Elly de Waard, Mary Oliver

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Zie ook alle tags voor Elly de Waard op dit blog.

 

Vannacht

Vannacht was je opnieuw dichtbij
ik was zelfs vergeten dat ik dat vergat –
had nog gedacht: vergeet dit niet
voor ik weer dieper verder sliep.
Het was een lange, lange droom
waarin ik, wang tegen jouw wang gedrukt
een diepe tederheid beleefde
die ik ook aan je uit kon spreken.
Ik nam zelfs waar dat ik je rook.

Dat dit gevoel nog in mij leeft!
Er werd een hele generatie groot
sinds ik en jij ons lichaam deelden –
maar het bestaat en steekt zijn kop
op in de nacht, als dag en ik
zijn uitgeschakeld, teruggebracht
tot wat de kern is van mijn wezen
die steeds wordt luchtgespiegeld in
de slaap, die wolk, die ring, waarrond
mijn schamele woorden zweven.

 

Vijver

Fluweel gemarmerd water,
fluwelen karper ademt.

Hoe hoger de zon stijgt
hoe meer er aan het licht komt
van dit schaduwrijk.

Totdat weerspiegeling
zich mengt met dieper zien.

 

In Zomer

I

Oud hout van horren, bruine boot.
Het zonlicht druipt, als water uit een goot,
Van takken, dik in het groen, wiegende
Vlekken lekt het op mijn schoen.
Het roestig gaas golft als het water toen
Ik langs je voer in mijn geleende boot.
Wat was je klein, daar wuivend op de dijk,
Wat voelde ik me, liggend op

De voorplecht groot. Het zeil,
Die nagel van de wind, duwde mij voort
Langs het verzonken land. Een stadje,
In een blauwe oplossing van lucht en zand,
Rees, aan zijn torenspitsjes opgetild,
Als fata morgana uit het water.
Ik schuimde je kust af, klokke
Kwart voor een blies ik de scheepshoorn.

Vreemd was het de molen om je huis heen
Te zien draaien, om jou heen.
De buik van het schip was bruin met
Ribben, de zwaarden zoemden aan hun
Koorden, hartslag echode van de boorden,
Ommelandvaarder uit negentieneen.
De mijne was luider te horen
Tot ook jij, onder je violette kam

Van populieren, in zee verdween.
Wij gingen door de wind, voeren
Van dichtbij langs de haven van
Volendam, door de heilige maagd,
Navigare necesse est, bewaakt.
Maria, Sterre der zee: ‘Gij, die alleen
Zijt, zult bij sterke wind niet varen,
Gij zult niet verdrinken.’ Dichter

Was ik bij je dan in jaren,
Mijn slaap droeg je gezicht.

 


Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Dorst

Op een andere ochtend word ik wakker met dorst
naar het goede dat ik niet heb. Ik loop
naar de vijver en de hele weg heeft God ons
zulke prachtige lessen gegeven. O Heer,
ik was nooit een snelle leerling, maar zat te mokken
en over mijn boeken gebogen tot na het uur
en de bel; geef me, in uw genade,
nog wat tijd. Liefde voor de aarde
en liefde voor U voeren zo’n lang
gesprek in mijn hart. Wie weet wat
er uiteindelijk zal gebeuren of waar ik naartoe gestuurd word,
en toch heb ik al heel veel weggegeven,
in de verwachting dat ik niets hoef in te pakken,
behalve de gebeden die ik, met deze dorst,
langzaam aan het leren ben.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e september ook mijn blog van 8 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Indian Summer (Diane Glancy), Merijn de Boer, C. J. Dennis, Mary Oliver

 

Dolce far niente

 


Warm of Indian Summer door Oleg Riabchuk, 2023

 

Indian Summer

There’s a farm auction up the road.
Wind has its bid in for the leaves.
Already bugs flurry the headlights
between cornfields at night.
If this world were permanent,
I could dance full as the squaw dress
on the clothesline.
I would not see winter
in the square of white yard-light on the wall.
But something tugs at me.
The world is at a loss and I am part of it
migrating daily.
Everything is up for grabs
like a box of farm tools broken open.
I hear the spirits often in the garden
and along the shore of corn.
I know this place is not mine.
I hear them up the road again.
This world is a horizon, an open sea.
Behind the house, the white iceberg of the barn.

 


Diane Glancy (Kansas City, 18 maart 1941)
Kansas City

 

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: Lieve Hannibal: Schrijver in New York, Jeruzalem en Tunesië

