Dave Eggers, Naomi Shihab Nye, Raoul de Jong

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: The Eyes and the Impossible

“I turn I turn I turn before I lie to sleep and I rise before the Sun. I sleep inside and sleep outside and have slept in the hollow of a thousand-year-old tree. When I sleep I need warmth I need quiet I need freedom from sound. When I sleep I dream of mothers and clouds—clouds are messengers of God—and I dream of pupusas fool love pupusas and eat them with gusto. I am a dog called Johannes and I have seen you. I have seen you in this park, my home. If you have come to this park, my vast green and windblown park by the sea, I have seen you. I have seen everyone who has been hem, the walkers and runners and bikers and horse-riders and the Bison-seekers and the picnickers and the archers in their cloaks. When you have come here you have come to my home, where I am the Eyes. I have seen all of you here. The big and small and tall and odorous. The travellers and tourists and locals and roller-skating humans and those who play their brass under the mossy bridge and the jitterbug people who dance over that other bridge, and bearded humans who try to send flying discs into cages but usually fail. lore all in this park because I am the Eyes and have been entrusted with seeing and reporting all. Ask the turtles about me. Ask the squirrels. Don’t ask the ducks. The ducks know nothing. Iron like a rocket. I run like a laser. You have never seen speed like mine. When Iron I pull at the earth and make it turn. Have you seen me? You have not seen me. Not possible. You are mis-taken. No one has seen me running because when I run human eyes are blind to me. I run like light. Have you seen the movement of light? Have you?
You have not seen the movement of light. But still I like you. You did not expect this or deserve this but I do. I like you. I was born here. It’s a story. My mother was housekept and still is. But when she was pregnant, she came here, to a hollow in a tree and waited for us to be born. I don’t know and she doesn’t know why she chose to have no in the woods rather than in the safety of her human home—for she lived then in a human home, and she has a tag and is fed daily and petted always and cared for by human doctors who have kept her alive so long, so much Ionger than she would have lived out here. Why she had on out here, I don’t know, but she did, and when we all came out of her, oily and whimpering, she did an unexpected thing: she picked one of us, and brought that one—Leonard, my brother—to her human lair, and apparently her humans were thrilled to have her back home and delighted with her new son. The rest of us she left in the hollow of that tree. I am not bitter.”

 


Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Schouders

Een man steekt de straat over in de regen,
stapt voorzichtig, kijkt twee keer naar het noorden en het zuiden,
omdat zijn zoon op zijn schouder slaapt.

Geen enkele auto mag hem natspatten.
Geen enkele auto te dicht bij zijn schaduw rijden.

Deze man draagt de meest gevoelige lading ter wereld
maar hij draagt geen labels.
Nergens staat op zijn jas BREEKBAAR,
MET ZORG BEHANDELEN.

Zijn oor vult zich met adem.
Hij hoort het gezoem van de droom van een jongen
diep in hem.

We zullen niet in staat zijn
in deze wereld te leven
als we niet bereid zijn om met elkaar
te doen wat hij doet
.
De weg zal alleen maar breed zijn.
De regen zal nooit ophouden te vallen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

De Nederlandse schrijver, columnist, programmamaker en danser Raoul de Jong werd geboren in Rotterdam op 12 maart 1984. Zie ook alle tags voor Raoul de Jong op dit blog.

Uit: Gesprekken met opa

“Wanneer een oude man overlijdt, verbrandt er een bibliotheek: schreef de Malinese schrijver Amadou Hampâté Bâ .Ik heb vaak aan die zin gedacht terwijl ik werkte aan Jaguarman, mijn boek over een van mijn Surinaamse voorvaders, die de kracht zou hebben gehad om zichzelf te veranderen in het sterkste dier van de Amazone. De koloniale onderdrukker had er alles aan gedaan om te zorgen dat de Jaguarman zijn bibliotheek niet zou doorgeven aan zijn nageslacht, waardoor ik zeven jaar lang op zoek moest in tweede-handsboekwinkels en stoffige archieven en op expeditie moest naar het regenwoud om zijn verhaal — zijn wijsheid — te vinden. Terwijl ik dat stukje bij beetje bij elkaar puzzelde, waardoor ik, zo zou je kunnen zeggen, steeds Surinaamser werd, takelde mijn andere opa, mijn Nederlandse opa, de opa die ik mijn hele leven had gekend en die bijna drie decennia mijn enige opa was geweest, langzaam af. Hij werd steeds trager en vergeetachtiger. Nadat hij in maart 2019 een hele dag in bed was blijven liggen, werd hij door mijn familie in een verzorgingstehuis geplaatst. Zijn naam was Egbert de Jong. Hij werd in 1929 geboren in een klein dorp in de provincie Groningen. Ik was zijn eerste kleinkind. Hij was vijfenvijftig toen ik op de wereld kwam. En ik moet bekennen dat dit de eerste keer is dat ik dat heb uitgerekend. Want dat opa Ep er was, was nooit ie. bijzonders. Hij was er gewoon, altijd, vanaf het moment dat ik bestond. Hij had mooi, wit, naar achter gekamd haar. Hij droeg ribbroeken, gestreepte overhemden, wonen truien en grote beige jassen die mijn oma voor hem kocht. Hij stotterde als hij boos was. Bij alles wat ik deed, zat bij op de eerste rij. Hij was de reden dat mijn moeder dacht dat je kinderen beter zonder vader kon laren opgroeien. Waardoor ik mijn Surinaamse vader pas op mijn achtentwintigste zou ontmoeten en mijn Nederlandse opa, ironisch genoeg, het grootste gedeelte van mijn leven mijn ‘vaderfiguur’ was.. De man voor wie ik op de basisschool cadeautjes knutselde op Vaderdag. De Man die me lit zien wat het betekent om een man te zijn.”

 


Raoul de Jong (Rotterdam, 12 maart 1984)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e maart ook mijn blog van 12 maart 2020 en eveneens mijn blog van 12 maart 2019 en ook mijn blog van 12 maart 2018 en ook mijn blog van 12 maart 2017 deel 2.

