Burkhard Spinnen, 80 jaar Antoine Bodar, Alexander Gumz

De Duitse schrijver Burkhard Spinnen werd geboren op 28 december 1956 in Mönchengladbach. Zie ook alle tags voor Burkhard Spinnen op dit blog.

Uit: Hauptgewinn: Die Erzählungen (Dicker Mann im Meer)

„Kläsner trug eine schwarz-weiße Badehose mit geometrischem Muster. Ihr breites Gummiband umspannte seinen Bauch an der Stelle, da er am umfangreichsten war und unterhalb derer er sich beinahe über die Scham wölbte.
Kläsner stand bis zu den Knien im Meer. Das Wasser war angenehm, er spürte, wie es die Wärme zurückstrahlte. Er schwitzte, aber von unten kühlte ihn das Wasser. Er tastete mit dem Fuß, dann machte er ein paar Schritte weg vom Ufer; schön war es, wenn die Füße in den weichen Meeresboden sanken. Bald reichte das Wasser bis zu den Säumen der Badehose. Kam eine Welle, so schwappte sie über den Nabel. Kläsner sah sich um. Wie weit der Strand schon entfernt war, sicher eine optische  Täuschung. Seine Frau rieb gerade ihre Arme mit Sonnenöl ein und sprach mit den Zimmernachbarn aus dem Hotel, einem Paar aus Bielefeld. Oder aus Braunschweig, Kläsner hatte es vergessen. Man traf sich morgens auf dem Flur; beim Mittagstisch spätestens sah man sich wieder, aber meistens lag man schon den Vormittag zusammen am Strand. Die Bielefelder spielten leidenschaftlich Canasta, und immer bestanden sie darauf, eine Mannschaft zu sein.
Kläsner sah wieder zum Horizont, dort ging das dunkle Blau des Meeres in ein silbriges Flimmern über, darüber war der weißliche Himmel. Manchmal fuhren große Schiffe von links nach rechts. Es ist eine Schifffahrtsstraße, hatte Kläsner gedacht. Schifffahrtsstraßen sind geschwungene Linien auf den Seekarten. Auf ihnen herrscht viel Betrieb, ein paar tausend Meter abseits könnte einer tagelang im Wasser treiben. Niemand würde ihn sichten.
Kläsner ging ein paar Schritte weiter. Hier konnte er noch bequem stehen. Er kreuzte die Arme über der Brust, damit seine Hände trocken blieben. Das war wichtig, denn wenn er sich mit Meerwasser den Schweiß von der Stirn wischte, würde er Ausschlag bekommen.
Die Wellen waren jetzt eher zu spüren. Die größeren hoben Kläsner ein wenig an und setzten ihn dann sachte auf den Meeresboden. Als er sich noch einmal umdrehte, winkte seine Frau. Die Bielefelder riefen etwas herüber. Als ob er das noch verstehen könnte! Er winkte zurück. Dann kehrte er dem Strand wieder den Rücken zu. Das ist der letzte Tag, dachte er. Ein schöner Urlaub ist das gewesen. Gegens Hotel nichts einzuwenden. Freundliches Personal, gutes Essen, die Zimmer klein, aber ruhig. Und natürlich der schöne Strand. Es war kein Fehler gewesen, hierhin zu fahren.
Für Kläsner war es der erste Urlaub ohne die Kinder. Im letzten Jahr war der Jüngste noch mitgefahren, das Nesthäkchen, eigentlich ein Stubenhocker, aber ein aufgeweckter Junge, das sagten alle. Ihm zuliebe war Kläsner in Museen gegangen, obwohl das viele Stehen ihm nicht behagte und die Luft dort schlecht war. Er hatte sich Bilder und Steine erklären lassen. Schön war es, wenn der Kleine erzählte, was er sich zusammengelesen hatte. Jetzt war er in England, mit einer Gruppe. Man musste sich keine Sorgen machen.“

 


Burkhard Spinnen (Mönchengladbach, 28 december 1956)

 

De Nederlandse rooms-katholiek priester, kunsthistoricus, schrijver en columnist Antoine Bodar viert vandaag zijn 80e verjaardag. Antoine Bodar werd geboren in ‘s-Hertogenbosch op 28 december 1944. Zie ook alle tags voor Antoine Bodar op dit blog.

Uit: In een oud huis in Toscane

“Terwijl ik dit dagboek schrijf, zit ik in mijn cel in een oud huis nabij Borgo San Lorenzo in Italië dat ik deel met Jessica en Johannes, studenten met wie ik tijdens de Leidse excursie naar Florence nu een jaar geleden bevriend ben geraakt.
Het huis telt twee verdiepingen. Beneden een woonvertrek met grote haard en een nagebouwde ruimte met uitzicht over de vallei, naar boven een rechte trap zoals in menig Toscaans buitenhuis van de vijftiende eeuw, boven het slaapverblijf en voor mij een kleine kamer. Want hoewel we gezamenlijk telkens terugkeren naar het nabij gelegen Florence en de geboorte van onze vriendschap aan de hand van beelden van de stad in herinnering terugroepen, wil ik ook werken. Maar werk ik niet, dan praten we van de ochtend tot de avond. In de auto, op weg naar Arezzo of Urbino, aan de maaltijd thuis of buiten.
Jessica en Johannes zijn in de aanvang van levensbloei overeenkomstig dit jaargetijde. – Zal Jessica weldra trouwen met haar vriend die nu in Engeland studeert? Zal Johannes weldra het ouderlijk huis verlaten en stage lopen in New York? Ik evenwel bevind mij in de volheid van leven en sta evengoed ook op een keerpunt. Ik maak mij op terug te keren in de boeken en de studie, al beoog ik uit die studieboeken boeken te laten voortkomen. Kent het leven niet opnieuw en opnieuw terugkeer naar het niets van de naaktheid om dichter te naderen tot hetgeen bestemming blijkt? Gedrieën delen wij dus in onderscheid verlangen naar toekomst. Toekomst die droefheid geeft om hetgeen nu is. Vreugde om nu. Met de kinderen weet ik mij zonder onderscheid kind, maar voor de kinderen gevoel ik mij tevens vader en moeder, hoewel de beiden mij meer beschermen dan ik de beiden.
Gisteravond heeft kosteres Rita het aan Stephanus toegewijde kerkje ontsloten en de klok geluid. Met haar en twee andere vrouwen uit de omgeving hebben we eucharistie gevierd. Ingetogen. Verlegen van mijn kant. Jessica doet de eerste lezing en blijft ontvankelijk voor het mysterie van de Heilige Mis. Haar heb ik zelf in het afgelopen jaar gedoopt. Zo is gestalte gegeven aan haar gekoesterde verlangen. Johannes buigt tijdens de viering het hoofd zo ver naar voren dat zijn deelname onkenbaar is. In strenge tongval van protestant christendom grootgebracht, hanteert hij de Bijbel sneller dan ik, maar deelt niet het geheim van de eucharistie zoals Jessica.”