“In tegenstelling tot de rest van de aardbewoners had ik het nooit zo op New York. Waarschijnlijk kwam dat door het linkse, anti-Amerikaanse milieu waarin ik opgroeide. Bovendien had ik op mijn twintigste Reis naar het einde van de nacht van Céline gelezen en de hoofdpersoon in dat boek, Bardamu, is nergens zo ongelukkig als in die kille ‘rechtopstaande stad; terwijl hij ook in Vlaanderen was geweest tijdens de Eerste Wereldoorlog. We zochten een huis in Brooklyn, maar vlak buiten Manhattan, zodat mijn vrouw niet al te ver hoefde te reizen naar haar kantoor in Midtown. De meest voor de hand liggende wijken waren Williamsburg en DUMBO. Die laatste buurt ligt ten zuiden van het Financial District, net aan de overkant van de East River, ingeklemd tussen de Brooklyn en de Manhattan Bridge. Onze makelaar liet eerst een paar appartementen in Williamsburg zien. Hoewel de potentiële huizen vlak bij elkaar waren, verplaatste ze zich per auto. Hiervoor had ze zelfs een chauffeur ingehuurd, een zeer dikke en op het oog zwakzinnige neef van haar die er telkens minuten over deed om een parkeerplaats te vinden. Terwijl zij in de auto stapten, wandelde ik met onze dochter naar het volgende appartement, waar ik dan telkens op hen moest wachten. In DUMBO lagen de huizen nog dichter bij elkaar, maar ook hier ging ze steeds met de auto. Al snel werd me duidelijk dat ik in deze wijk wilde wonen. DUMBO leek me namelijk de perfecte locatie voor een roman. Het inzicht was louter intuïtief. Van tevoren had ik me sterk afgevraagd of ik onze tijd in New York wel literair zou kunnen gebruiken. Aan romans die zich afspelen in New York is immers geen gebrek. De stad voelde voor mij als een cliché, zowel in het echt als in de literatuur.
DUMBO is echter een relatief onbekende wijk, die niet alleen interessant is door haar ligging, maar ook door haar omvang: de buurt bestaat uit maar een paar straten. Als een dorp, zo ervoer ik DUMBO toen ik haar voor het eerst met de makelaar bezocht. En ik ging een roman schrijven over dit dorp binnen de metropool. Projectontwikkelaars beschouwden de wijk lange tijd als de dode hoek van New York, vooral vanwege het onophoudelijke metrolawaai.”

 


Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Australische dichter en journalist (Clarence Michael James Stanislaus) C. J. Dennis werd geboren op 7 september 1876 in Auburn, Zuid-Australië. Zie ook alle tags voor C. J. Dennis op dit blog.

 

Tea Talk

‘Excuse me if I sit on you,’ the cup said to the saucer.
‘I fear I’ve been here all the afternoon.’
‘Spare excuses,’ said the saucer; ‘you have sat on me before, sir.’
‘Oh, I’ll stir him up directly,’ said the spoon.
‘Stop your clatter!  Stop your clatter!’ cried the bread-and-butter platter
‘Tittle-tattle!’ sneered the tea-pot, with a shrug;
‘Now, the most important question is my chronic indigestion.’
‘Ah, you’ve taken too much tannin,’ jeered the jug.
‘Hey, hey, hey!’ sang the silver-plated tray,
‘It’s time you had your faces washed.  I’ve come to clear away!’

 


C. J. Dennis (7 september 1876 – 22 juni 1938)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Ik daal af naar de kust

Ik daal af naar de kust als het licht wordt,
en, gebonden aan het uur, zie ik golven
die aanrollen of zich verwijderen,
en ik zeg: O, ik voel me ellendig,
wat zal –
wat moet ik doen? En de zee zegt
met zijn lieflijke stem:
Het spijt me, ik heb het nu te druk.

 

Vertaald Arie Sonneveld

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

Christopher Brookmyre, Cyrus Atabay

De Schotse schrijver Christopher Brookmyre werd geboren op 6 september 1968 in Glasgow. Zie ook alle tags voor Christopher Brookmyre op dit blog.

Uit: All Fun And Games Until Somebody Loses An Eye

‘It would encourage me, you know, to think … or rather it would comfort me, no, wrong word, well, maybe the right word, but it would, you know, inspire me but at the same time sort of soothe me in an all-is-well-in-heaven-and-earth kind of way to think, ah, what am I trying to say here?’
Som was sitting on an upturned black flight case, rocking it back ten or fifteen degrees as he rolled his heels on the frosted gravel in front of Bett’s mansion. Lex wished he wouldn’t do that, really wished he wouldn’t do that. Okay, it was Som’s case, Som’s stuff, and maybe he was cool with the contents getting clattered in the less-than-improbable event that his feet slipped and put him on his skinny Thai ass, but that wasn’t the point. It was bad practice. There were several black flight cases sitting out there with the three of them in the cold tonight, as on any such night, and Lex didn’t much like the thought of Som using the vessel of her fragile, delicately packed and fastidiously inventoried kit as a makeshift shooting stick. Weighing further upon her discomfiture was the fact that Armand’s flight cases were occasionally known to accommodate materials sufficient to denude the im-mediate vicinity of any standing structure, mammalian life, or even vegetation.
‘Som, you’re 404-ing,’ she warned him.
‘Sorry. I’m just saying, wouldn’t you love to believe that somewhere in this
world there really is at least one – just one – hollowed-out volcano containing a super high-tech ops base under the command of a fully-fledged evil genius? I mean, I could live with all the havoc the evil genius might wreak simply to know there was a facility like that in existence. It would just make the world a more fantastical place, don’t you reckon? In a Santa-really-does-exist-after-all kind of way, you know?’
‘Would it need to have a retractable roof for space-rockets and nuclear missiles to launch through?’ Armand asked, bringing a measured irritation to bear in the precision of his accented pronunciation.
‘I’d settle for a submarine dock,’ Som responded, with an equally measured, de-liberate guilelessness.
‘So,’ the Frenchman said, ’the thought of an actual, existent, staffed and fully functioning underground base doesn’t, how would you say, blow your hair back? It must be inside a hollowed-out volcano and run by a cackling megalomaniac or it’s merely part of the crushing ordinariness of life’s relentlessly drab ennui?’