 

John Rechy, Naomi Shihab Nye

De Amerikaanse schrijver John Rechy werd geboren op 10 maart 1934 in El Paso, Texas. Zie ook alle tags voor John Rechy op dit blog.

Uit: Rushes

“AS OFTEN as he comes to the Rushes, Endore still feels a clash of excitement and dread in anticipation of the sights, sounds, odors he knows will assault him. The astonishing array of cowboys, motorcyclists, construction workers, policemen, lumberjacks, military-uniformed men will cluster intimately within the red darkness. Muted music will pulse into the rancid smoke: Laughter–that laughter-will crack mysteriously at the point of euphoria. The most shadowed part will churn with bodies increasingly bared as night moves deeper. Mixed with the heated odor of the congregated flesh, the rot-tinged scent of “poppers’ will hover like cummy incense.
Endore pauses on the street in the midst of violent-sex turf near the city’s abandoned waterfront. He always does in preparation for entering the Rushes, whether to prolong the expectation or to postpone the actuality.
A sexually handsome, dark-haired man in his upper 30s–he appears younger–he wears an individualized adaptation of the requisite “uniform” in the Rushes: boots, jeans, denim shirt open to reveal a triangle of tanned flesh; his chest is muscular, defined.
Behind him, the network of iron that had once been the elevated, stretches unused, a leftover prop, rusted over, scratching its outline against the distant soaring landscape. Shadows of the tangled iron network divide the street into gray and black patches. The night is dusted ashen orange by the lights from the area of the piers. Hot mist rises smokily from the coarse-paved street, moist from an early drizzle. It is the first sweaty night of spring. Summer breathes into the humid breeze.
Near the Rushes, meat trucks are abandoned for the night. During the day they haul denuded carcasses of cattle hanging on savage racks, raw flesh to be cut up later in the wholesale butcher shops across the street. At night, men invade the bloodied floors of the trucks for sex. Before the aisles of trucks, a man licking his lips is signaling with exposed genitals to a naked man at the window in the apartment building across the street.
The walls of that building have been lashed with red and black paint–angry phallic swirls and slashes like enciphered curses. Ripped tile has left gouges in its lobby, Endore knows. A few nights ago he answered the signal of a handsome man motioning from a window to the entrance. Endore walked up the squeezed aged corridor and to an open door, where the man waited. They blew each other on the floor of the desperately chic apartment.”

 


John Rechy (El Paso, 10 maart 1934)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Bijen waren beter

Op de universiteit gingen mensen altijd uit elkaar.
We gingen uit elkaar op parkeerplaatsen,
naast fonteinen.
Twee mensen gingen uit elkaar
aan een rafel tegenover mij
in de bibliotheek.
Ik kon niet meer aan die tafel zitten
hoewel ik ze niet kende.
Ik bestudeerde bijen, die in staat waren
boodschappen over te brengen door te dansen
en hun weg naar huis konden vinden
naar hun korven
zelfs als iemand een blokkade van lakens
en planken en draad opwierp.
Bijen hadden radar in hun vleugels en hersenen
die mensen nauwelijks konden begrijpen.
Ik schreef een werkstuk waarin ik
hun genialiteit en superioriteit verkondigde
en keek het na in een klein café
met houten honingdippers in de vorm van een korf
in zilveren honingpotten
op elke tafel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e maart ook mijn blog van 10 maart 2020 en eveneens mijn blog van  10 maart 2019 deel 1 en ook deel 2.

Koen Peeters, Naomi Shihab Nye

De Vlaamse schrijver Koen Peeters werd geboren in Turnhout, 9 maart 1959. Zie ook alle tags voor Koen Peeters op dit blog.

Uit: Grote Europese Roman

“Eén keer per jaar ontmoetten ze elkaar. De naam van hun club was ESP, en alle belangrijke marktpartijen voor relatiegeschenken in Europa waren lid. CSP was een beroepsvereniging die ooit gedicht werd om hogere kortingen te bedingen, maar het ging er ook over informele marktafspraken. Een tijdlang betekende CSP Cooperative Society for Promotions’. en daarvoor ‘Chambre Syndicale de Ia Publicité’. Vandaag speelde de juiste betekenis geen rol meer. Misschien kwamen ze gewoon samen voor de gezelligheid. Vanavond stond een diner op het programma. In vurig rode letters prijkte op een flip-over ‘Symposium’. Daaronder zes lelijke logo’s. Er zouden twee dagen volgen met telkens drie sessies, elk apart gesponsord. Elke dag waren er presentaties met tussendoor reclamemomenten, en dit was meteen het eerste: een tv-monitor vertoonde beelden van plastic gadgets, en hostess Christine stond ernaast. Christine was blond als vlas. Op haar hoofd droeg ze een hoedje als een scheepje. Theo begroette haar hoffelijk en zijn collega’s hartelijk Dit was het weerzien van goede, oude, dikke vrienden. Om te beginnen Albert, die door iedereen Dick werd genoemd.
Dan de puissant rijke Hubert, die in een goudkleurige Mercedes reed, en die kleur was niet eens ironisch. Dan Herman, die altijd gelijk had, tot vervelen toe. Kneep zijn ogen dicht, tuitte zelfgenoegzaam zijn lippen en zei: ‘Heb ik het niet gezegd?’ Want inderdaad, Herman had het gezegd, hij kon ook nooit zwijgen. Vervolgens Lenoir, die sprak met bruisende champagne in zijn mond. Articuleerde Frans op z’n Engels en Engels op z’n Frans. Ze noemden hem de Billenniumman. Dat woord had hij bedacht voor de heisa rond het absoluut onmagische jaar 2000, dat gelukkig alweer achter de rug was. Remco. Stresskip. Alles wat hij aanraakte veranderde in geld en ook in reclame, persoonlijk voor hemzelf. Dan Philippe, die zo graag pochte dat hij een snelle beslisser was. Was daarom zelfs trots op zijn foute beslissingen. Bob, de op een na oudste. Was zeventig, maar voelde zich vijftig. Zei dat onophoudelijk en streelde daarbij zijn jeugdige, geverfde haar. Zijn geheugen beheerde hij als een magazijn. Alles wat hij vergeten was, wilde hij opzettelijk vergeten, dat beweerde hij althans. Daarnet kwam ook de enige vrouw van het gezelschap aan, Nathalie. Ze loenste een beetje. Volgens sommigen was dat een van de zeven schoonheden, maar slechts één. Dan waren er nog Jean-Paul, Martin en Thomas. En ten slotte de oudste van hen, Theo zelf. Hij dacht: dit is de allerlaatste keer dat ze naar me zullen luisteren. Allen waren oprecht gelukkig elkaar terug te zien. Dat zag je aan de aimabele schouderklopjes, de omhelzingen en het langdurig handschudden. Dit was CSP, de federatie der geschenkenschenkers.”

