Ilja Leonard Pfeijffer, Sascha Kokot

De Nederlandse dichter en schrijver Ilja Leonard Pfeijffer werd geboren op 17 janauari 1968 in Rijswijk. Zie ook alle tags voor Ilja Leonard Pfeijffer op dit blog.

Uit: Alkibiades

“Ik heb reden om te geloven dat mijn bestaan als zodanig in bepaalde kringen een probleem is gaan vormen en een moordenaar is in deze tijden niet moeilijk te vinden. Maar nog erger dan beticht te worden van lichthartigheid, waarmee ik mijn eigen leven in gevaar breng, zou het zijn om beschuldigd te worden van lafheid en ik vraag jullie het te willen zien als een teken van mijn oprechtheid als ik jullie zeg dat ik mij in het land van Phrygië bevind. Ik heb in afwachting van de beslissende fase in de uitvoering van mijn plan voorlopig mijn intrek genomen in een onbeduidend stadje dat in het Grieks de naam Melissa draagt en ik beschouw het als een goed voorteken dat die naam verwijst naar bijen, die, zoals de oude verhalen beweren, dichters honing in de mond leggen om hun woorden zoetgevooisd te maken. Hoewel ik geen dichter ben en hoewel het verre van mij staat te willen verleiden met zoete woorden, kan ik, mede gezien het feit dat ik vaardiger ben met het zwaard dan met de rietstengel, de hulp van de bijen goed gebruiken om de opgave die ik mijzelf heb gesteld tot een goed einde te brengen en voor eens en voor altijd definitief en naar waarheid op schrift te stellen welke overwegingen, besluiten en ontwikkelingen mij hier hebben gebracht in het holst van het Perzische Rijk en verder weg van Athene dan een Atheens hart verdragen kan.
Melissa ligt niet ver ten noorden van de trotse stad Kelainai, die is gebouwd rond de heilige, met riet omzoomde bron van de rivier de Maiandros, die tussen Priene en Myous uitmondt in de Golf van Ikaros, tegenover de Ionische stad Milete, die slechts tien stadia van de riviermond is verwijderd. Kelainai is een van de belangrijkste pleisterplaatsen aan de Perzische Koningsweg, waarlangs de legers van Xerxes marcheerden om Hellas binnen te vallen. Na de nederlaag bij Salamis heeft Xerxes aan de voet van de bovenstad van Kelainai een paleis laten bouwen. Kyros heeft dat paleis onlangs uitgebreid en omzoomd met een park vol wilde dieren, geïmporteerd uit Azië en Afrika en daar losgelaten voor de jacht, dat hij zijn paradijs noemt. Wanneer de tijd rijp is, zal ik op voorspraak van de Phrygische satraap Pharnabazos, de zoon van Pharnakes, door de poorten van Kelainai gaan om de grote koning, koning der koningen, Artaxerxes, de zoon van Dareios, de zoon van Artaxerxes, de zoon van Xerxes, de zoon van Dareios, de zoon van Hystaspes, de Achaimenide, eindelijk te ontmoeten.
Daar bij de bron van de Maiandros vond het duel plaats tussen de god Apollo en de satyr Marsyas. Ik heb de enige man die mij met schaamte kan vervullen wel eens met Marsyas vergeleken.”

 


Ilja Leonard Pfeijffer (Rijswijk, 17 janauari 1968)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

de winter weeft ijverig een ijzige doek
tussen mijn raamkozijnen geen handbreedte
voor het temperatuurverloop is de verf
al sinds de vorige huurder nauwelijks genoeg vanaf
de weg sijpelt het asgerommel zonder
de kou van deze dagen was ik liever een
behaard dier op de sporen in het park vlak boven
het dek tussen alle sneeuwpoppen
de gele terreingrenzen van jonge gezinnen de
takken van voorgaande jaren val ik nog altijd
aan jouw gefluit ten prooi ver weg blijf je alleen
van mij

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e januari ook mijn blog van 17 januari 2019, mijn blog van 17 januari 2017 en ook mijn blog van 17 januari 2016 deel 1 en deel 2 en eveneens deel 3.

Antoine Wauters, Sascha Kokot

De Belgische dichter en schrijver Antoine Wauters werd op 15 januari 1981 geboren in Luik. Zie ook alle tags voor Antoine Wauters op dit blog.

