Arno Geiger, Michael Longley

De Oostenrijkse schrijver Arno Geiger werd geboren op 22 juli 1968 in Bregenz, Vorarlberg. Zie ook alle tags voor Arno Geiger op dit blog.

Uit: De oude koning in zijn rijk (Vertaald door W. Hansen)

“Toen ik zes jaar oud was, herkende mijn grootvader mij niet langer. Hij woonde in het lagergelegen huis naast het onze, en omdat ik zijn boomgaard gebruikte om de weg naar school af te snijden, gooide hij me af en toe een stuk hout na, ik had op zijn land niets te zoeken. Maar soms was hij blij me te zien, hij kwam op me af en noemde me Helmut. Daar kon ik ook al niets mee aanvangen. Grootvader ging dood. Ik vergat die belevenissen – tot de ziekte bij mijn vader begon.
In Rusland bestaat er een spreekwoord dat zegt dat er niets in het leven terugkeert behalve onze fouten. En als we oud zijn, worden ze groter. Omdat mijn vader altijd al geneigd was tot excentriek gedrag, zagen wij zijn spoedig na zijn pensionering optredende eigenaardigheden als een teken dat hij nu elke belangstelling voor zijn omgeving begon te verliezen. Zijn gedrag leek typerend voor hem. Daarom hebben we hem ettelijke jaren op de zenuwen gewerkt met onze bezwering dat hij zich moest beheersen.
Tegenwoordig overvalt me een stille woede over die verspilling van energie; want we waren kwaad op de persoon, maar we bedoelden de ziekte. ‘Laat je alsjeblieft niet zo gaan!’ zeiden we honderdmaal, en mijn vader accepteerde het, geduldig en onder het motto dat het het makkelijkst is als je op tijd berust. Hij wilde zich niet verzetten tegen het vergeten, maakte nooit gebruik van zelfs maar de kleinste ezelsbruggetjes en liep daardoor ook niet het gevaar zich te beklagen dat iemand knopen in zijn zakdoek legde. Hij voerde geen hardnekkige stellingenoorlog tegen zijn geestelijk verval, en hij heeft niet één keer het gesprek erover gezocht, hoewel hij – achteraf geredeneerd – uiterlijk in het midden van de jaren negentig geweten moet hebben hoe ernstig het er met hem voor stond. Als hij tegen een van zijn kinderen had gezegd, sorry, mijn geheugen laat me in de steek, dan hadden we allemaal beter kunnen omgaan met de situatie. Maar nu vond er een jarenlang kat-en-muisspel plaats, met vader als muis, met ons als muizen en met de ziekte als kat.

Die eerste zenuwslopende fase, gekenmerkt door onzekerheid en twijfel, ligt achter ons, en hoewel ik er nog steeds niet graag aan terugdenk, begrijp ik nu dat er een verschil is tussen opgeven omdat je niet meer wilt, en weten dat je verslagen bent. Mijn vader ging ervan uit dat hij was verslagen. Aangekomen in het deel van zijn leven waar zijn geestelijke kracht afnam, koos hij voor ingekeerdheid, iets wat bij gebrek aan effectieve medicijnen ook voor de naasten een bruikbare mogelijkheid is met die ellendige ziekte om te gaan.
Milan Kundera heeft geschreven
: ‘Het enige wat ons overblijft tegenover die onontkoombare nederlaag die leven wordt genoemd, is de poging het te begrijpen.’
De dementie in zijn middelste fase, waarin mijn vader zich momenteel bevindt, stel ik me ongeveer zo voor: alsof je uit je slaap bent opgeschrikt, je weet niet waar je bent, de dingen tollen om je heen, landen, jaren, mensen. Je probeert je te oriënteren, maar het lukt niet. De dingen draaien door, doden, levenden, herinneringen, droomachtige hallucinaties, flarden van zinnen die je niets zeggen – en die toestand wordt de rest van de dag niet anders meer.”

 

Arno Geiger (Bregenz, 22 juli 1968)

 

De Ierse dichter Michael Longley werd geboren op 27 juli 1939 in Belfast. Zie ook alle tags voor Michael Longley op dit blog.

 

Honderd Deuren

Godl Ik steek weer kaarsen aan, nog steeds
De sentimentele atheïst, familie
Namen een soort gebed of gedicht, mijn muze
Onze Lieve Vrouw van Honderd Deuren.

