Indian Summer (Jayanta Mahapatra), Xavier Roelens, Owen Sheers

 

 

Indian Summer bij Moret – zondagmiddag door Alfred Sisley, 1888

 

 

Indian Summer

Over the soughing of the sombre wind
priests chant louder than ever;
the mouth of India opens.

Crocodiles move into deeper waters.

Mornings of heated middens
smoke under the sun.

The good wife
lies in my bed
through the long afternoon;
dreaming still, unexhausted
by the deep roar of funeral pyres.

 

Jayanta Mahapatra (22 oktober 1928 – 27 augustus 2023)
Cuttack, Inda, de geboorteplaats van Jayanta Mahapatra

 

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

1911

en de man die zevenhonderd jaar leefde en de jongen die uit de hemel
was gevallen en de boer die gebakken aardappels pootte en de
bultenaar die dacht dat hij dood was en de waarzegger die zichzelf
niet herkende en de musketier die op zoek ging naar de dood en de
knecht die goed kon onthouden en de molenaar die de duivel bij zijn
neus nam, staan buiten tegen de muur te schuilen voor het
trommelvuur. ze zijn uit hun dorpen naar brussel gevlucht en ze
sluipen om beurt naar het klooster in de buurt, waar de
voedselpakketten van de amerikanen liggen.
    en de man die zijn zevenhonderdste jaar leefde en de jongen die,
uit de hemel gevallen, bedolven raakte onder zijn gesneuvelde
kameraden en de boer die wat graspollen oogstte en de bultenaar die
schreeuwde dat hij dood was en de waarzegger die zijn eigen
gestuiptrekte handen niet herkende en de musketier die uit de
loopgraven sprong en op zoek ging naar het genadeschot en de knecht
die goed geamputeerd kon worden en de molenaar die de duivel bij
zijn neus nam door te deserteren, klampen zich aan hun bajonet vast.
doorregend, gezeten in de kleemodder en het traklwater van de
granaattrechters, onder de kollwitz-bomen – en het mortiervuur gaat
maar door – wachten ze tot ze terug thuiskomen bij hun voorouders en
daar niet meer weten wat te vertellen.

 

1935

GE ZIJT VIJF EN en ge raakt
de tel kwijt aan de
spoorbrug
de paarden die dood en
de varkens op 

straat en dat ingestuikte
huis en gij wacht op
uw pa en ge ziet wat ge nooit op
een blad ooit gaat natekenen hoe de 
littekens zuigen aan ’t ineengedoken uit het brandbaarste hout gekalefaterde 
lijf hoe ge maar een kwart 
lichaam van doen hebt om u
driekwartlichaam te voelen ge kunt dat niet in
negatief gieten hoe
schorsenhuiden rond
uw leegte gedrapeerd liggen hoe ge ondergronds
uw blik hebt beroofd van zijn
hartklep hoe
kneuzingen in
kaarsvet
het bloed van onder
uw nagelen trekt. en ge luistert wreed stil naar
uw haar dat
leekt en ge wacht op
uw pa die de
tandem al heeft overgedregen het is lijk dat ge schellekes

hesp af kunt snijden zo open
de schoften daar liggen ge zijt vijf en ge raakt
de tel kwijt van
de bloedvaten al dat
opgezogen roodhout met
de ruggengraat tussen
de poten en haar
manen tussen

uw tanden ge hoeft niet te verbergen dat
uw hoofd aan
de brug hangt te druipen als
waterverf op
het papier dat ineentrekt wanneer
uw pa komt u komt halen kunt gij niet expliqueren hoe ge
vanaf nu zijt uitgeteld op
een bed van
tijd met
haken en
ogen gelapt en met twee van die
hoofden van voor een en vanachter opdat
ge van
uzelf wegkijken kunt

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De zee lezend

Dikhuidig in wetsuits, zittend op surfplanken,
leren we opnieuw lezen,
traceren we in de verte de zinnen van de golven.
Onder de zon kijken we naar elke deining,
maken we onszelf vertrouwd met hun valse beloften,
de woorden die de pagina niet halen.
We wachten, tussen de aanhalingstekens van verre meeuwen,
tussen het lege papier van het strand
en de laatste regel van de horizon.
We wachten op de volzin van het water, dat zichzelf naar de kust kamikazeert, dat ons
onze welbespraaktheid,
ons moment van evenwicht op het koord van de golf zal toestaan,
voordat het ons afsnijdt, ons wegvaagt
in een diaspora van wit water,
ons achterlatend om terug te worstelen door onze nieuwe taal,
terug naar waar, rustend in een cesuur,
alleen hun hoofden tonend, een ellips van zeehonden
ons vertelt dat het zal doorgaan,
maar dat het water momenteel zijn toespraak voorbereidt,
puttend uit zijn woordenschat van golven,
die nog steeds slechts ideeën zijn, groeiend in de geest van de zee.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers, Joseph O’Connor

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Marking Time

That mark upon your back is finally fading
in the way our memory will,
of that night our lust wouldn’t wait for bed
so laid us out upon the floor instead
where we worked up that scar —
two tattered flags flying from your spine’s mast,
a brand-burn secret in the small of your back.