Uit: Mahmoed of het wassende water (Vertaald door Katelijne De Vuyst)

Helemaal beneden de minaret van de grote moskee.
Ik cirkel eromheen.
Het is zo mooi!
Vissen.
Andere algen, gezwollen als het haar van de doden.
De groengouden lichtbaan van mijn zaklamp.
En hoger, als een insectenvleugel in de wind,
mijn sloepje dat schommelt, mijn houten barquette.
Zonder de zon te vergeten, die me, zelfs hier, blijft
achtervolgen.
Mijn moedervlek doet zeer, maar hier
vermoeien de dingen me niet meer.
Ik voel me goed.
Het is geen fysieke afstand. Het is de tijd.
10
Ik bereik wat verloren ging.
Ik bereik de verloren tijd.
Op het terras van café Farah zoek ik naar een vrije tafel,
maar vind alleen vissen, hele scholen.
Ze staren me even aan, voor ze verzwinden.
Ik zwem terug naar de sloep.
Ik red een vlinder.
Alles is er nog.
Ik haal adem.
Sommige dagen heb ik de kracht niet
om te duiken.
De wind van de spijt waait te hard en zittend met mijn rug
naar de gevechten denk ik aan mijn jaren in de gevangenis,
en begrijp mijn kinderen, die de wapens hebben opgenomen
en ten strijde zijn getrokken.
Even ben ik van plan ook te gaan vechten.
Ik neem het me voor.
Ik bloos ervan.
Daarna begrijp ik dat er geen vijanden meer zijn.

 


Antoine Wauters (Luik, 15 januari 1981)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

ook als de vrouw al lang weg is
klinkt nog steeds het avondprogramma
het heeft zich veel te luid ingebrand
en sijpelt door het plafond op ons neer
waar we in onszelf naar de slaap grijpen
de dagen uit onze vacht strijken
kunnen we ze nog heel lang volgen
de reportages, studio’s en moordenaars
voordat ze na middernacht van de stroom
worden afgesneden en wij achterblijven
in onze nachtelijke onrust die langzaam
ontwaakt in oude stilte

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e januari ook mijn blog van 15 januari 2019 en ook  mijn blog van 15 januari 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

J. Bernlef, Sascha Kokot

De Nederlandse schrijver en dichter J. Bernlef werd geboren op 14 januari 1937 in Sint Pancras. Zie ook alle tags voor J. Bernlef op dit blog.

 

Bekoorlijk

tenminste voor mij
is te zien hoe of iemand struikelt
zich vergist na hard hollen de
tram mist of iets anders

misschien omdat syncopen eigenlijk
lege plekken zijn tussen de maat
en wat er op straat gebeurt

een soort van onhandig gescharrel
dat de melodie vacant laat
dat die melodie dus wel vaststaat
maar de maat even niet nu

 

Het laatste rechte eind

het evenwicht
ligt achterin de nekwervels
gestrekt voor
het laatste rechte eind-subtiel

verankerd aan iemand die
eenmaal op de grond
licht en onooglijk lijkt: de jockey
kompasnaald

nerveus-attent verschuift
zijn dunne strakgespannen billen
winnen is belangrijk
snelheid gegeven balans alles

ieder paard raakt wel
eens uit cadans
de jockey voelt dat aan
en corrigeert met zijn gewicht

’t valt niet te leren
een paard praat weinig
heeft een goed geheugen
en een hekel aan straf

wat is het dan? intuïtie?
het vermogen iemands fouten
te voorzien voordat zij
fouten…

de grens tussen paard
en berijder
vervlogen in hun bijna
onbeteugelde stijl

 

Schittering

Verlegen maakt iemand
op zijn mooist, siert hem
van binnen

Verstrikt in aarzelingen
houdt hij het schichtig
voor gezien

Trilt hij van twijfel of
is het inspanning zijn
hand niet te laten vangen
door gebaar, zijn mond door woord?

Door afwezigheid
schittert hij even

Dan kiest hij opnieuw zijn naam
en stelt zich handenschuddend voor.

 


J. Bernlef (14 januari 1937 – 29 oktober 2012)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

ik hoor de storm aan de stad rukken

ik hoor de storm aan de stad rukken
zich op het balkon hiertegenover kaal en helder afstemmen
kuilen en straten bedekken onder een grijze grinddeken
in de laatste lichtkegel trekt hij blindelings zijn kringen
daarachter verstoppen dieren zich om in te dommelen
je kijkt uit naar dit braakland
tussen scheuren en roest zoek je naar sporen
ze drijven met je onder de binnenplaats rond
duwen je verder weg van het taalstruikgewas
dat je met mij als op bezoek hebt gedeeld
daar koelen nog woorden af losjes verspreid
naast je naam voor mij volkomen onleesbaar

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e januari ook mijn blog van 14 januari 2019 en eveneens mijn blog van 14 januari 2018 deel 2.