Onder toezicht van een xenofobe
Koster plant ik in stoffig zand
Namen en gezichten die mij volgen
Zover als de ramen in de vloer:

Marmeren stompen doen pijn door het glas
Voor hun heidense tempel, de warme
Innerlijkheid die Praxiteles naar buiten bracht.
De intelligentie van steen.

De koster die mijn vlam-
Bloemen plukt en ze uit blaast, slechts enkele minuten
Oud, weet dat ik kijk en het
Maakt hem niet uit, als hij mijn levens verkort.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Longley (Belfast, 27 juli 1939)

 

Zie voor de schrijvers van de 22 juli ook mijn blog van 22 juli 2020 en eveneens mijn blog van 22 juli 2019 en ook mijn blog van 22 juli 2018 deel 2.

Hans van de Waarsenburg, Leo Herberghs, Michael Longley

De Nederlandse dichter en literatuurcriticus Johannes (Hans) Paul Richard Theodorus van de Waarsenburg werd geboren in Helmond op 21 juli 1943. Zie ook alle tags voor Hans van de Waarsenburg op dit blog.

 

Spinsel van tijd

Wanneer je terugloopt
met het hoofd bedekt
de lippen verzegeld

En nog het heldere glas
van de ogen waar licht
in het hoofd valt

Onder de lindebomen
ga je daar, waar niets
meer is, asfalt en ampels

Nog valt de avond niet
of kraakt er iets zachts
en dwaas in wat schuurt.

 

Schaduwgrens

Heuvels die glooiden zie ik en soms zwemmen er
Vissen doorheen. Mooie vissen die naar me zwaaien.

Sluiers van gordijnen als het raam openstaat en de
Wind naar binnen waait. En hemels de geur van verre

Egyptische tabak, verpakt in platte sigaretten. Mijn lief,
Ik wil niets meer dan dit uitzicht vol mooie, naar mij

Zwaaiende vissen. De sluier van je haren en de heuvels
Die glooien. Een ode aan alles wat langzaam verdwijnt.

 

Dan, langzamerhand dronken wordend

Dan, langzamerhand dronken wordend
van pop, powezie en pils
staat hij uit zijn stoel op

zijn tikmasjiene duvelt op
de grond;
hij weet de rand van de taal bereikt

voorzichtig naar een oude
boekenkast schuifelend
(soms wordt hij eeuwen stof)
negeert hij het dode grijze oog

bij een aantal tijdschriften en bundels
blijft hij staan en probeert zijn leven
in gestrekte sentimeters te schatten
het loont nauwelijks de moeite.

 

Hans van de Waarsenburg (21 juli 1943 – 15 juni 2015)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Leo Herberghs werd geboren in Heerlen op 21 juli 1924. Zie ook alle tags voor Leo Herberghs op dit blog.

 

Maastricht

Ik zag u langzaam uit de nevels stijgen,
Lieflijk en needrig, hemels onderpand,
Uw mond half glimlachend, half zwijgend;
Zo steeg gij langzaam tot de heuvelrand

En steeg en steeg. De wolken en de weiden
Liet gij verblinken op het wazig land
En met uw torens zaagt gij reeds terzijde
Naar de eeuwige lente van de Overkant.

En plots werd gij een juubling in mijn oren,
Een stromend lied, een vleugellicht gedicht
Dat spoorslags wegvoer tussen englenkoren

En zo verzwond uit mijn verbaasd gezicht:
Maar dan was plotsling alles als te voren –
Ik zag u liggen in het morgenlicht.

 

Herfst

II
De paniek van omgevallen stengelen,
rozen, verrot op de natte grond;
grauwe en grijze, die even bengelen
en dan neervallen in het rond –

Bladeren tuimelen, een ris.
Hees ritselt de wind, ontdaan
struikelend in het ongewis,
wijl hyacinthen te bloeien staan

en de merel vaag tureluurt,
voor zich fluisterend, afgewend,
en de zon langs de bladeren gluurt
en de eenzame bloemen herkent.

 

Dorp

denkend: onder de weerhanen van de dorpen
woeden de grote gepeinzen
als landschappen vol hosanna’s
met purperen vleugels. de jaren
vliegen over de daken
en angstig en stil sterft de vlinder.

dit is groter dan ooit, dit is wilder,
dit is geliefder dan brood, dit is stormend
en de dood heeft de donkerste kleuren.