I trace them now and feel the disturbance again.
The still waters of your skin broken, the volte engaging
as we make our marks like lovers who carve trees,
the equation of their names equalled by an arrow
that buckles under time but never leaves,
and so though changed, under the bark, the skin,
the loving scar remains.

 

Show

I

The models walk,
high-heeled as curlews
stalking a narrow shore.

We watch, spectators
at a slow-motion tennis match,
as they turn,

flex the featherless wings
of their shoulders
and slip between the curtains,

leaving the crocodile pit of cameras
flashing their teeth for more.

II

I leave you sitting to the mirror
like a pianist to the piano,
lifting the mascara brush
to paint your lashes from fine to bold.

Pulling the door on this scene
I walk down the corridor
to wait in the bar for you to join me.
And when you do, it happens once more;

The fall of the dress, the jewellery,
early stars against the dusk of your skin,
all of it leaves me surrendered,
if just for a second, as you walk in,

to the spell, the artful hocus-pocus,
and to you standing there
one shoulder bare,
setting the room about you out of focus.

 

Schaduwman

Voor Mac Adams, kunstenaar

Zijn palet is licht,
in al zijn tinten
en de gaten die het maakt.

Toverend met gloeilamp,
fruit en een botsing van korrels
gemorst over glas,

een hond, rustend of dood,
het kinetische moment van een vogel
in de seconde voor de vlucht

of het hoofd van Karl Marx,
geboren uit kiezelsteen en steen
in een afwezigheid van licht.

Hij werkt met een duisternis
achter zijn ogen,
begrijpend zoals hij doet

dat het niet materie is die ertoe doet,
of onze gedachten en woorden,
maar de schaduwen die ze werpen
tegen de levens van anderen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.

Uit: Volgspot (Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema)

“In de bovenkamer van het vervallen herenhuis aan de overkant van de straat heeft de hele nacht licht gebrand. Je zag het steeds vanuit je bed, telkens als je je omdraaide naar de raamkant, wat je wel moest om je fles van de vloer te kunnen pakken. En zo gaat het haast alle nachten. Tegen dat het begint te schemeren gaat het peertje aan. En ’s ochtends, een paar tellen nadat de straatlantaarns knipperend zijn gedoofd, gaat het uit en wordt het haveloze gordijn dichtgetrokken. Je bent nu vijfenzestig, even oud als dat huis misschien, misschien zelfs nog wat ouder. Onvoorstelbaar. Je loopt naar het enige raam in de kamer. De ruit voelt ontzettend koud aan. Het wordt winter in Engeland. Het is guur geweest, de laatste tijd. En de afgelopen nacht is er zelfs een zware storm over Londen getrokken. Je hebt nog nooit iemand dat troosteloze huis zien in- of uitgaan, maar toch komt de postbode er nog regelmatig langs om zijn enveloppen door de gebroken ruit in de voordeur te duwen, want de brievenbus zit al jaren dichtgespijkerd. Mannen urineren er in het portiek. Een van de straatmeiden oefent er haar beroep uit, en de balustrade zit al sinds jaar en dag onder de schuttingwoorden. Tal van venstergaten zijn met planken dichtgetimmerd. Tegen de gevel woekert een vlinderstruik. Je hebt het gevoel dat de bewoner van die kamer een man is. Op een keer gleed er rond middernacht een schaduw langs het bovenste raam — tenminste dat dacht je — en de manier waarop die bewoog had iets mannelijks. Er was een tijd dat je over hem lag te denken — Hoe kan hij nou in z’n eentje in zo’n oud, half kapot gebombardeerd huis wonen? Van wie komen die brieven? Waar gaan ze over? — want dat hielp je de meedogenloze uren voordat het dag werd door te komen. Maar vanmorgen is iemand anders weer bij je langs geweest, uit datzelfde licht vreemd genoeg, uit een onzichtbaar vertrek, uit een stad waar je de laatste dertien jaar hebt gewoond, maar die je nooit redenen heeft gegeven om je er thuis te voelen. Dat is ons allemaal weleens overkomen, dat ineens iemand in ons hoofd komt aanwaaien die we dachten vergeten te zijn of welbewust uit onze gedachten hadden verbannen. Maar vandaag zal blijken dat degene die rondwaart, weigert zich te laten verbannen, een emigrant is die hardnekkig probeert thuis te komen.”

 

Joseph O’Connor (Dublin, 20 september 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Ingrid Jonker, Owen Sheers, Cihan Acar

De Zuidafrikaanse dichteres en schrijfster Ingrid Jonker werd geboren op 19 september 1933 bij Komberley (Noord Kaap). Zie ook alle tags voor Ingrid Jonker op dit blog.