 


Christopher Brookmyre (Glasgow, 6 september 1968)

 

De Duitstalige, Iraanse dichter en schrijver Cyrus Atabay werd geboren op 6 september 1929 in Teheran. Zie ook alle tags voor Cyrus Atabay op dit blog.

 

Stadskaart van Samarkand

Aanbeland in de smogsteden,
die zich met de uitwerpselen
van de machine voeden,
was ik verdwaald,
die toch minstens één keer mijn weg
vond in de onderwereld.
Ah, ik kende andere steden,
waarvan de maten Händels muziek
vertaalden naar architectuur.
Op de stadskaart van Samarkand,
vond ik de tuin
en de karavanserai,
ook de straat
waarin jij woont—
Ik ben een reiziger,
op weg naar Samarkand.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Cyrus Atabay (6 september 1929 – 26 januari 1996)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e september ook mijn blog van 6 september 2019 en ook mijn blog van 6 september 2017 en ook mijn blog van 6 september 2015 deel 2.

Marcel Möring, Richard Jones

De Nederlandse dichter en schrijver Marcel Möring werd geboren in Enschede op 5 september 1957. Zie ook alle tags voor Marcel Möring op dit blog.

Uit: Mordechai

Toen Mordechai Gompertz zijn interviewer buiten westen sloeg was hij tweeënzeventig jaar oud en bevond hij zich op het toppunt van zijn roem. Hij was een haarbreedte verwijderd van een Nobelprijs — en die zou hij waarschijnlijk allang hebben gekregen als hij niet zoveel over joden en zo weinig over politiek had geschreven —, hij bezat een villa in het noordoosten van Nederland en een roodgeverfd houten huis op een eiland in de Stockholmse archipel, zijn boeken waren in vijfendertig talen vertaald en brachten meer geld binnen dan hij met zijn huizen en ex-geliefdes kon opmaken. Hij was jaloersmakend gezond, lang voor iemand van zijn generatie en de weerbarstige bos haar die het zo goed deed op publiciteitsfoto’s was weliswaar grijs geworden maar had niet aan indrukwekkendheid ingeboet. Hij had alles waarvan hij ooit had kunnen dromen, hij was de man die hij altijd had willen zijn en als hij nog wensen zou hebben dan kon hij die elk moment op eigen kracht in vervulling laten gaan. Als een Gompertz kon hij bogen op een voorgeslacht dat tot diep in de zestiende eeuw reikte. Een verre Amerikaanse nicht had ooit opdracht gegeven tot genealogisch onderzoek en de stamboom die dat opleverde ving aan met een zekere Ephraim (t 1530) in Emmerich en produceerde daarna vijfhonderd jaar lang de ene Ephraim na de andere Mordechai, in Kleef, in Emmerich, zelfs even in de Elzas, tot een van hen van Worms naar Nederland emigreerde. Een geslacht van weerbarstige joden die zich niet voor niets op een bepaald moment met die merkwaardige naam hadden getooid: Gompertz van het Germaanse Gundbert, de strijdlustige, traditioneel een bijnaam voor twee oudtestamentische namen, Ephraim en Mordechai. Die hadden alle eerstgeboren mannen in het geslacht gedragen en iedereen die ooit met een Gompertz te maken had gehad was het erover eens dat de Oudgermaanse betekenis het karakter van vijf eeuwen familieleden beter beschreef dan wat dan ook. In die zin was het niet verrassend dat Mordechai op zijn leeftijd nog zo krachtig kon uithalen dat de interviewer over het rieten salontafeltje in de serre zeilde, twee spots op standaards meenam en, terwijl het geraas verstomde, tot rust kwam tussen de scherven van een theeservies dat nog van Mordechai’s grootmoeder was geweest.”

 


Marcel Möring (Enschede, 5 september 1957)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichter Richard Jones werd geboren in Londen, Engeland, op 8 augustus 1953.  Zie ook alle tags voor Richard Jones op dit blog.

 

Ierland

In Ierland liep mijn dochter over de kliffen
of klom ze via rotskloven naar de zee.
De woeste golven beukten en donderden,
en overstemden haar vaders stem die haar riep.

Hetzelfde gold voor de winderige Burren.
Ze dwaalde ver weg, sprong over de klippen –
die gladde kalkstenen gletsjerplaveien –
om in de spleten te zoeken naar bloemen om in haar veldboek

te persen: Ierse ogentroost, brandnetelroos,
bossalie, bergnagelkruid, margrieten,
orchideeën en fuchsia’s, grasklokjes en gentiaan.
Mijn hart zei me dat ik haar vrij moest laten

terwijl ik wachtte bij het eenzame dolmengraf
dat duizenden en duizenden jaren oud is.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Richard Jones (Londen, 8 augustus 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e september ook mijn blog van 5 september 2020 en eveneens mijn blog van 5 september 2018 en ook mijn blog van 5 september 2017 en ook mijn blog van 5 september 2015 deel 2.

