Fastnacht (Wolfgang Müller von Königswinter)

Bij Carnaval

 

 
Max Beckmann: Karneval, triptiek (1942 – 1943)

 

Fastnacht

Lust’ge, lust’ge Fastnachtszeit!
Heute jubeln alle Leut’,
Heute sind wir alle toll,
Alle bunter Scherze voll.

Zieht die Schellenkappen um,
Hänget bunte Kleider drum!
Keiner kennt uns mehr heraus:
Welt ist wie ein Narrenhaus.

Räuber kommen wild heran,
Ritter reihen stolz sich dran,
Die Zigeuner fehlen nicht,
Schäfersmann ist jener Wicht.

Aus Tirol kommt der Gesell,
Jener aus dem Land des Tell.
Wenn ich doch ein Türke wär’!
Seht, dort trollt sogar ein Bär!

Auf der Geige auf dem Bass,
Auf der Flöte spielt der Spaß.
Kunterbunten Maskenscherz
Treiben froh wir allerwärts.

Lust’ge, lust’ge Fastnachtszeit!
Heute jubeln alle Leut’,
Heute sind wir alle toll,
Alle bunter Scherze voll.

 

 
Wolfgang Müller von Königswinter (15 maart 1816 – 29 juni 1873)
Buste op de Rheinallee in Königswinter

 

Zie voor de schrijvers van de 15e februari ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Richard Blanco, Elke Heidenreich, Chrystine Brouillet, Hans Kruppa, Douglas Hofstadter, Demetrius Vikelas

De Amerikaanse dichter Richard Blanco werd geboren op 15 februari 1968 in Madrid. Zie ook alle tags voor Richard Blanco op dit blog.

 

El Florida Room

Not a study or a den, but El Florida
as my mother called it, a pretty name
for the room with the prettiest view
of the lipstick-red hibiscus puckered up
against the windows, the tepid breeze
laden with the brown-sugar scent
of loquats drifting in from the yard.

Not a sunroom, but where the sun
both rose and set, all day the shadows
of banana trees fan-dancing across
the floor, and if it rained, it rained
the loudest, like marbles plunking
across the roof under constant threat
of coconuts ready to fall from the sky.

Not a sitting room, but El Florida where
I sat alone for hours with butterflies
frozen on the polyester curtains
and faces of Lladró figurines: sad angels,
clowns, and princesses with eyes glazed
blue and gray, gazing from behind
the glass doors of the wall cabinet.

Not a TV room, but where I watched
Creature Feature as a boy, clinging
to my brother, safe from vampires
in the same sofa where I fell in love
with Clint Eastwood and my Abuelo
watching westerns, or pitying women
crying in telenovelas with my Abuela.

Not a family room, but the room where
my father twirled his hair while listening
to 8-tracks of Elvis, and read Nietzsche
and Kant a few months before he died,
where my mother learned to dance alone
as she swept, and I learned Salsa pressed
against my Tía Julia’s enormous breasts.

At the edge of the city, in the company
of crickets, beside the empty clothesline,
telephone wires and the moon, tonight
my life is an old friend sitting with me 
not in the living room, but in the light
of El Florida, as quiet and necessary
as any star shining above it.

 

 
Richard Blanco (Madrid, 15 februari 1968)

Lees verder “Richard Blanco, Elke Heidenreich, Chrystine Brouillet, Hans Kruppa, Douglas Hofstadter, Demetrius Vikelas”

Jelena Bonner, Wilhelm Jensen, Jens Baggesen, Wilhelm Heinse, Dieter Lattmann, Tobias Amslinger

De Turkmeens / Russische schrijfster, dissidente en kinderarts Jelena Georgievna Bonner werd geboren in Merv op 15 februari 1923. Zie ook alle tags voor Jelena Bonner op dit blog.

Uit: Auf den Ruinen des Totalitarismus (Vertaald door Hartmut Trepper)