Peter Stamm, Sascha Kokot

De Zwitserse schrijver Peter Stamm werd geboren op 18 januari 1963 in Weinfelden. Zie ook alle tags voor Peter Stamm op dit blog.

Uit: In einer dunkelblauen Stunde

„Ich weiß nicht, wie viel Zeit mir bleibt, sagt Wechsler, aber wer weiß das schon? Es gab Momente, in denen mir das Ende näher schien als jetzt. Er steht am Ufer der Seine, der Himmel ist bedeckt, ein paar Tauben fliegen vorüber. Wechsler macht eine unbestimmte Handbewegung, als wolle er den Ge-danken verscheuchen. Im Hintergrund ist ein Touristenschiff zu sehen, das mit überraschend hoher Geschwindigkeit vorüberfährt. Wechsler dreht sich von der Kamera weg, schaut auf den Fluss, zuckt mit den Schultern. Damit könnten wir doch anfangen. Das war, nachdem er uns von jenem Unfall in den Bergen erzählt hat, nicht wahr?, sagt Tom. Er sitzt auf dem Bett und liest etwas. Was liest du da? Es war kein Unfall. Nur beinah. Für Wechsler war das ein Schlüsselmoment. Sollen wir mit ihm in die Berge fahren und filmen, wie er da herumstolpert und sich erinnert? Wenn er überhaupt kommt. Die Geschichte haben wir doch schon. Thomas. Seit kurzem will er, dass ich ihn Thomas nenne. Warum will jemand, der vier-zig Jahre lang Tom gewesen ist, plötzlich Thomas sein? Ich springe zurück. Es wäre schön, wenn wir die Aufnahme in den Bergen machen könnten, sagt Tom. Berge sind immer schön. Paris, das Dorf, die Berge. Vermutlich wird die Geschichte mit jedem Mal erzählen etwas dramatischer. Was liest du da? Den Hotelprospekt. Eine kleine Entdeckungsreise durch unser Hotel, umgeben von einer abwechslungsreichen Landschaft in einem verträumten Weinbauerndorf Eine hochstehende Gastronomielandschaft, die für jeden Gaumen etwas Passendes bereithält. Bei uns lassen sich Arbeit und Vergnügen bestens verbinden. Nichtraucherzimmer, freier Internetzugang, ein Eldorado für jeden Geschäftsmann. Und für die Geschäftsfrau? Da ist es. Ich schalte auf normale Geschwindigkeit. … hatte mich im Weg geirrt, sagt Wechsler, aber statt zurückzugehen … ich habe es immer gehasst, Wege zurückzugehen. Das Gelände wurde steiler und steiler, alles rutschte, es kam mir vor, als sei die ganze Welt in Bewegung, nichts mehr fest. Und dann waren da plötzlich Felsen. Da habe ich gedacht, jetzt … dass ich sterblich bin, wurde mir da erst so richtig … habe ich da erst begriffen. Er hat die unangenehme Angewohnheit, Sätze nicht zu Ende zu sprechen. Man weiß zwar, was er meint, aber er sagt es nicht. Wir können keinen Film aus lauter angefangenen Sätzen machen. Ich drücke auf schnellen Vorlauf. … wer weiß das schon, sagt Wechsler. Es gab Momente, in denen mir das Ende näher schien als jetzt. Wir könnten das auch ganz an den Schluss nehmen, sagt Tom. Quasi als Ausblick. Der Film ist zu Ende, aber das Leben geht weiter. Und dann verschwindet er in den Sonnenuntergang, da an dem kleinen See.“

 

Peter Stamm (Weinfelden, 18 januari 1963)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

het beddengoed blijft liggen

het beddengoed blijft liggen
voor een paar dagen
als een gevederde afdruk
van mijn beweging in deze
ruzie twee meter boven
de grond blijft het smeulen
woelen de kinderen de jouwe
en de mijne daarin rond
spelen burcht of grot
zo dik gewatteerd doet hun
niets pijn liggen ze niet
gewond op dit slagveld

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e januari ook mijn blog van 18 januari 2019 en ook mijn blog van 18 januari 2015 deel 2 en ook deel 3.

Antoine Wauters, Sascha Kokot

De Belgische dichter en schrijver Antoine Wauters werd op 15 januari 1981 geboren in Luik. Zie ook alle tags voor Antoine Wauters op dit blog.