 

Jij hebt me bedrogen

Jij hebt me bedrogen Dollie
jij speelde vals spel
mijn hart o stekelbes  
zit droog in zijn vel

De predikant zegt ach nee
mijn ma zegt achwat gepraat
mijn oma denkt foei wereld
waar is onze toeverlaat

Maar Dollie geitje baby
dat jij me zo verstoot
al breng ik al m’n dagen
als kuikens voor je groot

Al geef ik jou mijn vijgen
blozend als morgendauw
jij was die nacht — o hartje!
een andere man zijn vrouw

Mijn bastaard en manke uil
janken veel en in koor
maar Dollie geitje baby
wij janken één woord aldoor

 

Graf
Aan Berta

Bij Gordonsbaai voor de duisternis
heeft ze kinderlijk gegist

waar de leliebloem kon zijn
die haar hart geneest van pijn.

Zoekende raken haar handen
aan het onkruid op de stranden

wordt haar iris zacht en blind
waait haar droom weg op de wind

hurkt ze roerloos vastgerankt
toegedekt door wier en zand.

 

Vertaald door Gerrit Komrij

 

HUSH NOW, THE DARKLING MAN

On the green footpath
of the horizon far
around the earth little one,
an old man trudges who wears
an open moon in his hair
Nightingale in his heart
jasmin plucked for his buttonhole
and a back bowed down by his years.
What’s he doing, mummy?

He calls the crickets
He calls the black
silence that sings
like the rushes, my sweet
and the stars which throb
knock-knock my love,
like the tiny little beetles
in their thin far ring.
What’s his name, mummy?

His name is Hush
His name is Sleep
Mister Forget
from the Land of Dream
His name is hush
he’s called, my sweet
Hush now, the darkling man
Mummy…

Hush now, the darkling man

 

Vertaald door Antjie Krog en André Brink

 

Ingrid Jonker (19 september 1933 – 19 juli 1965)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Onder de Superstition Mountains

‘Niets verbergt zich achter deze hekpaaltjes’
Eels, ‘Susan’s House’

De Mustang staat stil,
in het gras langs de kant van de weg,
absorbeert de warmte in zijn nepleren stoelen.

Ik zit achter het stuur terwijl de fotograaf slaapt,
lees Lowell over het huwelijk,
‘de monotone gemeenheid van zijn lust’

in een voorstad-stil straatje in Sun City West
waar alleen de ouderen mogen wonen
en de buren elkaars huizen in de gaten houden.

Een man in een trainingspak
neemt zijn zuurstoftanks mee voor een wandeling
en een enkele vogel raakt een pianodraad halverwege de vlucht,

de noot sterft weg zonder te vertellen
wat voor soort vogel het is,
laat een andere ruimte open tussen zintuig en weten.

De fotograaf op de passagiersstoel beweegt niet,
verdoofd door de hitte,
laat zijn onderlip hangen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Duitse schrijver Cihan Acar werd in 1986 in de buurt van Heilbronn geboren. Zie ook alle tags voor Cihan Acar op dit blog.

Uit: Hawaii

„Danach kam ein langer Monolog, dem ich nicht ganz folgen konnte, aber die Grundaussage war: Ich hatte alles falsch gemacht. Wenn ich nur etwas weniger falsch gemacht hätte, wäre ich jetzt berühmt und Multimillionär. Das hört man gern.
Mit einem schnellen Schluck leerte Osman amca sein Glas, legte den Arm auf meine Schultern und drehte mich Richtung Saal. »Schau dich genau um«, sagte er. Mit der Hand machte er einen weiten Bogen von links nach rechts. Ich sah mich genau um. Hochzeitsgäste beim Essen, mindestens dreihundert.
»Hier gehörst du hin«, sagte er. »Du bist einer von uns. Das mit dem Fußball mag vorbei sein, aber du hast dein ganzes Leben noch vor dir. Vergiss Fußball. Wenn du dich richtig anstellst, kannst du einer unserer Anführer werden. Wir brauchen junge Leute, die uns voranbringen. Du hast das Zeug dazu. Allein der Wille zählt, mein Junge.«
Ich hatte nur kurz hallo sagen wollen und jetzt hatte ich die Hauptrolle bei König der Löwen im Migrantenremix. So schnell geht das. Um das Thema zu beenden, sagte ich ihm, dass er recht hatte und dass ich darüber nachdenken würde.
Ein Kellner kam vorbei, Osman amca hielt ihn fest. Er bestellte etwas und machte eine Trinkbewegung, die als Frage an mich gedacht war. Ich zuckte mit den Schultern. Als der Kellner zurückkam, sah er sich ein paarmal um, reichte mir dann unter dem Tisch eine weiße Plastiktüte und
machte sich davon. Ich schaute kurz rein: zwei Dosen Jacky-Cola. Osman amca zwinkerte mir zu. So ist das auf solchen Festen: Die Alten schießen sich ab, und die Jungen müssen im Verborgenen sündigen.“

 

Cihan Acar (Nabij Heilbronn, 1986)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e september ook mijn blog van 19 september 2023 en ook mijn blog van 19 september 2021 en ook mijn blog van 19 september 2020 en eveneens mijn blog van 19 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Koen Stassijns, Owen Sheers

De Vlaamse dichter, schrijver en vertaller Koen Stassijns werd geboren op 18 september 1953 in Ninove. Zie ook alle tags voor Koen Stassijns op dit blog.

 

Opdracht

Zij is de beste dood, die van het zwijgen,
nog niet in. Taal hapert aan haar slaap.