„Und nur wenige Einzelne, Menschen mit einem starken intellektuellen und moralischen Potenzial wie Andrej Sacharow, konnten eine eigene Weltanschauung im klassischen Sinn oder zumindest so etwas wie ein kosmologisch umfassendes, humanistisches Bild von der Welt entwickeln und sich prinzipiell von der Lüge distanzieren.
Noch heute liest man Hannah Arendt mit Schaudern. Die grundlegenden Ähnlichkeiten der beiden Regime sind mittlerweile hinreichend bekannt. Von Hitler sagte sein erster Biograf Konrad Heiden: “Er war ungeheuer verlogen, hatte keinen Realitätssinn und gab sich gleichgültig gegenüber Fakten.” Nikita Chrustschow, der weder Heiden noch Arendt gelesen hatte, sagte von Stalin: “Die Wahrheit des Lebens war ihm widerwärtig, die wirkliche Lage der Dinge gleichgültig.” Während es in Deutschland damals hieß: “Der Führer hat immer Recht”, lautete die Losung in der UdSSR: “Die Partei irrt sich nicht.” Hitler sagte: “Entweder siegt unsere Nation, oder sie muss vollständig untergehen.” In der UdSSR sang man im Lied: “Kühn ziehen wir in die Schlacht für die Sowjetmacht und sterben wie ein Mann im Kampf um sie.” Beide Seiten hatten ihrer Vernichtungs- und Konzentrationslager. In den einen gab es Gas, in den anderen sparte man sich diese Ausgabe; Hunger und Kälte taten das Ihre.
Wenn es nicht gerade um die Juden ging, hielt man sich in Deutschland an juristische Regeln, an Gerichtsverfahren. Bei uns fanden die Erschießungen gleich nach der üblichen fünfzehnminütigen Sitzung der Troika2 statt und manchmal auch schon vorher. Mein Onkel wurde am 20. Dezember 1937 erschossen, das Urteil stammte vom 31. Dezember. Ich habe selber Dutzende von Akten von Mitarbeitern der Komintern, also Kollegen meines Vaters, durchgelesen.“

 

 
Jelena Bonner (15 februari 1923 – 18 juni 2011)

Lees verder “Jelena Bonner, Wilhelm Jensen, Jens Baggesen, Wilhelm Heinse, Dieter Lattmann, Tobias Amslinger”

J.M.A. Biesheuvelprijs voor Rob van Essen

De Nederlandse schrijver Rob van Essen heeft zaterdag de J.M.A. Biesheuvelprijs gewonnen voor de beste Nederlandstalige korte verhalenbundel van 2014. Van Essen kreeg de prijs, een bedrag van 4.867 euro en het lievelingsboek van Maarten Biesheuvel (Wind in de wilgen), voor zijn bundel “Hier wonen ook mensen”. Zie ook alle tags voor Rob van Essen op dit blog.

Uit: Hier wonen ook mensen

“Tot het moment waarop de vrouw aan de overkant van het water verscheen, bestond er geen tijd meer in het leven van Walter Denitz. Natuurlijk, de dagen regen zich aaneen, de zon kwam op, de zon ging onder, maar nu Walter niets meer hoefde te doen, zou je net zo goed kunnen zeggen dat na elke nacht weer dezelfde dag aanbrak; en ook het feit dat hier, aan de rand van de woestijn, de weersomstandigheden nooit veranderden, droeg bij aan het idee van een stilstaande tijd waarin dezelfde dag zich eindeloos herhaalde.
Wanneer hij in zijn grote, uit één bouwlaag bestaande huis rondliep, verbaasde Walter zich soms over zijn geschiedenis. Die verbazing was niet ironisch of berustend; ze was zuiver, onvermengd met ander emoties, een verbazing die als ze iets sterker werd aangezet, zou leiden tot gefrons en de vraag hoe het allemaal zo gekomen was. De relativerende, stoïcijnse houding die bij zijn vrienden zoveel bewondering had afgedwongen toen hij zijn strips nog in undergroundbladen publiceerde en zijn inkomen rond het bestaansminimum schommelde, zou hem in zijn huidige positie goed van pas komen, maar hoorde inmiddels bij het verleden. Het was alsof hij een stadium had overgeslagen: het stadium van brandende ambitie. In de tijd dat hij een verbeten om erkenning en beloning strijdende kunstenaar had moeten zijn, had hij alvast een voorschot genomen op de kalme houding die paste bij iemand die geslaagd was en zich geen zorgen meer hoefde te maken; en nu hij inderdaad geslaagd was en zich geen zorgen meer hoefde te maken, was de bijpassende houding niet meer beschikbaar omdat hij haar al had opgebruikt. Het was alsof hij in zijn dagen van armoede al had geweten hoe het zou eindigen, zodat er geen reden was geweest om zich ongerust te maken.
Hij was niet ongelukkig. Als hem gevraagd werd hoe hij zich voelde, zou hij waarschijnlijk antwoorden: tijdloos. Toch was niet elke dag hetzelfde. Twee keer per week arriveerde een busje uit de dichtstbijzijnde stad, met een Mexicaans echtpaar, een kok en een kale boeddhistische monnik in een zwarte pij. Wanneer het busje vijf uur later weer vertrok, had het Mexicaanse echtpaar het huis schoongemaakt, de kok de maaltijden voor de komende dagen bereid en de boeddhistische monnik het grind in de rotstuin in nieuwe patronen geharkt.”

 
Rob van Essen (Amstelveen, 25 juni 1963)