Martin Piekar, Conrad Aiken

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Die Stille von Schnee

Die Stille von Schnee rauscht als Echo von Staub
Wenn wir mit dem Telephon zwischen uns
Sitzend nichts sagen
Ja hörst du ihn nicht? Knistern.

Wenn der Staub mich im Headset
Zu kryptomeren Partikeln abtrüge;
Hörtest du dann mehr als
Meinen Schneefall?

Ich suche im Bett
Wie die Nadel eines Kompasses
Wie die Nadel
Eines Kompasses, der einfach vergisst
Wo sein Norden ist

Ich fühle mich so Funkturm.
Ein Sog aus dem Hörer.
Mein Atem zeigt,
Dass ich erreichbar bin,
Mein Funktionieren ist erwünscht.

Die Zeit wetzt die Stille ab.
Wie wir auch verschweigen, wir erodieren alle
Dabei wissen wir seit Monaten, was zu sagen ist.
Nicht, dass es uns irgendwie anhalten könnte,
Wenn wir etwas sagten, aber die Stille weist auf

Krüge in mir, voll hochprozentigen Unwissens
Versuche sie zu leeren –
Aber das lässt sich so schwer schlucken –.

Damit die Stille mich nicht abwetzt
Schreie ich:
I can´t get no sleep
I can´t get no
I can´t get no sleep
Ich balanciere durchs Telephon
Auf Funkwellenschlägen
Wir wissen doch beide schon
Wem die Stille schlägt
Faithless Insomnia

 

Behoefte aan jou en kersenbloesems

III

De floristische periode van lente tot herfst
Is een regenboog
Als fuiken
Vallen kersenbloesems naar ons toe
Het zijn de eerste bloemen
De sokkel van de zon
En een schijfje van de maan zijn nog
Over van het ontbijt – wil jij ze?
Of zal ik? In hagen
Verdichten zich schuilplaatsen, maar wij twee
Willen ons niet verschansen
Waar je nog voorouders hebt en studies
Waar de bomen niet groener zijn
De bedden niet zachter zijn, niet opgemaakter
Waar de horizonten
Van ons
Zijn gescheiden
Mijn bloemen, jouw trein, een kus
Mijn koptelefoonmuziek
Wordt alles
Kapot getikt door mijn systole

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

De Amerikaanse schrijver en dichter Conrad Potter Aiken werd geboren in Savannah, Georgia op 5 augustus 1889. Zie ook mijn blog van 5 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Conrad Aitken op dit blog.

 

Rood is de kleur van bloed

Rood is de kleur van bloed, en ik zal het zoeken:
Ik heb het gezocht in het gras.
Het is de kleur van de steile zon die je door de oogleden ziet.

Het is verborgen onder het zachte vlees van vrouwen–
Stroomt daar, stroomt rustig.
Het stijgt van het hart naar de slapen, de zingende mond–
Zoals koud sap naar de roos klimt.
Ik ben verward in webben en knopen van scharlaken
Gesponnen uit de duisternis;
Of heen en weer geslingerd uit de monden van dorstige spinnen.

Waanzin voor rood! Ik verslind de bladeren van de herfst.
Ik ben moe van het groen van de wereld.
Ik ben zelf een mond voor bloed …

Hier, in de gouden waas van de late schuine zon,
Laten we lopen, met het licht in onze ogen,
Naar een enkele bank die vanaf het begin vooraf is bepaald.
Kijk: er zijn meeuwen in deze stadsluchten,
Aangestoken tegen het blauw.
Maar ik denk niet aan de meeuwen, ik denk aan jou.

Je ogen, met de late zon erin,
Zijn als blauwe poelen verblind door gele bloemblaadjes.
Dit lichtgroen staat ze goed.

Hier is je vinger, met een smaragd eraan:
Degene die ik je gaf. Ik zeg deze dingen beleefd–
Maar wat ik ondertussen denk, wie zal het zeggen?

Want ik denk aan jou, gekreukt tegen een witheid;
Gevild en gescheurd, met een dof gezicht.
Ik denk aan jou, schrijvend, een ding van scharlaken,
En aan mezelf, rood oprijzend uit die omhelzing.

De novemberzon is zonlicht dat door honing wordt gegoten:
Oude dingen, in zo’n licht, worden subtiel en fijn.
Kale eiken zijn als stil vuur.
Praat tegen me: nu drinken we de avondwijn.
Kijk, hoe onze schaduwen langs het graf kruipen!–
En kijk hier, hoe het grind begint te schijnen!

Dit is de tijd van de dag voor herinneringen,
Voor sentimentele spijt, schuine toespelingen,
Rozenbladeren, verschrompeld in een muffe pot.
Strooi ze in de wind! Er komen stormen aan.
Het is donker, met een winderige ster.