 


Koen Peeters (Turnhout, 9 maart 1959)

 

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Hoe Palestijnen zich warm houden

Kies één woord en zeg het steeds
opnieuw, tot het een vuur in je mond creëert.
Adhafera, degene die het volhoudt, Alphard, de eenzame,
de sterren ontvingen namen van mensen zoals wij.
Elke nacht treden ze aan op het lange pad tussen werelden.
Ze knikken en knipperen, geen goed of fout
in hun gele ogen. Dirah, klein huis,
vouw je muren open en neem ons op.

Mijn bron is opgedroogd, de druiven van mijn grootvader
zijn gestopt met zingen. Ik roer de kolen,
mijn baby’s huilen. Hoe zal ik ze leren
dat ze bij de sterren horen?
Ze bouwen forten van witte steen en zeggen: “Dit is van mij.”
Hoe zal ik ze leren om van Mizar, sluier, mantel te houden,
om te weten dat erachter een oude man
een vlam aanwakkert?
Hij roert de donkere wind van onze adem.
Hij zegt dat de sluier zal opstijgen
tot ze ons zien schijnen, zich verspreidend als sintels
op de gezegende heuvels.

Goed, dat heb ik verzonnen. Ik weet het niet zo zeker over Mizar.
Maar ik weet dat we het hier op aarde warm moeten houden
En als jouw sjaal zo dun is als de mijne, vertel je verhalen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e maart ook mijn blog van 9 maart 2021 en ook mijn blog van 9 maart 2020 en eveneens mijn romenu blog van 9 maart 2019 deel 1 en ook deel 2.

 

Dave Eggers, Naomi Shihab Nye, Raoul de Jong

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: The Museum of Rain

“It was the most elaborate get-together the Mahoneys had ever pulled off. Even Great Uncle Ernst—a German POW who was sent to California in 1943 and never left—had been wheeled in from Stockton. There were three middle-aged relatives from Ireland; no one could figure how they were related to the American Mahoneys, but they added some genealogical ballast. And they’d enjoyed last night’s bonfire more than anyone else.
It had been Patrick’s idea. In the middle of California, while a swath of Sonoma burned two hundred miles to the north, he insisted on having a bonfire. The kids loved it, and most of the adults, drinking homemade aquavit from an oak cask, grew to accept the fire’s existence, as tasteless as it was under the circumstances. The kids had fed it with pieces of a broken-down picnic table, and three Mahoney generations danced around it, rhythmless but free, until Patrick’s neighbor, nervous and outraged, flew by at midnight with his crop duster and doused the flames—and half the Mahoney family—with pink fire retardant. That had ended the night.
The family compound was a ramshackle array of Victorians, yurts and double-wides surrounding the original 1845 adobe—bought directly from Don Joaquin Gomez, the Monterey customs officer. In the morning, it looked like an art project gone awry. There were beer bottles, wine bottles, paper plates, chicken bones and skateboards and badminton rackets and a single cerulean sock, and all of it was soggy from the retardant.
Now it was up to Oisín to lead the children away from the mess so things could be returned to some semblance of order for that night’s dinner and concert. Patrick wanted to celebrate a distant ancestor, John O’Leary, who had been the right hand and biographer to Simón Bolívar; someone had done 23andMe and the connection, more or less direct, had been evinced. Evie had hired a high school marching band for the party and ordered an immense sheet cake from Safeway, with an etching of O’Leary replicated on the frosting. Most of the adults had planned to flee to Hooray’s, the only bar for eleven miles, until it was over.
“Five minutes,” Oisín yelled into the courtyard. He assumed word would get around. He hoped the parents would be motivated to make sure their own children were ready. The round trip would be four hours, minimum—no small gift to all the assembled adults.”

 

Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

De woorden onder de woorden

voor Sitti Khadra, ten noorden van Jeruzalem

De handen van mijn grootmoeder herkennen druiven,
de vochtige glans van de nieuwe huid van een geit.
Toen ik ziek was, volgden ze mij,
ik ontwaakte uit de lange koorts en merkte dat ze
mijn hoofd bedekten als koele gebeden.

De dagen van mijn grootmoeder bestaan uit brood,
een krachtig klop-klop en het langzaam bakken.
Ze wacht bij de oven en kijkt naar een vreemde auto
die door de straten cirkelt. Misschien brengt hij haar zoon,
verloren aan Amerika. Veel vaker toeristen,
die knielen en huilen bij mysterieuze heiligdommen.
Ze weet hoe vaak post aankomt,
hoe zelden er een brief bij is.
Als er een komt, kondigt ze het aan: een wonder,
Luistert ernaar, steeds opnieuw voorgelezen
in het schemerige avondlicht.

De stem van mijn grootmoeder zegt dat niets haar kan verrassen.
Breng haar de schotwond en de kreupele baby.
Ze kent de plaatsen waar we doorheen reizen,
de berichten die we niet kunnen versturen – onze stemmen zijn kort
en zouden onderweg verdwalen.
Vaarwel tegen de jas van de echtgenoot,
degenen die ze heeft liefgehad en gevoed,
die van haar wegvliegen als zaden in een diepe hemel.
Ze zullen zichzelf planten. We zullen allemaal sterven.

