Frans Kellendonk, Reginald Gibbons

De Nederlandse schrijver en vertaler Frans Kellendonk werd geboren in Nijmegen op 7 januari 1951. Zie ook alle tags voor Frans Kellendonk op dit blog.

Uit: Mystiek Lichaam

“Dat een dollarmiljonair meer waard is dan een guldenmiljonair was voor hem geen reden tot zorg. In Gods ogen zijn alle miljonairs gelijk. Hij vond het helemaal niet vreemd dat het moeilijker is om miljonair te worden in de Verenigde Staten of in Engeland dan in Roomse streken met hun zwakke valuta. Italië is het land van de miljonairs, zoals het ook het land is van de heiligen en de prelaten. Wat hem wel zorgen baarde was de geldontwaarding. Geldinflatie en taalinflatie waren gelijk opgegaan in het woord miljonair, vanaf het ogenblik dat het in zwang gekomen was in het oude beursgebouw aan de Rue Quincampoix te Parijs, tijdens de windhandel rond de Mississippimaatschappij toen bochelaars fortuinen verdienden door zich als schrijftafel te verhuren aan haastige speculanten. De miljonair van vandaag had drie procent minder te betekenen dan de miljonair van een jaar geleden. Het zou kunnen dat God zijn genade in steeds grotere hoeveelheden over de aarde uitstortte en dat het daardoor gemakkelijker werd om te worden uitverkoren, maar wanneer Gijselhart de prijsindexcijfers bestudeerde las hij daaruit vooral af dat de mens tot alle kwaad geneigd is en voor de zekerheid paste hij een inflatiecorrectie toe op zijn definitie van het begrip miljonair, waarbij hij het jubeljaar van zijn eigen uitverkiezing, het jaar waarin hij vijftig was geworden, op honderd procent stelde.
Van de kameel en het oog van de naald had hij nog nooit gehoord.
Een van de weinige dorpelingen met wie Gijselhart wel eens sprak was de kruidenier. In een witte jas, een hoed op zijn hoofd, stond de man achter zijn toonbank en klaagde. Hij klaagde dat hij ten gevolge van die hoed zweette op zijn schedel, waardoor hij licht kou vatte. Maar als hij geen hoed droeg had hij weer last van zweetvoeten.
‘Wat erin zit moet eruit,’ zei Gijselhart.
Hij had ook last van een muis, die in zijn magazijn de zakken met bloem en suiker kapot vrat. ‘Hij maakt één gaatje, aan de onderkant. En niet om wat er in de zak zit, dat laat hij rustig op de vloer lopen terwijl hij aan de volgende zak begint. Nee, waar het hem om gaat is me het bloed onder de nagels uit te halen en me het gekkenhuis in te pesten en mijn zaak naar de verdommenis te helpen.’ Het moest een reusachtige muis zijn, die de kruidenier zo klein kon krijgen.
De man was een zeur en toch had Gijselbert met hem te doen. Hij had dezelfde sores als deze middenstander, mét al zijn geld. Aan zijn eigen mooie getallen werd ook geknaagd, vaak waren de zes nullen van zijn miljoen ook lege zakken waaruit alle waar was weggelopen, of zeepbellen, of dressuurhoepels voor idioten, of ijzeren ballen waaraan hij zat vastgeketend, al naar gelang de soort wanhoop waartoe hij verviel wanneer hij het geloof niet had.”

 


Frans Kellendonk (7 januari 1951 – 15 februari 1990)

 

De Amerikaanse dichter, redacteur en hoogleraar Reginald Gibbons werd geboren in Houston op 7 januari 1947. Zie ook alle tags voor Reginald Gibbons op dit blog.

 

Om 12 uur

De grot-duisternis van de dikwandige kamer,
koel in de zomer, geeft soelaas
door te zeggen: Dit is de waarheid, niet het strakke
door cicades getokkelde daglicht.
Rust hier, uit de hitte – de dikke lucht wordt
bewogen door de vier
traag bewegende bladen van de ventilator; onder het huis heeft de steen
zijn voeten in diep water.
Buiten gaat zelfs de zonnegod, gekleed in dit leven
als een hagedis, abrupt
op stijve benen staan en daalt blasé af naar de schaduwen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Reginald Gibbons (Houston, 7 januari 1947)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e januari ook mijn blog van 7 januari 2022 en ook mijn blog van 7 januari 2019 en ook mijn blog van 7 januari 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

 

Hester Knibbe, Carl Sandburg

De Nederlandse dichteres Hester Knibbe werd geboren op 6 januari 1946 in Harderwijk. Zie ook alle tags voor Hester Knibbe op dit blog.