 

Leo Herberghs (Heerlen, 21 juli 1924 – 11 mei 2019)

 

De Ierse dichter Michael Longley werd geboren op 27 juli 1939 in Belfast. Zie ook alle tags voor Michael Longley op dit blog.

 

Staakt-het-vuren

L
Denkend aan zijn eigen vader en tot tranen geroerd
Nam Achilles hem bij de hand en duwde de oude koning
Voorzichtig weg, maar Priamus krulde zich op aan zijn voeten en
Huilde met hem totdat hun verdriet het gebouw vulde.

II
Achilles nam Hectors lijk in zijn eigen handen en
Zorgde ervoor dat het gewassen werd en, in het belang van de oude koning,
Neergelegd in uniform, klaar voor Priamus om, verpakt
Als een cadeau naar Troje te dragen bij het ochtendgloren.

III
Toen ze samen hadden gegeten, staarden ze allebei vergenoegd
Naar elkaars schoonheid zoals geliefden zouden doen,
Achilles gebouwd als een god, Priamus nog steeds knap
En levendig pratend, die eerder had gezucht:

IV
‘Ik ga op mijn knieën en doe wat gedaan moet worden’
En kus Achilles’ hand, de moordenaar van mijn zoon.’

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Michael Longley (Belfast, 27 juli 1939)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juli ook mijn blog van 21 juli 2020 en eveneens mijn blog van 21 juli 2019 en ook mijn blog van 21 juli 2018 deel 2.

Hitte (C. S. Adama van Scheltema), Michael Longley, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Podol zomer, Kiev door Andrey Kutsachenko, z.j.

 

Hitte

Hoog staat het stralend witte zonjuweel
En slaat zijn hete licht op ’t land te gruis,
De zilvren vlammen laaien uit ’t hemelhuis,
De barnende aarde blakert grijs en geel.

Elk buigt zijn rug onder het zware kruis
Van vlammen, een last van vuur, – het lijkt of heel
De wereld brandend draait, – de zon ziet scheel
En kookt het gulzig zweet op ’t heet fornuis.

Kon ik die zon aan bei mijn borsten drukken
En drinken van haar licht, dat ik in dagen
Van duisternis de mensen zou verrukken!

Wie dorst zijn ziel in ’t barre zonlicht dragen,
Om uit zijn hart voor andren de oogst te plukken, –
Wie dorst om zweet – wie dorst om waarheid vragen?

 

C. S. Adama van Scheltema (26 februari 1877 – 6 mei 1924)
Stadsstrand met uitzicht over het IJ in Amsterdam de geboorteplaats van Adama van Scheltema

 

De Ierse dichter Michael Longley werd geboren op 27 juli 1939 in Belfast. Zie ook alle tags voor Michael Longley op dit blog.

 

HET PATROON

Op de kop af zesendertig jaar na ons trouwen,
toen er een koude, figuur-onthullende wind tegen je aan woei
en je sluier oplichtte, vind ik in zijn dikke envelop
het Vogue-patroon van zes shilling van je bruidsjapon,
gecompliceerde handleiding voor het naaien van lijfje
en rok, dubbele plooien en zomen, vloeipapieren knippatronen,
Gelijkenissen van huid die ik zenuwachtig openvouw
en in sneeuwlicht omhooghoud, want het heeft gesneeuwd
op deze windstille dag, en ik zie een glimp van je bruidsjurk
en witte schoenen buiten in de getransformeerde tuin
waar de waslijn en alle twijgen bedekt zijn.

 

Vertaald door Ko Kooman

 

Michael Longley (Belfast, 27 juli 1939)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juli ook mijn blog van 20 juli 2017 en ook mijn blog van 20 juli 2013 deel 2 en eveneens deel 3.

Pas op voor de hitte (Annie M.G. Schmidt), Ghayath Almadhoun, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heatwave door Jane Denman, 2019

 

Pas op voor de hitte

Denk aan juffrouw Scholten,
die is vandaag gesmolten,
helemaal gesmolten, op de Dam.
Dat kwam door de hitte,
daar is ze in gaan zitten
– als je soms wil weten hoe dat kwam.
Ze hebben het voorspeld: Pas op, juffrouw, je smelt!
Maar ze was ontzettend eigenwijs…
Als een pakje boter,
maar dan alleen wat groter,
is ze uitgelopen, voor het paleis.

Enkel nog haar tasje
lag daar in een plasje…
Alle kranten hebben het vermeld
op de eerste pagina.
Kijk het zelf maar even na.
Ja, daar staat het, kijk maar: dame smelt.