Uit: Mahmoed of het wassende water (Vertaald door Katelijne De Vuyst)

Dode algen.
Ik negeer ze.
Ik wil niets zien van de nacht.
Alles is troebel geel en groen op deze grote diepte.
Het water hoe langer hoe kouder.
Zuiverder.
Als ik mijn lamp uitdeed, zou het donker zijn,
en behalve de luchtbellen die ik spaarzaam
loslaat en het plankton dat me omhult,
zou er niets zijn.
Ik duik dieper.
Hier aangekomen in de afdaling denk ik aan jou in
ons bed, roerloos wellicht, of onder de pruimenboom,
terwijl je de Russische dichters leest van wie je zo houdt.
Majakovski.
Achmatova.
Telkens als je Russische dichters leest, is je hart
een lichtende struik.
Maar ik kan je niet meer zeggen dat ik van je hou.
We hebben Beiroet en Damascus gekend, Parijs, waar
mijn gedichten ons in de zomer van 87 naartoe hebben gebracht.
We hebben zovele malen van elkaar genoten,
samengeleefd zonder dat onze liefde ooit opdroogde,
we hebben angst, honger, eenzaamheid gekend, en nu, nu
ik tegen je praat, ben ik gebroken, Sarah, afgesneden van
mijn eigen leven.
Ik kan het niet meer, klaar!
Als je een kind hebt verloren, of verschillende kinderen,
of een broer, of wie ook die waanzinnig veel voor je
betekende, kun je geen lichtende
struik meer hebben in je hart. Je kunt alleen nog
een belachelijk stukje vreugde hebben. Een nietige strohalm.
En je voelt je zoals ik al die lange tijd:
afgesneden.
Gesloopt.
Ik blijf trappen, soepel, steeds soepeler,
om het water niet te verwonden.
Verwond het niet, oude Almasji.

 

Antoine Wauters (Luik, 15 januari 1981)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

zodra de stad tot rust gekomen is
kan ik de dieren nog horen
hun ingetogen roepen en klauwen
oude zwerfpaden langssnellen
waar het afval blijft vastzitten en woest wegrot
hebben ze de laatste niet afgedichte ruimtes uitgegraven
hun bouw moet tot ver onder onze keldergewelven reiken
in heggen achter hekken tussen spoorbedden uitmonden
vroeger zag Ik ze daar sporadisch verdwijnen
nu zijn alleen de sporen van hun jacht te vinden
of uitwerpselen als duiding van het gerommel
dat al een tijdje in de muren te horen is
en in mijn dromen aanzwelt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e januari ook mijn blog van 15 januari 2019 en ook  mijn blog van 15 januari 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

J. Bernlef, Sascha Kokot

De Nederlandse schrijver en dichter J. Bernlef werd geboren op 14 januari 1937 in Sint Pancras. Zie ook alle tags voor J. Bernlef op dit blog.

 

Vrede

Eigenlijk zouden wij deze foto’s hier willen begraven
Onder de kale kinderhoofdjes afdalen om het
Dagelijks leven terug te leggen waar het eens bestond

En waar zijn camera hen vond, verstrikt in
Overleven, als konijnen in het licht verstijfd,
Verstomd, al half gestikt in het verkeer

Van handen, van eindeloos repareren
Gaten dichten, verwikkeld in een slijtageslag
Om het naderend onheil af te weren.

Eigenlijk zouden wij deze foto’s willen keren
Maar wij kunnen niet, hun verleden is daarvoor te sterk
Dringt dwars door het negatief terug in de lens

Die niets dan vrede ziet
Niets dan laaiende vrede schiet
In deze godverlaten straten.

 

Misleid instinkt

Zoals men de zee in een jampot mee nam naar huis
vroeger, nu het verdrinken zonder water
en met gelijk resultaat.

De rust binnenshuis
achter het papier is werkelijk ontstellend
terwijl aan de overkant toch een man
duidelijk levend op de veranda staat en zich uitrekt
en een merel wormen uit het kolenhok probeert te trappen.

Misleid instinkt doet mij glimlachen. Waarom eigenlijk?
Want ook dit is niet waar.

Meisje, waar is de zee gebleven?
Jongen, ik weet het niet.

 

Gelukkiger leven

De billen van de mandril
schijnen te zeggen: hoera hier eindig ik
daar begint de wereld

ik daarentegen ben zo anders bloot
als een avond aan het strand de rollende stenen
mijn handpalmen buigen en wuiven

wuiven en buigen
en mijn stem lijkt uit een ets te komen
ik vergelijk ik luister en soms

rangschikkend als een kind zijn speelgoed
heerst er orde in mijn kamer
trek ik een grens steeds weer verdwenen

hoe goed kon ik luidruchtige billen gebruiken
die ik de wereld zou toedraaien
met gekleurde billen zou het gelukkiger leven zijn.