Als menselijke monden echt rozen waren, mijn liefste,–
(Waarom moeten we dingen zo met elkaar verbinden? –)
Ik zou jouw bloemblaadje voor bloemblaadje in een trage moord verscheuren.
Ik zou de meeldraden, de stampers plukken,
Het goud en het groen,–
De subtiele zoetheid verspreiden die jouw adem was
Op een koude golf van de dood….

Laten we nu langzaam teruglopen, zoals we gekomen zijn.
We zullen de kamer verlichten met kaarsen; ze mogen schijnen
Als rijen gele ogen.
Je haar is als gesponnen vuur, bij een kaarsvlam.
Je lacht naar me – zeg niets. Je bent wijs.

Want ik denk aan jou, neergeworpen brute duisternis;
Verpletterd en rood, met bleek gezicht.
Ik denk aan jou, met je haar in de war en druipend.
En aan mezelf, rood oprijzend uit die omhelzing.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Conrad Aiken (5 augustus 1889 – 17 augustus 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e augustus ook mijn blog van 5 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 5 augustus 2018 en ook mijn blog van augustus 2017 en ook mijn 2 blogs van 5 augustus 2011.

Martin Piekar, Conrad Aiken

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Löwe Mojito

Ich grins Limettenzähne
Auf deinen Augenauftakt. vergiss nicht,
Wie Barhocker sich anstellen.
Im Dunkel
Der Minze leg ich mich
Dir auf die Lippen. wie Strohhalme
Greifen unsere Zungen und
Wir treiben Rum
Durch die Sprachplätze. zwischen deinem
Mund, meinem Ohr, deinem Ohr
Meinem Mund.
Eine Geisterfahrt gegen die Musik. hörst du
Viel zu viele Zucker röhren
Zwischen unseren Zähnen. Süße.
Schwapp hin und her. doch ich
Werde fort sein
Bevor das Eis schmilzt.
Rette unser Eis.

Zutaten: Final Destination Club, Frankfurt am Main, stürmischer Weg zur Tanzfläche 

 

Kochanie on the Rocks

Rühre mich anstatt
Mich zu erschüttern: ich bin
Kein Glasabenteuer: vermeng
             Mich nicht
                         Mit Vorsicht
Schütze ich vor Vernüchterung:
Möchte Sonne endlich
Mit deinen Haaren
              Verhängen
                           Ins Kaltdunkel
Wo Schummerungen sich liebkosen
In Multiperspektivität oder:
Wie wir in der Trommel
            Eines Revolvers
                          Stecken zielsicher auf
Balz gehalten: gib Acht
Und nicht weniger in deinen Drink
Verzehrst du mich nach dir?
             Ich will keinen Longdrink mimen
                          Müssen: wer ist schon
In Bereitschaft dafür
Denn Zeit ist alles was wir haben
Das uns nichts bedeutet
             Ich empfehle mich:
                         Schlürf mich kochanie
                                      On the Rocks

Zutaten: Bei mir

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

De Amerikaanse schrijver en dichter Conrad Potter Aiken werd geboren in Savannah, Georgia op 5 augustus 1889. Zie ook mijn blog van 5 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Conrad Aitken op dit blog.

 

Toevallige ontmoetingen

In de doolhoven van rondhangende mensen, de waakzame en heimelijke,
De schaduwen van boomstammen en schaduwen van bladeren,
In het soezen van het zonlicht, tussen de lage stemmen,
Sta ik opeens voor je,

Je donkere ogen keren terug voor een moment van haar die bij je is,
Ze schijnen in de mijne met een zonovergoten verlangen,
Ze zeggen: ‘Ik hou van je, op welke ster leef je?’
Ze glimlachen en worden dan donkerder,

En zwijgend antwoord ik: ‘Jij ook – ik heb je gekend, – ik hou van je! -‘
En de schaduwen van boomstammen en schaduwen van bladeren
Zijn verweven met lage stemmen en voetstappen en zonlicht
Om ons voor altijd te scheiden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Conrad Aiken (5 augustus 1889 – 17 augustus 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e augustus ook mijn blog van 5 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 5 augustus 2018 en ook mijn blog van augustus 2017 en ook mijn 2 blogs van 5 augustus 2011.

Rutger Kopland, Martin Piekar

De Nederlandse dichter en schrijver Rutger Kopland (eig. Rutger Hendrik van den Hoofdakker) werd geboren in Goor op 4 augustus 1934. Zie ook mijn blog van 4 augustus 2010 en ook alle tags voor Rutger Kopland op dit blog.