De ogen van mijn grootmoeder zeggen dat Allah overal is, zelfs in de dood.
Als ze het heeft over de boomgaard en de nieuwe olijfpers,
als ze de verhalen vertelt van Joha en zijn dwaze wijsheden,
Hij is haar eerste gedachte, waar ze werkelijk aan denkt is Zijn naam.
“Antwoord, als je de woorden onder de woorden hoort…
anders is het gewoon een wereld met veel ruwe kantjes,
moeilijk om doorheen te komen, en onze zakken vol stenen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

De Nederlandse schrijver, columnist, programmamaker en danser Raoul de Jong werd geboren in Rotterdam op 12 maart 1984. Zie ook alle tags voor Raoul de Jong op dit blog.

Uit: Dagboek van een puber

“Het is voor iemand als ik een heel eigenaardige gewaarwording om in een dagboek te schrijven,’ schreef Anne Frank op 20 juni 1940 aan haar Kitty. ‘Niet alleen dat ik nog nooit geschreven heb, maar het komt me zo voor, dat later noch ik, noch iemand anders, in de ontboezemingen van een dertienjarig schoolmeisje belang zal stellen.’ Boy, was she wrong.
We ontmoeten de jonge Raoul twee weken nadat hij Anne Franks dagboek heeft uitgelezen, in zijn kinderkamer in Schiedam. Geïnspireerd door Anne Frank heeft hij de ingang van zijn kamer achter een boekenkast verstopt. Achter de boeken op de derde plank bevindt zich een geheime deurklink. En er hangt een briefje met in blokletters: verboden voor nazi’s! Achter die boekenkast annex deur zit de ster van dit verhaal, onder een hoogslaper die is versierd met spaanplaten wolken en een regenboog, gebogen over een schrift waaruit hij zojuist de eerste bladzijdes met logopedie-oefeningen heeft gescheurd.
Het is 27 januari 1996. ‘Ademnood’ van Linda, Roos & Jessica staat op nummer 1, Wim Kok is minister-president van Nederland, Bill Clinton is president van Amerika en de jonge Raoul schijft:
Zaterdag 27 januari 1996
Lieve Caspar Boris Lief dagboek,
Ik heb nog geen goede naam voor je, dus tot die tijd noem ik je maar ‘lief dagboek’. Dit is de eerste keer dat ik in je schrijf. Ik vind het wel een soort van spannend. Zal ik het volhouden?
Ik zal het fijn vinden dat ik nu kan opschrijven wat ik denk en wat ik voel. Ik zal kunnen schrijven over liefde et cetera, maar ook over jaloezie en wraakgevoelens.
Ik ben de laatste tijd heel erg bezig met herinneringen. Dat komt doordat dit het laatste jaar is op de lagere school. Er was altijd een ander schooljaar als dit schooljaar voorbij was. Maar nu is er geen ander jaar meer. Ik vind het zo vreemd, want elke dag naar school gaan is een gewoonte geworden. En de klas een soort tweede familie. Soms wou ik dat de tijd stil stond. Aan de andere kant ben ik wel benieuwd naar wat me te wachten staat.
Nou, ik zal maar eens iets over mezelf vertellen. Ik ben elf jaar oud, ik woon in Schiedam. Ik zit in groep 8b van de Sint Jozefschool. Samen met mijn klasgenootjes Sophie, Annelies, Manon en Bart heb ik een clubje opgericht, de Poedelclub.”

 

Raoul de Jong (Rotterdam, 12 maart 1984)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e maart ook mijn blog van 12 maart 2020 en eveneens mijn blog van 12 maart 2019 en ook mijn blog van 12 maart 2018 en ook mijn blog van 12 maart 2017 deel 2.

John Rechy, Naomi Shihab Nye

De Amerikaanse schrijver John Rechy werd geboren op 10 maart 1934 in El Paso, Texas. Zie ook alle tags voor John Rechy op dit blog.

Uit: The Fourth Angel

“Shell lies on the resurrected grass of Memorial Park. His legs straddling her, Cob’s body grinds over hers. But she’s not looking at him–she stares at the sheet of azure sky, determined that it hold her total attention. And although his thighs press fiercely against her torso and one of his hands draws her face roughly to him from the neck, Cob doesn’t look at her either. Instead, locked behind large, deep-purple sunglasses, his dark, dark eyes search the park. Both sixteen, they thrust coldly against each other as if engaged in a deadly struggle.
‘do you see him yet?” she asks him, her gaze still nailed to the sky.
“No, man, not yet,” he answers curtly.
Shell’s hair is long, very long, brown, streaked blond; dark-lashed, her eyes are leonine yellow. Conveying premature scorn and too large for the rest of her chiseled features, her lips incongruously complete her stark beauty.
She twists her full but slender body under the weight of Cob’s. “Cool it, man; you’re fucking hurting me,” she says. Her voice is husky beyond her years.
Cob pushes his hair, long to his shoulders, behind his ears. His eyes move in an arc. Almost too thin, he has icy good looks–face sharp of features, sensual–the dark sensuality of barely contained violence.
The El Paso, Texas, sky is magic blue. Only the film of dusty gray which lingers on the horizon hints of the season of howling wind just passed, when the wind rampaged the city with racking regularity, the sun a dull whitish smear for days, dust settling only at night like filthy lace.
Now, a late summer, the sun spreads its warmth like an electric halo.
The grass on which they lie has lost its winter brittleness, assuming a velvet sheen. Here and there, trees on this truncated hill overlooking the rest of the park create alcoves, grottos. It’s four o’clock. Shadows engraved by the bright stare of the sun provide pools for lovers.
But Cob and Shell lie in a clearing.
“You see him yet?” Shell demands impatiently.
“No–cool it.” Cob’s legs curl about her more intimately.
‘maybe he fucking isn’t here,” Shell says.
“I saw his fucking car,” Gob says.
“You’re pressing too hard!” Shell repeats.
“Then why the fuck don’t you get on top?” His dark eyes are intense periscopes.
In one quick motion, Shell mounts him. “Like this?” A sudden bolting anger in her gesture, she arches her body over his, lunging downward fiercely from her hips.”

