Sint Maarten (Jasper Mikkers), Hans Magnus Enzensberger

 

 

Laternenkinder II door Rudolf Bartels, 1912

 

Sint Maarten

Geschater als een meisje schrok
van de griezel op onze stok.

In het vuilwit binnenste van bietenschedels
droegen we de geest mee op een stok.
Leven als een vlam, flakkerend achter open ogen,
bij ons blijvend tot de lengte van een kaars.

Opgenomen in geklep van klompen, wild licht,
lopend langs een weg die we niet kenden,
staken we het hoofd omhoog en keken om ons heen.

Waarheen we gingen, wist niet één.
Onze moeders riepen onze namen in het donker.
We stapten voort, onze tenen schurend
langs de binnenkant van klompen,
en lieten onverhoord haar bede, wachtten
tot haar stem, banger dan ooit voor duister
en kou, eenmaal verstommen zou.

 

Jasper Mikkers (Oerle, 3 januari 1948)
De St. Jan de Doperkerk in Oerle (Veldhoven)

 

De Duitse dichter en schrijver Hans Magnus Enzensberger werd geboren op 11 november 1929 in Kaufbeuren. Zie ook alle tags voor Hans Magnus Enzensberger op dit blog.

 

Astronomische zondagspreek

Wanneer het over onze ellende gaat –
honger, moord, doodslag etcetera –
akkoord! Een gekkenhuis!
Maar sta mij alstublieft toe
in alle bescheidenheid op te merken
dat het al met al
een tamelijk gunstige planeet is
waarop wij geland zijn,

je reinste rozenhaag,
vergeleken met Neptunus
(min tweehonderdentwaalf graden Celsius,
windsnelheden tot duizend km/h
en verdomd veel methaan
in de atmosfeer).
Alleen maar opdat jullie zouden weten
dat het elders nog veel ongezelliger is. Amen.

 

Vertaald door René Smeets

 

Hans Magnus Enzensberger(11 november 1929 – 24 november 2022)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e november ook mijn blog van 11 november 2018 deel 1 en ook deel 2. en eveneens deel 3.

Grabbesuch zu Allerseelen (Ingo Baumgartner), Ilse Aichinger, Kees van den Heuvel

 

Bij Allerzielen

 

Op het kerkhof in Fløng door Laurits Andersen Ring, 1904

 

Grabbesuch zu Allerseelen

Steingravur, ein Namenszug,
Stern und Kreuz für Lebensspanne,
Flamme auf dem Aschenkrug,
Blumen in der Marmorwanne.

Keine Trauerträne quillt,
fröhlich ist das Angedenken.
Schmerz ist lange schon gestillt,
innig das Gedankenschwenken.

Allerseelen, Grabbesuch,
Plauderstunde mit den Lieben.
Große Nähe, nie ein Bruch,
nie für immer fern geblieben.

 

Ingo Baumgartner (24 december 1944 – 16 juli 2015)
Oberndorf bei Salzburg, de geboorteplaats van Ingo Baumgartner

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Winterantwoord

De wereld is van de stof
die vraagt om beschouwing:
geen ogen meer
om de witte weiden te zien,
geen oren om tussen de takken
het gefladder van de vogels te horen.
Grootmoeder, waar zijn jouw lippen naartoe
om al het gras te proeven,
en wie reikt ons uiteindelijk de hemel aan,
wiens wangen schuren vandaag nog
tot bloedens toe langs de muren in het dorp?
Is het niet een duister woud
waar wij in terechtkwamen?
Nee, grootmoeder, het is niet duister,
ik kan het weten, ik woonde lang
bij de kinderen aan de rand,
en het is ook geen woud.

 

Vertaald door Lucas Hüsgen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

De Nederlandse dichter en vertaler Kees van den Heuvel werd geboren op 2 november 1960 in Mill. Zie ook alle tags voor Kees van den Heuvel op dit blog.

Uit: Medelijden, medeleven, bijna: vriendschap.  Hans Werkman en Willem de Mérode (Samen met Cees van der Pluijm)

“Ook ik heb een aantal fouten gemaakt, zeker in mijn eerste biografie: daarin was ikzelf te nadrukkelijk aanwezig. Een biograaf moet de feiten geven. De manier waarop hij dat doet, heeft een forse mate van subjectiviteit, maar het gaat toch om controleerbare gegevens. Bovendien was ik te weinig op mijn hoede ten aanzien van briefgetuigenissen. Ik dacht: ‘Als die man aan Jaap Romijn iets in een brief schrijft, dan klopt dat.’ Pas later kwam ik erachter dat hij bij voorbeeld in de zelfde tijd iets heel anders aan Barend de Goede schreef. Dat moet je dan tegen elkaar afwegen. [Jaap Romijn, Barend de Goede en Bert Bakker waren vrienden die De Mérode tijdens de laatste jaren van zijn leven regelmatig bezochten; KvdH/CvdP.] Voor mijn tweede biografie heb ik alle brieven weer doorgelezen en daaruit heb ik dingen opgenomen die ik vroeger als minder belangrijk zag, maar die ik nu goed vond passen. In dat boek ben ik ook minder op de voorgrond getreden. En in De Mérode en de jongens heb ik dingen gepubliceerd die in dat kader weer van belang waren, zoals mijn eigen ervaringen met De Mérodes inmiddels oud geworden vriendjes. Hoe gaan die met zijn nagedachtenis om? Daar zit ook een verhaal in.
Ik ben niet van plan nog meer over De Mérode te schrijven, maar als ik ooit weer de geest zou krijgen, zou het een boek worden over 1924, de acht maanden die De Mérode toen in de gevangenis heeft gezeten, met wat daaraan voorafging en wat erop volgde. Hoe is dat voor hem geweest? Ik kan dat enigszins reconstrueren aan de hand van een getuigenis van Ernst Groenevelt [vriend en collega-redacteur van Het Getij; KvdH/CvdP], die in de zelfde periode in de gevangenis zat, en van een aantal gedichten. Ik ben ook in die gevangenis geweest. Maar dat boek kan natuurlijk alleen maar een roman worden en geen biografie, daarvoor zijn er te weinig gegevens beschikbaar.