Noem haar geen boom meer, zwaaiarm, twijgen
die ik van tussen het gestamel raap,

maar schrijf haar weg naar waar zij thuishoort,
in het leeggoed van een woord zoals voortaan.

Het touw wil uit haar vlees, en zeg het voort:
Ook taal brengt wat wij missen niet tot staan.

Zij is te moe van al dat reizen om haar heen,
dus trek de jas die zij ooit was maar uit,

ruim sneeuw, december wordt haar nieuwe huid.
Begraaf de woordbijl, leg hem onder steen.

Behandel haar met eerbied: niet. Ruim baan,
en weet: Wie stilstaat kan ook verdergaan.

 

Pars poëtica

1
Sla dit gedicht als een jas om je heen
en laat het wandelen, ik wil op de rug
van een meisje aan zee en terug
kunnen gaan. Naar de stad door een kluwen

van straten waar een plein over valt.
Daar middenin zon uitdagend staan
wuiven: kleed mij uit en kijk mij aan,
tijd heeft geen vat meer op mij, houd halt

en lees mij, doe mij aan. Want ik blijf
langer dan een rooksignaal in het oog
van de boodschapper leven. Zwijg

mij maar dood, ik sta pas neergeschreven
overeind, loop als een druppel door regen
over in zee, waar amper een meisje kan gaan.

2
Ik leg mij neer bij dit gedicht,
kijk waar zijn benen staan en hoe
die verder moeten groeien. Soms gaan ze
door de knieën onder het gewicht

van een belegen woord als dood
en daar ondoorgrondelijk in blijven
dromen. Soms hangen ze wat rond,
groen fruit terloops aan magere twijgen

opgeknoopt en vallen voor het rijpen.
Daar grijp ik in, en leg het vuur vast aan
hun schenen, snoei op het gevoel af, herbegin.

Omdat ik nog een zin zoek voor dat ene
volkomen gedicht dat enkel blijft staan
wanneer ik wankel in mijn benen.

 

Koen Stassijns (Ninove, 18 september 1953)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Thuiskomen

De omhelzing van mijn moeder is ongemakkelijk,
Alsof de ruimte tussen haar open armen
is gereserveerd voor een kind, niet voor dit lichaam van een man.
In de keuken kneedt ze het deeg,
draait het om en klopt het voordat zij het weer in de vorm legt.
De bloem zorgt voor een make-over, bestuift
De haren op haar wang, strijkt rimpels glad.

Papa dompelt zichzelf nog altijd onder in de regen.
Tot aan zijn ellebogen in de heg werkt hij
aan een gat dat elke winter weer verschijnt,
de randen zijn doorregen met natte wol –
bevroren adem blijft hangen aan de sleedoorn.
Als hij weer binnenkomt is zijn haar wild,
en zijn zijn zakken gevuld met hooivijlsel.

Als iedereen zit schenkt mijn grootvader de wijn in.
Zijn onvaste hand laat de hals van de fles
trillen op de rand van elk glas;
het is een deuntje dat hij elk jaar sneller speelt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

Xavier Roelens, Owen Sheers

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

Stormen, olievlekken, motetten

presley zong al hoe we wouden bepotelen, elk om de beurt,
we houden ons hoofd boven het oestrogeenrijke water.
en dylan zong al hoe we huilen en vrijen als een zeekoe
en als het ergens tussen rio en parijs niet anders kan,
verwijderen we elkaars blinde darm, desnoods met de tanden.
de beatles zongen al hoe we zullen dansen op krukken
en beck zong al hoe we liefde als zonlicht op ons door
kanker uitgedunde haar willen voelen, we houden adem in
wanneer we duiken naar omega-3-vetzuren op de zeebodem.
radiohead zong al hoe we vissen zijn die praten over wormen.
vandaag staan we rechtop, doorweekt en zingen we samen
met lou reed hoe we elkaars warmteregelaars besnuffelden.
hoe we niet meer hengelen. oogsten wat we zaaien.

 

Coda

     ze lepelt regenwater uit zijn hoofd, neemt hem
bij de polsen en voorkomt dat hij de trein opstapt;
vies wordt het perron.

dat hij zijn hersens blootgeeft, doet de omstanders
om de stationschef roepen. spikkels en stofjes
blijven
in de brij van zijn verstand kleven en hoe meer zij
  oogcontact probeert te maken, hoe meer haar nagels
spreken,
hoe meer hij rondkijkt op zoek naar iemand met
  blauwe sokken die hem de oplossing moet vertellen.
geroezemoes stijgt, de zon komt van achter
wolken, eerst op zijn linker- en dan op zijn
     rechterhersenhelft. hij droogt langzaam uit en
lekt en zij denkt dat hij om haar, dat hij naar haar
beeld zichzelf zal willen zijn.