 

J. Bernlef (14 januari 1937 – 29 oktober 2012)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

Sluiter

ook deze nacht valt
achter jouw huis op de grond
je hebt vrij zicht diep naar binnen
weet van de zendmasten de rustplaatsen
hoe Transit erlangs zijn weg vervolgt
er met rood licht de sedimenten afrijdt
wat achterbleef donkerder wordt
veel heb je daar opgeborgen
koppig in jouw kamer geplaatst
drijfhout van jouw afkomst
nu rest je het uitzicht vanaf het balkon
op de halve grijze stad de ontmantelde rails
de koude rooiing werd gevolgd door stilte
jouw thuis is een inloopbaar wezen
waarin onze afwezigheid schuilt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e januari ook mijn blog van 14 januari 2019 en eveneens mijn blog van 14 januari 2018 deel 2.

Peter Stamm, Sascha Kokot

De Zwitserse schrijver Peter Stamm werd geboren op 18 januari 1963 in Weinfelden. Zie ook alle tags voor Peter Stamm op dit blog.

Uit: Das Archiv der Gefühle

„Die matten Farben jetzt im Frühjahr, in denen sich schon die kräftigeren des Sommers ankündigen, der leichte Wind, der nicht kalt ist, aber auch noch nicht warm und mich erschauern lässt, nicht frieren, eine Wahrnehmung nur an der Oberfläche.
Ich habe die Fußgängerbrücke genommen und bin auf der anderen Seite des Flusses zurückgegangen.
Der Weg ist etwas breiter hier, aber weniger begangen, an manchen Stellen ist die Erde aufgeweicht,
Pfützen haben sich gebildet, in denen sich die Hochspannungsleitung und die Wolken spiegeln. Als ich
mich dem Stadtrand nähere, werden die Geräusche wieder lauter.
Der namenlose Weg, auf dem ich gehe, die Schrebergärten, einige schon vorbereitet für die Frühlingsbepflanzung, andere noch im Winterschlaf und einige ganz verwahrlost, vermutlich seit Jahren nicht bestellt, dahinter die Bahnlinie und etwas weiter entfernt die Autobahn. Das Rauschen des Flusses, das Rauschen der Autos, der Lkws, ein hohes Sirren und dann noch ein anderes Rauschen, das metallisch klingt und pulsiert, ein Zug, der vorüberfährt. Wie soll das alles beschrieben, wie festgehalten werden?
Das Gehen hat mich müde gemacht, ich bin es nicht mehr gewohnt und habe mich unterhalb des
Wehrs auf eine Holzbank gesetzt. Ich sitze am Fluss und bin überwältigt von der Fülle der Eindrücke, die auf mich einströmen. Es ist dieses Gefühl der Klarheit und Durchlässigkeit, das sich einstellt, wenn
man nach einer langen Krankheit zum ersten Mal wieder das Haus verlässt, etwas geschwächt noch,
nüchtern und mit geschärften Sinnen. Ich schließe die Augen, das Rauschen wird lauter, der Fluss führt mehr Wasser, fließt schneller, er ist ockergelb. Es regnet nur noch ganz leicht, schließlich hört es auf. Ich fröstle, ich trage nur Badehosen und habe ein Handtuch um die Schultern geschlungen. Die Kälte lässt mich meinen Körper deutlicher spüren als sonst, alles ist sehr klar und oberflächlich. Ich empfinde ein Glück, das sich wie Unglück anfühlt.
Ich muss an Franziska denken, die jetzt bestimmt daheim ist und Hausaufgaben macht oder einen Kuchen bäckt oder tut, was Mädchen eben tun. Wir teilen uns ein Stück des Schulwegs. An der großen Kreuzung, wo unsere Wege sich trennen, stehen wir oft lange und reden. Worüber haben wir uns damals nur immer unterhalten? Der Gesprächsstoff schien uns nie auszugehen. Dann schaut einer von uns auf die Uhr und merkt, wie spät es schon ist, und dass unsere Mütter mit dem Mittagessen auf uns warten.
Ein Lachen, ein hastiger Abschied.
Der Weg nach Hause, in Gedanken noch immer bei Franziska, ihre Stimme, ihr Lachen im Ohr, die
Dinge, die sie sagt, und jene, die sie nicht sagt. Dann das Quietschen des Gartentors, das Knirschen des Kieses in der mittäglichen Stille.“

 

Peter Stamm (Weinfelden, 18 januari 1963)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

zelfs als de vrouw allang weg is
klinkt nog altijd het avondprogramma door
het heeft zich veel te hard ingebrand
en druppelt door het plafond op ons neer
waar we in onszelf naar de slaap grijpen
de dagen uit onze huid strijken
kunnen we ze nog lang volgen
de berichten, studio’s en moordenaars
voor hun na middernacht de stroom
wordt afgesloten en we achterblijven
in onze nachtelijke onrust die langzaam
wakker wordt in alle stilte

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e januari ook mijn blog van 18 januari 2019 en ook mijn blog van 18 januari 2015 deel 2 en ook deel 3.

