Marc Degens, Ted Hughes

De Duitse schrijver Marc Degens werd geboren op 18 augustus 1971 in Essen. Zie ook alle tags voor Marc Degens op dit blog.

Uit: Auf Sendung

„Der Zug fährt pünktlich ein. Du stehst am Gleis und siehst, wie sich jemand vor den einfahrenden Zug wirft. Rote Jacke, blonde Haare. Der Zug überrollt die Person, wird langsamer, hält an. Leute strömen an dir vorbei. Du weißt nicht, was du tun sollst. Du läufst in die andere Richtung, durch die Glastür in die Bahnhofshalle. Der Schalter der Auskunft ist frei, und drei Angestellte in Uniform unterhalten sich. Du unterbrichst ihr Gespräch und sagst, dass sich auf Gleis eins gerade jemand vor den Zug geworfen hat. Die drei werden bleich. Und das am frühen Morgen, stöhnt einer. Der hinter dem Tresen sitzende Bahnmitarbeiter ruft in der Zentrale an, sie ist schon informiert. Durch die Glastür siehst du immer mehr Menschen in Richtung des Zugs laufen. Warum laufen die denn da jetzt alle hin, fragt der älteste der drei Männer. Du trittst einen Schritt zurück und schaust auf die Anzeige unter der Decke. In siebzig Minuten sollst du im Funkhaus sein, in neunzig Minuten beginnt die Sendung. Wahrscheinlich musst du eine Zeugenaussage machen, weil du gesehen hast, wie sich jemand vor den Zug warf. Flink mit einer Vorwärtsrolle, direkt vor den Zug auf die Gleise. Kaum war die Person auf die Gleise gesprungen, rollte der Triebwagen über sie. Einen Schrei hast du nicht gehört. Vielleicht standest du zu weit weg, vielleicht zwanzig oder fünfundzwanzig Meter. Aber auch wenn du keine Zeugenaussage machen musst, weißt du nicht, ob du jetzt ins Funkhaus gehen kannst, gehen sollst. Ob das Sinn hat, gleich in einer Sendung aufzutreten, live. Deine Fahrkarte ist schon abgestempelt. Wahrscheinlich wirst du es nicht mehr rechtzeitig ins Funkhaus schaffen. Zwei der drei Bahnmitarbeiter sind verschwunden. Einer sitzt noch da, leichenfahl, mit dem Rücken zum Gleis, und blickt immer wieder ängstlich über seine Schulter. Du trittst zu ihm und entschuldigst dich. Du sagst, dass du einen wichtigen Termin in Köln hast, und fragst, wie du am schnellsten dorthin kommst. Der Bahnmitarbeiter nickt. Nach Köln wird in der nächsten Stunde nichts mehr fahren, antwortet er, du sollst die Zweiundsechzig nehmen, auf die andere Rheinseite fahren und in den Intercity steigen. Du bedankst dich, verlässt das Gebäude und gehst über die Straße zur Haltestelle. Die nächste Bahn nach Beuel soll in neun Minuten eintreffen. Du setzt dich auf die Bank unter der Überdachung, holst aus dem Rucksack dein iPad und lässt dir die Verbindungen nach Köln anzeigen. Mit dem Zug wirst du es wahrscheinlich nicht rechtzeitig schaffen. Du hast nur zwanzig Euro bei dir und gehst zurück in das Bahnhofsgebäude. Vor dem Informationsschalter stehen inzwischen ganz viele Menschen. Du stellst dich zu ihnen, und der Bahnmitarbeiter erklärt ihnen dasselbe wie vorhin dir. Du verlässt das Bahnhofsgebäude zum zweiten Mal. Die Zweiundsechzig ist schon da. Bei Rot läufst du über die Straße, steigst in die Bahn und setzt dich auf einen freien Platz. Die Abfahrt verzögert sich immer wieder, weil mehr und mehr Menschen in die Bahn steigen. Endlich fährt die Bahn los.”

 

Marc Degens (Essen,  18 augustus 1971)

 

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Kerkhof van Heptonstall

Wind beukt over heuveltoppen.
Wolk van druppels stuift omhoog.

Jij klauwt je een weg over
Een reusachtige vliegende vleugel.

En Thomas en Walter en Edith
Zijn levende veren,

Esther en Sylvia
Levende veren

Waar alle horizonnen vleugels uitslaan,
Een familie van donkere zwanen

Die laag door stormzilver klapwiekt
Richting Atlantische Oceaan.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)
Portret door Michael Newton, 2021

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e augustus ook mijn blog van 18 augustus 2018 en ook mijn blog van 18 augustus 2017 en ook mijn blog van 18 augustus 2016 en ook mijn blog van 18 augustus 2013 deel 1 en ook deel 2.

Jonathan Franzen, Ted Hughes

De Amerikaanse schrijver en essayist Jonathan Franzen werd geboren op 17 augustus 1959 in Western Springs, Illinois. Zie ook alle tags voor Jonathan Franzen op dit blog.