 


Antoine Bodar (‘s-Hertogenbosch, 28 december 1944)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

safe words

als revolutie, you know. dat ding, dat we zouden kunnen bedoelen.
lectuur: een puppy met helm,
achter in het voorjaar.

doorgaan, opruimen: lariksen uit de weide,
uitgaven in de avondkiosk. wordt zo denken knuffelig, klinkt
het zoals het aan het einde van een grote vakantie zou moeten klinken?

na weken, slecht gevoed, verward en gelukkig,
hielden we bij het water scheppen elkaars hand vast,
ongehoorzaam genoeg voor wegen naar het noorden,
waar onze gedachten groen, bijna inktzwart werden.

we hadden haast om vooruit te komen, klonterige lichamen,
in levensverzekeringen gehuld.
een benzinestation glinsterde geruïneerd in de avond .

zou er een vrachtwagenchauffeur door de draaideur komen,
een herinnering bestellen,
we zouden thuis zijn, of in een perfecte kopie ervan.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e december ook mijn blog van 28 december 2023 en ook mijn blog van 28 december 2018 en ook mijn blog van 28 december 2015 en eveneens mijn blog van 28 december 2014 deel 2.

Mariella Mehr, Alexander Gumz

De Zwitserse dichteres en schrijfster Mariella Mehr werd geboren op 27 december 1947 in Zürich. Zie ook alle tags voor Mariella Mehr op dit blog.

Uit: Daskind – Brandzauber – Angeklagt

„Dass kein Silberpfahl wachse ins kindliche Herz und keiner eindringe in jene Bereiche, die kein Grün kennen, nur kindlichen Schlaf.
Dass endlich Vergeltung einbräche in diese Dunkelwelt, denkt Daskind, um alle Schuld zu sühnen, die des Kindes und die der andern. Daskind will wissen, dass es schuldig ist, ein Silberleben lang. Weshalb sonst stürbe der andere, der Silberleib am dunklen Holz, seinen Silbertod immerzu.
Dass Fritz, der Kater, sich nicht auf die Brust des Kindes legen darf, wenn es schläft und zu Tode erschrickt, wenn die Brust keinen Atem mehr hat und Fritz, der Hauskater, wie eine frevelnde Hand, eine schwere, auf der Brust des Kindes ruht.
Daskind jetzt auf dem roten Sofa im Wohnzimmer, tagsüber Nähstube, Café, Klatschraum. Daskind, Kindfüralle. Winterkind. Winterbalg.
Winterkind spricht nicht. Tobt auch nicht und schreit nicht. Sitzt still auf dem roten Sofa. Starrt auf den grauen Haarknoten der Pflegemutter Frieda Kenel, geborene Rüegg. Die singt, singt Fernimsüddasschönespanien.Singt mit brüchiger Stimme das Lied von den Trauben, der Sonne und einer einsamen Liebe, die keine Erfüllung findet. Singt, den Rücken dem Kind zugekehrt, singt und denkt an den Stoff in ihren Händen, der ein Kleid für die Freudenstau werden soll. Fernimsüddasschönespanien. Denkt nicht an Daskind, hat Daskind vergessen wie alle Nachmittage zuvor, wenn Daskind auf dem Sofa saß und rot der samtene Überzug und Daskind ein Warten.
Warten. Auf was denn? Vielleicht einmal anders. Ohne Angst.
Einmal zuschlagen.
Bescheiden, verstohlen, vorsichtig. Zum Beispiel die Freudenstau.
Daskind vor der Freudenstau. Hört den Wind in den Tannen pfeifen. Ein hoher, schriller Ruf. Muss das Hören anhalten, Daskind. Muss schreien, Daskind, mit weit offenem Mund im wild wiegenden Kopf. Hin und her, auch das Schreien wild wiegend, hinauf zum orgelnden Locken in den Tannen.
Der weiße Speichel in den Mundwinkeln der Kundin Freudenstau. Die auf dem Berg wohnt.Auf dem Tannsberg. Teilt den Berg mit zwei roten Hunden. Höllenhunden. Auch sie träumen vom Zuschlagen.
Daskind ist in seiner blauen Windjacke, eine ungenaue Adresse. Immerhin, eine Adresse.
Und mit seinen nackten Füßen. Immerhin.”

 


Mariella Mehr (Zürich, 27 december 1947)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

voortdurende strategieverandering

is geen oplossing, zeg je. je bevlekte handen
houden een theekopje vast in het gejuich van de regens.
achter onze rug toeteren staatsobligaties.

voor het nooit eindigende snerpen van deze zekerheid
proberen we iets anders. laten het meteen weer
varen. doet net zo pijn. wij lachen.

hoe zelden we antwoord geven aan elkaar. de gebouwen
drukken op onze zenuwen. Ik zeg: begrijp je
wat ik bedoel? de dans van de chauffeurs

onder onze blikken gaat verder.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e december ook mijn blog van 27 december 2018 en ook mijn blog van 27 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Kerkgezang voor het feest van Jezus Geboorte (Anthony Staring), Ingo Baumgartner

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Prettig Kerstfeest!