Antoine Wauters, Sascha Kokot, Philip Snijder

De Belgische dichter en schrijver Antoine Wauters werd op 15 januari 1981 geboren in Luik. Zie ook alle tags voor Antoine Wauters op dit blog.

Uit: Mahmoed of het wassende water (Vertaald door Katelijne De Vuyst)

“1
Aanvankelijk, de eerste seconden, raak ik
altijd mijn hart aan om te zien of het nog klopt.
Want ik heb het gevoel dat ik sterf.
Ik hou me vast aan de steven en zet mijn masker op.
Ik beweeg mijn benen op en neer.
De wind waait hard.
Hij praat.
Ik luister hoe hij praat.
In de verte, de watermeloenvelden,
het dak van de oude school en de saffraanbloemen.
Het water is koud ondanks de zon,
en de stroming elke dag sterker.
Weldra zal het allemaal verdwenen zijn.
Geloof je dat de camera’s van de hele wereld
zich zullen verplaatsen om er verslag over te doen?
Geloof je dat ze het voldoende telegeniek zullen vinden,
Sarah?
Wat maakt het ook uit?
Vastgeklemd aan de steven zie ik mijn hut, een koe
die graast onder de bomen, de reusachtige hemel.
Alles is ver.
Hoe langer hoe verder.
Ik bevestig mijn snorkel. Ik bevestig mijn hoofdlamp
zo dat ze niet kan bewegen.
En langzaam trap ik om mijn lichaam loodrecht
te houden.
Daarna neem ik een lange, diepe ademteug
en alles wat ik ken, maar ontvlucht, alles wat
ik niet langer verdraag maar wat blijft bestaan, alles wat ons
overvalt zonder dat we er ooit om hebben gevraagd,
laat ik achter.
Een heerlijk gevoel.
Het beste.
Weldra ga ik onder, ik verdwijn, maar ben niet bang meer
want mijn hart is het gewoon geworden.
Het water, vol vuilnis, draagt me.
Ik negeer het.”

 

Antoine Wauters (Luik, 15 januari 1981)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

je ziet het dooiweer grazen in de onderste lagen

je ziet het dooiweer grazen in de onderste lagen
niemand anders haalt de laatste hekken weg
vreet aan de wallen aan de stormzijde
de gebroken leisteen blijft liggen
met dikke vacht gaan de katten in een rij staan
kauwen hun klauwen scherp ruiken de kou
reeds slaan de eerste honden aan
wanneer ze wakker worden
jouw geur voor hen opeens vreemd is
jij pas aan het eind van het jaar weer
kunt afdalen naar de huizen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Onafhankelijk van geboortedata:

De Nederlandse schrijver Philip Snijder werd geboren in Amsterdam in 1956. Zie ook alle tags voor Philip Snijder op dit blog.