 

la tricoteuse

het romig licht, de huizen kennen haar
ze is hier vaak, ze hoort volmaakt
bij deze straat en bij de steen waarop

ze in zichzelf besloten zit, alsof
er buiten haar niets is, hoogstens
een wereld in volkomen evenwicht

steek voor steek maakt ze haar leven
tot geheel: een omslagdoek, een kleurig
vest, iets dat nooit afkomt – en al bijeen

een hecht en onvervreemdbaar eigen
kleed – dat nog niet past – vaststaat
dat ze niet gaat voor het haar wit

en als gegoten zit

 

abdij, vermist

hier kwam je dus, ik weet niet goed waarom
om een devotie van heel lang geleden
misschien, maar ik kan me vergissen, de ansicht
die ik vond, laat zwart-wit uitgesneden

de scherpe lijnen van de bogen zien,
de stenen stilte in de verste nissen
en hoe het licht bijt in gewijde grond

maar nergens zie ik waar jij stond –
haast zonder je te missen, vraag ik me af
waar je het beeld uitliep

 

Van heel oude mensen

[4]

het raam schermt af van wat beweegt
in deze kamer vliegt geen vogel op –
hier wordt alleen geleefd alsof
van ’s morgens vroeg tot ’s morgens vroeg

– onoverkomelijk gescheiden door een voeg
en van eenzelfde stof, is het
alsof hij onder haar vernis
eendere breekbaarheid vermoedt

het lijkt begrijpelijk dat hij er nooit naar vroeg:
alleen wat buiten leeft beweegt
hier wordt allang niets aangeroerd,
staat alle tijd al tijden stil

zo blijft het voor zo’n vraag altijd te vroeg
en wat zij van hem denkt hoeft niet gezegd;
ze kent de kamer en het uitzicht,
de bonte vogels op de kast
onder de glazen stolp die roerloos past

 


Hester Knibbe (Harderwijk, 6 januari 1946)

 

De Amerikaanse dichter Carl Sandburg werd geboren op 6 januari 1878 in Galesburg, Illinois. Zie ook alle tags voor Carl Sandburg op dit blog.

 

Kind

Het jonge kind, Christus, is eerlijk en wijs
En stelt vragen aan de oude mannen, vragen,
Gevonden onder stromend water voor alle kinderen
En gevonden onder schaduwen geworpen op stilstaand water
Door hoge bomen die naar beneden kijken, oud en knoestig.
Gevonden door de ogen van kinderen alleen, onuitgesproken,
Een zacht lied zingend in de eenzaamheid.
En het jonge kind, Christus, blijft vragen
En de oude mannen antwoorden niets en kennen alleen liefde
Voor het jonge kind. Christus, eerlijk en wijs.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Carl Sandburg (6 januari 1878 – 22 juli 1967)
Standbeeld in Galesburg, Illinois, de geboorteplaats van Carl Sandburg

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e januari ook mijn blog van 6 januari 2021 en ook mijn blog van 6 januari 2019 deel 2 en eveneens deel 3.

Carl Frode Tiller, Andreas Altmann

De Noorse schrijver Carl Frode Tiller werd geboren op 4 januari 1970 in Namsos. Zie ook alle tags voor Carl Frode Tiller op dit blog.

Uit: Omcirkeling (Vertaald door Kor de Vries)