Die arme juffrouw Scholten…
helemaal gesmolten…
Als dat jou en mij eens overkwam…
Laten we met die hitte
overal gaan zitten…
maar vooral niet midden op de Dam.

 

Annie M.G. Schmidt (20 mei 1911 – 21 mei 1995)
Kapelle, de geboorteplaats van Annie M.G. Schmidt

 

De Zweeds – Palestijnse dichter, toneelschrijver, journalist en literair criticus Ghayath Almadhoun werd geboren op 19 juli 1979 in Damascus. Zie ook alle tags voor Ghayath Almadhoun op dit blog.

Hoe ik een dichter werd

Haar verdriet viel van het balkon en brak. Ze kreeg behoefte aan een nieuw verdriet. Toen ik met haar naar de markt ging, bleken de prijzen van verdriet onwaarschijnlijk hoog, dus adviseerde ik haar een tweedehands verdriet te kopen. We vonden een verdriet dat in goede staat verkeerde, het was alleen een beetje groot. Het had aan een jonge dichter toebehoord, die die zomer zelfmoord had gepleegd, vertelde de handelaar ons. Het verdriet beviel haar wel en we besloten het te nemen. Maar we waren het niet eens met de prijs, dus zei de handelaar dat hij er, als we het verdriet zouden kopen, gratis een pakketje leed uit de jaren zestig bij zou geven. We stemden in met zijn voorstel en ik was blij met het extra leed, waarop we niet hadden gerekend. Toen ze merkte hoe gelukkig ik ermee was, zei ze: ‘Je mag het hebben.’ Ik deed het leed in mijn tas en we gingen op weg. Die avond schoot het me weer te binnen. Ik haalde het uit mijn tas en bekeek het van alle kanten. Het was van hoge kwaliteit en verkeerde in goede staat, hoewel het al een halve eeuw was gebruikt. Kennelijk had de handelaar geen idee van de waarde gehad, anders had hij het ons vast niet gegeven in ruil voor de aanschaf van het onbeduidende verdriet van een jonge dichter. Wat me vooral tevreden stemde, was dat het existentieel leed was, dat bovendien uiterst professioneel in elkaar was gezet, met prachtige, bijzonder verfijnde details. Het had vast toebehoord aan een geleerde of een ex-gevangene. Ik begon het te gebruiken en zo werd de slapeloosheid mijn dagelijkse metgezel en werd ik een voorstander van de vredesbesprekingen. Ik ging niet meer op bezoek bij mijn naasten, het aantal memoires in mijn boekenkast groeide en ik uitte nog maar zelden mijn mening. Mensen werden me dierbaarder dan het vaderland en ik begon me te vervelen. Maar wat ik vooral opmerkelijk vond, is dat ik een dichter werd.

 

Vertaald door Djûke Poppinga

 

Ghayath Almadhoun (Damascus, 19 juli 1979)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e juli ook mijn blog van 19 juli 2020 en eveneens mijn blog van 19 juli 2019 en mijn blog van 19 juli 2017 en ook mijn blog van 19 juli 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

Zonnige toekomst (Driek van Wissen), Steffen Popp, Dolce far niente

 

Dolce far niente

 

Heat Wave door Chris Breier, 2016

 

Zonnige toekomst

Doordat de zon zo onbarmhartig scheen
Was hier op onze opgewarmde aarde
Veel extra sterfte onder de bejaarden;
Wij raken aardig door de oudjes heen.

Dus blijven onze zomers zo extreem
Dan is straks de vergrijzing geen probleem.

 

Driek van Wissen (12 juli 1943 – 21 mei 2010)
De Prinsentuin in Groningen, de geboorteplaats van Driek van Wissen

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

De zee bewoont mij, zoals licht een stad

De open balkons lichtten op, eilanden aan de ringweg
de lucht lag in het rond, een pont, waarschijnlijk sliep ze

ik vleide mijn hoofd in haar romp
trof een stroming, het regime van rivieren
onder de bruggen en in de tunnels
de instrumenten
lichtketenen, die zich bewogen.

Aan de haven
was ik alleen met het water, dat daar aan land gaat
havenkranen bevestigden het continent
aan zijn randen, op de achtergrond zwoegden
de zeeën

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e juli ook mijn blog van 18 juli 2020 en eveneens mijn blog van 18 juli 2019.