Uit: De correcties (Vertaald door Marian Lameris, Gerda Baardman en Huub Groeneweg)

“De angst voor bonnen, in een la waarin kaarsen in artistieke herfstkleuren lagen. De bonnen werden bijeengehouden met een elastiek, en Enid besefte dat hun uiterste geldigheidsdatums (vaak zwierig rood omcirkeld door de fabrikant) maanden en zelfs jaren voorbij waren: dat die ruim honderd bonnen, met een totale nominale waarde van meer dan zestig dollar (wat kon oplopen tot honderdtwintig dollar bij de Chiltsville-supermarkt, waar ze bonnen verdubbelden), allemaal waardeloos geworden waren. Tilex, zestig cent korting. Excedrin PM, een dollar korting. De data waren niet eens kortgeleden. De data waren historisch. De alarmbel luidde al falen. Ze schoof de bonnen weer terug tussen de kaarsen en deed de la dicht. Ze zocht een brief die een paar dagen geleden per aangetekende post was gekomen. Alfred had de postbode op de deur horen kloppen en had zo hard: `Enid! Enid!’ geschreeuwd dat hij niet hoorde dat ze terug schreeuwde: ‘Al, ik ga wel!’ Hij was haar naam blijven schreeuwen, terwijl hij steeds dichterbij kwam, en omdat de afzender van de brief de Axon Corporation, 24 East Industrial Serpentine, Schwenksville, PA was, en omdat er aspecten aan de Axon-situatie waren waar Enid van wist en Alfred hopelijk niet, had ze de brief vlug ergens weggestopt, minder dan vijf meter bij de voordeur vandaan. Alfred was uit het souterrain te voorschijn gekomen, brullend als een of ander graafwerktuig: ‘Er is iemand aan de deur!’ en zij had zo ongeveer gekrijst: ‘De postbode! De postbode!’ en hij had zijn hoofd geschud omdat het allemaal zo gecompliceerd was. Enid was ervan overtuigd dat haar eigen hoofd wel zou opklaren als ze zich maar niet elke vijf minuten hoefde af te vragen wat Alfred uitvoerde. Maar hoe ze ook haar best deed, hij bleef ongeïnteresseerd in het leven. Als
ze hem aanmoedigde om zijn metallurgie weer op te nemen, keek hij haar aan alsof ze haar verstand verloren had. Als ze vroeg of hij niet iets aan de tuin kon doen, zei hij dat hij pijn in zijn benen had. Als ze hem eraan herinnerde dat de echtgenoten van haar vriendinnen allemaal een hobby hadden (Dave Schumpert zijn gebrandschilderde glas, Kirby Root zijn fijnbewerkte chaletjes voor nestelende roodmussen, Chuck Meisner zijn beleggingsportefeuille die hij ieder uur naliep), deed Alfred alsof zij hem probeerde af te leiden van een groot werk dat hij onder handen had. En wat was dat werk? Het verandameubilair overschilderen? Hij was al vanaf Labor Day bezig het bankje te schilderen. Ze meende zich te herinneren dat hij de vorige keer dat hij de meubels had geschilderd twee uur over het bankje had gedaan. Nu ging hij iedere ochtend naar zijn werkplaats, en na een maand waagde ze het te gaan kijken hoe het ging, en het enige wat hij van het bankje had geschilderd waren de poten.”

 

Jonathan Franzen (Western Springs, 17 augustus 1959)

 

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Fabrieksruïnes

Op een ochtend
Gaf de boemel de geest en kwam
Niet meer terug. (Japan had hem gevangen
In een nagebouwd weefgetouw gejat
Van glimlachende gekken uit Todmorden.)

Linnen hing daar te rotten, ondanks de behandeling.
De grote gonzende abdijen werden tot graftombes.

En de kinderen
Van rots en water en de tochtige afwezigheid
Van al het andere
Dat naar restjes zocht,

Verpletterden alles wat verpletterd kon worden,
Verbrandden wat niet verpletterd kon worden –
En wat niet verbrand kon worden

Werd losgewrikt en van heuvels afgeduwd.

En toen doelloos huiswaarts gesleept
Door de eerste
Thuisloze Noormannen.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e augustus ook mijn blog van 17 augustus 2021 en ook mijn blog van 17 augustus 2019 en ook mijn blog van 17 augustus 2016 en ook mijn blog van 17 augustus 2014 deel 2.

Heatwave (Ted Hughes), June Jordan, Hans Arnfrid Astel

 

 

Hot Summer Days door Rob Hain, z.j.

 

Heatwave

Between Westminster and sunstruck St. Paul’s
The desert has entered the flea’s belly.

Life shut-eyed helf-submerged Nile bulls
The buildings tremble with breath.

The mirage of river is so real
Bodies drift in it, and human rubbish.

The main thing is the silence.
There are no charts for silence.

Men can’t penetrate it. Till sundown
Releases its leopard

Over the roofs, and women are suddenly
Everywhere, and the walker’s bones

Melt in the coughing of great cats.

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)
Mytholmroyd, Yorkshire, de geboorteplaats van Ted Hughes

 

De Afro-Amerikaanse schrijfster, dichteres en politiek activiste June Jordan werd geboren op 9 juli 1936 in New York. Zie ook alle tags voor June Jordan op dit blog.

 

It’s About You: On the Beach

You have
two hands absolutely lean and clean
to let go the gold
the silver flat or plain rock
sand
but hold the purple pieces
atom articles
that glorify a color
yours is orange
oranges are like you love
a promising
a calm sin and a juice
inside
a juice
a running from the desert
Lord
see how you run
YOUR BODY IS A LONG BLACK WING
YOUR BODY IS A LONG BLACK WING

 

You Came with Shells

You came with shells. And left them:
shells.
They lay beautiful on the table.
Now they lie on my desk
peculiar
extraordinary under 60 watts.