 

Tuin I

Ik zit voor het raam en zie
hoe de tuin niet is veranderd
voor haar ben ik niet weggeweest

de tuin kijkt mij recht in mijn gezicht
het is vreemd te bedenken dat zij mij
niet kent, zich mij niet herinnert

na al die tijd dat ik hier niet was
ik de tuin was vergeten, zij voor mij
niet bestond, is zij nog helemaal als toen

hoezeer ik ook van haar houd, voor mij
is zij niet gebleven, niet omdat ze op mij
wachtte is zij er, zij is er zoals ook ik er is

 

Vertrek van dochters

Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien
aan hun gezichten die langzaam veranderden
van die van kinderen in die van vrienden,
van die van vroeger in die van nu.

En gevoeld en geroken als ze me kusten,
een huid en een haar die niet meer voor mij
waren bedoeld, niet zoals vroeger,
toen we de tijd nog hadden.

Er was in ons huis een wereld van verlangen,
geluk, pijn en verdriet gegroeid, in hun
kamers waarin ze verzamelden wat ze mee
zouden nemen, hun herinneringen.

Nu ze weg zijn kijk ik uit hun ramen en zie
precies dat zelfde uitzicht, precies die
zelfde wereld van twintig jaar her,
toen ik hier kwam wonen.

 

De stem van een cello

Waaraan het geluid van een cello doet denken

de cellist Widlund vertelde me dat
er in dit instrument iets huist – een stem
een al heel oude stem waarnaar je zoekt
als je speelt en die je herkent
als je haar vindt

misschien is het dat waarom ik moet denken
aan de oudste geluiden die ik ken, zoals
neuriën, zingen, kreunen, huilen

en ook aan de kleuren van een woud in de herfst
alsof je het heimwee hoort van de cello
naar zijn plek van herkomst

 

Rutger Kopland (4 augustus 1934 – 11 juli 2012)
Portret door Paul van Geert, 2003

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Marché des Fétiches, Togo

De krokodillenfirewall tegen inbrekers
en verpletter de vleermuis op de
geloofsrasp. Geloof! Offer

varkens, priesters, als men
niet aan sciencefiction hecht,
die het niet kan houden, nooit
wilde houden; slechts evident
functioneren. (net als voor mij)

In het skelet
steekt nog zoveel kracht.

De telemetrie van een paddenbek
is een kussen op de stoel

van de reis in spooktreinen.
Tussen remedie en epidemie

spiritistische links gespannen
in een delirium. Voodoo-

vereiste: schedels, staarten
van dieren, huiden,
falli, skelet en geloof.

Verkoopstands: zoals chatvensters
worden schedels behandeld, verwisseld
en begrijnsd. Bijna zoals zombies
geloven ze dat in de dood
een goed leven steekt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 4e augustus ook mijn blog van 4 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 4 augustus 2019 en ook mijn blog van 4 augustus 2017 en ook mijn blog van 4 augustus 2013 en mijn blog van 4 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3 en mijn blog over Robert Beck.

Martin Piekar, Gunter Haug

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Bastaard 1 –
bij: Swans reflecting Elephants, Salvador Dali, olieverf op doek, 1937

Ik voel me zo bastaard tussen woestijn
en oase. Zo half om half,
zo noch;
maar geen wisselkind.
Als ik op de foto stond, zou ik
een zwart overhemd dragen,
in plaats van het witte, maar ik
zou eruit zien als
Edward James:
buiten beeld.
Ik zou niet de roeiboot zien,
gestrand op woestijn.
zou
niet de fractale maan zien,
die slechts aan de hemel lijkt vastgepind.
Zou de irritatie niet zien,
die aan de rivier van dromen
ontspringt.
zou
niet de burchten
van de mensen zien.
niet
de wolken, de zielen, de dood
achter me zien.
Ik zou niet zien dat een olifant
ook een zwaan kan zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

De Duitse schrijver Gunter Haug werd geboren op 5 augustus 1955 in Stuttgart. Zie ook alle tags voor Gunter Hauch op dit blog.

Uit:  Die Töchter des Herrn Wiederkehr

„Ein ärmliches Bauernhaus in Treschklingen bei Rappenau im nördlichen Teil des Großherzogtums Baden am Morgen des 3. November 1844