Tsead Bruinja, Steffen Popp

De Nederlandse dichter Tsead Bruinja werd geboren in Rinsumageest op 17 juli 1974. Zie ook alle tags voor Tsead Bruinja op dit blog.

 

U treft mij op een moment

ik wilde net gaan zitten aan de ongelakte tafel
in de woonkamer van mijn appartement in amsterdam-west
het is de donderdagmiddag vlak voor de deadline van dit gedicht
de kozijnen in de erker druppelen na van de aanhoudende regen
de waarde van mijn woning keldert omlaag
maar mijn buurman houdt het droog
handdoeken vangen de ellende op

tussen de wolken door valt zonlicht
op de rossige haartjes van mijn bovenarm
thee schommelt in het glas heen en weer
mijn pen krast inmiddels driest in het papier

ver weg bijna aan het eind van zijn leven
speelt andrés segovia op mijn stereo albeniz
ik kan niet horen of hij last heeft van spataderen
of er lange grijze haren uit zijn oren groeien
of dat hij bij het spelen rare bekken trekt
zoals heavy metalgitaristen doen bij een solo

een spotlight gericht op de tong uit hun mond
op een uitgeprint A4’tje naast mijn notitieboek lees ik
dat ik iets specifieks ga zeggen over een tentoonstelling
iets over een onderlaag die onbedekt wordt gelaten soms
maar ik schrijf even niet

ik kijk naar een verwelkte witte roos
die weken geleden na een optreden
in een wijnfles werd gezet door mijn geliefde
alle blaadjes zitten er nog aan

bruine randen hebben ze gekregen
het is een cliché dat weet ik maar het is zo
en met de liefde gaat het goed
dus beticht mij niet
van goedkope symboliek

dan moet er nog een doorkijkje komen naar een bijbels tafereel
in deze tekst waar ik nu toch al zoveel wit mee heb bedekt
misschien iets over koning salomo of het gelaat van mozes
dat glansde toen hij de berg afkwam

maar dan denkt u dat ik mij vereenzelvig
met iemand die god heeft gezien en toch ook weer niet
en dat zet u weer op een afstand

terwijl ik wil dat u voelt dat u er bij bent
bij mijn milde paniek in de lekkende woonkamer
de rossige haartjes op mijn onderarm
ver weg vanuit de juiste hoek belicht

 

een koor zingt

een koor zingt
en het erbarmen maakt de lucht om ons heen
zo dik als stroop

dan stopt de plaat
alle ingewanden
vallen uit het lied

waar wij naar kijken
alsof onze eerste kribbe
een gitaarkoffer was

 

Een kwal licht op in zee

voor Tonnus Oosterhoff

een kwal licht op in zee
roep niet

een stoel staat leeg in de kamer
kan niet tegelijk op de stoel en de bank

we gaan naar de brug naar
geleidelijk een nieuwe toonsoort

kom je de zon roept
ja ik ga mee

‘hello texas’

de bureaustoel roept ook
armleuning trekt ze
een bedelkleed aan

het licht helpt met een stralend
gezicht witgoud bladerhuis
naar de ondergang

binnenzon is ook goed
het kussen zacht genoeg
voor dijend zitvlees

veert het
ja alles veert

dag
dag

 

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 17 juli 1974)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog en ook mijn blog van 18 juli 2010.

 

Silvae (uitgedund)

Hars loopt uit de bomen, zoals altijd
staan de bossen, groen en van hout
voor mijn raam, en overal op aarde
waar geen veld is, geen tuin
                              geen huis als het mijne.

Soms een dier, aan de onderkant van het blad
een reebruine schietschijf met weinig
rake schoten uit het vorige jaar –
                                       twee oeroude paarden
slepen ontworteld hout, tegen de schemering
komen de jagers, men ziet hun gele
                                           sportschoenen oplichten.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e juli ook mijn blog van 17 juli 2021 en ook mijn blog van 17 juli 2020 en eveneens mijn blog van 17 juli 2019 en ook mijn blog van 17 juli 2017 en eveneens mijn blog van 17 juli 2016 deel 2.

William Irwin Thompson

De Amerikaanse dichter, sociaal filosoof en cultuurcriticus William Irwin Thompson werd geboren op 16 juli 1938 in Chicago, Illinois. Zie ook alle tags voor William Irwin Thompson op dit blog.

 

Hart Crane and William Yeats

Always at an edge with oceans,
near the night,
he slept
open as anemones
whose tendrils know
the slightest touch of quiet
and cannot be forced to flower.