 

John Rechy (El Paso, 10 maart 1934)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Zoveel geluk

Het is moeilijk om te weten wat je met zoveel geluk moet doen.
Bij verdriet is er iets om tegenaan te wrijven,
een wond die moet worden verzorgd met zalf en een doekje.
Als de wereld om je heen instort, moet je stukken oprapen,
iets om in je handen te houden, zoals kaartjes of wisselgeld.
Maar geluk zweeft.
Je hoeft het niet ingedrukt te houden.
Het heeft niets nodig.
Geluk landt op het dak van het volgende huis, zingend,
en verdwijnt wanneer het wil.
Je bent hoe dan ook gelukkig.
Zelfs het feit dat je ooit in een vredige boomhut woonde
en nu boven een steengroeve woont van lawaai en stof
kan je niet ongelukkig maken.
Alles heeft een eigen leven,
en zou ook wakker kunnen worden vol mogelijkheden
van koffiecake en rijpe perziken,
en zelfs kunnen houden van de vloer die geveegd moet worden,
het vuile linnengoed en de platen met een kras…..
Omdat er geen plek is die groot genoeg is
om zoveel geluk te bevatten,
haal je je schouders op, je steekt je handen op en het stroomt uit je
in alles wat je aanraakt. Jij bent niet verantwoordelijk.
Jij gaat niet strijken met de eer, net zoals de nachtelijke hemel geen eer opeist
voor de maan, maar haar blijft vasthouden en delen,
en op die manier, gekend wordt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e maart ook mijn blog van 10 maart 2020 en eveneens mijn blog van  10 maart 2019 deel 1 en ook deel 2.

Koen Peeters, Naomi Shihab Nye

De Vlaamse schrijver Koen Peeters werd geboren in Turnhout, 9 maart 1959. Zie ook alle tags voor Koen Peeters op dit blog.

Uit: Georges

“Oostende, de zomer van 1926
Het is de zomer waarin Georges in z’n diepste wezen verandert, omdat er niets verandert. Dat komt door die Ierse toerist die op 5 augustus 1926 het Oostendse postgebouw binnenstapt. De toerist kijkt om zich heen. Met roofvogelblik overschouwt hij de lokettenzaal. In zijn rechterhand heeft hij een donkere essenhouten wandelstok, waarmee hij drie keer tikt op de vloer. Als een orkestmeestertje. Even valt het geroezemoes stil, waardoor de toerist aan de andere kant van de zaal een postbeambte hoort roepen: ‘Georges, een brief voor je.’ Achter loket 4 kijkt een jonge beambte op. Hij heet Georges. Hij knikt. Daardoor gaat de Ierse toerist nu aanschuiven bij loket 4. Het is het loket Buitenlandse zendingen van Georges Vermeire. Hij is achtentwintig jaar, opsteller eerste klas, verantwoordelijk voor buitenlands briefverkeer, inclusief inkomende onbestelbare brieven. ‘Ah Georges, George in English, Giorgio in Italiano, Jiří in het Tsjechisch,’ lacht de toerist. De toerist is groot en slank. Klein puntig baardje, een stevig donker snorretje geplakt kort onder zijn neus. Hij draagt een lichte zomerhoed met donkere band, een zwart jasje en een wit ruimzittend hemd. Een ooglapje ook. In het Engels vraagt de toerist aan Georges hoe zijn naam is in het Vlaams. “Joris”, zegt Georges, terwijl hij zijn zware map met postzegels aan de kant schuift. Hij kijkt de toerist aan: ‘En mijn dochtertje heet Georgina. Kan ik u helpen?’ “Dame, you really must be a happy man”, zegt de toerist. Hij is zelfs geravisseerd. Hij vindt de jonge postbeambte meteen zeer sympathiek, net als de stad waarin hij is gearriveerd. De toerist is een veertiger, duidelijk welgesteld, zijn haar strak achterovergekamd. Hij valt op met zijn zwart plectrumvormig lapje voor het linkeroog. Een roofvogelblik? Een gekwetste dan toch. Met zijn rechteroog is ook iets aan de hand. Later zal hij dat aan Georges uitvoerig uitleggen: glaucoom, groene staar. Hij noemt het de Griekse dichtersziekte. Hij zegt ook: ‘Ik ben een toerist met iritis, irritatie door recente iridectomie aan het rechteroog. Voorts cataract, ook grauwe staar genoemd.’ Het klinkt als citaten uit een medisch rapport. Dat is ook zo. Waarom hij dit meedeelt? Hij doet het om te proeven van de wonderbare, moeilijk uit te spreken woorden, om zijn eigen tongsnelheid te testen. Ook om de kunst van de rijmelarij. De naam van de Ierse toerist is James Joyce. Niemand minder dan de grootste schrijver aller tijden is aangekomen in Oostende. Rechtstreeks uit Parijs. Hij is een literaire vedette, een star. Vier jaar geleden verscheen zijn meesterwerk Ulysses. Een schandaalboek, complex en pervers naar ’t schijnt, omdat het zelfs gaat over masturbatie, menstruatie en kak. Het boek wordt zeer gecontesteerd. Het mag niet zomaar verkocht worden, maar nu al wordt het essentieel genoemd voor de wereldliteratuur. Hij is de Einstein, de Freud van de letteren. Er verscheen al een biografie, terwijl Joyce amper vierenveertig is. Dat weet Georges van de post natuurlijk niet. Verder wellicht ook niemand in Oostende.”