This morning I disturb I destroy the window
(and its light) by moving my feet
in the water. There.
It’s gone.
Last night the moon ranged from the left
to the right side
of the windshield. Only white lines
on a road strike me as
reasonable but
nevertheless and too often
we slow down for the fog.

I was going to say a natural environment
means this or
I was going to say we remain out of our
element or
sometimes you can get away completely
but the shells
will tell about the howling
and the losss

 

June Jordan (9 juli 1936 – 14 juni 2002)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

 

DOBBELSTEENSPEL
of: De zevende hemel

De kubus toont de zesde hemelstreek.
Verlicht mijn nacht met jouw kaars.
De grappen stierven weg en het gelach.
Vastberaden reikt je hand naar mijn nest.
De liedjes zijn gezongen, losgemaakt
van de oever is de zachte liefdesboot.
Hij glijdt de zee in, de zevende hemel.
We roeien niet. We schenken ons de rest.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hans Arnfrid Astel (9 juli 1933 – 12 maart 2018)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e juli ook mijn blog van 9 juli 2023 en ook mijn blog van 9 juli 2021 en ook mijn blog van 9 juli 2020 en eveneens mijn blog van 9 juli 2019 en ook mijn blog van 9 juli 2018 en ook mijn blog van 9 juli 2017 deel 2.

Janet Malcolm, Hans Arnfrid Astel

De Amerikaanse schrijfster, journaliste, biografe en essayiste Janet Malcolm werd geboren als Jana Klara Wienerová op 8 juli 1934 in Praag. Zie ook alle tags voor Janet Malcolm op dit blog.

Uit: The Silent Woman. Sylvia Plath And Ted Hughes

“Life, as we all know, does not reliably offer—as art does—a second (and a third and a thirtieth) chance to tinker with a problem, but Ted Hughes’s history seems to be uncommonly bare of the moments of mercy that allow one to undo or redo one’s actions and thus feel that life isn’t entirely tragic. Whatever Hughes might have undone or redone in his relationship to Sylvia Plath, the opportunity was taken from him when she committed suicide, in February of 1963, by putting her head in a gas oven as her two small children slept in a bedroom nearby, which the had sealed against gas fumes, and where she had placed mugs of milk and a plate of bread for them to find when they awoke. Plath and Hughes were not living together at the time of her death. They had been married for six years—she was thirty and he was thirty-two when she died—and had separated the previous fall in a turbulent way. There was another woman. It is a situation that many young married couples find themselves in—one that perhaps more couples find themselves in than don’t—but it is a situation that ordinarily doesn’t last: the couple either reconnects or dissolves. Life goes on. The pain and bitterness and exciting awfulness of sexual jealousy and sexual guilt recede and disappear. People grow older. They forgive themselves and each other, and may even come to realize that what they are forgiving themselves and each other for is youth. But a person who dies at thirty in the middle of a messy separation remains forever fixed in the mess. To the readers of her poetry and her biography, Sylvia Plath will always be young and in a rage over Hughes’s unfaithfulness. She will never reach the age when the tumults of young adulthood can be looked back upon with rueful sympathy and without anger and vengefulness. Ted Hughes has reached this age—he reached it some time ago—but he has been cheated of the peace that age brings by the posthumous fame of Plath and by the public’s fascination with the story of her life. Since he was part of that life—the most interesting figure in it during its final six years—he, too, remains fixed in the chaos and confusion of its final period. Like Prometheus, whose ravaged liver was daily reconstituted so it could be daily reravaged, Hughes has had to watch his young self being picked over by biographers, scholars, critics, article writers, and newspaper journalists. Strangers who Hughes feels know nothing about his marriage to Plath write about it with proprietary authority.”

 

Janet Malcolm (8 juli 1934 – 16 juni 2021)

 

De Duitse dichter Hans Arnfrid Astel werd geboren in München op 9 juli 1933. Zie ook alle tags voor Hans Arnfrid Astel op dit blog.

 

BLAUWEREGEN
(Wisteria sinensis, “Wisteria”)

De rank van kennis slingert zoet
rond stam en boom van het hooggeprezen land.
De zoete adder wurgt met zijn geur
de tralies rond het paradijs.
Het hek bezwijkt voor de stormachtige omhelzing.
Zo verdwijnt uiteindelijk alle bitterheid,
verboden worden boodschappers van bewilliging.
Vanuit de lucht valt blauw in onze schoot.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hans Arnfrid Astel (9 juli 1933 – 12 maart 2018

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2023 en ook mijn blog van 8 juli 2020 en eveneens mijn blog van 8 juli 2019 en ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Marc Degens, Ted Hughes

De Duitse schrijver Marc Degens werd geboren op 18 augustus 1971 in Essen. Zie ook alle tags voor Marc Degens op dit blog.