Always under oceans in the night,
the single muscle
within the durable, opening shell
feels the brute dark presence
of the Devonian night
float immensely by.

Closing, they involve
whatever the intruding sea
has dropped
in their astonished flesh.

 

Ode to Marsyas

I.
Music seems reconciled with silence.
Palestrina, Tanis, and Machaut:
instants of silver on the still dark sea.

 

II.
The idle men and unharvested corn
are orange in the autumn afternoon sky,
as hard upon the earth
the dance excites the dust.
Those who are too old for dancing
sit outside the circle
and scrape the bark of dirt from their wooden feet.
Then the singing begins,
stretching across the drums
as the men, holding their arms in tight along their sides,
float above the violence of their feet.
The skirts spin their colors from the sun,
The blouses dampen and begin to cling
With shadows to the shadowed huts.

 

III.
Toscanini once
conducted a flawless Ninth,
and all the passengers
clapped,
with shouted hands
encores to Elysium.

 

Nachtwacht

Noem deze nacht catacombe,
dit gekozen werk,
gebroken sacrament.
Babels gave van tongen,
poëzie splitst de hemel op.

Dus naar de hel met kunst,
morgen ga ik beginnen
onverbiddelijk voor Hem alleen.
(Kan ik de tong
stom als knieën buigen
en een altaarrail maken van brute tanden?)

Ooit,
met opengebroken mond,
blunderend als zijn ogen,
tuimelde Saul van zijn beest,
herkreeg het licht.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

William Irwin Thompson (16 juli 1938 – 8 november 2020)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e juli ook mijn blog van 16 juli 2021 en ook mijn blog van 16 juli 2020 en eveneens mijn blog van 16 juli 20919 en ook mijn blog van 16 juli 2017 deel 2.

Jean Christophe Grangé, Steffen Popp

De Franse schrijver Jean Christophe Grangé werd geboren op 15 juli 1961 in Parijs. Zie ook alle tags voor Jean Christophe Grangé op dit blog.

Uit: Bloeddorstige driften (Vertaald door Floor Bosboom)

“Dát was het. Precies wat ze zocht.
De Pradaschoenen die ze in de Voguevan vorige maand had gezien. De onopvallende, beslissende toets die het helemaal af zou maken. Met het jurkje dat ze voor ogen had – een klein zwart dingetje dat ze voor een prikje had gekocht in de rue du Dragon – zou het perfect zijn. Echt cool. Glimlach. Jeanne Korowa rekte zich uit achter haar bureau. Ze wist eindelijk wat ze die avond zou dragen. Perfect. Zowel naar de vorm als naar de geest.
Ze checkte nogmaals haar mobieltje. Geen berichten. Een steek van angst deed haar maag ineenkrimpen. Scherper, dieper dan de vorige. Waarom belde hij niet? Het was al over vieren. Was het niet al te laat om de afspraak te bevestigen?
Ze wuifde haar twijfels weg en belde de Pradawinkel in de avenue Montaigne. Hadden ze de schoenen? Maat 39? Ze zou ze voor zevenen komen ophalen. Kortstondig gevoel van opluchting. Onmiddellijk weggevaagd door een andere zorg. Ze stond al 800euro rood … Met die schoenen zou dat meer dan 1.300 worden.
Maar het was 29 mei. Over twee dagen zou ze haar salaris krijgen. 4.000 euro. Geen cent meer, inclusief toeslagen. Ze zou de nieuwe maand dus voor de zoveelste keer ingaan met een derde minder te besteden. Ze was het gewend. Ze speelde het bancaire hinkelspel nu al jaren met een zekere behendigheid.
Ze sloot haar ogen. Zag zich al in haar glanzende pumps. Vanavond zou ze een andere vrouw zijn. Onherkenbaar. Sensationeel. Onweerstaanbaar. De rest zou kinderspel zijn. Toenadering. Verzoening. Nieuw begin.
Maar waarom belde hij niet? Hij had gisteravond toch zelf contact met haar gezocht? Voor de honderdste keer die dag opende ze haar inbox en las de e-mail.”