“Ik opende mijn ogen, sloot ze, opende ze weer. Het sneeuwde nog steeds. Zware, zachte sneeuwvlokken raakten het raam, de kleinste smolten meteen, maar de grootste gleden langzaam omlaag naar de vensterbank, waar een dunne maar vrij hoge sneeuwrand was ontstaan die het glas bijna leek los te laten en voorover leek te kantelen.
`Heb je ze afgesneden?’ zei mijn moeder, ze zei het zonder haar blik van haar breiwerk te halen.
`Wat afgesneden?’ zei Anita.
`Nou, wat denk je?’ zei mijn moeder.
Anita stond naar haar te kijken. Ze begreep nog steeds niet waar mijn moeder het over had, ik zag het aan haar. Ze wist blijkbaar niet dat je het onderste deel van de stengels moest afsnijden voor je de bloemen in het water zette.
`Mijn hemel,’ zei mijn moeder. Ze legde haar breiwerk en het breipatroon in het lege bed aan de andere kant van de kamer en ging staan. ‘Je bent bijna vijftig,’ zei ze. Ze schudde haar hoofd en liep naar Anita toe.
`Vertel me maar gewoon wat ik moet doen, dan doe ik het,’ zei Anita.
`Ik doe het zelf wel,’ zei mijn moeder. Ze sloot haar ogen en opende ze weer, terwijl ze tegelijkertijd haar ene hand uitstak om het boeket rozen aan te pakken.
`Zelf?’ zei Anita en ze gaf de rozen niet uit handen.
‘Wat?’ zei mijn moeder.
`Het zelf doen? Alsof jij die bloemen hebt betaald.’ `
Nou zeg, mijn hemel,’ zei mijn moeder. Ze hield haar hoofd schuin en bleef Anita met halfopen mond aanstaren. ‘Er bestaan grenzen aan overgevoeligheid, zeg. Geef mij die bloemen eens, dan zal ik je laten zien hoe je dat doet.’
Anita snoof, terwijl ze mijn moeder het boeket gaf, en mijn moeder nam de bloemen mee en liep terug naar haar stoel. Ze pakte de plastic tas met haar klosjes wol van de grond en stak haar hand erin. Ze stond wat te zoeken en te rommelen, haalde er een schaar uit en liep naar de prullenbak die onder de wasbak stond. Op hetzelfde moment ging de deur open en een arts van middelbare leeftijd met een opvallend arrogant gezicht stak zijn hoofd naar binnen. Mijn moeder keek alsof ze iets wilde zeggen, maar hij had zich blijkbaar vergist in de kamer, want hij liep door voor ze een woord kon uitbrengen. Er klonk gelach vanuit de personeelskamer en het gerinkel van een eetwagen die voorbij werd gereden, en daarna sloot de deur zich met een zucht en werd alles weer stil.
Mijn moeder draaide zich om naar Anita.
`Let nou op,’ zei ze terwijl ze tegelijkertijd het boeket rozen boven de prullenbak hield en het onderste stukje van elke steel wilde afknippen.”

 


Carl Frode Tiller (Namsos, 4 januari 1970)

 

De Duitse dichter en schrijver Andreas Altmann werd geboren in Hainichen (Sachsen) op 4 januari 1963. Zie ook alle tags voor Andreas Altmann op dit blog. Zie ook mijn blog van 8 juni 2009.

 

zelden genoeg

wit bladdert het appelhout
in het licht van de wind.
seconden lang kijk ik door
mijn eerste ogen.
een stem, die aangroeide
in uitgelaten woorden.
ik kan haar mij niet meer herinneren.
enkel gezichten, waartoe zij behoorde,
kennen hen weer terug. spiegels
hebben geen lang geheugen.
water heeft met hen geduld.
ik kijk daartussen. als kind
heb ik vaak de aangebeten appels
in de beek gegooid.
ze waren nog onrijp.
hun golven zetten de hemel
slechts kort in beweging.

 

Vertaald door Mischa Andriessen

 


Andreas Altmann (Hainichen, 4 januari 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 4e januari ook mijn blog van 4 januari 2019 en ook mijn blog van 4 januari 2017 en mijn blog van 4 januari 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en deel 3.

In Memoriam Guus Luijters

 

In Memoriam Guus Luijters

De Nederlands dichter, schrijver en journalist  Guus Luijters is gisteren op 81-jarige leeftijd overleden. Guus Luijters werd geboren in Amsterdam op 3 november 1943. Zie ook alle tags voor Guus Luijters op dit blog.

 

De oester de ziel

I

Het lange wachten op het blauw
is eindelijk voorbij je
bent gekomen als een schilderij
waarop je blauwe dromen
geen wolken waren maar van mij
je stem heb je me laten horen
je ogen heb je laten zien
ik heb ze van je aangenomen
in hun bed van paarlmoer
de blauwe oesters van je ziel
die zeegespoeld door groene golven
onder kraal en wier bedolven
het kantwerk van hun lippen
openslaan met zacht gekreun

II

Mijn hart dat als een zwaluw
krijsend langs de hemel gaat
proeft met lippen van verlangen
de druppels van een zilte maan
die gevangen tussen tangen
roerloos aan de hemel staat
raak me met je vleugels aan
laat me met bevroren lippen
proeven van het zout en
met geloken ogen zwenken
keren stijgen dalen langs
helse fluisteringen
en natte lijnen trekken
nieuwe wegen op de oude kaart

 


Guus Luijters (3 november 1943 – 3 januari 2025)

Peter Ghyssaert, Hasso Krull

De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert werd geboren op 3 januari 1966 te Wilrijk. Zie ook alle tags voor Peter Ghyssaert op dit blog.