Uit: Selfie ohne Selbst

„Um neunzehn Uhr sind Herr Rutschky und ich in der »Bar Centrale« in der Yorckstraße in Berlin verabredet. Ich bin schon ein paar Minuten früher am verabredeten Ort, vor der Bierkneipe nebenan sitzt mein früherer Agenturkollege Kristof Magnusson an einem Tisch vor einem Haufen Notizen und schreibt. Wir unterhalten uns kurz, dann sehe ich auch schon Herrn Rutschky um die Ecke kommen und verabschiede mich von Kristof. Ich begrüße Herrn Rutschky, und wir beide setzen uns in das vornehme italienische Restaurant, in dem wir uns schon Ende der neunziger Jahre, noch bevor ich nach Berlin gezogen war, regelmäßig getroffen hatten. Das Treffen ist sehr schön. Er trinkt Weißwein, ich Bier. Wir unterhalten uns über Toronto und das Leben in Kanada, dann endlich kommen wir auch auf seine Krebserkrankung zu sprechen. Herr Rutschky hat keine Haare mehr auf dem Kopf und bereits sechs Chemotherapien hinter sich. Seine prognostizierte Lebenserwartung betrage noch vier Jahre. Dann sei er fast achtzig, erzählt er mir, das reiche, irgendwann müsse auch mal Schluss sein. Ich nicke stumm. Anschließend sprechen wir über unsere Arbeit. Ich erzähle ihm von meinem neuen Romanprojekt, er wiederum berichtet von seinem nächsten Tagebuchband, der die Wendejahre bis 1992 darstellt. Ich frage ihn, ob er es jemals bereut habe, dass er keine Kinder hat. Herr Rutschky schüttelt den Kopf und sagt, er habe ja mich und die anderen jungen Menschen, zu denen er immer den Kontakt gesucht habe. Ich freue mich über diese Antwort. Zum Schluss lädt er mich ein, wie früher so oft, und sagt, wie charmant er den Abend fand. Wir sehen uns wieder, erklärt er zum Abschied zweimal. Ich hoffe, dass das stimmt, und freue mich bereits auf das Wiedersehen. Drei Tage später fliege ich zurück nach Kanada.
Im September bestelle ich mir sein gerade erschienenes zweites Tagebuch In die neue Zeit und lasse es mir nach Toronto schicken. Ein halbes Jahr später, als ich gerade dabei bin, eine E-Mail an Kathrin Passig zu schreiben, erhalte ich die Nachricht, dass Herr Rutschky in der Nacht gestorben sei. Ich fange an zu weinen. Dann ziehe ich seine Bücher aus dem Regal, breite sie auf dem Boden aus,
fotografiere sie und veröffentliche das Foto auf Instagram, Twitter und Facebook.
Den Post verknüpfe ich mit einem Link zu einem Text von mir, den ich vor ein paar Jahren für ein Radiofeature geschrieben hatte: »Einen Meister habe ich nicht gehabt, aber einen Mentor: Michael Rutschky. Ich kenne einige Autoren, die durch die sogenannte ›Rutschky-Schule‹ gegangen sind – ich glaube, dieses Wort ist tatsächlich angebracht. Ich habe Michael Rutschkys Bücher bewundert, so traurig, so dankbar #MichaelRutschky ihn angeschrieben, damals war ich noch Student. Michael
Rutschky wohnte in Berlin, ich im Ruhrgebiet, auf dem Germanistentag 1997 in Bonn haben wir uns das erste Mal getroffen.“

 

Marc Degens (Essen,  18 augustus 1971)

 

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Kraai en de zee

Hij probeerde de zee te negeren
Maar die was groter dan de dood, zoals ze groter was dan het leven.

Hij probeerde met de zee te praten
Maar zijn brein sluiterde en zijn ogen vertrokken ervan als van open vuur.

Hij probeerde de zee te mogen
Maar die schudde hem af – zoals een dood ding je afschudt.

Hij probeerde de zee te haten
Maar voelde zich meteen een gore droge konijnenkeutel op de winderige klif.

Hij probeerde gewoon met de zee in de wereld te zijn
Maar zijn longen waren niet diep genoeg

En zijn opgewekte bloed sloeg eraf
Als een waterdruppel van een heet fornuis.

Uiteindelijk

Draaide hij zich om en stapte hij weg van de zee

Zoals een gekruisigd man zich niet kan bewegen.

 

Vertaald door Daan Doesborgh

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e augustus ook mijn blog van 18 augustus 2018 en ook mijn blog van 18 augustus 2017 en ook mijn blog van 18 augustus 2016 en ook mijn blog van 18 augustus 2013 deel 1 en ook deel 2.

Ted Hughes

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Pike

Pike, three inches long, perfect
Pike in all parts, green tigering the gold.
Killers from the egg: the malevolent aged grin.
They dance on the surface among the flies.

Or move, stunned by their own grandeur,
Over a bed of emerald, silhouette
Of submarine delicacy and horror.
A hundred feet long in their world.

In ponds, under the heat-struck lily pads –
Gloom of their stillness:
Logged on last year’s black leaves, watching upwards.
Or hung in an amber cavern of weeds

The jaws’ hooked clamp and fangs
Not to be changed at this date;
A life subdued to its instrument;
The gills kneading quietly, and the pectorals.

Three we kept behind glass,
Jungled in weed: three inches, four,
And four and a half: fed fry to them –
Suddenly there were two. Finally one

With a sag belly and the grin it was born with.
And indeed they spare nobody.
Two, six pounds each, over two foot long.
High and dry in the willow-herb –

One jammed past its gills down the other’s gullet:
The outside eye stared: as a vice locks –
The same iron in his eye
Though its film shrank in death.

A pond I fished, fifty yards across,
Whose lilies and muscular tench
Had outlasted every visible stone
Of the monastery that planted them –

Stilled legendary depth:
It was as deep as England. It held
Pike too immense to stir, so immense and old
That past nightfall I dared not cast

But silently cast and fished
With the hair frozen on my head
For what might move, for what eye might move.
The still splashes on the dark pond,

Owls hushing the floating woods
Frail on my ear against the dream
Darkness beneath night’s darkness had freed,
That rose slowly towards me, watching.