 

Jean Christophe Grangé (Parijs, 15 juli 1961)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

Hotelsituatie, het onafgebroken liggen

Zelfverzekerd hart, neon, de ongemerkte overslag van deze goederen
– hoe dan ook nadenken, hoe dan ook wakker blijven –

zoals de buitenwereld ons betovert, in zijn pieken en dalen
de avond is vol taal maar de woorden gaan kreupel

de lichamen van planten regenereren, van hout en
stil, Trojaanse paarden, liggen we op de bodem van de stad

zo wakker in zijn slaap, ons geduldig vlees
praat met de rivieren. Kruipstroom, nabije oever

aarzelende huid, het kleine gevoel maakt je gelukkig
uit mijn jaren laten droomtekens los, als bladeren

buitensporige boomsneeuw. Laten we nu lang gaan reizen
ter land, ter zee en in de lucht, laten we nu lange tijd

dit hotel niet verlaten. Nooit bij de sterren, nooit
ophouden, in de muziek. Je polsslag, je haren wapperen.

 

Vertaald door Alfred Schaffer en Gregor Seferens

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e juli ook mijn blog van 15 juli 2020 en eveneens mijn blog van 15 juli 2019 en ook mijn blog van 15 juli 2017 deel 2.

Volker Kaminski, Steffen Popp

De Duitse schrijver Volker Kaminski werd op 14 juli 1958 in Karlsruhe geboren. Zie ook alle tags voor Volker Kaminski op dit blog.

Uit: Herzhand

„Die Welt vergibt keine Schönheitspreise für makellose, prächtige Bäume, sie behandelt stolze Kiefern nicht anders als ordinäre Laubbäume. Die Welt ist die Summe aller Bäume plus einer Anzahl scharfer Äxte. Die Welt fällt Bäume und pflanzt neue an. Die Welt bringt alle Mauern zu Fall, selbst die, die Erik und Elena gewohnt waren. Erik wusste nicht, was schlimmer für sie war: der Kampf mit ihren Sätzen oder der Fall der Mauer.
Helge schrieb über die Zeit, als Elena am schönsten war. Als sie Günter kennenlernte. Er ließ Günter sanft und charmant am Telefon klingen, doch schneidend kalt und unberechenbar im Büro auftreten. Er beschrieb Günter als einen Verführer, der Elena zuerst lockte, dann quälte. Elena schien jeden Tag noch schöner zu werden. Wenn Erik sie umarmte und ihren Körper an seinem spürte, wurde ihm fast schwindlig.
In ihrem blassen Gesicht zeigte sich neuerdings eine frische Farbe, ihre Arme drückten ihn fester, ihre Küsse waren inniger. Erik schöpfte keinen Verdacht. Er registrierte den Schwung der sich verändernden Welt und glaubte, Elena werde von der großen Bewegung mitgerissen. Überall ertönte der Schrei nach Freiheit. Es wurden Einheit und Zusammengehörigkeit beschworen. Erik und Elena passten nicht in diese Welt. Erik bekam zum ersten Mal das Gefühl, dass sie älter waren als die Welt. Die Welt schien zu tanzen und sich fröhlich auf die Oberschenkel zu klopfen. Doch obwohl Elena nicht mittanzte, wurde sie vom allgemeinen Taumel ergriffen. Sie bewegte sich entschiedener als früher, hatte ihre Fransentasche gegen eine schwarze Aktenmappe eingetauscht und sich einen Kurzhaarschnitt zugelegt.
In dieser Etappe, während Elena bei Günter jobbte, aber noch mit Erik zusammen war, arbeitete er mehr denn je. Elena lebte ihm eine Zielstrebigkeit vor, die ihn berauschte. Sie hatte gewissermaßen eine neue Stufe des Lebens erklommen. Zwar misslang ihr weiterhin das Hörspiel, aber sie erledigte ihre Pflichten mit großem Ernst und einer gesunden Gesichtsfarbe. Elenas frischer Teint war Günters Werk. Günter war der geheime Antrieb, das unsichtbare Kraftwerk, die Lebensenergie, von der Elena und Erik profitierten.
Diese Phase, die sich etwa ein halbes Jahr hinzog, erlebte Erik als Durchbruch beim Schreiben. Er entdeckte den Wert der disziplinierten Arbeit. Sein Tun am Küchentisch war bis dahin mehr von Launen und Stimmungen beherrscht gewesen.“

 

Volker Kaminski (Karlsruhe, 14 juli 1958)

 

De Duitse dichter en schrijver Steffen Popp werd geboren op 18 juli 1978 in Greifswald. Zie ook alle tags voor Steffen Popp op dit blog.