Uit: Het smartlappenkwartier

“De zondag van mijn moeders verdwijning — haar desertie, haar onderduik, of misschien wel gevangenschap, misschien wel gijzeling, had ik er voor mezelf later bij verzonnen — was er niet eens openlijk ruzie geweest tussen mijn ouders. Althans, ik had daar geen signalen van doorgekregen, achter de deur van mijn kamer boven. Die deur drukte ik, in een zinloze strijd tegen allerlei geluid uit onze woning dat me wilde storen bij het huiswerk maken, slapen of masturberen, altijd overdreven stevig dicht Zodra ik binnen was en hem had gesloten, zette ik werktuigelijk een hand tegen het bovenste deel, een knie tegen het onderste, en duwde dan met al mijn kracht. Alsof ik zo alle geluid achter die deur, alle geluid van de rest van de wereld, als een enorm, loodzwaar schip traag maar onomkeerbaar van me weg kon laten drijven. Maar tussen mijn Escher-posters, zitkussens en druipkaarsen was er toch geen enkel plekje te vinden waar ik niet voluit bereikbaar was voor de als een donderslag doorspoelende wc, de venijnig jankende stofzuiger, de bulderend lachende televisie of de vals schetterende kinderpick-up als mijn zesjarige zusje Francien plaatjes draaide. Van alle herrie in onze woning braken de ruzies veruit het meest verwoestend door mijn hermetisch gesloten kluizenaarsdeur. Ook al had ik die, inmiddels zestien, al zo’n twaalf, dertien jaar bewust meegemaakt, immuun was ik er nooit voor geworden. Ze negeren, me ervoor afsluiten, het was nog net zo onmogelijk als toen ik klein was. Het waren er gemiddeld twee á drie per week, en ze speelden zich af in de huiskamer, keuken of in hun slaapkamer, waar ook het kleine ledikant van mijn zusje stond, vaak zich bonkend verplaatsend tussen die ruimtes. Mijn moeders agressieve, bijtende scheldpartijen, mijn vaders ingehouden tegengeluid, waarbij soms de woede zijn stem liet overslaan, en het tussen haar huilsnikken door ‘Niet doen! Niet doen!’ roepende zusje. Zodra ik achter mijn deur geluiden hoorde van omvallende meubels of brekend glas, werd ik door een impuls gedwongen erop af te rennen, om Francien aan haar hand mee te trekken naar mijn kamer. Maar zoiets had zich helemaal niet voorgedaan op de zondag dat mijn moeder de deur uit ging en niet meer thuiskwam. Toen ik even beneden was om een snee brood met stroop te eten, had ik vastgesteld dat er in ons huls, met nooit meer dan twee keuzes, die ochtend de ándere sfeer heerste, het alternatief van de ruziesfeer, het kabbelende kielzog van een ruzie, alsook natuurlijk de stilte voor de onafwendbare volgende zeestorm tussen onze muren. De gemelijke landerigheid sloeg me meteen klef in het gezicht toen Ik even om de hoek van de huiskamerdeur keek. Mijn zusje zat op de grond, zich oefenend met mijn vaders bush puppy in wat ze net had geleerd: een strik leggen in een veter.”

 

Philip Snijder (Amsterdam, 1956)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e januari ook mijn blog van 15 januari 2019 en ook  mijn blog van 15 januari 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

J. Bernlef, Sascha Kokot

De Nederlandse schrijver en dichter J. Bernlef werd geboren op 14 januari 1937 in Sint Pancras. Zie ook alle tags voor J. Bernlef op dit blog..

 

Heel iemand anders

Volgens de bovenmeester was ik een mulo-kandidaat
voorbeeld van grijze middelmaat, onopvallend
verlegen, tot niet bijster veel in staat

Toen mijn vader verhaal kwam halen
keek meester peinzend voor zich uit
zat zo’n jongen werkelijk in zijn klas?

Vader kwam briesend thuis: hij wist
niet eens je naam of wie je was
ik knikte maar wist: meester had gelijk

Hij kon mij niet zien omdat ik jaren
getraind had op onzichtbaarheid
die kunst tot in de puntjes meester was

Vader kwam er later vaak op terug
wilde dat ik van alle markten thuis
de enig juiste richting vond

Ik trainde omgekeerd tot ik
tenslotte plotseling heel iemand
anders geworden voor hem stond.

 

Stilleven (met echt bloed)

de oprechtheid van
de groene plastic beker
met witte stippen

de baldadigheid van de
tandenborstel met wijd
uitstaande haren

de eerlijke ouderdom
van de half op-
gerolde tube

zo zou ik iedere morgen
willen denken

even duidelijk
mijn woorden
als de beweging

waarmee ik poets
en poets tot
het tandvlees bloedt

 

Winst in de woestijn

En steeds weer moet ik het ongelofelijke leren
een spiegelbeeld waarin ik leef
de pool verandert uit liefde zijn lading

De hitte van de huid ontwaakt in een woestijn
alleen zijn – zwijgen – slapen zonder schaduw
blijkt opeens uiterste copulatie te zijn

Dit geluiddichte zand is de enige metafoor
al zo versleten dat het haar voetstoots aanvaardt
zonder dat ik bijgeluiden hoor

Ik kan haar niets beloven want alles is te zien
(niet achter heuvels het zachte gras – het eiland – de vrije woning)
zij ziet meteen wat ik verdien

Zand. En niet eens een schep voorhanden
(ik wil alles voor je doen)
er is geen keuze, er bestaan geen betere landen

Zomin als er iets is
waarmee je bent te vergelijken
‘als’ is in dit land steeds mis

En dat is de winst uit dorst gewonnen
ik zeg ik heb je lief en jij weet
hij heeft het niet verzonnen.

 

J. Bernlef (14 januari 1937 – 29 oktober 2012)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

de kinderen zijn we kwijtgeraakt

de kinderen zijn we kwijtgeraakt
we kennen hun namen niet
er was geen tijd om ze uit te kiezen in te studeren
hun kamers blijven ongebruikt
onze lichamen hebben daarin geen nut
onzeker tegenover elkaar
wijzen ze ons steeds verder weg
ze lijken de routes feilloos te kennen
ook al weten we nauwelijks nog
wat ons hier houdt in de koude gangen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e januari ook mijn blog van 14 januari 2019 en eveneens mijn blog van 14 januari 2018 deel 2.