 

Koen Peeters (Turnhout, 9 maart 1959)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Liefdevol werken

“Wij maken schoon om ruimte te geven aan kunst.”
Micaela Miranda, Freedom Theatre, Palestina

Het werk was een stralend toevluchtsoord als de wind zijn tanden zette
in mijn gedachten. Alles waar we van houden gaat weg,
is op drift – maar je zou dit stuk vloer kunnen vegen,
deze patio of veranda, witte stenen verzamelen in een emmer,
de plek harken voor toekomstige beplanting, het aanrecht afnemen
met een doek. Mooie natte grijze doek, knijp er hard in
je doet er zoveel mee. Maak de tuin vrij van rondwaaiende stukjes plastic.
De glorie in het doen. De adem van het doen.
Soms weerhield de eenvoudigste beweging de angst om
te fragmenteren in helemaal geen energie, of verdriet om zich
te vermenigvuldigen, of verdriet om de enige persoon te zijn
die het huis bewoont.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e maart ook mijn blog van 9 maart 2021 en ook mijn blog van 9 maart 2020 en eveneens mijn romenu blog van 9 maart 2019 deel 1 en ook deel 2.

Dave Eggers, Naomi Shihab Nye, Raoul de Jong

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: The Museum of Rain

“Take them to the Museum of Rain,” Patrick said.
The family reunion, organized by Patrick to coincide with his seventy-fifth birthday, was in its second day and the adults were catatonic. The bonfire the night before had gone late, and the grown-ups were hungover, underslept, and emotionally spent. There was a herd of bored kids under sixteen and no one knew what to do with them.
Oisín’s mind was empty. “The what again?”
“The Museum of Rain, you senile fool,” Patrick said. “You’re the one who built it.”
Oisín was three years younger than Patrick, but his memory had been spotty since his forties. Museum of Rain. The words emerged from a fog.
“It’s just past the mission cemetery,” Patrick said. “On that hill overlooking Garza’s place.”
“I know, I know,” Oisín said. “I know where it is. I just needed a minute.”
He’d set up the Museum of Rain in the shade of a manzanita tree fifty years ago, a month before he enlisted. It started with a few small jars of California rain. Then, for about five years, every time he was home, he’d add specimens from wherever he’d been—Bozeman, London, Montevideo, Las Cruces. The last one, in a narrow green vase, was from Grenada, where he’d been shot in the shoulder just after landing. That was the end of the invasion for him.
“It can’t still be there,” Oisín said.
“I happen to know it is still there,” Patrick said. “It was discovered about ten years ago by our neighbors’ kids. They said it was actually in decent shape.”
“It must be three miles from here,” Oisín said. He had no interest in a hike.
“Three point two,” Patrick said.
Oisín ate the last scrap of bacon. It had been clinging to his shirt. “You want me to take ten kids on a three-mile hike?” he asked.
“I was just pondering,” Patrick went on, “how to occupy some percentage of them for the day, and thought of your thing under the tree. Besides, what else are you contributing to this reunion?” He stood up to signal that the conversation had been concluded to his satisfaction. “You want to make some sort of impression on these kids, don’t you? None of them have a clue who you are. They think you’re some hermit or mountain man. I had to set up this whole weekend. You’re freeloading.”
This was not remotely true. Patrick’s daughter, Evie, had been the force behind the reunion. She made all the calls, ordered the food, found lodgings for eleven families—forty-four people from eight states and three countries.”

 

Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Een vuist maken

We vergeten dat we allemaal dode mannen zijn die met dode mannen praten.
—Jorge Luis Borges

Voor het eerst, op de weg ten noorden van Tampico,
voelde ik het leven uit me wegglijden,
een trom in de woestijn, steeds moeilijker te horen.
Ik was zeven, ik lag in de auto
te kijken naar palmbomen die in een misselijkmakend patroon langs het glas wervelden.
Mijn maag was een meloen die breed gespleten was in mijn huid.

‘Hoe weet je of je gaat sterven?’
vroeg ik mijn moeder.
We waren al dagen onderweg.
Met vreemd vertrouwen antwoordde ze:
‘Als je geen vuist meer kunt maken.’

Jaren later glimlach ik als ik aan die reis denk,
de grenzen die we afzonderlijk moeten overschrijden,
met het stempel van onze onbeantwoordbare ellende.
Ik die niet stierf, die nog steeds leef,
nog steeds op de achterbank lig achter al mijn vragen,
en een kleine hand samenknijp en weer open.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

De Nederlandse schrijver, columnist, programmamaker en danser Raoul de Jong werd geboren in Rotterdam op 12 maart 1984. Zie ook alle tags voor Raoul de Jong op dit blog.

Uit: Jaguarman

“Het is vijf over halftien, een maandagmorgen in juni, ik zit in mijn vogelneststudio op de tiende verdieping van een flat, uitkijkend over de havens van Rotterdam. De zon valt binnen door de ramen, langs het balkon vliegt een groep meeuwen, buiten klinkt het geraas van de snelweg. Alle deadlines zijn gehaald, alle rekeningen zijn betaald. Ik heb geen sigaretten, mijn telefoon staat op trilstand en mijn e-mail stuurt de komende week een out of office reply. De komende zeven dagen ben ik helemaal van u.
Vanochtend had ik alle spullen die ik volgens Misi Elly’s instructies nodig had in huis, behalve een prapi, want toen ze gister in de winti-winkel op de Kruiskade lieten zien wat dat was, een aluminium teil, had ik al voor tientallen euro’s aan spullen op de toonbank liggen. Dus gebruikte ik vanochtend een blauwe plastic emmer. De emmer waar gisteravond nog sop in zat om mijn huis schoon te maken. Ik hoop dat u dat oké vindt.
Met wit krijt zette ik een kruis op de bodem, ik verpulverde een halve bol pimba, een soort kalk, goot er melasse, een bijproduct van de productie van rietsuiker, uit een plastic flesje overheen, haalde takjes van een tropische plant uit een zak in de vriezer, knipte die in stukjes boven de emmer, goot er koud water bij, roerde het met een houten pollepel tot een prutje, en vulde de emmer met heet water. ‘Zo heet als je kunt verdragen,’ stond in de instructies die Misi Elly had opgeschreven.
Het water was inderdaad gloeiendheet en bruin, de takjes bleven steken in mijn haar. Ik gebruikte een schaaltje waarin ik de vorige dag guacamole had gemaakt om het over me heen te gieten, één kopje per keer. ‘Als je daar dan staat,’ had Misi Elly gezegd, ‘blijf dat niet staan als een standbeeld. Praat! Want je woorden nemen vormen aan.’ In haar handleiding stond wat ik moest zeggen: ‘Ik was me om verlicht te worden. Alle vuiligheid die ik op straat, op mijn werk of elders heb opgedaan, was ik van me af.’ Er was nogal wat vuiligheid om van me af te wassen, dus ik zei het met overtuiging. ‘Alles wat vies is, is nu weg,’ zei ik, en ik besefte dat direct achter mijn badkamer de galerij is en dat iedereen die over die galerij liep me kon horen.”