 

Heiland

In een kring van stenen zit het kind,
zijn moeder groeide ’s avonds van hem heen,
groeide weg in wolken en in wind.

Hij proeft het zout dat in zijn tong indringt,
draait op een spil van warmte heen en weer;
in alle windstreken dooft nu het vuur.

De vader blijft volledig onbekend;
de nacht begeeft zich naar het koudste uur;
hij dwaalt weg van zijn plaats als een fragment;

verbaasde kudde die hem ’s morgens vindt.

 

Diefstal

Verwisselbaar geworden door de dood
schiet hem vandaag een koningsschap te binnen.
Niemand controleert die waan;
men doet maar, ieder voor zich.
Wie denkt te kunnen staan mag dat.

Of hij is generaal geweest, en glanzend
stapelt zich bevordering op bevordering;
voor zijn moeder, één rij verder, ook
iets uitgekiend. Gepuurd uit kasten
van gestorven adel die wordt aangezogen
tegen de onderkant van de zerk.

Bijna het vacuüm van
een leeggeroofd verleden in.

 

Eminence grise

De grijze eminentie wordt wat kinds,
zoekt in het park aansluiting bij het spel,
begrijpt geen woord van wat gezegd wordt
anders dan op klank.

Hij staat paraat maar mist de bal.
Zijn laatste warmte volgt hem niet
in een rubberachtig, wijd gebaar.

Met beide knieën mild gehavend
van het grastapijt, krast hij weer op;
de wegstevende regenjas galmt van
een hol, amechtig hijgen.

Dat was plezier, al kost het levensjaren.
Van de kinderen komt hem niets na
dan spotten dat hij niet meer hoort.

 


Peter Ghyssaert (Wilrijk, 3 januari 1966)

 

De Estse dichter Hasso Krull werd geboren op 31 januari 1964 in Tallinn. Zie ook alle tags voor Hasso Krull op dit blog.

 

Karyotakis

ik zei tegen de psychiater
sprak een man aan de tafel naast ons
dat ik soms mijn depressie verlicht met wiet
toen werd de psychiater bang

toen zei ik nog tegen de psychiater
dat een zak vol wiet zes maanden lang
bij mij in de kast stond omdat ik hem niet wilde
de psychiater geloofde mij niet

Karyotakis schreef een gedicht
dat je bang maakte g
en het werd niet geloofd

dichten moet altijd negatief
de psyche beïnvloeden
en afhankelijkheid veroorzaken

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Hasso Krull (Tallinn, 31 januari 1964)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e januari ook mijn blog van 3 januari 2019 en ook mijn blog van 3 januari 2017 en eveneens mijn blog van 3 januari 2016 deel 1, deel 2 en deel 3.

Nyk de Vries, Jimmy Santiago Baca

De Nederlandse dichter Nyk de Vries werd geboren in Noordbergum op 2 januari 1971. Zie ook alle tags voor Nyk de Vries op dit blog.

 

Hoeveel woorden

Hoeveel woorden hebben we nodig
om onze wereld te beschrijven?

Hoeveel wereld hebben we nodig
om onze woorden kleur te geven?

Hoe eenvormig moet het worden
voor we horen wat we missen?

Gister liep ik door het stille veld
en begreep

dat het wel tijd was

om een daad te voegen
bij het woord

 

Koortslip

Het ergste wordt altijd overschaduwd door iets dat nog weer erger is. Nadat haar been was overreden, hoorden we Hansje nooit meer over haar koortslip. Maar het gezeur zat in de familie en toen ik haar in de Alpen over de paden reed, zag ik haar hand toch weer naar haar mond gaan. Vliegensvlug dook ik naar voren en voor ik het wist kusten we elkaar, zo hevig als ik nooit eerder iemand had gekust. Een bijzonder moment, daar in die Alpen, al werd het helaas verknald. Juist op dat ogenblik keerde Jezus Christus terug op aarde.

