Jan Baeke, Jane Kenyon

De Nederlands dichter Jan Baeke werd geboren in Roosendaal op 23 mei 1956. Zie ook alle tags voor Jan Baeke op dit blog.

 

Transit

Wij zijn het die je hier ziet rijden
door het midden van augustus
vakantiefolders in en uit.
De zomer bloeit, een dorpsidylle
schapen in de luwte van de tijd.

Tot plotseling de auto stilvalt
links op de foto van dit feit.
De zon krast diep in de vallei.
Wat in de jaren is versteend
hangt boven ons als zware lucht.

We lopen naar het volgende gehucht.
De weg voert langs een ansichtkaart.
We zien een stipt vervallen huis
een meer, een horizon
maar niet gemeend
eerder terloops, buiten bedrijf.

Twee zwoegende figuren
in het landschap uitgezet.
Straks, in dat derderangs pension
waar wij weer andere poses imiteren
brengen wij elkaar dit uur
in rekening.

 

Expeditie

We hebben onze expeditie grondig voorbereid.
We kennen de plek
waar we het spoor bijster zullen raken
waar we door de grappen heen zullen zijn
en een lawine ons gezelschap zal halveren.
Daar zal december blijven duren en de storm
zal onze sentimenten aanwakkeren
op een manier die onze geldschieters zal bekoren.

De nacht voor het vertrek richten we ons
met bloeddoorlopen ogen en bevroren neuzen tot de sterren.
‘Sterren, sterk dit hart met symbolist.’
Daarna bellen we een land
dat de benodigde ontberingen in voorraad heeft
en trouwen op het laatste moment
geschikte vrouwen om achter te laten.

 

De kant van de zomer 1

Ik heb het raam dichtgedaan om de zomer niet te horen
maar de zon brandt door de muren
en de vliegen draaien hun motoren klem in de gordijnen.

Een hond en een kind kunen blijven slapen
tot het gisteren wordt.
Auto’s die nog stilstaan. Adem, zonder te bewegen.
Het glas in mijn hand bevat schommelend water.

Maar de zomer is een luid blaffende hond.
De zomer is een optocht van geluiden
en de vliegen raken niet op.
Het raam heeft geen enkele functie.

 

Jan Baeke (Roosendaal, 23 mei 1956)

 

De Amerikaanse dichteres en vertaalster Jane Kenyon werd geboren op 23 mei 1947 in Ann Arbor, Michigan. Zie ook alle tags voor Jane Kenyon op dit blog.

 

Het uitpraten met Melancholie

 

6. IN EN UIT

De hond zoekt tot hij mij boven
vindt, met een geklepper van ellebogen
gaat liggen, zijn kop op mijn voet legt.

Soms redt het geluid van zijn ademhaling
mijn leven – in en uit, in
en uit; een pauze, een lange zucht. . . .

 

7. PARDON

Een stuk verbrand vlees
draagt mijn kleren, spreekt
in mijn stem, verzendt verplichtingen,
aarzelend of helemaal niet.
Het is moe van het proberen
onverschrokken te zijn, heel
erg moe.

We gaan verder met de monoamine
oxidase-remmers. Dag en nacht
heb ik het gevoel alsof ik zes kopjes koffie
heb gedronken, maar de pijn

stopt abrupt. Met de verwondering
en bitterheid van iemand die gratie heeft gekregen
voor een misdaad die ze niet heeft begaan,
kom ik terug naar huwelijk en vrienden,
naar roze gefranjerde stokrozen; kom ik terug
naar mijn bureau, mijn boeken en mijn stoel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Jane Kenyon (23 mei 1947 – 22 april 1995)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e mei ook mijn blog van 23 mei 2020 en eveneens mijn blog van 23 mei 2019.

International Booker Prize 2023 voor Georgi Gospodinov

International Booker Prize 2023 voor Georgi Gospodinov

De Bulgaarse schrijver Georgi Gospodinov heeft de International Booker Prize 2023 gewonnen. Hij krijgt de prijs voor zijn roman “Schuilplaats voor andere tijden”. Georgi Georgiew Gospodinov werd geboren op 7 januari 1968 in Yambol, Bulgarije.  Zie ook alle tags voor Georgi Gospodinov op dit blog.

Uit: Schuilplaats voor andere tijden  (Vertaald door Hellen Kooijman)

“Jaren later, toen een hoop van zijn herinneringen weg dreigden te vliegen als opgeschrokken duiven, kon hij zich nog steeds die ochtend voor de geest halen, die ochtend waarop hij doelloos door de straten van Wenen liep, en een zwerver met een snor á la Márquez op de stoep kranten stond te verkopen onder de vroege maartzon. Ineens stak er een windje op en een aantal kranten fladderde de lucht in. Hij probeerde te helpen, raapte er een paar van de grond en bracht ze terug naar de zwerver. Hou er maar eentje hoor, zei Márquez. Gaustin, laten we hem zo noemen, hoewel hijzelf deze naam gebruikte als Hades’ helm der onzichtbaarheid, pakte een krant en gaf de zwerver een geldbiljet, behoorlijk groot gezien de situatie. De zwerver draaide het biljet aarzelend rond in zijn hand en schudde toen zijn hoofd: Maar… ik heb geen wisselgeld. En dat klonk zo absurd op die vroege Weense ochtend dat ze beiden in lachen uitbarstten. Gaustin voelde liefde en vrees voor daklozen, dat waren zijn woorden: liefde en vrees, en altijd in deze combinatie. Hij hield van hen en was tegelijkertijd bang voor hen op een manier waarop je houdt en bang bent van dat wat je ooit bent geweest of waarvan je verwacht dat je het op een dag zal worden. Hij wist dat hij vroeg of laat tot hun leger zou toetreden, om dit cliché maar eens te gebruiken. Eén moment stelde hij zich lange rijen daklozen voor, die over de Kärtner Strasse en de Graben marcheerden. Ja, hij was aan hen verwant, hij was een van hen, hoewel toch een beetje anders. Een zwerver, maar dan in de tijd zeg maar. Vanwege een gelukkige samenloop van omstandigheden had hij genoeg centen verdiend om voorlopig te voorkomen dat een metafysische tegenslag zou omslaan in fysiek lijden. Op dat moment oefende hij een van zijn beroepen uit; dat van psychiater-gerontoloog. Ik vermoed dat hij heimelijk de verhalen van zijn patiënten stal, om daar onderdak te vinden, even rustig in andermans plaats en verleden te verblijven. Het was anders in zijn hoofd zo’n wirwar van tijden, stemmen en plaatsen dat hij of zich onmiddellijk zou moeten overleveren aan zijn collega-psychiaters, of iets zou moeten doen waardoor zij genoodzaakt waren hem op te sluiten.”

 

Georgi Gospodinov (Yambol, 7 januari 1968)