 

1939

WE DACHTEN DAT DE KATTEN aan het aftrekken waren. we
dachten dat tom tot de achterhoede behoorde toen hij aan onze deur
klopte en om een boterham vroeg. wij zaten in het hol achter aan de
tuin dat vader gegraven had. moeders snuit ging piepen. ze
luisterde naar het verhaal van zijn negen levens en vier kittens in
zijn thuisland en gaf hem een boterham met strontjes.

      we dachten dat de katten druipstaartend afgetrokken wa-ren, maar
daar hoorden we de deur uit zijn hengsels gelicht worden. nog voor er
vijf siberische boskatten in onze tuin ston-den, was vader al
weggetrippeld; vader kon zich niet meer op het juiste verleden
beroepen. ze hebben dan maar in ruil moeder die hoogzwanger­
was, gearrangeerd.

      we dachten dat katten zich richtten op waarlijk universele en
transcendentale doelen, bedachten niet dat zakendoen met de
geschiedenis veel misdaden vergoelijkt. moeder beviel van een zus
met een hoek af. gelukkig heeft ze maar zes maanden moeten leven.

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Zwaluwen

De zwaluwen zijn weer cursief,
snijden hun sky-jive
tussen de telefoondraden
vliegend in gekruiste lijnen.

Hun jaarlijkse regeneratie
zo onberispelijk voor menselijke ogen
dat er geen naad is
tussen ouder en kind.

Slechts altijd de zwaluwen
en hun script van afstammelingen,
die in hun inkt dippen om hun handtekening te zetten
dwars over de pagina van de hemel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Equation

He told me how, after soft afternoons
teaching logarithms and waving away
the blackboard’s hieroglyphics with a damp cloth
he’d return home to the sweet methane of the chicken sheds.

How he’d change from his suit into overalls
and how he dug his hand deep into the bucket
to draw out a leaking fist, which he opened,
a sail of grain unfurling to the birds beneath.

And how later that same hand would flatten
to find a way through the dark
under the sleeping weight of a hen, to bring out,
like a magician whose tricks are just the way of things,

one egg, warm and bald in his brown palm

 

Night Windows

That night we turned some of them off
but left the hall bulb bright,
sending one bar of light into the living room,
so we could see.

Which of course meant they could too —
us impressionist through the thin white drapes
as you lowered yourself to me,
the curves of a distant landscape

opening across your pelvis,
your body slick and valleyed
in the August heat
and your back arching like a bow

drawn by an invisible tendon
strung from the top of your head
to the end of your toes,
loading you with our meeting.

The night windows opposite performed
their Morse codes,
side-swipes of curtains,
until eventually every one of them went dark

and the only light left was a siren’s,
sending its blue strobe across the rooftops
like lightning in the corner of my eyes,
somewhere far away yet near,

as with a sigh you rose from me
and walked into the lit hallway,
trailing the dress of your shadow behind you.

 

Skirrid Fawr

Net als de boeren die ooit een handvol aarde
kwamen scheppen van haar heilige litteken,

zo voel me nog steeds tot haar aangetrokken voor de antwoorden
op elke vraag die ik nooit heb gekend.

Tot het oordeel van haar hellingen,
de stompe wind die langs haar schoft waait,

tot de gespleten visie die ze onthult
bij elke stap langs haar gebroken ruggengraat.

Deze rand van haar gespleten gehemelte,
deels heuvel, deels veld,

uit een lage mist oprijzend, een eenzame schuit,
op drift door Wales.

Haar oost-westflanken, één donker, één zonovergoten,
haar landstaal van grenzen.

Haar gewicht, de onuitgesproken woorden
van een ongeletterde tong.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Koen Stassijns, Owen Sheers

De Vlaamse dichter, schrijver en vertaller Koen Stassijns werd geboren op 18 september 1953 in Ninove. Zie ook alle tags voor Koen Stassijns op dit blog.

 

De werkster

Moeder, aanrecht en dweil
zoals zij door de kamers dwaalt
van het belommerd huis de gang
doorkruist en mompelend de ramen aait.

Zij spreekt de kasten dierbaar aan
of zij hun sleutel goed bewaren
en van elke lade het geheim dat
zij ooit dierbaar samen waren.

Zij boent haar angst voor slechte
tijden met het bergkristal en
zilver op, en veegt de vloer aan
met de twijfel dat wie eenmaal
liefheeft meermaals achterblijft.

Wie haar niet kent zal zwijgen
en haalt het stof onder de nagels weg
vóór hij haar aanraakt met het hard
verwijt dat zij slechts aanrecht was
en dweil. Terwijl zij veeleer aaide.

 

De krant

Het sneeuwt. Op het plein worden de sporen
gewist. De man zoekt in zijn krant wat hij mist,
wat hem stoort, boven het hoofd hangt en wie
zich vergist. De vrouw slaapt, wordt niet gehoord.

De torenklok, op de tijd achteruit, slaat geloofd
zij de heer om zich heen en de huizen rollen
als egels op elkaar in. Een schoorsteen hoest,
werpt een koord, sputtert tegen. Het dorp dooft.

Nog steeds zet de man geen voet aan de trede,
hij volhardt in de krant die hij vreest. Nog steeds
dat litteken tussen de kaken, niets dat geneest.

Nog steeds geen krakende trap naar beneden.
De vrouw slaapt, de man ontleedt het weerbericht.

Hij vindt haar, boven een plas, ijs op het gezicht.