Helga Ruebsamen, Richard Jones

De Nederlandse schrijfster Helga Ruebsamen werd op 4 september 1934 geboren in Batavia, in Nederlands lndië. Zie ook alle tags voor Helga Ruebsamen op dit blog.

Uit: Op Scheveningen

“Koos had de kleine in de kofferbak van zijn Mercedes gefrommeld, het lag niet in zijn natuur om slachtoffers o straat achter te laten. Gedachteloos eigenlijk, want wat haalde je aan? Het aanrijdinkje was niet eens door iemand gezien, in deze dooie uithoek van de stad was het om vier uur ’s nachts uitgestorven. Op de radio hadden ze gewaarschuwd voor ijzel, dus er was geen verkeer te bekennen geweest en nergens een mens te voet. Behalve dan de onverwachte vogelverschrikster die zich vanaf een straathoek plotseling op de voetgangersoversteek en toen boem op zijn rechtervoorbumper had gesmeten. Zoiets overkwam je wel vaker als je de wagen net had gespoten. Bahamagoud, deze keer, waarin roest niet opviel en bloed maar een beetje. Geintje! Nog net op tijd kreeg hij een tegen de stoeprand weggeslingerd katoenen tasje in de gaten, het was bedrukt met blauwe en gele vlinders. Hij had het snel naar binnen gegrist. Maar nou verder. Koos was in één ruk door naar huis gereden, naar moeder. Hij had haar onvoorzichtig gewekt door haar aan beide brede schouders, die klam en stevig aanvoelden als hammen, omhoog te trekken uit bed. `Ssst,’ deed hij meteen, voor ze ging piepen, ‘ik heb een dooie aan boord, misschien wel.’ Moeder Cootje had geenszins de aanvechting om te piepen, daarvoor had ze al te veel meegemaakt in haar leven. Ze vroeg niet eens wat en hoe, maar schoot in haar pon de straat op naar zijn wagen, waarvan hij de kofferdeksel op een kier voor haar opendeed. De kleine lag nog een beetje voor pampus, maar ademde lawaaiig, moeder vloog terug het huis in, keerde weer met een deken en wikkelde als de weerlicht het hele ding erin. Voor je pap kon zeggen lag het binnen bij hun thuis op de grond. Behalve dat zijn boef op de voorbank als een gek had zitten blaffen, omdat er even geen aandacht aan haar werd besteed, leek alles gewoon. Of hij thuiskwam als anders. Vanwege het blaffen geen zorg. Voor een blaffende boef kwamen de steekneuzen en bemoeiallen hier in de buurt hun bedden niet uit. Daarvoor moesten er eerst stoeptegels door hun eigen ramen heenvliegen. Koos was met Blondie in haar nekvel en in zijn andere hand het tasje toch wat schichtig de kamer ingewandeld en hij had het tasje onbeholpen aan het hoofdeind van de vertoning op de grond neergezet, zo van: meer kan ik er niet van maken. Toen knipte Cootje, na te hebben gecontroleerd of de overgordijnen goed dicht zaten, de lamp aan en vouwde de deken open.”

 


Helga Ruebsamen (4 september 1934 – 8 november 2016)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichter Richard Jones werd geboren in Londen, Engeland, op 8 augustus 1953.  Zie ook alle tags voor Richard Jones op dit blog.

 

De Weg

Ook ik zou mijn oude auto tot stilstand brengen
aan de kant van een landweg
en de sterren tellen of een zonsondergang bewonderen
of een middag lang rustig zitten…

Ik zou de deur openen en gaan wandelen
als James Wright over een weiland,
waar ik het oor van een pony zou kunnen aanraken en
in bloei zou kunnen komen; of, zoals Hayden

Carruth, gesteund door de aanblik
van koeien die ’s nachts in de wei grazen,
zou ik sprakeloos staan in de grote duisternis;
ik zou zelfs zoeken op een veelgebruikte weg

zoals Phil Levine in de New Yorker van deze week,
de dichter die met zijn auto naar een boomgaard rijdt
buiten de stad waar hij voor vijf dollar
een mand met verdomde appels vult.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Richard Jones (Londen, 8 augustus 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e september ook mijn blog van 4 september 2024 en ook mijn blog van 4 september 2018.

Jacq Firmin Vogelaar, Adrian Matejka

De Nederlandse dichter, schrijver en literatuurcriticus Jacq Firmin Vogelaar (pseudoniem van Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) Broers) werd geboren in Tilburg op 3 september 1944. Zie ook alle tags voorJacq Firmin Vogelaar op dit blog.

Uit: Hoe krijg ik mijn ouders terug?