 

LOIS LESTER

Ik ontmoette Lois Lester in 1956 en meteen begreep ik dat het een vreemde snuiter was. We liepen door het Chinese deel van de stad toen hij een dolk te voorschijn trok en die recht in zijn buik plaatste. Hij was niet dood, maar we moesten wel als gekken naar het ziekenhuis. Daar sprak ik bijna de hele avond met zuster Anna en amper twee weken later waren we getrouwd. Wat kan ik er verder over zeggen? Waarom langer wachten op je liefje als ze gewoon naast je zit?

 


Nyk de Vries (Noordbergum, 2 januari 1971)

 

De Amerikaanse dichter en schrijver Jimmy Santiago Baca werd geboren in Santa Fe, New Mexico, op 2 januari 1952. Zie ook alle tags voor Jimmy Santiago Baca op dit blog.

 

Dapper de dood in

De winter
gooit zijn grote witte schild
op de grond,
breekt dunne armen van kronkelende takken,
en huilt dan
aan de noordkant van de Black Mesa
een diep, keelachtig gelach.
Vanwege hem
moeten we ons vee verkopen
dat in de sneeuw snuffelt naar stoppels.
Nadat hij zijn hele leven
in een paar weken heeft geleefd,
loopt hij langzaam en peinzend weg,
zijn zilverstroom schild
langs takken
en over de grond slepend,
blijft hij langzaam weglopen
dapper
de dood in.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Jimmy Santiago Baca (Santa Fe, 2 januari 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e januari ook mijn blog van 2 januari 2024 en ook mijn blog van 2 januari 2023 en ook mijn blog van 2 januari 2019 en ook mijn blog van 2 januari 2016 deel 2 en ook deel 3

Voor de nieuwjaarsgasten (Hugo Claus), Kenneth Patchen

 

Alle bezoekers en mede-bloggers een gelukkig Nieuwjaar!

 


De Slijpsteenmarkt in Amsterdam met het gebouw ‘Het Zeerecht’ in de winter door George Pieter Westenberg, 1817

 

 

Voor de nieuwjaarsgasten

Zal ik ze vragen? Het nieuwe jaar injagen?
Met punch en laffe lachjes? Ja, allemaal samen.
Wie? Niet die te wild zijn, niet die te tam zijn,
Niet die te veel tellen, wel die te veel vertellen,

En vooral wie op ons lijkt.
Ik zal ze met drankjes bedaren tot ze kraken.
Moeten ze zelf betalen? Drinken zij dan meer?
Kwartels? Wafels? Zal ik ook de zelfgenererende

Kikker vol gifgas vragen die in mijn doorzichtige verzen
Naar familiegeheimen raadt? En die vette proever
Die opzit als je hem een klontje contestatie geeft?
En die dwergkever die in zijn krant zo astrant

De zielsverhuizing in mijn verzen ontkent? Ah,
Niet eens zijn lijk zal ooit eens lachen!
Ik zal ze vragen. Nee, vraag jij ze, madame, want
Ik, homunculus in mijn menthollucht van vrees,

Ben als Mickey Spillane: weathered out of my own desires.
Ah, wij zullen ons allemaal samen compulsief
Naar een regelrechte rectale kanker vreten,
Wij, miniaturen eerder thuis in de heraldiek

Dan in de natuur. Ah, tegen het Nieuwe Jaar met
zijn pillen, koude, zijn wrok, allemaal samen
Vele keren “Quantanamèra” en “Yesterdays” gillen.
Ja, nog één keer, nog één keer. Zal ik ze vragen?

 


Hugo Claus (5 april 1929 – 19 maart 2008)
Brugge, de geboorteplaaats van Hugo Claus

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichter Kenneth Patchen werd geboren op 13 december 1911 in Niles, Ohio. Zie ook alle tags voor Kenneth Patchen op dit blog

 

Bij Nieuwjaar

In de vorm van deze nacht, in ’t stille vallen
…….van sneeuw, Vader
In alles wat koud is en klein, deze kleine vogels
……en kinderen
In alles wat vanavond beweegt, de bussen
……en de geliefden, Vader
In de grote stilte van ’t land, in het lelijke lawaai
……van onze steden
In deze diepe worp van sterren, in die loopgraven
……waar de doden zijn, Vader
In al het wijde land dat wacht, en in de schepen
……op het zwarte water
In alles wat dapper is gezegd, in alles wat
……gemeen is waar dan ook ter wereld, Vader
In alles wat goed en mooi is, in elk huis
…..waar bedrog en haat zijn
In naam van hen die wachten, in het geluid
……van boze stemmen, Vader
Voordat de klokken luiden, voordat dit kleine punt in de tijd
……ons heeft voortgejaagd
Voordat dit pure moment voorbij is, voordat deze nacht
……zich omdraait naar morgen, Vader
is er dit hoge gezang in de lucht
Voor altijd dit treurige menselijke gezicht in het raam van de eeuwigheid
En daar zijn andere klokken die we zouden luiden, Vader
Andere klokken die we zouden luiden.