 

Dit huis

Laat hier geen twijfel over bestaan, dit huis
zal bouwval worden met de grond gelijk
ook dit gedicht. Omdat ik stenen met een zin
en met cement elk voegwoord vergelijk,

de gangen met mezelf en daar dan in
verdwalen. Ramen, trappen, deuren, in en uit
van kinderen die bij hun moeders blijven
zwijgen, in de tuin een schrikbewind van kruid.

Geef dit huis geen uitstel meer,
het denkt zo lang al aan een landschap
toe te horen dat hij blijven zal. Ik keer

terug tot een boom, in de aarde, meet omvang
van woorden aan restwarmte af en beken dat
ik nog droom van een gedicht. Pijnbanken lang.

 

Koen Stassijns (Ninove, 18 september 1953)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De visboer

Dit is dus het tijdperk van de visboer, niet van de visser –
zijn pet schuin als die van een sergeant, wankel op zijn gewatteerde hoofd
terwijl hij duikers schat en hun bewegingen meet.

Hij grijpt net zo gemakkelijk naar een karper als jij of ik
onze hand in een emmer appels zouden dompelen,
tast naar de vis, zijn ingegroeide nagel doet pijn in het zoute water,

en tilt hem eruit, vol begrip, zoals alleen hij dat kan.
de folieschijf van het zilveren oog. het gewicht van het mes,
de motorslag van zijn hart. fijn afgestemd op deze wrede vriendelijkheid!

Vol begrip, zoals alleen hij dat kan, de plek tussen de knokkels
waar een nagel zou kunnen binnendringen als door boter,
hoe vlees te snijden zoals anderen selderij snijden.

hoe hij zijn toespraak zou inkorten zoals hij dat bij mannen zou doen
ware hij gewond geraakt en gedwongen om te vechten.
Maar zoals bij een door de bliksem getroffen boom, is er geen genezende bast

rond zijn getroffen hart en het hout in het midden van de stam
pulseert en snakt naar groei als een vis
die vecht voor zijn laatste adem, alsof hij in de lucht hapt naar water.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

Xavier Roelens, Owen Sheers

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

Uit: Stormen olievlekken motetten

iii
wat de zee opwerpt is wat we oprapen voor onze uitzet:
een bloempot, een breezer, een gloeilamp, een tetrabrik
met frambozensmaak, een plastic zak, een fles ketchup,
een ijzersponsje, brandhout in cellofaan, een schroefdop,
een jerrycan, bekers, een vuilniszak om alles te bewaren
en voor ‘s middags wier op een bedje van tamponhoesjes

wat de zee verzwijgt op zolder ingeduffeld tot wandaad
rusten onze slapen tegen elkaar in een afzetgebied
nemen onze lusten een onzichtbare hand te grazen
geen koehandel geen doelgroep zijn wij
wij schitteren in knulligheid leren we van ruis
te houden vandaag zijn wij twee dolfijnen

de sneeuw die we smelten op ons dak
sijpelt aan de voordeur tot ijs

ii

uit de trevifontein stijgt stank van muntstukken;
een in flarden aan elkaar genaaide profeet wenst dat geen vreemde mogendheid
zijn geboorteland binnenvalt deze zomer;
zijn geluiden absorberen permanent metalen zoals lood, koper en aluminium;
het neusje van de zalm dat de vent is, huilt dat het nog goed komt tussen hem en
haar;
hij bevochtigt wat plooibaar aan hem is: oksel, binnenelleboog, binnen elleboog,
halsputje, oogholte, binnenelleboog, oksel, halsputje;
hij vermindert chloor en kalk voor een heerlijke, natuurlijke smaak,
puur en helder gefilterd;
het 5 km lange droomstrand met zijn exotische palmbomen doet
zich als absoluut highlight kennen en biedt optimale omstandigheden voor
ultimatief badplezier;
we zijn allemaal toeristen bij zijn welzijn;
een hand, losgeslagen van haar alledaagse, functionele context, op zoek naar
het vergetene, het afwezige, het anders onzichtbare, het sociaal plooibare;
Onder plaatselijke verdoving wordt de zwelling geopend en de aanwas
verwijderd, waarna pijn en zwelling snel afnemen;
Door de tropische warmte gaan de poriën wijd openstaan;
zij ligt met haar ene been uit de bank na te hijgen van de opgedane indrukken;

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De zingende mannen

Het zijn de zingende mannen. Elke stad heeft ze,
zingend voor hun avondeten of gewoon voor de lol.

Hoeken en open deuren zijn goede plaatsen om ze aan te treffen,
aan de randen van de dingen, neuriënd, neuriënd.

Of uit volle borst zingend om de maan op te slokken,
de pezen in hun nek maken valleien in hun stoppels

en de liedjes uit het geheugen,
uit een tijd dat ze niet slechts de zingende mannen waren,

maar levens hadden waarin ze, als ze geluk hadden, een beetje muziek
persten, tussen de geliefden, de kinderen, de vrouwen door.