“Zoals wel meer kinderen had ik ouders. Nu heb ik er geen meer. Ik had eerst grote ouders, mijn vader 1.85 en mijn moeder 1.72. Daarna had ik kleine ouders, vijf centimeter ongeveer. En nu heb ik helemaal geen ouders – tenminste niet bij me. Ze liggen in de la van mijn onderwijzer. Dat klinkt misschien vreemd, maar als ik het heb uitgelegd, zullen jullie begrijpen dat ik echt met een probleem zit.
Je hebt grote en kleine mensen. De grote gaan gewoonlijk sneller dood dan de kleine. Met wensen is het omgekeerd: de grote gaan langer mee en worden bovendien al groter en groter; de kleine wensen verdwijnen sneller.
Ik wil bij voorbeeld een reep chocola; niet zo’n grote wens. Heb je vijftig cent, dan is die wens gauw verdwenen. De reep chocola is nog sneller weg. Volgende wens: een tweede reep. Daarvoor heb je nog eens een halve gulden nodig. Maar, zou je in een land leven zonder chocola, dan wordt die kleine wens vanzelf groter, tot je tenslotte nog alleen maar aan chocola denkt.
Het zijn vreemde dingen, wensen, je weet niet eens waar ze vandaan komen. Opeens duiken ze in je hoofd op, en soms ook in je borst of buik. Alsof iemand ze er opgemerkt in stopt. En hoe meer moeite je doet om een wens te vergeten, hoe opdringeriger hij wordt. Iedereen kent dat gevoel, toch weet niemand hoe het in elkaar zit.
Wensen, daar weet ik toevallig alles van, daarom heb ik het erover.
Sommige gaan in vervulling, meestal zijn dat de kleine, een enkele keer ook wel een grote – dat je een week naar een ponykamp mag, bij voorbeeld.
Er zijn andere wensen die blijven. Ze lijken wel muizen in je hoofd: je hoort ze, je weet dat ze er zijn, af en toe steekt er een z’n kopje naar buiten, maar of je ze ziet of niet, je weet dat ze voortdurend ergens in je binnenste knagen.
Of een andere wens. Een rekenmachientje lijkt me wel wat, onzichtbaar, dat in een ommezien al mijn sommen oplost. Ik houd namelijk niet van rekenen. Ook zou ik graag een vriendin hebben die altijd tijd heeft om met mij te spelen, dat wil zeggen als ik daar zin in heb. Een vriendin die vaak bij me logeert, van dezelfde muziek houdt, en aan wie ik alles kan vertellen, alles wat je aan geen ander mens kunt vertellen. Van een grote hond droom ik. Dan ben ik niet meer zo vaak verdrietig als ik aan de oude Rosa denk die vorig jaar gestorven is, van ouderdom en een enorme bult in haar buik.”

 


Jacq Firmin Vogelaar (3 september 1944 — 9 december 2013)

 

De Afro-Amerikaanse dichter Adrian Matejka werd geboren in Neurenberg, Duitsland, op 5 september 1971 en groeide op in Californië en Indiana. Zie ook alle tags voor Adrian Matejka op dit blog.

 

Verdi’s Il Trovatore

Toen ik de aria voor het eerst hoorde,
was het als de zonsopgang na een zware storm.

De stem van de man werd steeds luider,
alsof het verlangen naar dat alles

hem de adem benam. Zoals wegwerkzaamheden,
wanneer je jezelf hebt neergeslagen.

Zoals Tommy Burns die mijn leverstoot opvangt.
Zoals het eerste wat ik van Etta zag.

Zoals het geluid van de menigte in Reno,
toen Jeffries niet verder kon. Zoals ik

de trappen van Café de Champion beklom,
nadat er een schot klonk in Etta’s

kamer. Zoals ik Etta op de grond vond,
met een halo van bloed, die steeds groter werd.

Zoals de verpleegsters niet verpleegden,
maar huilden, & naar het pistool wezen

nog steeds heet in Etta’s hand, zoals ze zich realiseerden
dat Etta nog steeds ademde, een libretto

fluisterde met haar laatste ademtocht:
Jij hebt dit gedaan, papa. Jij hebt dit gedaan.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Adrian Matejka (Neurenberg, 5 september 1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e september ook mijn blog van 3 september 2024 en ook mijn blog van 3 september 2018 en ook mijn blog van 3 september 2017.

September (Koos Schuur), W. F. Hermans, Sabine Scho

 

Bij het begin van september

 


September Afternoon door Joseph DeCamp, ca. 1895

 

September

Blond lief, de laatste gouden dagen
wuiven ten afscheid en wij achten ’t niet,
de bomen en de struiken dragen
hun laatste tooi en in het riet
schuilen de vissen en hun trage
vinslag verraadt hen niet.

Het wordt nu tijd ons te bezinnen;
de bossen kleuren dieper bruin
en lila herfstasters beginnen
hun ijle bloeien in mijn tuin.

Het wordt nu tijd om te bedenken:
de zomer houdt niet eeuwig stand;
zij schonk ons al wat zij kon schenken –
de laatste gouden dagen wenken
en herfst komt reeds in feller kleuren drenken
de bloemen van dit dierbaar land.