Peter Stamm, Sascha Kokot

De Zwitserse schrijver Peter Stamm werd geboren op 18 januari 1963 in Weinfelden. Zie ook alle tags voor Peter Stamm op dit blog.

Uit: Das Archiv der Gefühle

Früher am Tag hat es ein wenig geregnet, jetzt ist der Himmel nur noch teilweise bewölkt mit kleinen, kräftigen Wolken, deren Ränder weiß leuchten im Sonnenlicht. Von hier aus ist die Sonne schon nicht mehr zu sehen, sie ist hinter der bewaldeten Hügelkette verschwunden, und es ist spürbar kühler geworden. Der Fluss führt viel Wasser, an den Schwellen bildet sich weißer Schaum, es ist mir, als könne ich die Energie spüren, die im bewegten Wasser steckt, als fließe sie durch mich hindurch, ein kräftiger, belebender Strom. Hundert Meter flussaufwärts, wo das Wasser über das Wehr stürzt, weicht das gurgelnde Geräusch einem lauten, vollen Rauschen. Das Wort Rauschen trifft es nicht, es ist viel zu ungenau in seinen vielen Bedeutungen und Anwendungen, alles rauscht, der Fluss, der Regen, der Wind. Der Äther rauscht. Ich muss eine Akte zum Thema Geräusche des Wassers anlegen, ich frage mich, wo in der Systematik sie hingehört, Natur, Physik, vielleicht sogar Musik? Geräusche, Gerüche, Lichtphänomene, Farben, so vieles fehlt noch in meinem Archiv, so viel Unbeschriebenes, Unerfasstes, Unerfassbares.
Ich bin den Pfad entlanggegangen, der den Fluss hochführt ins Tal hinein. Franziska hat sich zu mir gesellt, ich weiß nicht, woher sie gekommen ist, vielleicht wurde sie vom Wasser angezogen, wie es uns beide immer schon angezogen hat. Plötzlich geht sie neben mir. Sie sagt nichts, lächelt mich nur an, als ich zu ihr hinüberschaue, dieses verschmitzte Lächeln, das ich nie ganz deuten konnte und vielleicht deshalb so sehr liebe an ihr. Sie nickt mir zu, als wolle sie mich ermuntern, irgendetwas zu tun, zu sagen. Das Haar ist ihr dabei ins Gesicht gefallen, sie streicht es zurück. Ich möchte meine Hand auf ihren Nacken legen, ihren Nacken küssen. Ich liebe dich, sage ich. Ich will ihre Hand fassen, aber ich greife ins Leere.
Manchmal taucht sie so unvermittelt auf, ohne dass ich an sie gedacht habe, leistet mir ein wenig Gesellschaft und verschwindet dann, wie sie gekommen ist, und ich bin wieder allein.
Wie lange bin ich schon gegangen? Eine halbe Stunde, eine Stunde? Vor mir läuft ein schwarzer Käfer über den Weg, und ich stehe still und beobachte ihn. Was
für ein Käfer ist das? Es gibt Hunderttausende von Insektenarten, und ich kenne kein Dutzend davon, Marienkäfer, Mai- und Junikäfer, Wanzen, Asseln, Tausendfüßler, Heuschrecken, Bienen und Hummeln, Ameisen, was weiß ich.“

 

Peter Stamm (Weinfelden, 18 januari 1963)

 

De Duitse dichter, schrijver en fotograaf Sascha Kokot werd geboren op 18 januari 1982 in Osterburg. Zie ook alle tags voor Sascha Kokot op dit blog.

 

dit meer wordt vandaag ook drooggemaakt

dit meer wordt vandaag ook drooggemaakt
met zijn ondiepten in dichte begroeiing
de zwemmers hebben geen tijd
voor het oversteken van het water
hun bewegingen grijpen in de leegte
de kieuwen verliezen hun vorm
verre boeien kletteren hol op de grond
ergens daartussen happen de zeilen naar wind
het strand wordt zienderogen een strop
die snel sluit gevolgd door
de bewoners met handdoeken en parasols
ze vinden niets meer om aan te leggen
Ik heb deze zomer geroepen
om op vijfenvijftig meter diepte
op de laatste laag te staan

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sascha Kokot (Osterburg, 18 januari 1982)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e januari ook mijn blog van 18 januari 2019 en ook mijn blog van 18 januari 2015 deel 2 en ook deel 3.