 

Raoul de Jong (Rotterdam, 12 maart 1984)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e maart ook mijn blog van 12 maart 2020 en eveneens mijn blog van 12 maart 2019 en ook mijn blog van 12 maart 2018 en ook mijn blog van 12 maart 2017 deel 2.

John Rechy, Naomi Shihab Nye

De Amerikaanse schrijver John Rechy werd geboren op 10 maart 1934 in El Paso, Texas. Zie ook alle tags voor John Rechy op dit blog.

Uit: About My Life and the Kept Woman

“I was twelve, and my sister was about to marry her football-captain sweetheart. She was sixteen, he was seventeen, and the approaching union was fraught with dangers whose effects, many years later, would multiply and spread into the core of San Francisco society and would, more years later, help to define my life. But now it was 1945 in El Paso, Texas, and plans for my sister’s wedding had aroused the wrath of the groom’s father. A sprig of a man, Seftor Antonio Gunman, referred to only as “Senor: “Sir,”—bedridden for years and partially paralyzed—had sworn to stop the wedding “by whatever means may become necessary” His anger was meant to punish his son, who had, he declared, “strayed beyond decent bounds by intending to many so young, a breach of decorum I will not condone.” Being underage, the teenagers required permission of their respective parents. They had my parents’ for a reason that Seftor did not know. Now, to understand the enormity of Seftor’s wrath at his son, and my mother and father’s escalating anxiety that my sister’s wedding proceed immediately, one must know that these implications of danger were swirling on the border of two juxtaposed cities—Juirez in Mexico and El Paso in Texas—cities separated only by a stretch of the Rio Grande, most often a bed of dry sand along whose banks lazy spiders spun their webs. That geographical proximity had created in Texas a class of unique immigrants—men and women of education and means who had fled Mexico during the revolution of 1910, when Porfirio Diaz, the president turned dictator, was forced
into exile, throwing the country into a chaos of shifting factions and loyalties. That class of formerly privileged Mexican immigrants often claimed ancestral lineage to “someone noble in Spain.” Displaced and impoverished by the revolution, they were drained once again by the Great Depression. They grasped onto a societal hierarchy, disdaining those Mexicans of Indian ancestry, a fact revealed, they staunchly claimed, by darker skin, by their “chicanismos”—crude mannerisms, the designation “chicano” being relegated then to a lower class of Mexicans—and by coarse down-tilted eyelashes. Not until years later did I understand why my mother so diligently and gently guided me, five or six years old at the time, to lie on her lap while we sat during stifling Texas nights on the unscreened porch of our dilapidated house as she curled my already curly long eyelashes with a saliva-moistened finger.”

 

John Rechy (El Paso, 10 maart 1934)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

De kunst van het verdwijnen

Als ze zeggen Ken ik jou niet?
zeg nee.

Wanneer ze je uitnodigen voor de party
onthoud hoe party’s zijn
voordat je antwoord geeft.
Iemand die jou met luide stem vertelt
dat ze ooit een gedicht schreven.
Vettige gehaktballetjes op een papieren bord.
Geef dan antwoord.

Als ze zeggen we moeten eens afspreken
zeg waarom?

Het is niet dat je niet meer van ze houdt.
Je probeert je iets te herinneren
te belangrijk om te vergeten.
Bomen. De kloosterklok bij schemering.
Vertel ze dat je een nieuw project hebt.
Het zal nooit af zijn.

Wanneer iemand je herkent in een supermarkt
knik kort en word een kool.
Als iemand die je al tien jaar niet meer hebt gezien
aan de deur verschijnt,
begin niet al je nieuwe liedjes voor hem te zingen.
Jullie zullen nooit bijpraten.

Loop rond en voel je als een blad.
Weet dat je elk moment kunt tuimelen.
Bepaal vervolgens wat je met je tijd gaat doen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e maart ook mijn blog van 10 maart 2020 en eveneens mijn blog van  10 maart 2019 deel 1 en ook deel 2.

Koen Peeters, Naomi Shihab Nye

De Vlaamse schrijver Koen Peeters werd geboren in Turnhout, 9 maart 1959. Zie ook alle tags voor Koen Peeters op dit blog.

Uit: De minzamen

“In het Groot Begijnhof, in de Sint-Jan-de-Doperkerk, op de eenvoudige kist liggen de professorale toga’s van de universiteiten van Leuven en Kinshasa. De kist wordt naar voren gedragen en in het midden neergezet op de katafalk.
De priester begint.
Hoor, zo stel ik mij nu voor.
Hoor ’s hoe Remi stil in de kist naar ons ligt te luisteren, onder de hoge witte heiligenbeelden. Hoor hoe hij alle gefluister en muziek capteert, inclusief het voetengeschuifel, het kuchen en ademen. De fijne elektriciteit van onze gedachten tast hij af. Ook de blikken, zelfs het kleinste ogengeknipper van de kinderen zullen hem niet ontgaan. Eindelijk kan hij binnenkijken in de hoofden, via de ogen, de zielenspiegels waarin alles te lezen is. Het vrouwenkoor zingt z’n toonladders. Willem Vermandere weemoedig op de hobo.
Remi herkent al direct het geluid van de Westhoek.
Het is mooi wat vooraan wordt verteld. In de kerk galmen de woorden nogal hol, maar in de kist is de akoestiek perfect. Eindelijk droomt hij weer. Godzijdank, Remi, je droomt weer. In de laatste droom wordt niets meer vermomd. Geen ingewikkelde symbolen of metaforen. Er is alleen dat beeld van de volle kerk, met het genereuze, gouden zonlicht dat op de koppen van de kerkgangers valt. Remi’s ziel zindert. Zijn pijn is weg.
Eindelijk rust.
Remi herkent de mensen.
Die. En die, en die. En tiens, is die hier ook? Maar dat is lang geleden.
De familie, de proffen en de mensen van het dorp, de vrienden en collega’s, opvallend veel oudstudenten ook.
Enfin, dit is het dan, denkt hij. Hij ligt daar rustig, hoeft niets meer te noteren.
Dat het is wat het is, dat zal het zijn.
Is er iets hierna? Wie zal het zeggen? Er zijn daaromtrent veel beloftes, mededelingen van hogerhand, maar zijn dat niet vooral manieren om nog liefdevol over een overledene te kunnen spreken? De geliefden terugzien? Welja, hier zitten ze. Anna zit tussen haar kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen.”