 


De aanbidding der herders door Anton Raphael Mengs, ca. 1770

 

 

Kerkgezang voor het feest van Jezus Geboorte

I
Jezus kwam als Mens Op aarde:
Mensdom, ’t is uw schoonste Feest!

Gij Geringen, ken uw waarde:
Armoede is zijn deel geweest!

Kindren, juich met ons tezaam:
Die u lief had, droeg ook uwe naam!

II
Judea slaapt; der Wijzen oog alleen
Ontwaart de ster, die aan de kim verscheen.
Door Bethlehem weergalmt een hemels lied;
Judea slaapt, en hoort de zangen niet.

’t Is zegepraal – ’t is wereldse oppermacht
Wat Israël van zijn Messias wacht!
Hij komt; maar, ach, het ijdel zelfbedrog
Vindt Jezus Kribbe, en zoekt de Heiland nog!

’t Voorspelde aan Abraham zien WIJ vervuld!
Geen waan, die ONS niet twijflings nacht omhult!
Een Christenschaar knielt naast de Herders neer:
Maria’s Zoon is Gods Zoon, onze Heer!

III
Ja, Christnen, zinge ook UWE stem
De Lofzang, boven Bethlehem
De wolken uitgedrongen!
Al straalt Gods licht het zwerk niet door,
Gelijk het straalde, om ’t heilig koor,
Toen duizend Englen zongen;
Hij schenkt toch Bethlems Lied gehoor!
Zing! Prijs, met dankbre tongen.

 


Anthony Staring (24 januari 1767 – 18 augustus 1840)
De pastorietuin en de Protestantse kerk in Gendringen, de geboorteplaats van Anthony Staring in de Kersttijd 

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Ingo Baumgartner werd op 24 december 1944 in Oberndorf an der Salzach geboren. Zie ook alle tags voor Ingo Baumgärtener op dit blog.

 

Santcta nox

De dennen, de sparren, de wijde velden,
ze dragen geen last, maar omhullende pracht.
Zij bevallen als blikvangers en melden
sfeervol aan christenen de heilige nacht.

’t Geloof verkondigt men in gezangen,
een ja of een nee kent het scheppingsidee.
Maar elk mens ter wereld voelt een verlangen
naar vreugde en licht in des zijns Odyssee.

Men viert een feest met verschillende namen
de komst van de beloofde verlossing ter eer.
Nood blij de gasten, kom vrolijk tezamen,
uit de wolken dalen al harpklanken neer.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


>Ingo Baumgartner (24 december 1944 – 16 juli 2015)
De Stille Nacht kapel in Oberndorf, de geboorteplaats van Ingo Baumgartner.

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e december ook mijn blog van 24 december 2021 en ook mijn blog van 24 december 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Ted van Lieshout, Ivan Blatný

De Nederlandse dichter en schrijver Ted van Lieshout werd geboren op 21 december 1955 in Eindhoven. Zie ook alle tags voor Ted van Lieshout op dit blog.

 

Verandering

Als uit een kaal ei een donzig kuikentje
komt, uit een vraatzuchtig lompe rups
een lichte vlinder ontsnapt, dan waarom

kan ik niet op een dichtbije dag opstaan
en veranderd zijn van wie ik was
in wie ik ben bedoeld, in iets moois

op zijn minst? Als alles op weg is,
als alles nieuw wordt, waarom luistert
de spiegel dan zo langzaam als ik er in kijk?

 

De ware

Hoe kan het dat de ware nooit ver weg is?
Is dat toeval of zijn er zoveel
liefdes als er plaats
is om je heen? Ik ben nergens, of
onderweg, alleen.

Als liefde enig is, kan er ook maar één ware zijn.
Die is niet hier, dus ik moet reizen en zoeken,
al is die ene ook op zoek naar mij. Misschien

kan ik beter blijven om elkaar niet mis te lopen.
Vind mij. Ik roep het: ik ben hier!

 

Een lichtblauw kleurpotlood

De zon is door de stad gezakt,
de daken gloeien na.
Er brandt iets aan de horizon,
zie ik vanwaar ik sta.

Ik kijk nog even door het raam
en zie het avondrood.
Dan ga ik slapen en ik droom
een lichtblauw kleurpotlood

En in de morgen is het donker
stilletjes weggegaan.
De lucht is licht en heel misschien
heb ik dat wel gedaan.

 


Ted van Lieshout (Eindhoven, 21 december 1955)

 

De Tsjechische dichter Ivan Blatný werd geboren op 21 december 1919 in Brno. Zie ook alle tags voor Ivan Blatnýop dit blog. Zie ook alle tags voor Ivan Blatný op dit blog.

 

Rodina (Familie)

Ik voel me thuis bij jou, als ik de cactussen water geef,
de rubberplant, de klimop en de rest.
Dan moet ik gaan, jij hangt mijn stropdas recht,
het ontbijt is nu voorbij en jij mag uitrusten.
En als de avond valt, ben ik terug in onze haven,
de wereld is nu een schilderij, jij bent de gouden lijst,
met onze honden en katten, de schouw van marmer,
jaren en jaren na nu zal het absoluut hetzelfde zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

 
Ivan Blatný (21 december 1919 – 5 augustus 1990)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e december ook mijn blog van 21 september 2018 en ook mijn blog van 21 december 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Sky Gilbert, Kenneth Rexroth

De Canadese dichter, schrijver en acteur Sky Gilbert werd geboren op 20 december 1952 Norwich, Connecticut. Zie ook alle tags voor Sky Gilbert op dit blog.