 

Night-Ride on Ariel

Your moon was full of women.
Your moon-mother there, over your bed.
The Tyrolean, the guttural,
Mourning and remaking herself.
It was always Monday in her mind.
Prouty was there, tender and buoyant moon,
Whose wand of beams so dainty
Put the costly sparkle
Into Cinderella. Beutscher
Moon of dismemberment and resurrection
Who found enough parts on the floor of her shop
To fill your old skin and get you walking
Into Tuesday. Mary Ellen Chase,
Silver nimbus lit, egg eyes hooded,
The moon-owl who found you
Even in England, and plucked you out of my nest
And carried you back to collage,
Dragging you all the way, your toes trailing
In the Atlantic.

Phases
Of your dismal-headed
Fairy godmother moon. Mother
Making you dance with her magnetic eye
On your daddy’s coffin
(There in the family film). Prouty
Wafting you to the ballroom of broken glass
On bleeding feet. Beutscher
Twanging the puppet strings
That waltzed you in air out of your mythical grave
To jig with your Daddy’s bones on a kind of tightrope
Over the gap of your real grave.

Mary Ellen Moon of Massachusetts
Struck you with her chiming claw
And turned you into an hourglass of moonlight
With its menstrual wound
Of shadow sand. She propped you,
On her lectern,
Lecture-timer.

White-faced bolts
Of electrocuting moonlight-
Masks of the full or over-full or empty
Moon that tipped your heart
Upside down and drained it. As you flew
They jammed all your wavelengths
With their criss-cross instructions,
Crackling and dragging their blacks
Over your failing flight,
Hauling your head this way and that way
As you clung to the sun – to the last
Shred of the exploded dawn
In your fist-

That
Monday.

 

Kraai strijkt neer

Kraai zag de kudde bergen, stomend in de ochtend.
En hij zag de zee
Donkergerugd, met heel de aarde in zijn lussen.
Hij zag de sterren, het zwart in dampend, zwammen van
het nietswoud, hun sporen maskerend, het virus van
God.
En hij rilde bij de gruwel van de Schepping.
In de hallucinaties van de gruwel
Zag hij die schoen, zonder zool, verregend,
Die op een heide lag.
En er was die vuilnisbak, bodem weggeroest,
Een speelplaats voor de wind, in een woestenij van poelen.
Er was die jas, in de donkere kast, in de stille kamer,
in het stille huis.
Er was dat gezicht, dat een sigaret rookte tussen het schemerend
raam en de sintels van het vuur.
Bij het gezicht, die hand, bewegingloos.
Bij die hand, die beker.
Kraai knipperde. Hij knipperde. Niets vervaagde.
Hij staarde naar het bewijs.
Niets ontsnapte hem.(Niets kon ontsnappen.)

 

Vertaald door Daan Doesborgh

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e augustus ook mijn blog van 17 augustus 2021 en ook mijn blog van 17 augustus 2019 en ook mijn blog van 17 augustus 2016 en ook mijn blog van 17 augustus 2014 deel 2.

Marc Degens, Ted Hughes

De Duitse schrijver Marc Degens werd geboren op 18 augustus 1971 in Essen. Zie ook alle tags voor Marc Degens op dit blog.

Uit: Abweichen (Der Büchermörder)

„Auf dem Weg in die Masuren lernt ein Tramper aus der DDR im Sommer 1978 in Warschau eine Rucksacktouristin kennen, die, wie sie sagt, aus Frankfurt am Main kommt. Die zwei reden über die verschiedenen Staatssysteme, doch das Gespräch ist unaufrichtig und wird von den eigenen Rollenerwartungen beherrscht. Am Ende lädt sie ihn in ihr Zelt ein, Alkohol fließt, er vergewaltigt sie. Am anderen Morgen erwacht der Tramper elend: »Felizitas schlief noch, friedlich: zufrieden. Leise suchte ich meine Sachen zusammen. Angst dabei, sie würde mich auf der Flucht erschießen. Geradezu selbstgefällig, wie sie da lag, flüchtig mit einem Schlafsack bedeckt. Dummer Bunditourist! Tourist wie fast alle! : Politiker werfen noch fliehend Bomben: ich brauchte Westgeld. Ich brauchte es nicht, doch so einfach weggehen, das kann kein Sieger! Ihre Umhängetasche. Ihre Briefmappe. Ihr …: blauer Personalausweis! Blau wie meiner, ausgestellt in Potsdam. Felizitas Kannegießer, Juri-Gagarin-Allee.«
Die vierzehnseitige Geschichte »Fliehend Bomben« von Detlef Opitz ist eine der verstörendsten Erzählungen über die Befindlichkeiten zwischen Ost- und Westdeutschen vor dem Mauerfall. Der Autor wurde 1956 in Steinheidel im Erzgebirge geboren, lebte als Schriftsteller ohne Werk in der DDR, und verdiente seinen Lebensunterhalt als Bibliothekstechniker, Buchhändler, Kellner, Puppenspieler, Verkäufer und Briefträger. Die Geschichte »Fliehend Bomben« wurde bereits Anfang der achtziger Jahre geschrieben, erschien aber erst 1990 mit weiteren Erzählungen und Kurztexten in Detlef Opitz’ Prosadebüt »Idyll« im Mitteldeutschen Verlag. Über die vergeblichen Mühen, seine Texte zuvor in der DDR erscheinen zu lassen, gibt nicht nur das Nachwort, sondern auch der im Buch abgedruckte, aberwitzige, knapp vierzigseitige Auszug aus dem mehrjährigen Briefkrieg zwischen Opitz und verschiedenen Behörden der DDR Auskunft. Es ist ein unfaßbares und unfreiwillig komisches Dokument aus einer Kunst und Künstler zerstörenden Zeit, die Opitz sogar eine Verurteilung wegen »gesellschaftlichen Mißverhaltens« einbrachte.
1996, rechtzeitig zum 450. Todestag des Reformators, erschien im Göttinger Steidl Verlag Opitz’ Romanerstling, die Martin-Luther-Phantasie »Klio, ein Wirbel um L.«. Es ist ein knapp 200 Seiten langer, wild zusammengeflunkerter Biographie-Entwurf voll derbem Spott und wüsten Zoten und einem ebenso umfangreichen, gelehrig-dreisten Anmerkungsapparat mit vielen Anspielungen auf Schriftstellerkollegen und Seitenhieben auf die Nachwende-Gegen-wart.“