 


Kenneth Patchen (13 december 1911 – 8 januari 1972)

 

Zie ook alle tags voor nieuwjaar op dit blog.

Zie voor de schrijvers van de 1e januari ook mijn blog van 1 januari 2023 en ook mijn vier blogberichten van 1 januari 2019.

Oudejaarsavond (Hubert van Herreweghen), Clara Müller-Jahnke

 

Alle bezoekers en mede-bloggers een prettige jaarwisseling
……………………………………………………en een gelukkig Nieuwjaar!

 


Besneeuwd landschap met bomenlaan door George Pieter Westenberg, 1821

 

Oudejaarsavond

Met twee zitten wij in het huis te zwijgen.
Geluideloos slaan klokken aan de muur.
Schimmen van doden die uit de aarde stijgen,
gestalten glanzen in het bronzen vuur.

Hun schaduw groeit bij ’t keren van de jaren,
terwijl hun lijf vergaat onder het gras,
maar ’t beeld in ons moeten de wormen sparen, 

vannacht wordt alles weer zoals het was:

wij drinken wijn en noemen hunne namen.
’t Slaat middernacht en ieder ding
verandert weer van aanschijn. Allen samen
roepen wij nieuwjaar! O herinnering…

Op zijn kneukels zit een oud man te tellen
ook onze tijd. Hij is ’t die twaalf maal slaat.
Vergeef ons, bid voor ons, donkere gezellen,
die zwijgend rondom ons te wachten staat.

 


Hubert van Herreweghen (16 februari 1920 – 4 november 2016)
De Sint-Gaugericuskerk in Pamel, de geboorteplaats van Hubert van Herreweghen

 

De Duitse dichteres, journaliste en activiste voor vrouwenrechten Clara Müller-Jahnke werd geboren op 5 februari 1860 in Lenzen. Zie ook alle tags voor Clara Müller–Jahnke op dit blog.

 

Jaarwisseling

Op de oude grijze boom des tijds
is een bloem tot bloei gekomen,
en er gaat een knopje open.

De mensheid zucht onder eend’re last;
van haar vermoeide voorhoofd valt
‘t zweet in druppels naar de aarde.

Haar geloof droomt echter in ‘t licht:
voor hun verlangend oog uit drijft
de schemer van de nieuwe dag.

Hoe de ketting ook schuurt en drukt,
de storm der toekomst breekt hem toch, –
en elk jaar laat een schakel los.

En elke knop die openbloeit
aan de oude grijze boom des tijds,
bergt een kiem der latere vrucht.

Dus groet ik je, jij nieuwe jaar;
jij jonge knop, ga open maar
en bloei in helder rozerood!

Des vredes milde voorjaarwind
laat je volle schoot omspelen,
laat liefdes geest bevruchten jou!

En al je geuren giet nu uit, –
Omkrans met bloesemblaadjes jij
der mensheid diepe voorhoofdfrons.

In ‘t ondergaan van deze eeuw
wees jij een mooie toekomstdroom,
verwelkom jij de nieuwe tijd!

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Clara Müller-Jahnke (5 februari 1860 – 4 november 1905)
Lenzen (Nu: Łęczno). De kerk is een monument gewijd aan de dorpelingen die in WO I zijn omgekomen. Clara Müller – Jahnke werd geboren in Lenzen

 

Zie voor de schrijvers van de 31e december ook mijn blog van 31 december 2018 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.

Peter Buwalda, Norbert Hummelt

De Nederlandse schrijver, journalist en redacteur Peter Buwalda werd geboren in Blerick op 30 december 1971. Zie ook alle tags voor Peter Buwalda op dit blog.