Uit: Come Back

“Yes, I am aware that I should, perhaps, not go there. Even as I write, the word sentiment — or rather sentimentality — comes up like yesterday’s dinner. Please believe me that there is no urge on my part to go back. It is long gone and I don’t give a flying fuck. So I am slipping into my previous nomenclature. But I don’t — I really don’t — give a damn about any of it. Do you think I want to go back? When I think for a moment, it all returns. Like a flood, yes, but one I can control.
I see you, in my mind’s eye, sitting there, smiling, looking satiric. When? When was it that I suggested something you considered very outrageous, and you said, “It seems that you have temporarily lost your mind”? And then you went on in that vein. You know, my darling, I wish you were not so ruled by your loins.
Is it that? You claim it is.
Of course, Johnny. But sometimes I think it is your heart, because that is the way we think of women — and you are one. But still. Let’s just say it has nothing to do with being a woman. We both know that men too are puddles, and can dissolve even without menstruating.
Remember when you stopped menstruating? I do. You dove into bodybuilding with your usual innocent bravado — no reservations whatsoever. Then it was, “I want a period. I don’t want to stop fucking menstruating. Jesus.” Someday you will. Soon, actually. That is certainly a something I no longer regret. Perhaps it has to do with what I am going to tell you about. Because, Johnny, I am going to use you unabashedly as a sounding board. That’s what you are best at when it comes to me, but I wouldn’t be alive if it wasn’t for you, so I suppose you are more than that to me. You know what I mean. You are what, barely fifty? And I am … so old, so very, very old. One cannot even imagine how old I am. And to have died so many times! When one has lived and died so often it does not seem quite so fantastical to get a little teary-eyed. It won’t last. But yes, even after all these years there is a whiff. A friend of mine wrote a beautiful essay once called “A Whiff of Abandon.” There’s a whiff of abandon in me. It’s still there, even though I cannot, or will not, act upon it. No, I have no real actual desire to climb onto one of those things, to straddle it again, or better yet to have it in my mouth. There is still the memory — but memory does not express it — the mood (it is in a way a mood) that overtakes one. But that sounds too romantic. There is a sense memory — the way actors talk about the remembrance of a smell, or a taste. Jesus, it’s enough maybe to say there is still a longing for it — an appreciation of beauty that never goes away.” 

 


Sky Gilbert (Norwich, 20 december 1952)

 

De Amerikaanse dichter Kenneth Rexroth werd geboren in South Bend (Indiana) op 22 december 1905. Zie ook alle tags voor Kenneth Rexroth op dit blog.

 

Vitaminen en ruwvoer

Met sterke enkels, verbrand door de zon, bijna naakt,
Worden door de dochters van Californië
Onwillige humanisten onderwezen;
In hun schedels drukken zij met tennisballen
De ongelukkige realisatie
Dat de natuur nog steeds sterker is dan de mens.
Het speciale Helleense voorrecht
Van het speciale intellect sijpelt
Eindelijk in deze geïrrigeerde grond.
Zweet van atleten en sap van geliefden
Zijn sterker dan Socrates’ dollekervel;
En de spelletjes van nauwgezette Euclides
Verdwijnen in de gymnopaedia.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Kenneth Rexroth (22 december 1905 – 6 juni 1982)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e december ook mijn blog van 20 december 2021 en ook mijn blog van 20 december 2018 en ook mijn blog van 20 december 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Paolo Giordano, Alexander Gumz

De Italiaanse schrijver Paolo Giordano werd geboren in Turijn op 19 december 1982. Zie ook alle tags voor Paolo Giordano op dit blog.

Uit: De hemel verslinden (Vertaald door Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd)

“Later ging ik in de zon liggen, maar het was twee uur ’s middags, de slechtste tijd, dus ik hield het niet lang vol. Ik liep door de tuin en stapte over de stenen die de afscheiding vormden met het open veld. Ik vond de plek waar de jongens over de omheining waren geklommen. Aan de bovenkant was het gaas ingedeukt en daaronder was het vervormd. Aan de andere kant stonden ook bomen, ze waren net iets hoger dan bij ons. Ik keek of ik de masseria kon zien, maar die was te ver weg.
Voordat hij verdween, had Bern me gevraagd of ik bij de begrafenis wilde zijn van de kikkers die zijn schepnet niet hadden overleefd. Na al die uren in de zon was er geen druppel zweet op zijn lijf te zien.
Ik vroeg aan Cosimo of hij de banden van mijn oma’s oude fiets wilde oppompen en even later stond hij klaar, gepoetst en geolied.
‘Waar ga je naartoe?’
‘Een eindje fietsen, hier, op de oprijlaan.’
Ik wachtte tot mijn vader naar zijn vrienden ging en stapte op de fiets.
De toegang tot de masseria bevond zich aan de andere kant van hun terrein, je moest een hele omweg maken om er te komen, als je er tenminste niet voor koos om over het hek te klimmen en dwars over het terrein te lopen, zoals de jongens hadden gedaan. Op de asfaltweg raasden de vrachtwagens langs me heen. Ik had mijn walkman in het fietsmandje gelegd en moest vooroverbuigen omdat de draad van de koptelefoon te kort was.
De masseria had niet echt een hek, alleen een ijzeren slagboom, en die stond open. In het midden van het weidepad stond onkruid en de randen waren niet scherp afgebakend, alsof de auto’s die er-
overheen reden, bepaalden waar het precies liep. Ik stapte af en ging lopend verder. Het kostte me nog vijf minuten om het huis te bereiken.
Ik was al eerder in masseria’s geweest, maar deze was anders. Al- leen het middelste gedeelte was van natuursteen, de rest zat ertegenaan geplakt. Het terras, dat bij ons een gladde stenen vloer had, was hier van beton, met barsten erin.”

 


Paolo Giordano (Turijn, 19 december 1982)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Alexander Gumz werd geboren op 19 december 1974 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Alexander Gunz op dit blog.