 

Marc Degens (Essen,  18 augustus 1971)

 

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Heptonstall

Zwart dorp van grafzerken.
Schedel van een idioot
Wiens dromen sterven daar
Waar hij geboren werd.

Schedel van een schaap
Wier vlees wegsmelt
Onder haar eigen spanten.
Alleen vliegen verlaten haar.

Schedel van een vogel,
De grote plattegronden
Leeggezogen tot hechtnaden
Op gebarsten vensterbanken.

Leven probeert.

Dood probeert.

Het steen probeert.

Alleen regen geeft nooit op.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)
Standbeeld van Ted Hughes door Jane Robbins in Mexborough. Het beeld toont een jeugdige Hughes als leerling aan de Mexborough Grammar School.

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e augustus ook mijn blog van 18 augustus 2018 en ook mijn blog van 18 augustus 2017 en ook mijn blog van 18 augustus 2016 en ook mijn blog van 18 augustus 2013 deel 1 en ook deel 2.

Herta Müller, Ted Hughes

De Duitse schrijfster Herta Müller werd geboren op 17 augustus 1953 in Nitzkydorf, Roemenië. Zie ook alle tags voor Herta Müller op dit blog en ook mijn blog van 17 augustus 2010.

Uit: Niederungen

„Auf allen Bildern war Vater mitten in einer Geste erstarrt.
Auf allen Bildern sah Vater so aus, als ob er nicht mehr weiterwusste. aber Vater wusste immer weiter. deshalb waren alle diese Bilder falsch. Von den vielen falschen Bildern, von allen seinen falschen Gesichtern war es kalt geworden im Zimmer. Ich wollte mich vom Stuhl erheben, aber mein
Kleid war an dem Holz festgefroren. Mein Kleid war durchsichtig und schwarz. Wenn ich mich rührte, knirschte es.
Ich saß darin wie in Glas gegossen. ich erhob mich und berührte Vaters Gesicht. es war kälter als die Gegenstände in dem Zimmer. draußen war es Sommer. die Fliegen ließen im Flug ihre Maden fallen. Das Dorf zog sich neben dem breiten Sandweg hin. er war heiß und braun und brannte einem mit seinem Glimmer die Augen aus.

Der Friedhof war aus Geröll. Auf den Gräbern lagen große Steine.
Als ich auf den Boden sah, merkte ich, dass meine Schuhsohlen nach oben gekehrt waren. ich war die ganze Zeit über auf meinen Schnürsenkeln gegangen. Sie lagen lang und dick hinter mir. an den Enden ringelten sie sich ineinander.
Zwei kleine wankende Männchen hoben den Sarg vom Leichenwagen und senkten ihn mit zwei zerriebenen Stricken ins Grab. der Sarg schaukelte. ihre arme und ihre Stricke wurden immer länger. Das Grab war trotz der Trockenheit mit Wasser gefüllt.
Dein Vater hat viele Tote auf dem Gewissen, sagte eines der betrunkenen Männchen.
Ich sagte: er war im Krieg. Für fünfundzwanzig Tote hat er eine Auszeichnung bekommen. Er hat mehrere Auszeichnungen mitgebracht.
In einem Rübenfeld hat er eine Frau vergewaltigt, sagte das Männchen. Zusammen mit vier anderen Soldaten. Dein Vater hat ihr eine Rübe zwischen die Beine gesteckt. Als wir weggingen, hat sie geblutet. es war eine Russin. Nach her nannten wir noch wochenlang alle Waffen Rübe.
Es war Spätherbst, sagte das Männchen. Die Rübenblätter waren schwarz und zusammengeklappt vom Frost.
Dann trug das Männchen einen dicken Stein auf den Sarg.
Das andere betrunkene Männchen sprach weiter:
Im neuen Jahr gingen wir in einem deutschen Städtchen in die Oper. Die Sängerin sang so schrill, wie die Russin geschrien hatte. Wir verließen der Reihe nach den Saal.“

 

Herta Müller (Nitzkydorf, 17 augustus 1953)

 

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Pibroch

De zee schreeuwt met haar nietszeggende stem
Die haar doden en levenden eender bejegent,
Wellicht verveeld door de komst van de hemel
Na zoveel miljoenen nachten zonder slaap,
Zonder bedoeling, zonder zelfmisleiding.

Steen idem dito. Niets in dit Universum
Zit zozeer in zichzelf gevangen als een kiezel.
Geschapen voor de zwarte slaap. Zich heel soms
Heel even bewust van de rode vlek van de zon,
En dan weer dromend dat ze de foetus van God is.