»Schon wieder ein Mädchen!« murmelte Christoph Schober bitter, als ihm Barbara Stunz, die Nachbarin, endlich das Ergebnis des stundenlangen, qualvollen Ringens seiner Ehefrau präsentierte. Anstelle einer Hebamme hatte die Stunzin der Gebärenden schon seit dem frühen gestrigen Abend aufopferungsvoll beigestanden. Doch die messerscharfen Wehen, die ihr Stück tu Stück den ganzen Unterleib zu zerschneiden schienen, hatten Christina Schober an den Rand des Zusammenbruchs gebracht. So schlimm war noch keine andere Geburt bei ihr verlaufen. Kurz vor Tagesanbruch, als das Kind endgültig hoffnungslos im Geburtskanal festzustecken schien, war die Nachbarin in ihrer verzweifelten Hilflosigkeit deshalb schon drauf und dran gewesen, den Vater so rasch wie möglich nach dem Pfarrer zu schicken. Nur ein neuerlicher Schmerzensschrei hatte sie davon abgehalten und ihre ganze Konzentration tu die Leidende eingefordert, deren Körper sich auf der mit Stroh gepolsterten Bettstatt qualvoll krümmte. Nach diesen dramatischen Minuten, in denen sich die Mutter und das ungeborene Kind auf der Schwelle zwischen Leben und Tod befunden hatten, war es wie durch ein Wunder plötzlich doch weiter gegangen. Eine neuerliche heftige Wehe, so brutal sie als peinigende Sturzwelle auch den Körper der Frau durchflutete, hatte doch für die entscheidende Bewegung des Kindesleibs gesorgt. Der Kopf des Säuglings war jetzt erstmals zu erkennen. Es ging voran! In winzig kleinen Schritten zwar nur und in Anbetracht der vielen Stunden, die diese Pein bereits währte, natürlich viel zu langsam, aber immerhin: die Geburt konnte womöglich doch noch zu einem guten Ende kommen. Hoffentlich war die Schoberin unter den fürchterlichen Schmerzattacken nicht verrückt geworden! Das war nicht ganz ausgeschlossen, so panisch, wie sie drein schaute: die eigentlich blauen Augen blutunterlaufen und weit aufgerissen, dazu ihr schweißüberströmter Kopf, den sie in kurzen Intervallen immerzu ruckartig hin- und herwarf, die fest zusammen gepressten, aufgebissenen Lippen, die kaum noch menschlich zu nennenden Laute, die aus der Tiefe ihrer Kehle durch den geschlossenen Mund nach draußen drangen. Es wäre nicht die erste im Dorf, deren Seele den höllischen Qualen einer viel zu lange dauernden Niederkunft zum Opfer gefallen wäre! Am Ende freilich war alles gut ausgegangen. »Mutter und Kind wohlauf«. Wohlauf! Wie man das halt immer so einfach daher sagte. Die Mutter zwar auf den Tod erschöpft, aber am Leben und allem Anschein nach im Kopf auch klar geblieben. Das Kleine wirkte genauso müde und schwach, schien aber ebenfalls lebensfähig. Eine Tochter. Karins Erinnerungen an die Großmutter Sie war immer nur meine Großmutter. Nicht die Oma oder gar »die Schleyers Marie«, wie sie im Dorf genannt wurde. Alle in der Familie nannten sie immer nur die Großmutter. Sicher auch, weil sie alt war, solange ich denken konnte. Uralt. Gesicht, Arme und Hände braungebrannt, in Jahrzehnten Arbeit auf dem Feld von der Sonne gegerbt.“

 

Gunter Haug (Stuttgart, 5 augustus 1955)

 

Zie voor de schrijvers van de 5e augustus ook mijn blog van 5 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 5 augustus 2019 en ook mijn blog van 5 augustus 2016 deel 1 en ook deel 2.

Rutger Kopland, Martin Piekar

De Nederlandse dichter en schrijver Rutger Kopland (eig. Rutger Hendrik van den Hoofdakker) werd geboren in Goor op 4 augustus 1934. Zie ook mijn blog van 4 augustus 2010 en ook alle tags voor Rutger Kopland op dit blog.

 

Wandeling

Onze gesprekken werden langzaam
onze vragen beantwoordden we met kijken
naar de langzame wereld om ons heen

de dorpen en landerijen in de diepte
de vogels bijna verdwijnend in de hemel

we gingen zitten kijken naar deze prachtige
onverschilligheid van de wereld
naar de overbodigheid van onze vragen

 

Paarden ver weg

Paarden ver weg, met dit vergezicht
heb ik et moeten doen. Ik heb niet geweten
dat ik onder hen graasde en was.

Nu ik weer paard ben, af en toe, zoals nu,
is mijn lijf zwaar en gelukkig geworden van al
dat gras. Het is vreemd om te zijn wie je bent,
een paard ver weg in de wei.

Zij heeft me gevraagd hoe het onder de mensen
was. Geen mens had mij dat ooit gevraagd. Dank
je, heb ik gezegd. Dat was niet haar bedoeling.

Als het mist, zie ik haar kop boven de mist,
als het regent, glimt ze alsof haar hele
lichaam huilt, als de zon schijnt,
schommelt ze met haar kont. Allemaal
voor mij, dat zie ik wel.