 

the answer is: dankjewel

dat alles wat op de grond valt als bellen
weer opstijgt. slechte muziek bijvoorbeeld.

wachten op treinstations bij klote weer,
onverlicht. zeker, dat hebben de schermen zo gewild

ook dank aan de klootzakken die rookpluimen uitblazen
in onze smoelen. zij knorren.

dit is onze toekomst: een remix van beloftes,
die niemand nakomt. volume omlaag! de trein arriveert.

we leggen onze wangen op onze koffers en lijden kou. this is
my heart en dat is niet meer van mij. maakt niet uit.

dankjewel, dat de archieven kleiner worden, dat de kennis
over ons verdwijnt. we denken nog aan verhuizingen,

eenzaamheden, snelle nachten, bier. over hoe ver
we zullen komen als we van deze borstwering springen.

bedankt, beste architecten, dat jullie de vloer
zo ver naar beneden hebben aangebracht. wij zullen erop letten.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Alexander Gumz (Berlijn, 19 december 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e december ook mijn blog van 19 december 2018 en eveneens mijn blog van 19 december 2015 deel 2.

José Eduardo Agualusa, Kenneth Patchen, Heinrich Heine

De Angolese schrijver José Eduardo Agualusa werd op 13 december 1960 in Huambo geboren. Zie ook alle tags voor José Eduardo Agualusa op dit blog.

Uit: Het labyrint van Luanda (Vertaald door Harrie Lemmens)

“Ik telde het aantal seconden tussen de bliksemflits en de donderslag —één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Dat vermenigvuldigde ik vervolgens met 340, de snelheid van het geluid in meters per seconde, om uit te rekenen waar de bliksem was ingeslagen: op 2 kilometer en 380 meter. Ik rekende ook de tweede, derde en vierde flits uit. Het onweer kwam razendsnel dichterbij. Een halve tel voordat de hemel opengereten werd, wist ik waar de vijfde bliksemschicht zou inslaan. Kianda was ongeveer 100 meter van de auto waarin ik zat, ze liep almaar verder, als op een podium, voortgeduwd door het licht. Haar schoenen zonken weg in de aarde, glimmend rood op dof rood. In de verte wiegden palmen. Nog verder weg rees het stevige silhouet van een baobab op. Kianda liep kaarsrecht, met haar gezicht omhoog, haar mooie handen met de smalle, erg lange vingers op haar borst gevouwen. Het licht was een dichte, bijna vloeibare goudkleurige substantie waaraan dorre bladeren, papiersnippers en het fijne vuurrode stof plakten, dingen die de wind optilde met zijn kromme armen. Mijn liefste bleef maar doorlopen naar de zwarte massa van de wolken. Ik moest denken aan de woorden waarmee een beroemde muziekcriticus, een ietwat excentrieke oude Brit, haar succes had proberen te verklaren: `Wat je als eerste bij haar pakt, is het contrast tussen de breekbaarheid van haar merkwaardig hoekige, merkwaardig sierlijke silhouet en de trotse felheid van haar blik. Haar machtige en verfijnde stem. Je krijgt tegelijk zin om haar te beschermen en haar een pak slaag te geven.’ Kianda stapte in de regenzone. Haar lichte zijden jurk, van een extreem fel rood, plakte op haar huid en veranderde van kleur, werd donkerder, bijna purper. Door de laag uitgesneden rug waren de twee vleugels te zien die Kianda ooit in Japan had laten tatoeëren. Ik vind ze altijd weer indrukwekkend, hoe goed ik ze ook ken, vanwege de gedetailleerdheid van de veren en de trompe-l’oeiltechniek die de schijn van reliëf wekt. De vleugels bewogen op het ritme van haar ademhaling. Haar wilde vlammende haren, die zo veel vrouwen proberen na te bootsen, werden gedoofd, verloren glans en volume terwijl ze over de robuuste tekening van haar schouders vielen. Ik duwde het portier open en stapte uit de auto, een oude, diepgele Chrysler, een collectors item. De natte wind striemde mijn gezicht. Ik riep haar naam boven het rommelen van het onweer uit. Kianda draaide zich om en keek op hetzelfde moment stomverbaasd omhoog.
(Nu ik dit herlees, besef ik dat het net het scenario van een reclamespot lijkt. Dit is dan het moment waarop het flesje parfum in beeld zou moeten verschijnen. Het zou een passende naam moeten hebben, zoiets als La Tempête. Maar nee hoor. Hier verandert de film)
Ik volgde de blik van Kianda en zag een vrouw uit de lucht vallen. Ze viel — zwart, naakt, armen gespreid — bijna tegelijk met de bliksem. Door die bliksem spatte de baobab uiteen. Jaren geleden heeft een meteoroloog me uitgelegd dat de bliksem bomen kan laten ontploffen door een plotselinge verhitting van het sap te veroorzaken.”

 


José Eduardo Agualusa (Huambo, 13 december 1960)

 

De Amerikaanse dichter Kenneth Patchen werd geboren op 13 december 1911 in Niles, Ohio. Zie ook alle tags voor Kenneth Patchen op dit blog

 

Street Corner College

Volgend jaar zal het grafgras ons bedekken.
We staan hier nu, en lachen;
Kijken naar de meisjes die voorbijgaan;
We wedden op langzame paarden; drinken goedkope gin.
We hebben niets te doen; gaan nergens heen; niemand.

Vorig jaar was een jaar geleden; niets meer.
We waren toen niet jonger; en nu ook niet ouder.

Het lukt ons om de blik te hebben die jonge mannen hebben;
We voelen niets achter onze gezichten, hoe dan ook.

We zullen waarschijnlijk niet helemaal dood zijn als we sterven.
We waren nooit iets helemaal; zelfs geen soldaten.

Wij zijn de beledigden, broeder, de verlaten jongens.
Slaapwandelaars in een donker en vreselijk land,
Waar eenzaamheid een vies mes op onze keel is.
Koude sterren kijken naar ons, maatje
Koude sterren en de hoeren.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Kenneth Patchen (13 december 1911 – 8 januari 1972)

 

De Duitse dichter Heinrich Heine werd geboren in Düsseldorf op 13 december 1797. Zie ook alle tags voor Heinrich Heine op dit blog.