Over het steen stormt de jagende wind
Die in staat is zich met niets te vermengen,
Zoals het gehoor van het blinde steen zelf.
Of omdraait, alsof de geest van het steen
Een fantasie van richtingen kwam betasten.

Terwijl ze van de zee drinkt en de rots eet
Zwoegt een boom om bladeren te groeien –
Een uit de ruimte gevallen oude vrouw
Onvoorbereid op deze omstandigheden.
Ze klampt zich vast omdat haar hoofd volkomen leeg is.

Minuut na minuut, eeuwigheid na eeuwigheid
Neemt niets af of groeit niets aan. En dit is
Noch een mislukte variant noch een gelukt probeersel.
Dit is waar de starende engelen doorheen gaan.
Dit is waar alle sterren zich neerbuigen.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e augustus ook mijn blog van 17 augustus 2021 en ook mijn blog van 17 augustus 2019 en ook mijn blog van 17 augustus 2016 en ook mijn blog van 17 augustus 2014 deel 2.

Marc Degens, Ted Hughes

De Duitse schrijver Marc Degens werd geboren op 18 augustus 1971 in Essen. Zie ook alle tags voor Marc Degens op dit blog.

Uit: Eriwan. Aufzeichnungen aus Armenien

Weihnachten und Silvester verbrachten wir in Berlin. Ich hatte mir für Armenien eine superwarme, eierschalenfarbene Daunenjacke mit Pelzkragen gekauft, in der ich wie ein Hiphop-Sänger aussah, außerdem Spikes, die man sich unter die Schuhe schnallen konnte. Zudem genossen wir im Spreewald ein Wellness-Wochenende mit Candle-Light-Dinner in Deutschlands größer Streusiedlung – das Solebad war nur wenige Hausnummern von unserem Hotel entfernt, dennoch dauerte der Fußmarsch durch Regen und Kälte über eine halbe Stunde. Als wir Mitte Januar nach Armenien zurückkehrten, herrschten minus neunzehn Grad. Bianca, die ein paar Tage vor uns nach Eriwan zurückgekehrt war, hatte am Flughafen knapp drei Stunden auf ihre Koffer warten müssen, weil am Flugzeug die Ladeklappen des Gepäckraums zugefroren waren, bei uns ging zum Glück aber alles glatt. Rasch konnten wir unsere Koffer in Empfang nehmen und auch in unserer Wohnung war alles in bester Ordnung.
Trotz Temperaturen bis minus fünfundzwanzig Grad war der Winter bislang erträglich gewesen und weniger schlimm als befürchtet. Mit dem Gasofen im Wohnzimmer und den drei Stromradiatoren in Küche, Bad und Schlafzimmer ließ sich die Wohnung gut heizen, auch die mit Glasfaserfolie umwickelten überirdischen Wasserrohre vor der Tür trotzten der Kälte. Allerdings mussten wir dafür auch mit äußerst schlechtem Gewissen Tag und Nacht den Wasserhahn im Bad ein wenig laufen lassen.
Als zusätzlichen Kälteschutz hingen wir in der Diele einen schweren Vorhang auf, verschoben dabei die Garderobe und entdeckten im Fußboden ein faustgroßes Loch, das wir notdürftig mit einem unserer dicksten Sockenpaare stopften. Am nächsten Morgen fanden wir in der Küche ein ausgehöhltes Brot. Anscheinend hatten wir in der Wohnung eine Maus oder eine Ratte. Schon öfters hatten wir nachts in unserer Wohnung Geräusche gehört, die wie Drahtspannen klangen und erst jetzt kam uns in den Sinn, dass es sich dabei auch um Tier handeln konnte, das bei uns hauste. Gayane erzählte, dass unsere Vormieterin vor einem Jahr mit Mäusen zu kämpfen hatte und diese mit Fallen erfolgreich besiegt hatte. Der Brotraub blieb leider kein Einzelfall. Wenige Nächte später wurden die Erdnussbälle, die wir völlig überteuert auf dem Markt gekauft hatte, angeknabbert, und Tage später verschwanden die Koriander-Vorräte aus unserer Küche. Die Mäuse hier schienen echt alles zu fressen. Oder die Ratten.“

 

Marc Degens (Essen,  18 augustus 1971)

 

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Fulbright-studenten

Waar was het, op de Strand? Een uitstalling
Van nieuwsberichten, op foto’s.
Om de een of andere reden viel hij me op.
Een foto van de intake van dat jaar
Van Fulbright-studenten. Net aankomend –
Of aangekomen. Of sommigen van hen.
Zat jij er tussen? Ik heb het bestudeerd.
Niet te minutieus, benieuwd
Wie van hen ik zou ontmoeten.
Ik herinner me die gedachte. Niet
Je gezicht. Ongetwijfeld heb ik vooral
De meisjes afgezocht. Misschien heb ik je opgemerkt.
Misschien heb ik je getaxeerd, me belachelijk gevoeld.
Registreerde je lange haar, losse golven –
Je Veronica Lake-pony. Niet wat die verborg.
Het zal wel blond zijn geweest. En je grijns.
Je overdreven Amerikaanse
Grijns voor de camera’s, de rechters, de vreemden, de bangmakers.
Toen vergat ik het. Toch herinner ik me
De foto: de Fulbright-studenten.
Met hun bagage? Het lijkt onwaarschijnlijk.
Zouden ze als team zijn gekomen? ik liep
Met zere voeten, onder de hete zon, over hete trottoirs.
Heb ik toen een perzik gekocht? Dat is zoals ik ‘t me herinner.
Van een kraam bij Charing Cross Station.
Het was de eerste verse perzik die ik ooit had geproefd.
Ik kon bijna niet geloven hoe lekker.
Op mijn vijfentwintigste was ik opnieuw met stomheid geslagen
Door mijn onbekendheid met de simpelste dingen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)
Hier met dochtertje Frieda en zoontje Nicholasin 1966

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e augustus ook mijn blog van 18 augustus 2018 en ook mijn blog van 18 augustus 2017 en ook mijn blog van 18 augustus 2016 en ook mijn blog van 18 augustus 2013 deel 1 en ook deel 2.