Uit: Verse probz (De Zwaag)

“Ooit las ik een verhaal over Norman Maller die in een hotellobby Joost Zwagerman ontmoet. Een ongewoon stuk was het, een soort interview, maar dan geschreven als een kort verhaal waarin Maller en Zwagerman rondliepen als personages. Er stonden zinnen in als: ‘Wachtend op Maller trok Zwagerman een pakje sigaretten: En: ‘Zwagerman zag dat Maller zijn gehoorapparaten uitdeed: Goed! vond ik.
Maar het beste kwam nog. Op de helft van het stuk boog Mailer zich naar Zwagerman toe en daagde hem uit om het zo te doen: schrijf je interview in de derde persoon, dat heb ik ook vaak gedaan, het levert een kort verhaal op waarvan de lezer zal smullen. Deal?
Deal, zei Zwagerman.
Tien jaar later was ik thuis bij de Zwaag. Zo noemde ik hem toen nog, we kenden elkaar pas kort. Sommige mannen vinden elkaar blindelings in voetbal, weer anderen in xenofobie, Joost en ik smeerden de contactpuntjes met Amerikaanse literatuur. Dan begon het meteen te knetteren. Zozeer te knetteren dat de Zwaag — die ik op zijn aandringen Joost was gaan noemen — een idee opperde. Waarom gaan jij en ik niet naar Philip Roth, vroeg hij, dan interviewen we hem. Samen! Deal?
Deal, stamelde ik. De weken erna troffen we voorbereidingen. Joost stelde een brief op, ik gaf via De Bezige Bij rooksignalen af aan New England, waar Roth resideerde in een blokhut. Iedere avond, vlak voor het indommelen, stelde ik me voor hoe het zou zijn, ik en Joost, samen in Roths blokhut.
Een beetje eng, toch. Ik zei dan wel Joost’ tegen de Zwaag, maar ik vond hem stiekem toch nog wel larger than life.
‘Gelukkig is Philip Roth erbij,’ zei Suzy.
Ik zweeg, en dacht: misschien is het meer wat voor een kort verhaal, eigenlijk.
‘Op de heenvlucht spraken Zwagerman en Buwalda honderduit over Roths boeken en hadden ze het heel leuk. De eerste zes uur, tenminste. Toen kwamen ze op het idee hun Engels te oefenen.
Buwalda’s Engels bleek slechter dan dat van Zwagerman, een stuk slechter zelfs, zoveel slechter dat Zwagerman een tukje wilde doen.
Tijdens de landing kwamen de vrienden te spreken over de rolverdeling tijdens het interview. Misschien moest Zwagerman de lange vragen stellen, en Buwalda de korte? In het hotel bekeken ze ter voorbereiding een oud gesprek tussen Michael Zeeman en Philip Roth. “Zeg,” blafte Roth na een meanderende essayistische vraag van Zeeman over 7he Human Stain, “heb jij dat boek wel gelezen, eigenlijk?”

 


Peter Buwalda (Brussel, 30 december 1971)

 

De Duitse dichter en schrijver Norbert Hummelt werd geboren op 30 december 1962 in Neuss. Zie ook alle tags voor Norbert Hummel top dit blog en ook mijn blog van 24 juni 2009.

 

alien

plotseling viel me de sterrenhemel op, lang niet
gezien het diepe blauwe en het felle geschitter.
het was de noordelijke van de beide hemels, myriaden
zeer heldere lichamen onbegrijpelijk ver verwijderd
en die zwak schijnende sluierachtige band, melkweg
genoemd, was werkelijk zichtbaar. daar dacht ik, het was
aan zee, wat curieus, zolang ik mij kan heugen, kwam
er toch een ruimteschip niet meer daarboven vandaan
en die cirkels, die men vroeger in zuid-engeland zo vaak
in korenvelden aantrof, al lang, werkelijk lang niks meer
van gehoord. maar de afgelopen nacht in een stortvloed
van beelden, ik lag alleen in het verkeerde bed, mijn enig
lichaam brandde aan beide kanten, waren de aliens er weer.
ik heb geen idee, hoe koud het was. we moesten weg, in alle
haast moesten we onze spullen pakken, maar waar naartoe? we
bleven hangen, het was al nacht, keulen niet de stad meer waar
we thuishoorden. ik heb geen idee hoe we ontsnapt zijn,
maar nog altijd bekijk ik de sterrenhemel met wantrouwen.

 

Vertaald door Jan Baeke

 


Norbert Hummelt (Neuss, 30 december 1962)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e december ook mijn blog van 30 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.