 

Geheim

Wij zuchten niet, droog zijn de ogen, –
Een glimlach vaak en zelfs een lach!
In niet één blik of ander teken
Komt het geheim ooit aan de dag; –

’t Geheim dat met zijn woordloos lijden
In ’t diepste van de ziel verbloedt;
Krampachtig blijft de mond gesloten,
Al schreeuwt het in het wild gemoed.

Vraag het de zuigling in zijn wiegje,
Vraag het de doden in het graf,
Misschien dat zij je wel verraden
Wat ik je nooit te kennen gaf.

 

Vertaald door Marko Fondse en Peter Verstegen

 


Heinrich Heine (13 december 1797- 17 februari 1856)
Heinrich Heine monument in Berlijn

 

Zie voor nog meer de schrijvers van de 13e december ook mijn blog van 13 december 2021 en ook mijn blog van 13 december 2018 en ook mijn blog van 13 december 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Kader Abdolah, Helen Dunmore

De Iraans – Nederlandse schrijver Kader Abdolah (pseudoniem van Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani) werd geboren in Arak op 12 december 1954. Zie ook alle tags voor Kader Abdolah op dit blog.

Uit: Zarathustra spreekt

Gisteren, toen ik in het café van Ben tussen de Nederlandse mannen aan de bar zat te drinken, keek ik opeens anders naar hen, met de gedachte dat ze de nazaten van de mannen van de steppe waren. ze hadden natuurlijk iets van de genen van die mannen, maar ze leken niet op hen, vooral doordat ze allemaal gladgeschoren waren. Hoe de mannen van de steppe er werkelijk uitzagen, kunnen we zien in de stenen taferelen in de rotsen van de bergen bij Hamadan, de hoofdstad van de Meden. De mannen zagen er zo uit: Ze hadden een sterk lichaam met brede schouders. Ze hadden lange baarden en volle snorren die hun bovenlippen volledig bedekten.
Maar van de vrouwen hebben we geen idee hoe ze eruitzagen, omdat die niet afgebeeld werden. De archeologen hebben niet zoveel over het uiterlijk van de vrouwen kunnen vinden. Misschien. Maar ik heb er wel goed en levendig bewijs van. Er is een klein dorp in het westen van Iran, in de bergen, met bijzondere bewoners. Het is een kleine gemeenschap die zich heeft afgescheiden van de rest van de wereld, vooral vanwege hun taal. Ze spreken eigenlijk in een verloren taal. ze beschouwen zich als de nakomelingen van de Aria’s, de steppebewoners die naar de vlakte van Iran waren gekomen. Ik heb ze ontmoet en ik heb de vrouwen daar gezien.
Ze zagen er zo uit: Ze hadden ook brede schouders, stevige handen en sterke voeten. ze hadden blonde haren en blauwe ogen met wangen die door de kou en de zon wat bruin en hard zijn geworden. Er waren ook vrouwen met zwarte haren en donkerbruine ogen. De kleur van hun huid was gedempt wit en scheen rossig in de zon. Ze hadden volle, vlezige lippen, lustig naar het leven (daar ben ik van overtuigd).
In dat uitgestrekte grasland woonden die mannen en vrouwen met hun vee. In welke richting ze ook keken, ze zagen niets anders dan ruwe, ontembare natuur en een uitgestrekte hemel met een schitterende, levengevende zon. En dan de nacht! Die herbergde een oneindige zee van sterren en geheimen.
Ze waren van boven en beneden omsingeld door de natuur en door de hemel, die ze zowel nieuwsgierig als bang maakten. Ze waren bang voor de bliksem, en voor gevaarlijke dieren. ze zagen het water, de regen, het vuur, het donker, de bliksem allemaal als levende wezens: als zichtbare, tastbare schepselen die net als de mens een geest en intelligentie hadden. En ze zagen die wezens als een teken van een reeks hogere machten die in de hemel bivakkeerden.
Ze begonnen die hogere machten in de hemel dus te aanbidden, die machten die het water, het vuur, de regen en de bliksem naar de aarde stuurden, en vooral de geesten die ze hun brood, zegeningen, geluk en gezondheid gaven. Tegelijkertijd prezen ze het donker, de bliksem en de gevaarlijke beesten en brachten ze extra offers voor hen om zichzelf veilig te stellen tegen hun gevaren.
Waarom vertel ik dit allemaal? Ik vertel dit omdat ik, op zoek naar Zarathustra, het pad volg dat we als mens belopen hebben. Tot de goden toe.”
 

 


Kader Abdolah (Arak, 12 december 1954)

 

De Britse dichteres en schrijfster Helen Dunmore werd geboren op 12 december 1952 in Beverley, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Helen Dunmore op dit blog.

 

Blij met deze tijd

Rijdend over de snelweg
zwenkend over de drukke rijstroken
ben ik blij met deze tijd

Omdat ik niet ben gestorven bij de bevalling
omdat mijn kinderen mij zullen overleven
ben ik blij met deze tijd

Ik heb geen honger, ik maak geen buigingen,
ik doe mijn deur op slot met mijn eigen sleutel
en ben blij met deze tijd

blij met centrale verwarming en kabeltelevisie
blij met e-mail en kijkoperaties
blij met krachtige douches en wasmachines,

blij met polio-inentingen
blij met drie weken betaalde vakantie
blij met smartcards en cashback,

blij met twintig soorten yoghurt
blij met goedkope vluchten naar Praag
blij dat ik werk.