Maar nu zijn het alleen nog de liedjes die overblijven
om ze geketend te houden aan de aarde,

’s werelds grootste groep, die liefdesballaden op de veerboot van Staten Island meeneemt,
slavenliedjes in New Jersey, folk in Moskou, blues in Leeds

en natuurlijk hier, aan de rand van de metro,
opera zingend op de trappen van Balham-station,

de solo’s weergalmend tot aan de controlepoortjes van de Greyhound haltes
en perfect gekleed— een gouden blikje Extra,

de baard over zijn kin gekrabbeld, vuil als nerven in het hout,
terwijl hij daar zit, benen gespreid, en de forenzen welkom heet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers, Joseph O’Connor

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Last Act

Don’t be surprised it has taken so long
to show you these:
the gaps like missing teeth
in the face of my speech,
the silent mouthing 0,
the stuck record of my tongue
and the countdown through the page
to the zero of the word
failing to catch. Because
isn’t this always the last act?
The drawing back of the curtain
to show the parts we’ve played.
The previous scenes stacked in the wings
and at the centre, under the spotlight,
the actor, bowing as himself
for the first time all night.

 

Marking Time

That mark upon your back is finally fading
in the way our memory will,
of that night our lust wouldn’t wait for bed
so laid us out upon the floor instead
where we worked up that scar —
two tattered flags flying from your spine’s mast,
a brand-burn secret in the small of your back.

I trace them now and feel the disturbance again.
The still waters of your skin broken, the volte engaging
as we make our marks like lovers who carve trees,
the equation of their names equalled by an arrow
that buckles under time but never leaves,
and so though changed, under the bark, the skin,
the loving scar remains.

 

The Singing Men

They are the singing men. Every city has them,
singing for their supper or just for the hell of it.

Corners and doorways are good places to find them,
on the edges of things, humming, humming.

Or full-throated, singing to swallow the moon,
the tendons in their necks making valleys in their stubble

and the songs from memory,
from a time when they weren’t just the singing men

but had lives, in which, if they were lucky, they’d squeeze
a little music in, between the lovers, the kids, the wives.

But now it’s just the songs that are left
to keep them threaded to the earth,

the world’s greatest group, toting love ballads on the Staten Island ferry,
slave songs in New Jersey, folk in Moscow, blues in Leeds

and of course here, on the edge of the underground,
singing opera on the steps of Balham tube,

his solos resounding down to the ticket barriers’ greyhound stalls
and his costume perfect — one gold can of Extra,

beard scribbled over his chin, dirt like grain in the wood,
as he sits there, legs open, welcoming the commuters home.

 

Bomen

Je zegt me dat je een eik hebt geplant
In het midden van het bovenste veld.

Als ik vraag hoe lang het duurt voordat
hij zal zijn uitgegroeid, knik je met je hoofd

en zegt ‘wel even’
en ik besef dat ik dat had kunnen weten.

Je plantte tenslotte bomen voor onze aankomsten,
één voor elk van ons in het noorden, zuiden en westen van het huis,

en nu heb je deze geplant —
een vingerdikke jonge boom, door de wind in een lange boog getrokken,

geladen met de belofte van wat hij zal worden,
afgetekend tegen een rood wordende lucht

die de ondergang of opkomst van een zon zou kunnen zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.

Uit: De verkoper (Vertaald door Aad van der Mijn)

“Proloog. Glen Bolcain Dalkey Avenue November 1994.

Lieveling, als ik in mijn dagboek die laatste, vreselijke maanden van vorig jaar opsla, lees ik weer dat ik Donal Quinn voor het eerst heb gezien op die ochtend in oktober in zaal 29 van de Four Courts, waar het stonk naar schimmel en oude, stoffige, in leer gebonden boeken. Ik was verbaasd toen hij binnenkwam. Ik had waarschijnlijk verwacht dat iedereen toch minstens stil zou worden en op zou kijken op het moment dat de drie bewakers hem de zaal in brachten en naar de beklaagdenbank leidden; maar zo was het niet, er werd gewoon doorgepraat. De gerechtsbeambten en de advocaten gingen verder met het uitwisselen van paperassen en dikke mappen, de eerstaanwezende advocaat verboog met zijn tanden al grinnikend een paperclip, de agenten in de zaal lachten zachtjes, knikten of liepen drukdoende en gewichtig heen en weer alsof zij door een belangrijk persoon opgemerkt wilden worden. Daar kwam hij, brutaal haast en met een houding alsof de hele zaak van hem was, terwijl de potige mannen in donkere uniformen meer een vorstelijk gevolg dan een stel gevangenbewaarders leken. De eerwaarde Seánie legde zijn vingertoppen op de bovenkant van mijn pols en zei dat ik moest proberen kalm te blijven. Het eerste wat me geloof ik aan hem opviel toen hij de treden van de beklaagdenbank op liep, was dat hij zo klein was. Hij had tengere handen en bevallige voetjes. Hij bewoog snel en schoksgewijs, als een schuw wintervogeltje. Hij droeg een blauwe das met een vaag zwart-wit ruitjesmotie zo’n pak uit een winkelketen dat er in de etalage mooi uitziet,  maar dat bij daglicht goedkoop, kleurloos en slobberig blijkt te zijn, en verder een paar versleten sportschoenen, wat mij onder deze omstandigheden een beetje vreemd voorkwam. Hij had bakkebaarden. Zijn armen waren kort en dik. Hij had iets weerzinwekkend efficiënts over zich. Hij had zo voor een bokser kunnen doorgaan. Zijn haar was veel lichter van kleur dan het op de krantenfoto’s leek: rossig, slecht geknipt in een ouderwets bloempotmodel en al wat dun op de kruin. Het leek of hij het zelf had geknipt. Hij reageerde nauwelijks toen de drie andere beklaagden werden binnengebracht en naast hem in de beklaagdenbank werden gezet. Ik heb hem geen moment naar de juryleden — acht mannen en vier vrouwen — zien kijken. Hij zat er verveeld bij, met afhangende schouders en zijn hoofd een beetje schuin, de lusteloosheid in persoon. Het had bijna een hele week onafgebroken geregend, maar toch was het warm voor oktober. In de rechtszaal hing een benauwde, bedompte lucht, het leek een plek die in feite al niet meer van deze wereld was. De gezette gerechtssecretaris zat achter zijn lessenaar voor de rechter hevig te zweten, en ik kreeg de stellige indruk dat de gerechtsdienaren bij de zijdeur gewoon zaten te slapen. Ik herinner me dat een van de advocaten aan de rechter vroeg of er iets gedaan kon worden aan wat zij de atmosfeer in de rechtszaal noemde en de rechter begreep niet meteen wat zij bedoelde.

