In Memoriam Leo Vroman

In Memoriam Leo Vroman

De Nederlandse dichter en schrijver Leo Vroman is vanochtend op 98-jarige leeftijd overleden in zijn woonplaats Fort Worth in de Verenigde Staten. Leo Vroman werd op 10 april 1915 in Gouda geboren. Zie ook alle tags voor Leo Vroman op dit blog.

 

Uitstel van het einde

Het advies in dit stakkergebouw
is: Blijf zo lang mogelijk bezig,
maar ik neem dat niet zo nauw
en ben dus flakkerend aanwezig.

Zo voel ik mij soms naar buiten zweven
als ik naar ons uitzicht kijk,
en ben, Bezig, dan weer even
in twee kamers tegelijk.

Dan weer, graag bij bliksemlicht,
moet ik nodig een gedicht
en ben een vleugelsinterklaas,
een onweerbare huispoweet
van fladderend meesterwerk, helaas
niet wetend hoe het onweer heet.

Duikelend schaam ik mij dan weer
voor mijn vlegelachtigheid
en de draad noodlottig kwijt
schrijf ik mij neer.

 

Steen

Drie stenen zitten op een steen.
Acht stenen liggen er om heen.
Daar onder liggen er nog negen.
Andere daar naast en tegen.
Een steen steekt half uit het zand naar buiten
om zich nog eventjes te uiten.
Leert, kinderen, dit uit zijnen mond:
houdt steeds een vuist boven de grond.

 

Sluiting

Als ik morgen niet opsta
moet je niet schrikken:
per slot, elke opera
en alle toneelstukken
hebben hun ogenblikken,
het vallen van gordijnen
of andere ongelukken.
Dit is dan het mijne.

Sluit dus mijn gezicht,
doe die mond en twee ogen
maar netjes dicht
en ik ben voltooid.

Laat zo maar gaan,
en die oren mogen
nog openstaan,
want je weet nooit

 

 
Leo Vroman (10 april 1915 – 22 februari 2014)

Arnon Grunberg, Paul van Ostaijen, Hugo Ball, Danilo Kiš, Sean O’Faolain, Jane Bowles, Ishmael Reed

De Nederlandse schrijver Arnon Grunberg werd geboren in Amsterdam op 22 februari 1971. Zie ook alle tags voor Arnon Grunberg op dit blog.

Uit: Huid en haar

‘Waar wacht je op?’ vraagt Lea.
Ze draagt een zwarte wollen jas met een bontkraag, tweedehands gekocht. Ze kan zich zulke jassen niet nieuw permitteren. Lea reist lichtbepakt. Een rugzak, meer heeft ze niet nodig voor vijf dagen. Met een föhn krijg je de meeste kreukels uit je kleren.
Op haar knie ligt een hand. Maar een hand op een knie is nog geen intimiteit.
‘Waarvan bent u precies een kenner?’ had een professor haar die avond tijdens een staande receptie gevraagd terwijl hij schijnbaar terloops haar bovenarm aanraakte. Ze had het onprettig gevonden. De vraag en de aanraking.
Een uur daarvoor had ze haar jurk in de badkamer opgehangen aan de rail waaraan ook het douchegordijn was bevestigd en hem met de föhn behandeld. De kreukels gingen er minder goed uit dan ze had gehoopt. Morgenochtend gaat ze naar huis, dan kan ze haar jurk laten stomen.
Kenner. Een belachelijk woord. Je kunt het eigenlijk alleen ontkennend gebruiken, als in: ‘Ik ben geen kenner van porseleinwerk.’ Ze is een kenner van Rudolf Höss, dat moest ze toegeven.
‘Höss,’ had ze geantwoord. Vervolgens had ze zich geëxcuseerd met de woorden: ‘Even kijken of hier nog meer mensen zijn die ik ken.’
In de verte, ingeklemd tussen een pilaar en een gesticule- rende man met een baard, had ze Roland Oberstein zien staan. Ze had de behoefte gevoeld om op hem af te stappen en zonder verdere plichtplegingen tegen hem te zeggen: ‘Red mij.’
Pathetisch natuurlijk. Maar is hoop op redding niet per definitie pathetisch? Hebben we leren leven zonder hoop? Als we al redding zoeken, mogen we dan alleen diep in onszelf graven?
Ze weigert dit te aanvaarden.
De professor was achter haar aangelopen. ‘Höss,’ had hij gezegd, ‘de commandant van Auschwitz. Boeiend. Had hij niet een verhouding met een gevangene in het kamp?”

 

 
Arnon Grunberg (Amsterdam, 22 februari 1971)

Lees verder “Arnon Grunberg, Paul van Ostaijen, Hugo Ball, Danilo Kiš, Sean O’Faolain, Jane Bowles, Ishmael Reed”

Morley Callaghan, Wayne C. Booth, Jules Renard, James Russell Lowell, Edna St. Vincent Millay, Ottilie Wildermuth

De Canadese schrijver Morley Callaghan werd geboren op 22 februari 1903 in Toronto. Zie ook alle tags voor Morley Callaghan op dit blog.

Uit: All the Years of Her Life

“The drug store was beginning to close for the night. Young Alfred Higgins who worked in the store was putting on his coat, getting ready to go home. On his way out, he passed Mr. Sam Carr, the little gray hair man who owned the store. Mr. Carr looked up at Alfred as he passed and said in a very soft voice, ”Just a moment, Alfred, one moment before you go.”
Mr. Carr spoke so quietly that he worried Alfred. ”What is it, Mr. Carr?”
”Maybe you’d be good enough to take a few things out of your pockets and leave them here before you go.” Said Mr. Carr.
”What things? What are you talking about?”
”You’ve got a compact and a lipstick and at least two tubes of toothpaste in your pockets, Alfred.”
”What do you mean?” Alfred answered. ”Do you think I am crazy?” His face got red.
Mr. Carr kept looking at Alfred, coldly. Alfred did not know what to say and tried to keep his eyes from meeting the eyes of his boss. After a few moments, he put his hand into his pockets and took out the things he had stolen.
”Petty thieving, eh, Alfred?” said Mr. Carr. ”And maybe you’d be good enough to tell me how long this has been going on.”
”This is the first time I ever took anything.”
Mr. Carr was quick to answer, ”So now you think you tell me a lie? What kind of a fool do I look like, hah? I don’t know what goes on in my own store, eh? I/ tell you, you have been doing this for a long time.” Mr. Carr had a strange smile on his face. ”I don’t like to call the police,” he said, ”but maybe I should call your father and let him know I’m going to have to put you in jail.”
”My father is not home, he is a printer, he works nights.”

 

 
Morley Callaghan (22 februari 1903 – 25 augustus 1990)

Lees verder “Morley Callaghan, Wayne C. Booth, Jules Renard, James Russell Lowell, Edna St. Vincent Millay, Ottilie Wildermuth”