 

Russische eenheden

Een soort liefde tussen de blokken
met sneeuworen: onwerkelijk, uit de tijd
liggen de stenen onder het ijs
het bevroren remspoor, de pirouette
van de dronkaard –
in mijn hart
dreunt een finale, ik weet niet
van welk stuk
door het balkonraam
kijkt de geranium, roerloos, een slaperig kind
zegt: We hebben Lenin gezien…

en elk licht is een muntstuk geluk/ongeluk
de dingen vallen uiteen, in hun stoïcijnse schoonheid

een dromende conductrice
met een ijzeren munthouder
men ziet de sneeuw en wil zich losrukken

wanneer we in kleine voertuigen
reizen door steden blijven ringlijnen
de laatste eenheden
ademt de uitgebuite ruimte
een massief van dode bijen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Steffen Popp (Greifswald, 18 juli 1978)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e juli ook mijn blog van 14 juli 2020 en eveneens mijn blog van 14 juli 2019 deel een en ook deel 2.

Rien Vroegindeweij, Jürgen Becker

De Nederlandse dichter en (toneel)schrijver Rien Vroegindeweij werd geboren in Middelharnis op 13 juli 1944. Zie ook alle tags voor Rien Vroegindeweij op dit blog. 

 

Boymans

Als na kantoortijd het rosarium opleeft
van het gefluister in de bosjes,
spelen oudere heren verstoppertje.
Jongens vragen of u een vuurtje heeft.

Een sigaret tussen de lippen, onzeker
en op zwart zaad, in het bleke gezicht
van de betaalbare liefde, dat opflikkert
in het licht van een gouden aansteker.

Als ze weg zijn, de jongens, de meneren,
is het park donker en verlaten; de bladeren
van de bomen gaan pierewaaien over de sloot,
rond de beelden in de tuin van Boymans.

 

Toen de dijken braken 3

De jongen wachtte op de dingen die komen zouden.
Zijn vader zette de kachel op tafel, zijn moeder
bracht huisraad naar boven. Toen begon het wachten.

Het wachten op het water. Het kwam als een groot grijs
monster dat zich breed uitrolde over het bouwterrein
over het braakland naar het huis waar hij woonde.

Hij hoorde de kelder vollopen, de deuren kraakten
het monster steeg hoger en hoger, kwam de trap op.
Hij was bang. Zijn vader mat hoe hoog het kwam.

 

Small talk of a fat woman

De zee spoelt verhalen aan,
het land maakt ze: je hebt het zeker
wel in de krant gelezen van die man

die heeft zijn vrouw
hij kwam altijd dronken thuis
en toen is zij weggelopen

ze werkte als kapster en hij wist
ze kwam om zeven uur uit haar werk
en toen heeft hij haar

hij wou zijn eigen ook maar
dat is niet gelukt want hij ligt
in het ziekenhuis verlamd.

 

Rien Vroegindeweij (Middelharnis, 13 juli 1944)

 

De Duitse dichter en schrijver Jürgen Becker werd op 10 juli 1932 in Keulen geboren. Zie ook alle tags voor Jürgen Becker op dit blog.

 

Tabaksbladeren, dahlia’s

Waar zijn jullie allemaal… eeuwig die stemmen
van de bandrecorder. Gisteren regen, de onderste plaats in de tabel,
Regen vandaag, dat zou het nieuws van hier zijn als
iemand in Thessaloniki het wil het weten.
De dahlia’s
dommelen weg achter het hek; lang geleden las ik
dat het de dahlia’s van de opstand zijn. Destijds
aarzelden wij; de dagen begonnen somber, en wie
wilde vertrekken, nam de voorstadstrein
naar de voorstad.
Bijna alle fouten
hebben zich herhaald, ongeacht of er van methoden, kleren,
tekstsoorten en trainers gewisseld werd. ’s Avonds een cognac,
een gelijkspel misschien, in het nachtprogramma
het terugroepen van toen –
De dahlia’s
hebben tijd tot het vriest en gaan dan de kelder in
de knollen. Alles overleeft. De tabaksbladeren hingen
op zolder, en wakker liggend hoorden we geritsel, toen
de wind door het open dakraam blies.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Jürgen Becker (Keulen, 10 juli 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juli ook mijn blog van 13 juli 2020 en eveneens mijn blog van 13 juli 2019 en ook mijn blog van 13 juli 2016 en ook mijn blog van 13 juli 2014 deel 1 en ook deel 2.