 

Joseph O’Connor (Dublin, 20 september 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Michael Deak, Owen Sheers

De Nederlandse dichter, journalist en docent Michael Deak (pseudoniem van Simon Kapteijn) werd geboren op 18 september 1920 in Alkmaar.  Zie ook alle tags voor Michael Deak op dit blog.

 

Vraag om antwoord

Als je dit leest – in het geheim wellicht,
want liefdes rijkste is zonder rijk gebleven –
moet je maar denken dat dit klein gedicht
alleen voor jou vanavond is geschreven.

En sidderen straks je spiegelborsten even,
op vingertoppen uit hun kleed gelicht,
dan is ’t van zonden, allereerst bedreven,
die je mij schenken zou om dit gedicht.

Ik wil wel weten wat een lied aanricht
in ’t meisjeshart met zijn verborgen leven,
en waar de brand woedt die ik heb gesticht.

Schrijf mij vannacht een brief van geen gewicht,
wat woorden die op de avondwind aandreven:
een billet doux dat ons tot niets verplicht.

 

Odysseus

Odysseus op de rede van een bed
en zonder zeil en zonder z’n gezellen,
met enkel avonturen te vertellen
en door de ziekte Circe zeer besmet.

De nacht is een zwart venster met één ster
en ’t eiland is zo ver en onbevaren
en elke droom bedrog die doortocht ware
en elke dag de dag van maanden her.

Soms spoelen hoge meisjesstemmen aan
die in het voorjaar zijn op drift geraakt –
dan gaat de wind geruisloos over zee.

En helder treedt in een kristallen traan
die van heur haren het hecht vlechtwerk slaakt,
eeuwig en eenzaam als Penelope.

 

Lorelei

…………………voor Li

Lilorelei, brocaten siergewaden
benijden het geheimere batist:
uw heupvaas stemt een streelhand tot verraden,
jaloerser hand tot zijn batisten list,

strelenderwijs, o hand op heterdaden,
die wil onder brocaat zijn uitgewist
om met een vingerlid het rag te raden
waarin de spin over het spel beslist.

Lilorelei, ik zie wat gij niet ziet:
de vijver en de vis erin geschapen
en man en muis en wier en waterkant.

Elkander is een land zonder verschiet
als heup en hand niet meer onenig slapen
zó weelderig en warm en clairvoyant.

 

Michael Deak (18 september 1920 – 5 september 2016)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Kielwater

Hij kijkt me recht in de ogen,
negentig jaar oud,
dubbelgevouwen in zijn favoriete stoel,

en zegt dat hij dit niet wil,
zichzelf te zien sterven, de dokter verder
te zien peilen naar de diepte van zijn gehavende longen.

Hij, die zelf zoveel jaren de borst
van anderen tegen het licht heeft gehouden
om de stormen te voorspellen die zich daar verzamelden,

de rukwinden en depressies
die de twee bleke oceanen vervuilden,
stijgend en dalend in de romp van de ribbenkast.

Hier is dan de oude vloek
van te veel kennis, drijfhout
verzameld langs de kust van een eeuw.

Hij nestelt zich in de stoel
en ik zeg wat ik wil, maar mijn woorden zijn gesproken
tegen een kustwind in lang nadat het schip is weggevaren.

Later brengt hij me naar de deur
en terwijl hij in de opening staat om me uit te zwaaien
weten we allebei dat er al een overlijden is geweest,

een dat kielwater heeft achtergelaten als van een groot schip,
dat de zee kilometers aan weerszijden verstoort,
maar dat het water direct achter zijn achtersteven achterlaat,

vreemd tot bedaren gekomen, gekeerd, vers,
en hoe dan ook nieuw,
als de eerste zee die er ooit was

of er ooit zal zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.