 

De Dokter

De dokter keek op mij neer
ik zag zijn gezicht boven het mijne

ik zag wat hij dacht
dat ik dood kon gaan – zo keek hij
terwijl hij luisterde aan mijn borst

hij keek mij aan met een blik
– hoe kan ik dat zeggen – een blik
voorbij mijn gezicht, een blik naar iets
achter mij naar iets verwegs
alsof hij iets in de toekomst
probeerde te zien

hij keek mij aan en hij zei
hier mag u niet blijven
ze komen u halen

 

Rutger Kopland (4 augustus 1934 – 11 juli 2012)

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Ik ben geen elitepartner

Ik ben geen elitepartner, wist je
Dat mieren microgolfstraling zien
En overleven. Als ik jou zou
Verbrokkelen en in de magnetron doen
Zou je dat niet misbruiken
Om mij lastig te vallen? ik ben
Zo pretentieus anti-elitair dat ik graag
Drink en vrienden vertel hoeveel
ik van ze hou Ik maak graag ruzie, ook nuchter.
Ik wil, achtergelaten op Valentijnsdag,
Dit gedicht schrijven en mij
onbemind voelen. Ik bouw namelijk niet
Op de toekomst. Ik draag zwart en alleen.
Ik draag het esthetisch en alleen. Liefst
Draag jij het ook en alleen omdat je het leuk vindt.
Je hoeft mij geen plezier te doen.
Als je een man verkracht, dan
Expliciet en lang, hij zou een
Mogelijke verkrachter kunnen zijn. Beter is het
Wanneer we hobby’s ruilen, heb je
Liefst er een voor mij verzwegen, hou het
Voor je. Relatiestatus zou je niet moeten
Delen, daar moet je aan lijden. Lijd er met mij
Aan. Koppelen is slechts het excuus
Wanneer je niet van elkaar los kunt komen.
Aan wrokneuken wil ik geen tijd verdoen.
Wie wil er nou padden likken in plaats van
Zijn partner. En in de horoscoop vind ik slechts
Meer redenen tegen online daten.
Als ik mijn angsten deel, wil ik
Dat jij samen met mij bang bent.
Autofobie: de angst om alleen
Op jezelf te zijn. Liefde is er één.
De waarheid is altijd een andere.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 4e augustus ook mijn blog van 4 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 4 augustus 2019 en ook mijn blog van 4 augustus 2017 en ook mijn blog van 4 augustus 2013 en mijn blog van 4 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3 en mijn blog over Robert Beck.

Kjell Westö, Martin Piekar

De Finse schrijver Kjell Westö werd geboren op 6 augustus 1961 in Helsinki. Zie ook alle tags voor Kjell Westö op dit blog.

Uit: The Referee (Vertaald door Roy Hodson)

“Fernström would remember later that he had been thinking back to his own playing career while driving through the city that morning. He had felt restless all autumn, but without understanding why. The previous evening, after an early dinner, he told Marjut and Jere that he needed a breath of fresh air, and then he got into the old dark blue Escort, even though he had drunk several glasses of wine with the fish. He had driven from their home in Alppila down to the beach between Merisatama and Munkkisaari, where he stood for a long time by the monument to those lost at sea, watched the eternal flame flickering in the wind, and squinted in the darkness trying to read the text on the marble tablet: it gave the names of the men and women who had gone down with the SS Malmi in the Baltic on December 7, 1979, nearly a quarter of a century earlier. Fernström stood in the chill of the November evening and looked at the blazing sky out to sea as it lost its color and darkened; he watched the angry waves as they turned black, felt the wind bite his cheeks, and thought of the terror the seamen must have felt as they fought in vain for their lives. But now, on this Saturday morning, the clear sky and icy cold wind of the previous day had been replaced by fog and calm, and while Fernström drove along the empty Mannerheimintie toward the covered football pitch in Tali, he thought about the God-forsaken suburban football pitches where he had rounded off his career: he heard the wind whine through the moth-eaten goal nets, he heard the dry, creaking sound when the ball hit a rickety crossbar after a well-struck shot, and he remembered how the holes in the net had sometimes been so big that the ball had flown straight through, and how that had ignited heated debates and sometimes downright fights between the teams: had the ball gone straight through the net or had the shot missed? And once Fernström got going, he remembered more and more; he remembered the tinder—dry, yellow grass pitches that were crisscrossed by paths that the dog-owners and teenagers had trampled, and he remembered the dog turds he sometimes slipped on when he had been forced to play left- or right-back and to keep close to the touchlines. He remembered the sand pitches that hadn’t thawed properly in the spring, were pitted and dusty in the summer, and then in the autumn they either became clingy and smelly or froze hard again. He pictured the rotting wooden terracing at the pitches in the suburbs, with room for about a hundred people; he thought of the handful of relations and wives and girlfriends who came to watch the matches, and then he remembered the friendly side he’d played for in his final season—how there were never more than seven or eight of them when the match was due to start, and they had to ask some passing dog owner to stand inside the left touchline for the first fifteen minutes so that the game could get going, and after the first quarter of an hour the dog owner went and the team collected its habitual eight-goal defeat.”