 

Koen Peeters (Turnhout, 9 maart 1959)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

Twee landen

Huid onthoudt hoe lang de jaren worden
wanneer de huid niet wordt aangeraakt, een grijze tunnel
van single zijn, veer verloren van de staart
van een vogel die op een trede dwarrelt,
weggeveegd door iemand die nooit gezien heeft
dat het een veer was. Huid at, liep,
sliep alleen, wist hoe hij een tot ziens hand
moest opsteken. Maar huid voelde
dat hij nooit gezien werd, nooit gekend als
een land op de kaart, geur als een stad,
hip als een stad, glanzende koepel van de moskee
en de honderd galerijen van kaneel en touw.

De huid had hoop, dat is wat de huid doet.
Geneest over de littekens, baant zich een weg.
Liefde betekent dat je ademt in twee landen.
En de huid herinnert zich – zijde, stekelig gras,
diep in de zak die het geheim van de huid is.
Zelfs nu, wanneer huid niet alleen is,
herinnert hij zich dat hij alleen was en bedankt iets groters
dat er reizigers zijn, dat mensen naar plaatsen gaan
groter dan zijzelf.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e maart ook mijn blog van 9 maart 2021 en ook mijn blog van 9 maart 2020 en eveneens mijn romenu blog van 9 maart 2019 deel 1 en ook deel 2.

Dave Eggers, Naomi Shihab Nye

De Amerikaanse schrijver Dave Eggers werd geboren op 12 maart 1970 in Chicago. Zie ook alle tags voor Dave Eggers op dit blog.

Uit: Het Alles (Vertaald door Lidwien Biekmann, Elles Tukker en Gerda Baardman

“Delaney kwam vanuit de duistere metro in een wereld van zuiver licht.
Het was onbewolkt en om het hele eiland glinsterde het water, zo fel dat ze haar ogen moest afschermen. Ze draaide zich om van de baai en liep een meter of dertig naar de campus van de Every. Dat ze met de metro was gekomen en nu in haar eentje naar het hek kwam, zonder auto, was hier merkwaardig en bracht de twee beveiligers in het wachthuisje in verwarring. Hun domein was van glas, piramidevormig, leek op de top van een kristallen obelisk.
‘Ben je komen lópen?’ vroeg een van de beveiligers, Rowena volgens haar naambordje; ze was een jaar of dertig, had ravenzwart haar en droeg een fris geel shirt, zo strak als een fietspakje. Ze lachte, ontblootte een vertederend spleetje tussen haar voortanden.

Delaney noemde haar naam en zei dat ze een sollicitatiegesprek had met Dan Faraday.
‘Vinger alsjeblieft?’ zei Rowena.
Delaney legde haar duim op de scanner waarna er op Rowena’s scherm een mozaïek van foto’s, filmpjes en gegevens verscheen. Er waren foto’s van Delaney bij die ze zelf nog nooit had gezien – was dat een benzinepomp in Montana? Op sommige foto’s stond ze een beetje gebogen, het gevolg van de groeispurt in haar puberteit. Ze ging meer rechtop staan en liet haar blik over de beelden glijden waarop ze haar parkrangeruniform droeg, in een winkelcentrum in Palo Alto zat, of in
een bus, zo te zien in Twin Peaks.
‘Je haar is gegroeid,’ zei Rowena. ‘Maar het is nog wel kort.’
Delaney haalde in een reflex haar hand door haar dikke, zwarte haar.
‘Hier staat dat je groene ogen hebt,’ zei Rowena. ‘Maar ze lijken eerder bruin. Kun je wat dichterbij komen?’
Delaney kwam dichterbij.
‘Ja! Mooi!’ zei Rowena. ‘Ik zal Dan bellen.
Terwijl Rowena met Faraday belde, was de tweede beveiliger, een stuurse, broodmagere man van een jaar of vijftig, met een andere bezoeker bezig, een probleemgeval. Er was een witte bestelbus aan komen rijden en de bestuurder, een man met een rode baard die hoog boven het raam van de bewakers uittorende, zei dat hij een bestelling kwam afleveren.”

 

Dave Eggers (Chicago, 12 maart 1970)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Naomi Shihab Nye werd geboren op 12 maart 1952 in St. Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor Naomi Shihab Nye op dit blog.

 

De Rijder

Een jongen vertelde me
dat als hij snel genoeg rolschaatste
zijn eenzaamheid hem niet kon inhalen,
de beste reden die ik ooit heb gehoord
om te proberen kampioen te worden.
Wat ik me vanavond afvraag,
terwijl ik hard door King William Street trap,
is of het zich vertaalt naar fietsen.
Een overwinning! Om je eenzaamheid hijgend
achter je te laten op een straathoek
terwijl je vrij zweeft in een wolk van plotselinge azalea’s,
roze bloemblaadjes die nooit eenzaamheid hebben gevoeld,
hoe langzaam ze ook vielen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Naomi Shihab Nye (St. Louis, 12 maart 1952)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e maart ook mijn blog van 12 maart 2020 en eveneens mijn blog van 12 maart 2019 en ook mijn blog van 12 maart 2018 en ook mijn blog van 12 maart 2017 deel 2.