Stefan Brijs, Norbert Hummelt

De Vlaamse schrijver Stefan Brijs werd geboren op 29 december 1969 in Genk. Zie ook alle tags voor Stefan Brijs op dit blog.

Uit: De engelenmaker

“Hun hoofd…’ zei hij langzaam, ‘hun hoofd is gespleten: En met zijn gestrekte rechterhand trok hij in een snelle beweging een verticale streep van zijn voorhoofd, recht over zijn neus, tot aan de onderzijde van zijn kin.
`Tsjak!’ zei hij daarbij.
Geschrokken deden Gunther en Seppe een pas naar achteren, terwijl Robert en Julius naar het smalle hoofd van lange Meekers bleven kijken, als zou ook dat elk ogenblik in tweeën scheuren. ‘Ik zweer het je. Je kon zo tot achter in hun keel kijken. En ook, echt waar, ook kon je hun blote hersenen zien liggen:
`Hun-wá?’ vroeg Gunther.
`Hun-her-se-nen!’ herhaalde lange Meekers en hij tikte met zijn wijsvinger op het voorhoofd van de dove jongen.
`Bwèèèk!’ riep die uit.
`Hoe zagen ze eruit?’ vroeg Robert.
`Als een walnoot. Maar dan veel groter. En slijmeriger.”
“Jeetje”, zei Julius, die een rilling over zijn rug voelde lopen.
`Als het raampje open was geweest; ging lange Meekers stoer verder en hij stak zijn arm naar voren, `had ik ze zo met mijn hand kunnen grijpen.’
De andere jongens volgden met open mond de beweging van zijn hand, die tot een klauw werd gevormd. Maar meteen daarop wees hij met diezelfde hand naar voren en stuurde zo alle blikken naar de taxi, zowat dertig meter verderop, waarvan Victor Hoppe het achterste portier opende. De dokter verdween half in de auto en kwam een paar tellen later opnieuw te voorschijn met een grote, donkerblauwe reiswieg, waaruit nog altijd een ontzettend gehuil opsteeg. Aan de twee hengsels droeg hij de wieg over het tuinpad de woning binnen, op de voet gevolgd door de taxichauffeur, die twee grote koffers meezeulde. Na een minuut of drie, waarin het op en rond het dorpsplein gonsde van de stemmen, kwam de chauffeur naar buiten, trok de voordeur achter zich dicht en haastte zich naar zijn auto om zichtbaar opgelucht weg te rijden.
In café Terminus voerde Jacques Meekers die middag het hoogste woord en gaf uitvoerig een beschrijving van wat zijn zoon had gezien, daarbij geen overdrijving schuwend. Vooral de oudere inwoners waren een en al oor en wisten te vertellen dat ook Victor Hoppe zelf een afwijking in zijn gezicht had.
`Een hazenlip, verklaarde Otto Lelieux. `Zoals zijn vader, herinnerde Ernst Liebknecht zich. “Hij lijkt trouwens als twee druppels water op hem.”

 


Stefan Brijs (Genk, 29 december 1969)

 

De Duitse dichter en schrijver Norbert Hummelt werd geboren op 30 december 1962 in Neuss. Zie ook alle tags voor Norbert Hummlt top dit blog en ook mijn blog van 24 juni 2009.

 

uitgang

niet alleen in dromen is ´t me vaak gebeurd dat
ik de uitgang door de juiste deur niet
vond in treinen stapte in de foute richting
een station dat me nog maar vaag bekend was
dat was schrikken maar de stolp zat om me heen en
ik kon me niet verroeren van die ene plek
daar ik juist een passage in een boek las begon
ik het kolken in mijn bloed te voelen ik
dwaalde in het bos en voelde warm licht
en liet me willoos naar een helling sleuren
beelden kwamen bij me op maar kwetsten niet
meer zoals gewoonlijk want onder de dode kruinen
bloeide wildernis met varens en met vingerhoed
en ik stapte weer door de straatravijnen
onoverzichtelijk ver in mijn bloed langs
vensterloze kamerrijen liep ik en
rende een poos verloren in het rond tot iets onder
mijn jas trilde ik greep ernaar met mijn
rechterhand en stond stil en ademde zwaar aan de
rand van het perron boog ik me voorover en zag de rails

 

Vertaald door Peter Holvoet-Hanssen en Jessica Manthey

 


Norbert Hummelt (Neuss, 30 december 1962)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e december ook mijn blog van 29 december 2018.