 

Kjell Westö (Helsinki, 6 augustus 1961)

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Frankfurt Centraal Station IV

IV

Onze ademontsporing. vette talen,
Die over mijn oor gaan liggen. – aankondigingen
Mislukken als water. – laat het.
We kijken graag omhoog. aan de balken
Herkent men vertakkingen. en
Treinbanen. Wanhoop
Onder de koepel als een schaduw van stoom.
Bordenmaniak; berichten
Wisselen in het richtingsgevoel.
Voor ons allebei. Ffm is ons
Uitwisselingscentrum voor gijzelaars. Zo hebben wij
Nauwelijks onszelf. De tragedie
Van de verdiepingen maakt ons verdacht
Verleidelijk. Inademen is een schemering
– hoe wil je hem vasthouden? –
Voor de nestgevoelens; de overige -.
We sluiten onze handen, houden ze
Rond de taille van de zandloper.
Houden een korset vast. totdat we merken:
Tijd kan overstromen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 6e augustus ook mijn blog van 6 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 6 augustus 2019 en ook mijn blog van 6 augustus 2017 en mijn blog van 6 augustus 2016 en ook mijn blog van 6 augustus 2015 en ook mijn blog van 6 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Martin Piekar

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

An die Kinder des Lichts


Oder zur brandheißen Neueröffnung der EZB

Und es macht euch nicht schöner
Was ihr mögt
Nicht greller, nicht verheißender
Ich wollte nie schön, nicht
Schön für das TV-Licht sein
Die Korruption ist ein Mob
Ein Knall
Eine Gewalt im Licht
Ihr wollt Kredit?
Zieht lieber
Eure teuersten Schuhe an
Denn ihr geht nicht auf die Knie
Nicht vor einem Staat
Nicht vor zwei
Oder vor der
Erhabenheit der Kontobewegungen
Wer EinwegProtestler ist
Bleibt nicht standhaft
Wer EinwegProtestler ist
Vergreift sich
Ein brennendes Auto
Hat noch niemanden zu
Prometheus gemacht
Wann erkennt ihr das?
Wann erkennt ihr ihn?
Verpiss dich Idol,
Du machst alles nur noch schlimmer
Wie SplatterPropheten
Verblendet TV-Licht
Und das wisst ihr
Haltet euch die Ohren zu,
Ich schlage dem TV in seinen
Scheißscreen, weil meiner alt ist
Und ich mir keinen neuen leiste
Die größte Kapitalismuskritik sollte
Ein bisschen Armut sein, ein
Bisschen Dumping
Auf endzeitlich, ein bisschen Discount
Auf Leben
Trollende Krawalliere auf Europatournee
Eure Penetrationsstrategie ist leck
Ich wollte nie schön sein, ich bin
Im Schatten zu gern die Stimme
Ich ist ein
Schwarzer Block
Da ist doch keine Vermassung nötig
Ich kann mich selbst revoltieren
Mich umarmen und weiter
Wer sein eigener schwarzer Block ist
Weiß um den Rückblick des Lichts
Wer Revolution fordert
Will vernascht werden
Wofür ich demonstriere
Weiß keiner
Außer mir, komm doch her
Wenn du mehr wissen willst
Wenn du versprichst
Mit leeren Händen
Deine Meinung ändern zu können
Das Verreckbare will ich feiern
Es ist, was uns erhält
Mehr noch
Was uns belebt, auch wieder-
Lass es in Ruhe, es verreckt grade
Ihr Kinder des Lichts
Lasst euch nicht
Zu Kapital schlagen
Ihr Kinder des Lichts
Zieht euer Schwarz aus
Es ist keine Meinung
Noch nötig
Ihr habt die Verschiedenheit
Des Schwarz noch nicht erkannt
Folgt mir nicht
Es gibt Pfade an Orte
An denen ihr nichts zu sehen habt
Keine Flamme im Auto oder Auge
Keine Banken
Fragt Prometheus nach dem Weg
Und ihr seid entfacht.