Ted Hughes

De Engelse dichter en schrijver Ted Hughes werd geboren op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd, Yorkshire. Zie ook alle tags voor Ted Hughes op dit blog.

 

Tractor

The tractor stands frozen – an agony
To think of. All night
Snow packed its open entrails. Now a head-pincering gale,
A spill of molten ice, smoking snow,
Pours into its steel.
At white heat of numbness it stands
In the aimed hosing of ground-level fieriness.

It defied flesh and won’t start.
Hands are like wounds already
Inside armour gloves, and feet are unbelievable
As if the toe-nails were all just torn off.
I stare at it in hatred. Beyond it
The copse hisses – capitulates miserably
In the fleeing, failing light. Starlings,
A dirtier sleetier snow, blow smokily, unendingly, over
Towards plantations Eastward.
All the time the tractor is sinking
Through the degrees, deepening
Into its hell of ice.

The starting lever
Cracks its action, like a snapping knuckle.
The battery is alive – but like a lamb
Trying to nudge its solid-frozen mother –
While the seat claims my buttock-bones, bites
With the space-cold of earth, which it has joined
In one solid lump.

I squirt commercial sure-fire
Down the black throat – it just coughs.
It ridicules me – a trap of iron stupidity
I’ve stepped into. I drive the battery
As if I were hammering and hammering
The frozen arrangement to pieces with a hammer
And it jabbers laughing pain-crying mockingly
Into happy life.

And stands
Shuddering itself full of heat, seeming to enlarge slowly
Like a demon demonstrating
A more-than-usually-complete materialization –
Suddenly it jerks from its solidarity
With the concrete, and lurches towards a stanchion
Bursting with superhuman well-being and abandon
Shouting Where Where?

Worse iron is waiting. Power-lift kneels
Levers awake imprisoned deadweight,
Shackle-pins bedded in cast-iron cow-shit.
The blind and vibrating condemned obedience
Of iron to the cruelty of iron,
Wheels screeched out of their night-locks –

Fingers
Among the tormented
Tonnage and burning of iron

Eyes
Weeping in the wind of chloroform

And the tractor, streaming with sweat,
Raging and trembling and rejoicing.

 

De handen

Twee immense handen
Vertroetelden je als baby.
Later plaatsten diezelfde handen
Je bedaard in de kruipruimte
En voerden je de pillen,
Gehandschoend opdat je ze niet zou herkennen.

Toen je wakker werd in het ziekenhuis
Kreeg je hulp om de vingerafdrukken
Te herkennen binnen wat je gedaan had.
Je kon het niet geloven. Het kostte je moeite
Het te geloven.
                           Later, binnen je gedichten
Die ze droegen als handschoenen, lieten dezelfde handen
Grote vingerafdrukken achter. Hetzelfde
Binnen he laatste-stelling-brieven
Die ze ook als handschoenen droegen.
Binnen die woorden waarmee je mij raakte
Die zoveel sneller bewogen dan je mond
En die nog steeds in mijn oren galmen.

Soms denk ik
Dat jijzelf uiteindelijk twee handschoenen was
Die door die twee handen werden gedragen.
Soms denk ik zelfs dat ook ik
Werd opgepakt, een verdoving van handschoenen
Gedragen door diezelfde handen,
Die deden wat ze moesten doen, omdat
De vingerafdrukken binnen wat ik deed
En binnen je gedichten en je brieven
En binnen wat jij deed
Dezelfde zijn.

De vingerafdrukken
Binnen lege handschoenen, deze, hier,
Waaruit de handen zijn verdwenen.

 

Vertaald door Peter Nijmeijer

 

De theologie van Kraai

Kraai besefte dat God hem liefhad —
Anders was hij wel dood neergevallen.
Dus dat was bewezen.
Kraai leunde, in verwondering, op zijn hartslag.

En hij besefte dat God Kraai sprak —
Slechts bestaan was Zijn openbaring.

Maar wat
Had de stenen lief en sprak steen?
Zij leken ook te bestaan.
En wat sprak die vreemde stilte
Nadat zijn rumoer van gekras was weggestorven?

En wat had de hagelkorrels lief
Die uit de opgeknoopte verstervende kraaien drupten?
Wat sprak de stilte van lood?

Kraai besefte dat er twee Goden waren —

Een van hen veel groter dan de ander
Die zijn vijanden liefheeft
En alle wapens bezit.

 

Vertaald door Daan Doesborgh

 

Ted Hughes (17 augustus 1930 – 28 oktober 1998)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e augustus ook mijn blog van 17 augustus 2019 en ook mijn blog van 17 augustus 2016 en ook mijn blog van 17 augustus 2014 deel 2.