Ik adem geen zuivere lucht in en loop niet door groene lanen,
zie geen duisternis, hoor geen stilte,
maak geen muziek, vertel geen verhalen,

zorg niet voor de doden bij hun sterven
zorg niet voor de pasgeborene bij hun geboorte,
zorg niet voor het vuur bij ’t krijgen van lucht,

maar ik ben blij met mijn tijd,
deze tijd, de leeftijd
die we in onze botten voelen, onze woede

van bandenmuziek, snelheid
die de boerengraven
van al mijn voorouders tenietdoet,

blij met mijn handen aan het stuur
en de wolk van gruis die opstijgt
waar bouwmachines zich moederlijk verplaatsen
en de drukke snelweg verbreden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Helen Dunmore (12 december 1952 – 5 juni 2017)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e december ook mijn blog van 12 december 2021 en ook mijn blog van 12 december 2020 en eveneens mijn blog van 12 december 2018 en ook mijn blog van 12 december 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Marie Kessels, Christoph W. Bauer

De Nederlandse schrijfster Marie Kessels werd geboren in Nederweert op 11 december 1954. Zie ook alle tags voor Marie Kessels op dit blog.

Uit: Boa

“Zelden spreekt iemand mijn naam hardop uit. Meg. De rechter heeft me door de telefoon twee of drie keer Meg genoemd, met zo’n lekker zachte g, die hem, zodra hij even niet oplet, ontglipt. Do hoedt zich er wel voor Meg tegen me te zeggen, noemen is dopen, dopen is erkennen en erkenning zou hem als een molensteen op het hart liggen, en dat vindt niemand prettig. Wie me Meg noemt wil ik omhelzen, boeien, voorgoed bij me houden en tegelijkertijd met een paar flinke tikken van me afstoten, ik ben er niet innemender op geworden de laatste jaren. Je kunt je temperament niet kiezen. Mocht ik kiezen, wist ik het wel (een mooi kalm). Mijn mateloosheid, die geloof ik nogal potsierlijk aandoet, valt de mensen rauw op het lijf, mijn felheid jaagt ze op stang, op de kast, in het harnas, weg. Bijna iedereen is weg nu. Zoiets kies je niet, zoiets onderga je als een bizarre grap, als een streek die het lot of wie ook je levert zonder dat je er een stokje voor kunt steken. Veel oude vrienden zijn van me vervreemd geraakt, de rechter vertoont zich beslist niet meer hier, Do viert vakantie met de zijnen, het is geen uitgemaakte zaak dat we elkaar nog terugzien. Deze zomer zal ik mijn uithoudingsvermogen beproeven, ik zal steunpuntjes en strohalmpjes weken om te voorkomen dat ik kopje-onder ga. Waar dat op uitdraait merk ik vanzelf.
Het lichaam maakt zich breed en zwaar, alsof het de serene zondagochtend onder het eigen gewicht wil verpletteren. In eenzaamheid is het onmogelijk met het serene onder één hoedje te spelen. Zodra ik denk: hmm, wat een serene ochtend, verschiet de tevredenheid van kleur verveling. Gisteren was ik zo tevreden dat ik er bijna in stikte. Ik at en dronk en las en zat, ziek van tevredenheid, knorrend en almaar zwaarder, zwaarder, zwaarder. Vannacht, in de droom, liet ik me betuttelen en in bezit nemen, aan één stuk door betuttelen en in bezit nemen, zonder vooruitzicht op verandering. Het was prettig noch onprettig, het was de gewoonste zaak van de wereld:
versmelten en tussen de bedrijven door koppig zinloos gepraat, in een volgende versmelting gesmoord. Voor het opstaan probeerde ik, in plaats van het gebruikelijke vertellen van verhalen die de dag moeten inleiden, de dag te paaien door me klein te maken, piepklein en ootmoedig. Toen dat niet lukte, dat wil zeggen toen ik merkte dat dat niet het gewenste resultaat opleverde (opslorping), begon ik, terwijl ik doodstil lag, de dingen om me heen te slaan. Ik sloeg met een zweep, nee, de zweep was ik zelf. In mooie strakke, steeds veranderende curven kwam ik zoevend, strelend op de dingen neer, niet om ze te pijnigen (waarom zou ik) maar vanwege de nonchalante schoonheid van de curven die ik was. Ik hou van je, zei ik nogal misplaatst en ik dacht aan de nacht en aan het vermoeiende paren.”

 


Marie Kessels (Nederweert, 11 december 1954)

 

 

De Oostenrijkse dichter, schrijver en vertaler Christoph W. Bauer werd geboren in Kolbnitz op 11 december 1968. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en ook alle tags voor Christoph W. Bauer op dit blog.

 

lawaai is een begin, geluk een simpel akkoord

lawaai is een begin, geluk een simpel akkoord
aan de achterkant van je ogen rollen bassen duwen
ons in elkaar jarenlang heb ik gerend voor
dit concert jij kwam uit dezelfde
richting en de rest kan ik me indenken

zeg jij zo zachtjes dat ik het nauwelijks versta en
misschien slechts wil aannemen omdat jouw
handen mijn reizen lezen alsof
ze van jou waren en de hemel rockt
en maakt lawaai en blijft in alles een punk

die zijn hanenkam in regenboogkleuren
verft, metaforisch gesproken, dansen we op
een dun koord horen de fashionista’s roddelen
geen cent waard is hun geblèr voor ons vivamus
atque amemus campino krakeelt wat telt

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Christoph W. Bauer (Kolbnitz, 11 december 1968)

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e december ook mijn blog van 11 december 2018 en eveneens mijn blog van 11 december 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

 

Thomas Verbogt, Eileen Myles

De Nederlandse schrijver Thomas Verbogt werd op 9 december 1952 geboren in Nijmegen. Zie ook alle tags voor Thomas Verbogt op dit blog.