 

dat het abstracter is

dat het abstracter is als ik
over neuken spreek, weet alleen jij

het is een verklonken droom
tussen ons

met weerhaken haken we in emoties
en weerspreken Epicurus

zo’n beetje punkromantisch
de panchromatische nacht van Frankfurt

zet de tijd op een zijspoor
en verzet voor ons de wissels om, frivool en zorgeloos

te ontsporen in zijstraten
getatoeëerd met schaduwgraffiti

en ze serveren ons een slingerbeweging
van ideeën totdat we van de top van de stratengolf

de ochtend in slingeren
Ik wou dat Caravaggio ons zo kon schilderen

nee, alleen hij, dronken danst de nacht door
hé – hé, jij, je dromen

wandelen als spinnen uit je hoofd
door je waaiende haar als arcering

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 5e augustus ook mijn blog van 5 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 5 augustus 2019 en ook mijn blog van 5 augustus 2016 deel 1 en ook deel 2.

Rutger Kopland, Martin Piekar

De Nederlandse dichter en schrijver Rutger Kopland (eig. Rutger Hendrik van den Hoofdakker) werd geboren in Goor op 4 augustus 1934. Zie ook mijn blog van 4 augustus 2010 en ook alle tags voor Rutger Kopland op dit blog.

 

Enkele andere overwegingen

Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom
wat wij vinden niet is
wat wij zoeken?

Laten wij de tijd laten gaan
waarheen hij wil,

en zie dan hoe weiden hun vee vinden,
wouden hun wild, luchten hun vogels,
uitzichten onze ogen

en ach, hoe eenvoud zijn raadsel vindt.

Zo andersom is alles, misschien.
Ik zal dit uitleggen.

 

Beukenlaan

De gedachte dat deze bomen weten
wie ik ben, uit al die mensen deze toevallige
man, vrouw, deze ene

ze komen zo langzaam uit het gazon
gaan zo langzaam langs het pad
verdwijnen zo langzaam

de gedachte dat deze bomen
om mij geven, dat ze op mij wachten,
dat ze weten dat ik kom

 

Roeiboot

Waarom moet ik blijven kijken
naar die ansichtkaart – een roeiboot

hij ligt op de rimpelende spiegel
van een avondhemel
verankerd met een dunne lijn
aan iets in de diepte

het is een foto maar je ziet hoe
de boot schommelt en
rukt aan zijn anker

zo moet het altijd te zien zijn geweest
een boot wachtend op zijn roeier

er is gedacht dat wij ooit zouden worden
gehaald en worden gevaren
naar een verre overkant

daarom

 

Rutger Kopland (4 augustus 1934 – 11 juli 2012)

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Frankfurt Centraal Station II

II

Rockupy menigte, doorverwezen
Naar naïeve gehoorgangen. Vrede,
Is de isolatie

Op de koop toe te nemen
Terwijl duiven
Iemand vermaken. In de architectuur
Stroomt woord voor mij voor woord,
Gist niet aan mij. Vergeet

Vergeet het, wat je wilde horen
Komt niet te laat, het krijgt
Geen toegang tot het onweer-
decor: Rockupy Cable Camp.
Reclame
Als speciaal fluctuerend element
Tussen de schouders.
Als vensterglas
Zit ik viskeus in reizen vast;
Aan zijn mp3-speler
Blijft Iedereen tussen de rails plakken.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 4e augustus ook mijn blog van 4 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 4 augustus 2019 en ook mijn blog van 4 augustus 2017 en ook mijn blog van 4 augustus 2013 en mijn blog van 4 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3 en mijn blog over Robert Beck.

Pablo Neruda, Martin Piekar

 

Dolce far niente

 

Lazybones door Liz Gribin, z.j.

 

Lazybones

They will continue wandering,
these things of steel among the stars,
and worn out men will still go up
to brutalise the placid moon.
There, they will found their pharmacies.

In this time of the swollen grape,
the wine begins to come to life
between the sea and the mountain ranges.

In Chile now, cherries are dancing,
the dark, secretive girls are singing,
and in guitars, water is shining.

The sun is touching every door
and making wonder of the wheat.

The first wine is pink in colour,
is sweet with the sweetness of a child,
the second wine is able-bodied,
strong like the voice of a sailor,
the third wine is a topaz, is
a poppy and a fire in one.

My house has both the sea and the earth,
my woman has great eyes
the colour of wild hazelnut,
when night comes down , the sea
puts on a dress of white and green,
and later the moon in the spindrift foam
dreams like a sea-green girl.

I have no wish to change my planet.


Vertaald door Alastair Reid

 

Pablo Neruda (12 juli 1904 – 23 september 1973) Plaza de Armas in Parral, de geboorteplaats van Pablo Neruda

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

Centraal Station
Wiesbaden

I.

