd meteen
verrassend anders is. Als lente,
je eigen vrouw: geruststellend
hetzelfde, even nieuw.

 

Victor Vroomkoning (Boxtel, 6 oktober 1938)

 

De Duitse dichter, schrijver, graficus en uitgever Horst Bingel werd geboren in Korbach op 6 oktober 1933. Zie ook alle tags voor Horst Bingel op dit blog.

 

Stadspark

De boom torent nog steeds erbovenuit,
boven het meer, het plein,
waarop ze spelen,
de plaats waar ze
silhouetten bouwen uit steen
en beton en uit steen.

Lawaai boven de straten,
op pleinen, lawaai en
ongemotiveerd geschreeuw.
In de toren, in de toren
midden in de stad
nestelen de spreeuwen en
niet meer in de boom,
de spreeuwen, niet meer in de
tuin, in de rode, de kleine,

en de bloemenvrouw, de
bakkersjongen danst vandaag,
midden in de stad
en de spreeuwen.

Over de brugleuning, eroverheen
werpt de jongen de steen
tegen de wind in en werpt,
werpt de jongen de steen
om het hardst de jongen met de wind

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Horst Bingel (6 oktober 1933 – 14 april 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e oktober ook mijn blog van 6 oktober 2021 en ook  mijn blog van 6 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.  

John Taggart, Roberto Juarroz

De Amerikaanse dichter en criticus John Taggart werd geboren op 5 oktober 1942 in Guthrie Center, Iowa. Zie ook alle tags voor John Taggart op dit blog.

 

All the Steps (Fragment)

11
Danger of its poison and of its tongue
danger of its poison and of its tongue against our teeth.

12
Had better break the habit the habit of prayer
better let the jokes come back to us when we’re at prayer.

13
What really kills me is standing in the need of prayer
standing in a gathering in the need of prayer.

14
Don’t if we don’t if we don’t break the habit
we will be made to climb all the steps of the ladder.

15
Brood over someone else’s dream: three-story red tower
beneath the tower the train is always departing.

16
Danger of its tongue for those gathered like a group
gathered like a group of all virgins with their downcast eyes.

17
There is this problem with cutting off the prayer hand
there is this problem with the other hand.

18
How insensitive is how those who hear better be
how insensitive how unmoved and cold they had better be.

19
You can call him you can call him up and ask him
if we had only asked for “Sleep Walk by Santo & Johnny.

20
Red tower green sky three-story tower against green sky
beneath the tower the train is always departing.

 

John Taggart (Guthrie Center, 5 oktober 1942)

 

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

 

15

Het ene zoeken
is altijd het andere vinden.
Dus om iets te vinden,
moet je iets zoeken dat het niet is.

De vogel zoeken om de roos te vinden,
de liefde zoeken om ballingschap te vinden,
het niets zoeken om een mens te ontdekken,
naar achteren gaan om vooruit te komen.

De clou van de weg ligt
niet zozeer in zijn splitsingen,
zijn verdachte begin
of zijn twijfelachtige einde,
maar in de bijtende humor
van zijn tweerichtingsverkeer.

Men komt altijd aan,
maar altijd elders.

Alles gaat voorbij.
Maar de andere kant op.

 

Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu

 

Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e oktober ook mijn blog van 5 oktober 2018 en ook mijn blog van 5 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 5 oktober 2014 deel 2.

De grote hond en de kleine kat (Albert Verwey), Roberto Juarroz

 

 

Portret van een kat en een hond door Carl Suhrlandt, 1884

 

De grote hond en de kleine kat

Een grote hond en een kleine kat,
Die zaten op de kamermat;
En de hond die zei: Zeg, scheelt jou wat?
Scheer je weg!

En de kat die zei: Jij bent een hond,
En ik een kat, niet zonder grond;
Hou jij dus nou jouw grote mond:
Scheer je weg!

Scheer je weg: waf, waf! Scheer je weg: sis, sis
Scheer je weg: die is raak! Scheer je weg: die ’s nie mis!

Waf waf! Sis sis! Woef woef! Mauw mauw!
En een houw en een beet en een blaf en een grauw:
En de grote hond en de kleine kat,
Die vlogen van de kamermat,
En de keuken in: Zeg, scheelt jullie wat?

En hij trapte op een teen,
En zij beet in een been
Van de meid, die riep: Ga je heen! O mijn been!
Scheer je weg!

En de grote hond en de kleine kat,
Die zaten weer samen op de kamermat,
En ze lachten en praatten: ‘Och hemeltje, wat
trapte ik op haar teen!’
‘En ik beet in haar been!’
”t Is gek, maar zo ’n mens krijgt ook altijd wat!’

 

Albert Verwey (15 mei 1865 – 8 maart 1937)
Amsterdam, de geboorteplaats van Albert Verwey, rond 1890

 

De Argentijnse dichter, essayist en literatuurwetenschapper Roberto Juarroz werd geboren in Coronel Dorrego op 5 oktober 1925. Zie ook alle tags voor Roberto Juarroz op dit blog.

 

Van tijd tot tijd

Van tijd tot tijd
is het nodig de dingen de revue te laten passeren,
opnieuw hun aanwezigheid vast te stellen.
Wij moeten weten
of de bomen daar nog staan,
of de vogels en de bloemen
hun onwaarschijnlijke toernooi voortzetten,
of de verborgen helderheid
de wortel van het licht nog voedt,
of de buren van de mens
nog aan de mens denken,
of god zijn plaats
heeft afgestaan aan een vervanger,
of jouw naam jouw naam nog is
of al de mijne,
of de mens zijn leerschool heeft afgemaakt
zich van buitenaf te bekijken.

En als wij alles de revue laten passeren
moeten wij ons niet laten misleiden:
geen ding kan een ander ding benoemen.
Niets mag het afwezige vervangen.

 

Vertaald door Mariolein Sabarte Belacortu

 

Roberto Juarroz (5 oktober 1925 – 31 maart 1995)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e oktober ook mijn blog van 4 oktober 2018 en ook mijn blog van 4 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 4 oktober 2015 deel 2.