 


Koos Schuur (4 oktober 1915 – 1 december 1995)
Het Veenkoloniaal museum in Veendam, de geboorteplaats van Koos Schuur

 

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: Onder professoren

“Het boerderijtje, juister een voormalige boerenarbeiderswoning, min of meer tot buitenhuisje verbouwd, stond te druipen van de regen, die er de hele nacht op neergeplensd was. Die herfstige zaterdagmorgen ging de zon precies om een minuut voor zevenen op en juist op datzelfde ogenblik opende, in de slaapkamer van het huisje, de hooggeleerde Professor Doctor Rufus (roepnaam Roef) Dingelam zijn ogen. Hoogleraar in de technische scheikunde aan een universiteit in het Noorden van ons land, had hij, als iedereen, op zaterdag vrij. Hij zou dus rustig wat later wakker hebben kunnen worden. Maar dat lukte hem nu eenmaal niet, want van maandag tot en met vrijdag werd hij ook altijd om even voor zevenen wakker. En net als op die werkdagen, Samen ook nu zijn gedachten onmiddellijk op zijn beroepsbezigheden. `Dat gelazer,’ mompelde hij. Had hij, even voor het ontwaken, een kwade droom doorstaan, een nachtmerrie die voortsproot uit de ergernissen waaraan hij op zijn laboratorium dagelijks onderworpen was? Sinds de universiteiten waren gedemocratiseerd, wat inhield dat hij bijna elke week vele uren moest vergaderen om mensen die niets afwisten van de zaken waar ze over praatten, de gelegenheid te geven van hun democratische recht gebruik te maken er toch het hoogste woord over te voeren, ergerde hij zich. Al drie jaar moest hij nu zijn tijd aan deze onbenullige nieuwigheid verknoeien. Tot wetenschappelijke arbeid van enige betekenis kwam hij niet meer. Een tweede ergernis was zijn slechte verstandhouding met zijn naaste collega, Professor Doctorandus Knellis Tamstra, een man die nooit hoogleraar had mogen worden, die er alleen maar in geslaagd was het zo ver te brengen, wisten insiders, door met veel openbaar vertoon van het rooms-katholieke op het gereformeerde geloof over te stappen. Het laatste wat Tamstra had bedacht om Dingelam te pesten, was Dingelam te verdrijven uit diens mooie kamer aan de voorzijde van het laboratorium gebouw en daar een assistent van zichzelf in te stoppen. Twee dagen had de Laboratoriumraad, samengesteld uit twee hoogleraren, twintig wetenschappelijke ambtenaren, vijftig studenten en dertig secretaresses, instrumentmakers, laboranten, werksters en schoonmaken, benevens de portier, hierover vergaderd van ’s ochtends elf tot ’s avonds elf. Er was gestemd.

 


W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

Kreeft

Hij staat bekend als een lastig gerecht
sorteert zijn bestek
links, neemt de enorme klem
hem in de tang, dat
was ooit een naziproject
op Helgoland
grijpen, voelen en
trancheren, leren
mensen van hem

nu, schrik er maar niet van
hij houdt rekening met linkshandigheid
heeft een goed geheugen, onder-
scheidt geweldig het relevante van het slechts
licht interessante, dat geldt
over het algemeen als intelligent

wordt levend gekookt
wat voelt een kreeft daarbij
over het algemeen interesseert dat
hongerigen geen moer

ook een pantserkreeft
eist zijn deel van het geluk
vrijheid van pijn? Wat voor
buitengewone omstandigheden! receptoren
bestaan maar om één reden

dat prikkels dringen door
het hardste pantser, denk aan de
Führerbunker, die kregen ze nauwelijks
opgeblazen, die was zo stevig bekleed
en toch drong er nog iets binnen
zodat de erin weggekropen wezens
ruw en door hun eigen hand
ophielden te bestaan

 

Vertaald door Frans Roumen

 

 
Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.

Sander Kok, Wolfgang Hilbig

De Nederlandse schrijver Sander Kok (ook bekend fotomodel) werd geboren in Arnhem op 31 augustus 1981. Zie ook alle tags voor Sander Kok op dit blog.

Uit: Het feest van de almacht (Over Lodewijk van Deyssel)

“Voor Van Deyssel was het bijhouden van een masturbatiedagboek meer dan een wapen in de strijd tegen een machtige vijand, het was een manier om het gedrag van zijn lichaam en geest tot het diepst te doorgronden en te verbeteren. Het Van Deyssel-archief in het Literatuurmuseum bevat ook een slaapdagboek, een verkoudheidsdagboek en een weerdagboek, die de schrijver hetzelfde doel dienden.
Al in 1884, hij was toen twintig, stelt hij als een volleerde eenentwintigste-eeuwse volgeling van zelfhulpgoeroes een lijst met doelen op. Die is niet bescheiden. Binnen vier jaar zou hij eenentwintig romans publiceren en duizenden pagina’s aan kritiek, dagboek en kroniek. In de avonduren – want de genoemde arbeid vond alleen plaats in de namiddag – zou hij zich buigen over zijn studie rechten en zijn promotie in de letteren. De daaropvolgende vier jaar zou hij uitsluitend in de avonduren dertig toneelstukken, driehonderd sonnetten en tachtig novellen schrijven, en overdag zowel schilder, ingenieur als architect zijn. Vier jaar later zou hij president worden van Nederland, dat tegen die tijd een Republiek zou heten. Onbekend is of hij voor zichzelf een rol zag bij het omverwerpen van het koninkrijk.
Natuurlijk was de twintigjarige Tachtiger niet volledig serieus, maar het is duidelijk dat hij zin had om aan de slag te gaan. Hij zou zijn tijd niet verbeuzelen.
Het stalen skelet van zijn leven was de zelfdwang, de zelftucht. Van Deyssel dwong zijn lichaam tot kadaverdiscipline. Alles moest voor zijn obsessies wijken – een bekende schrijverskwaal. Niet rukken, maar ook: iedere ochtend vroeg opstaan. Voor Van Deyssel was dat vier uur ‘s nachts. In zijn slaapdagboek merkt hij eens chagrijnig op dat het weer niet is gelukt, ‘omdat mijn vrouw mij niet wekte’.
De vele korzeligheidjes vinden hun tegenwicht in euforie, wanneer iets wél lukt:

Hoera, ik gevoel mij zoo heerlijk en gelukkig als in geen tijden. Dit komt alleen door het volmaakte scheiten, dat ik gedaan heb.

Ik stelde de vraag al in het eerste artikel over dit onderwerp. Is die Van Deyssel een gek? Een vreemde vogel was hij zeker. Maar alle negentiende-eeuwse schrijvers waren gek. Ik ken geen biografieën waaruit het tegendeel blijkt. Ze lopen op 82-jarige leeftijd weg bij hun vrouw (Tolstoj), verschijnen op een feest in roze smoking (Couperus) of ontzeggen zichzelf orgasmes (Balzac, onder anderen). En het probleem van iemand een gek noemen, is dat het woord een hoop lijkt te verklaren, terwijl het juist een verklaring vervangt. Het stempel ‘gek’ verklaart niks. En die negentiende eeuw was zelf gek. Toch moet ik toegeven dat hoe verder ik in het dagboek doordrong, hoe meer ik begon te denken dat de schrijver wel degelijk, laat ik zeggen, gestoorde trekjes had.
Door de syfilis? – Had hij dat? Kon hij het ook niet hebben? Een gezonde man had syfilis, in die tijd. Of gewoon door het schrijven? Schrijven is een gevaarlijke bezigheid, dat weet elke schrijver.”

 


Sander Kok (Arnhem, 31 augustus 1981)

 

De Duitse dichter en schrijver Wolfgang Hilbig werd geboren in Meuselwitz op 31 augustus 1941. Zie ook alle tags voor Wolfgang Hilbich op dit blog.

 

Natureingang
(vrij naar Geoffrey Chaucer)

Ah, wanneer april met zachte buien
de droge aderen van het leven tot in de wortel baadt
en de zoete adem van de zefier alle scheuten
in bos en veld voor een korte tijd oplaadt
en de jonge zon al half de boog
van ram tot stierenhoorn heeft doorlopen
en wanneer de herinnering uit vloeiend verval
de blik opheft:
zoals vogels ’s nachts met open ogen slapen –
o, dan begint de tijd ook mijn geest te verruimen:
verleden dat niet geleefd
winter waarin we elkaar niet tegenkwamen
zijn nietig wanneer een oud hart zich opnieuw verheft.

Nog steeds met gebroken lieren en door vorst ontstemde snaren:
aan jouw kust
rijk aan bloemen
ontvouwd door getijden
moet ik je, met zonlicht gewapend, tegemoet rijden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Wolfgang Hilbig (31 augustus 1941 – 2 juni 2007)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e augustus ook mijn blog van 31 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 31 augustus 2019 en ook  mijn blog van 31 augustus 2018 en ook mijn blog van 31 augustus 2017.

Charles Reznikoff, Wolfgang Hilbig

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Autobiography: New York

VI
Now it is cold: where the snow was melting
the walk crackles with black ice beneath my careful steps;
and the snow is old and pitted,
here grey with ashes and there yellow with sand.
The walks lie in the cold shadow
of houses;
pigeons and sparrows are in a hollow
for cold, out of the wind; but here,
where the sunshine pours through a narrow street
upon a little tree, black and naked of every leaf,
the sparrows are in the sun, thick upon the twigs.
Those who in their lives braved the anger of their fellows,
bronze statues now,
with outstretched arm or sword
brave only the weather.

I find myself talking aloud
as I walk;
that is bad.
Only Don Juan would believe
I am in conversation with the
snow-covered statues;
only St. Francis
that I am talking to the sparrows
in the naked bushes,
to the pigeons
in the snow.

VII
The ropes in the wind
slapping the flag-pole
(the flag has been hauled down);
behind the bare tree-tops
the lights of an aeroplane
moving away slowly.

A star or two shining
between factory chimneys;
the street dark and still
because the street-lamp has been broken
and it is cold and late.

VIII
Bright upon the table
for your birthday,
the burning candles will dissolve
in rays
and lumps of wax.
Unlike a skull,
they say politely,
This is you!

IX
I am afraid
because of the foolishness
I have spoken.
I must diet
on silence;
strengthen myself
with quiet.