Uit: Perfecte stilte

“Belachelijk dat ze zo vroeg belt,” zeg ik. Emma gebaart nijdig dat ik me er niet mee moet bemoeien. Waarschijnlijk ook omdat haar moeder zo zacht praat dat het nogal wat moeite kost haar te verstaan, zeker per telefoon. Ze praat zo zacht om te voorkomen dat je tegen haar ingaat, verder heeft het niets met haar karakter te maken. De sneeuw is nog nooit zo vroeg gevallen als dit jaar, meldde het eerste televisiejournaal vanochtend. Het park tegenover ons huis lijkt wel het middelpunt van de prille winter, het doet denken aan kerstkaarten van langgeleden. Het is altijd hetzelfde: omdat haar moeder zo zacht praat, verhoogt Emma haar volume. De heldere stilte van zojuist is voorbij, die paar kostbare momenten voordat de dag begon. Het was alsof ik de stilte hoorde, een ingehouden ruisen dat zich uiterst langzaam heen en weer bewoog, over de grasvelden, tussen bomen, over de vijvers waarop dun ijs ligt. Over een week of twee is haar moeder – Mathilde, Til -jarig. Ze geeft bij die gelegenheid altijd een feest, in de grote schuur achter haar huis aan de rand van de polder. De meeste mensen die daar komen, zien elkaar de rest van het jaar niet. Of ze zich bij elkaar op hun gemak voelen, is niet te zeggen. Die feesten hebben een thema, Zuid-Amerika, Honderd Jaar Na Nu, Sport En Spel In Onze Jeugd. De gasten moeten in die sfeer gekleed gaan. Vaak ben ik in het buitenland op die dag, maar dit jaar kom ik er niet onderuit, vrees ik. Ik zou in Bretagne gaan filmen, ten zuiden van Calais, maar de hoofdpersoon van mijn documentaire, de zeeschilder Philip Chalon. overleed vorige week: hartstilstand in zijn atelier. Hij was erg oud, dat wel, maar toch had niemand het zien aankomen. Ik heb veel materiaal, maar het lange gesprek met Chalon moest nog komen. Hij was een man die nauwelijks vrienden en familie had met wier hulp ik een min of meer compleet portret had kunnen maken. Graag had ik de tegenstanders van mijn project de mond gesnoerd. Een zeeschilder als Chalon stijgt boven de tijd uit, kan nooit ouderwets zijn. Wat is er bovendien tegen ouderwets? Ik moet een ander plan maken, het liefst zo spoedig mogelijk, want in januari wil ik graag weg zijn. ik kan niet tegen januari in Nederland. ‘Middeleeuwen,’ hoor ik Emma haar moeder herhalen. Ze schreeuwt het woord bijna uit. Til heeft de Middeleeuwen als thema gekozen. Ik huiver. ‘Wat een leuk idee!’ zegt Emma. Mensen moeten daar zuinig mee zijn, iets een leuk idee noemen. Emma zegt het om haar moeder een plezier te doen, maar dan nog. Bedenkers van televisieamusement hebben leuke ideeën en daarmee is langgeleden de nationale verdomming begonnen. Leuk idee!”

 


Thomas Verbogt (Nijmegen, 9 december 1952)

 

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Eileen Myles werd geboren in Boston, Massachusetts, op 9 december 1949. Zie ook alle tags voor Eileen Myles op dit blog.

 

Pindakaas

Ik heb altijd honger
& heb zin in
seks. Dat is een feit.
Als je er goed
op let, is de nieuwe
onbewerkte pindakaas
verdomme niet
goed & zou je hem
in een pot moeten kopen, zoals
altijd in de
grootste supermarkt
die je kent. En
ik ben een vijand
van verandering, zoals
je weet. Alle
dingen die ik
omarm als nieuw
zijn in
feite oude dingen,
opnieuw uitgebracht: zwemmen,
het gevoel
vies te zijn in
lichaam en geest
de zomer als
een tijd om
niets te doen en geen geld
te verdienen. Gebed
als laatste red-
middel. Plezier
als middel,
en dan weer
een middel
zonder einde
in zicht. Ik ben
absoluut tegen
alle soorten
doelen. Ik heb
geen verlangen
te weten
waar dit, wat dan ook
me brengt.
Als het water
kookt, neem
ik een kop thee.
Per ongeluk
las ik alle
werken van Proust.
Het was zomer
ik was er
en hij ook. Ik
schrijf omdat
ik graag
gebruikt wil worden tot
jaren na
mijn dood. Niet
alleen mijn lichaam
zal compost zijn
maar ook de gedachten
die ik tijdens mijn
leven achterliet. Tijdens
mijn leven was ik
een vrouw met
hazelnootkleurige ogen. Buiten
het raam
staat een scheve
silo. Aan delen
van jouw
lichaam denk ik
als aan strepen
waarvan ik tegelijkertijd
heb geleerd te
houden. We
zwemmen naakt
in vijvers &
ik schrijf
achter jouw
rug. Mijn gedachten
over jou zijn
niet bepaald
verboden, maar
verheven omdat
ze nutteloos zijn,
niet bedoeld
om jou te krijgen
omdat ik
jou heb & jij van mij
houdt. Het is meer
als een speeltuin
waar ik speel
met mijn reflectie
over jou totdat
je terugkomt
en in de
echte jij
kan ik
mijn tanden
zetten. Met
jou weet ik hoe ik
moet ontspannen. &
dus werk ik
achter je
rug. Wat
heerlijk is.
De natuur is
oncontroleerbaar
vertel je me &
dat is wat er zo
goed aan
is. Ik ben buitensporig
verliefd op je,
knock-out geslagen door
door al je nieuwe
witte haar

waarom zou
iets
dat ik altijd
gekend heb niet het
allerbeste
kunnen zijn dat
er is. Ik hou
van je vanaf
mijn kindertijd,
beginnend
toen
één dag net zo
was als de
rest, willekeurige
groei en
briesjes, constante
liefde, een boter-
ham midden
op de
dag,
een klein stapje
op het enorm
conventionele
pad van
de zon. Ik
loens. Ik
knipoog. Ik
kan niet meer
terug.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Eileen Myles (Boston, 9 december 1949)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e december ook mijn blog van 9 december 2023 en ook mijn blog van 9 december 2018 deel 2 en eveneens deel 3.