Definitie: remix van tijden.
Kaiserspoor en ik
we schrijven allebei geschiedenis
of gedichten. in treinen
zit het heimwee, zit
weg-
gedoken. Hier lijkt het ziek
en koortsig – strepen
als scheuren en mijn vervelling
zit er nog in. beide
zijn vandaag dieper
verankerd. Een vriend die
in een tehuis trok, trok me mee –
het was zijn eerste voor en niet
tegen hem.
Ik trok mijn huid hier uit
en kreeg vrienden. Tieners
getuigen van mythen, getuigen
van vreemdvergane geschiedenissen.
maar de eigen geschiedenis
is niet voorbij gegaan
zij gaat voorbij, zij
gaat altijd voorbij.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar(Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e augustus ook mijn blog van 7 augustus 2019 en ook mijn blog van 7 augustus 2017 en ook mijn blog van 7 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2.

Kjell Westö, Martin Piekar

De Finse schrijver Kjell Westö werd geboren op 6 augustus 1961 in Helsinki. Zie ook alle tags voor Kjell Westö op dit blog.

Uit: De zwavelgele hemel (Vertaald door Clementine Luijten)

“Toch voelde ik me gevleid door Linda’s woorden, en het gesprek eindigde ermee dat ik beloofde met Alex te praten en zou informeren of hij Klasu niet een beetje kon ontlasten. Daarna hing ik op, en door mijn hoofd tolden gedachten over Henry Vogts smadelijke dood in Fuengirola, Linda’s doctoraalscriptie over de betekenis van het religieuze erfgoed voor het expressionisme van Sallinen en Ruokokoski en haar berustende genegenheid waar het Pirkko’s bonte kleding en uitgestippelde leventje betrof. Toen ik naar bed ging piekerde ik nog steeds, en ik kwam tot de conclusie dat Linda zich sowieso niet in het krachtveld van winstbejag en strijd om status zou moeten bevinden. Toen op maandagochtend de telefoon ging was ik er daarom van overtuigd dat het Linda was die net zo intensief had nagedacht als ik en nog eens wilde praten. Maar toen ik de hoorn opnam en mijn naam zei wachtte me een lange, onbehaaglijke stilte. In de pauzes tussen mijn hallo? hallo? met wie spreek ik? hoorde ik de lijn kraken en het knersen en ratelen van een tram die de bocht nam. Net toen ik wilde ophangen klonk er een iele, beetje zeurende oudemannenstem, zo heel anders dan de autoritaire toon die ik ooit had gekend: Met Per-Olof Rabell. De opa van Stella en Alex. Ik moest snel mijn gedachten ordenen. Hoe is het, Poa? wist ik uit te brengen. waar bel je vandaan? Ik ben weer opgenomen in het Eira-ziekenhuis, antwoordde hij. Voel me niet echt geweldig. Maar ze zeggen nu al zo lang dat ik dood zal gaan dat ik ze niet meer geloof. Poa overleefde al meer dan drie jaar sinds zijn doodvonnis. Dat was langer dan welke arts ook ooit had verwacht. Dat is vervelend om te horen, zei ik. Ik wou dat er een geneesmiddel was. Ik voelde me niet helemaal eerlijk toen ik dat zei. En het kan zijn dat Poa iets in mijn stem hoorde, want hij zei zonder omwegen: Ik bel omdat ik je om vergeving wil vragen. Ik mocht je niet, en ik vind je nog steeds een rotte appel en heb een enorme hekel aan je. Maar ik ben niet altijd correct tegen je geweest en daarvoor moet ik je mijn excuses aanbieden. Ik heb jou ook nooit gemogen, had ik willen zeggen. Maar dat zeg je niet tegen een stervende, dus liet ik het achterwege. Het geeft niet, zei ik daarom maar. Je hoeft geen excuses aan te bieden. Ik begrijp dat je verbaasd bent, zei Poa stijfjes. Maar het is belangrijk je correct te gedragen.”

 

Kjell Westö (Helsinki, 6 augustus 1961)

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Centraal station Frankfurt am Main III

III

Ik vraag een orkaan. spoedig.
Ik vraag me een paar
Honderd kilometer boven je antwoord.
Mogelijkheden in tempodwang.
Pseudo-sporen in de geest verweerd .

Raamkozijnen projecteren landschappen
Als vestibule. voorbijsnellend terrein
Niet te stoppen in mijn ogen. momenteel
Zonder referentiepunt. one-way. – als niets
Bestemd is tot wachten. Reiswildernis.

Vragen als wonden. die
Niet sluiten. en in de paar
Honderd kilometer zal ik
Jou niet vragen omdat het
Wond gedacht is. uitgevraagd naar huis.

Hier, daar wacht altijd
Een vrouw – nee niet meer moeder
– een vrouw,
Die mijn hoofd vast te houden
Weet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 6e augustus ook mijn blog van 6 augustus 2019 en ook mijn blog van 6 augustus 2017 en mijn blog van 6 augustus 2016 en ook mijn blog van 6 augustus 2015 en ook mijn blog van 6 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.