Where is the wisdom
with which I may be medicined?
I will walk by myself
and cure myself
in the sunshine and the wind.

X
I do not believe that David killed Goliath.
It must have been—
you will find the name in the list of David’s captains.
But, whoever it was, he was no fool
when he took off the helmet
and put down the sword and the spear and the shield
and said, The weapons you have given me are good,
but they are not mine:
I will fight in my own way
with a couple of pebbles and a sling.

 


Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

De Duitse dichter en schrijver Wolfgang Hilbig werd geboren in Meuselwitz op 31 augustus 1941. Zie ook alle tags voor Wolfgang Hilbich op dit blog.

 

Nog

Verre verzameling vage gedachten
die nog zwijgen
door oude grenzen beschermd
door het grenzeloze ingesneeuwd –
door tijd
en wind bestormd –
nog wil zich hun donkere oorsprong niet laten zien.

Brandende sneeuwbuien vlogen door het gezwaai van lampen
en voetafdrukken leidden
nog onverloren over het ijs –
geen enkele herinnering roert zich in het donkere wit.

Het was de laatste sneeuw van het afgelopen jaar
hij toonde slechts de werveling om zich zelf
niets meer: en niet mijn ik in de witte cirkel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Wolfgang Hilbig (31 augustus 1941 – 2 juni 2007)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e augustus ook mijn blog van 31 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 31 augustus 2019 en ook  mijn blog van 31 augustus 2018 en ook mijn blog van 31 augustus 2017.

Elma van Haren, Rita Dove

De Nederlandse dichteres en beeldend kunstenares Elma van Haren werd geboren in Roosendaal op 29 augustus 1954. Zie ook alle tags voor Elma van Haren op dit blog.

 

De nieuwe 2e Leeghwaterstraat

Omdat je ergens beginnen moet het uitgangspunt te vinden
is iedere invalshoek mogelijk.
Lastiger is het je los te maken
van het woord ‘willekeurig’.
Je hecht nog aan versplintering.
Zo winden honderden straten zich rond je wijzende vinger.
Zoek de as van de stad is het hart van de stad, vesting
rond de bloeiende binnenkoer met de beerput;
is het brein van de stad; kronkelig
samenkleven van energiespeldenprikpunten,
die aan alle kanten de kop opsteken en
een uitweg zoeken als
oprit naar hun veilige haven.
Alsof je een binnenschipper bent
zwalk je op je benen over straat.
Maar je bent van de straten af.
Nu heb je een adres.

Links rechts inslaan kriskras hoek om stoep op en af
achteloos ingehaakte omgeklapte enkel in de tramrail.
Je vist je voet eruit. Dwaaltocht door niemands land.
Bent niemands kind meer,
niemands kraai.
Geen vogel in de hand, geen hond in de lucht,
geen paard op de rug, geen kip op de stok van je slaap.
Hier was ooit een blok. Nu staat er een straat.
En daar, waar nooit gewoond werd, is je toegewezen adres.
De kroon op je registratie en
de bevestiging van je naam als alibi
voor het plegen van al die verworven jaren.

Daar ligt in transparante lagen vijf hoog op elkaar.
Elke huisraad voorstelbaar; inhoud ijskast geur van beddengoed,
geronk van de was speelhoek televisie plafondspots kamerplant.
En jouw lichaam daar ijl tegenover,
nog op de drempel, traag in beweging.
Het zoeken moet met je mee, daar waar
de ruiten zijn gevallen in de mistige muur en glinsteren.
Het gebit van de gevel.
Het buiten weerspiegelen om het spiegelbeeld
te doen schrikken van zichzelf en van binnenuit
het struikelen te zien van je verglazing.
Het rinkelen!

 


Elma van Haren (Roosendaal, 29 augustus 1954)

 

De Amerikaanse schrijfster en dichteres Rita Frances Dove werd geboren op 28 augustus 1952 in Akron, Ohio. Zie ook alle tags voor Rita Dove op dit blog.

 

Bezoedelde Psalm

Ze werd wakker en dacht: zondag.
Het moest wel – die lichtstraal
die haar voetstappen
van bed naar bad doorsneed, stilte
die haar eenzaamheid zalfde.
Zaligheid. Een woord dat haar moeder
vaak aanbood,
siste terwijl stoom vrijkwam
uit de gehavende ketel
die zegenend boven
haar favoriete theekopje werd gehesen…

Nee. Haar moeder haatte thee,
werd betrapt op het kauwen
van rauwe koffiebonen
tussen haar zwangerschappen.
Wiens herinnering
had ze geleend, welke
gekwetste schijnheiligheid?
Het kon geen zondag zijn –
dat was gisteren. Of
zal het morgen zijn. Hoe dan ook,
er was werk aan de winkel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Rita Dove (Akron, 28 augustus 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 29e augustus ook mijn blog van 29 augustus 2020 en eveneens  mijn blog van 29 augustus 2018 en eveneens mijn blog van 29 augustus 2017 en ook mijn blog van 29 augustus 2016 en ook mijn blog van 29 augustus 2015 deel 1 en eveneens deel 2.