Waarom heeft u juist over Willem de Mérode een biografie willen schrijven?

Hans Werkman: De Mérode drong zich als het ware aan me op: ik ben geboren in Uithuizermeeden, waar hij als onderwijzer werkzaam is geweest. Als jongen had ik al belangstelling voor literatuur in het algemeen en ik was dus geïnteresseerd in de dichter die in mijn dorp had geleefd. Als ik langs dat huis kwam, wist ik: ‘Daar heeft een redelijk beroemd dichter gewoond.’ Bovendien had mijn vader een schoenmakerij en onder zijn klanten waren mensen die De Mérode gekend hadden. Af en toe werd er over hem gesproken, hoewel het al een hele tijd geleden was dat hij was weggegaan, en dan spitste ik mijn oren. Toen ik op mijn achttiende een tijd ziek was, kreeg ik van mijn oud-klasgenoten het tweede deel van de Gedichten en zo heb ik wat meer van hem leren kennen. Maar de biografie is eigenlijk de invalshoek geweest van waaruit ik zijn poëzie ben gaan lezen.”

 

Kees van den Heuvel (2 november 1960 – 11 januari 2010)

 

Zie voor de schrijvers van de 2e november ook mijn blogs van 2 november 2018.

A Sonnet for All Saints Day (Malcolm Guite), Ilse Aichinger

 

Bij Allerheiligen

 

De glorie van alle heiligen door Guercino, ca. 1645

 

A Sonnet for All Saints Day

Though Satan breaks our dark glass into shards
Each shard still shines with Christ’s reflected light,
It glances from the eyes, kindles the words
Of all his unknown saints. The dark is bright
With quiet lives and steady lights undimmed,
The witness of the ones we shunned and shamed.
Plain in our sight and far beyond our seeing
He weaves them with us in the web of being
They stand beside us even as we grieve,
The lone and left behind whom no one claimed,
Unnumbered multitudes, he lifts above
The shadow of the gibbet and the grave,
To triumph where all saints are known and named;
The gathered glories of His wounded love.

 

Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
De katholieke Kerk van de Verrijzenis in Ibadan

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Ilse Aichinger werd met haar tweelingzusje Helga geboren op 1 november 1921 in Wenen. Zie ook alle tags voor Ilse Aichinger op dit blog.

 

Maartwens voor de tuin

Blijf een panter,
zwartling,
gevlekt en hongerig,
naar paasdinsdagen,
regenstrengen,
rozenkranswetten;
ook naar zulke,
die verslappen,
naar de weggegooide winsten,
van kinderloterijen,
de inhoud van
lieve, betekenisloze epistels,
blijf zo,
nat en woedend;
als je nu bent,
klaar om,
vanaf de eerste kittens
tot de wetsteen
en tot de lange grens
allen
en met alle verschillen
te verslinden,
blijf zo,
blijf hongerig
naar ons.

 

Vertaald door Fans Roumen

 

Ilse Aichinger (1 november 1921 – 11 november 2016)

 

Zie voor de schrijvers van de 1e november ook mijn blog van 1 november 2018 en ook mijn blog van 1 november 2015 deel 1 en eveneens deel 2 en ook mijn blog van 1 november 2009.

Corpus Christi (Liam Ó Muirthile), Sophie van der Stap, Christoph Meckel

 

Bij Sacramentsdag

 

La Procession de la Fête-Dieu door Auguste-Xavier Leprince, 1820

 

Corpus Christi

Surely this procession
filed out of another zone,
Crist’s body borne aloft.

I imagine the parade at home
ascending a narrow Mediterranean street,
the sun massaging it at piazza corners.

Christ, an anonymous tourist,
had his passport stamped indifferently
by custom’s men dressed for the job.

But this sorry cortege, staggering
out of kilter, threatened by rain,
makes an altar of every house.

Were they all in vain: those sweltering days,
melting on sticky car seats,
the priest droning from a tannoy gob?

Is this all we’re left: a welter
of simmering emotion stirred up
with a pinch of belief.

We woke to our bodies long ago,
shut the door
on that stale, gutted spirituality.

But behold the bared body
of Christ, awkwardly borne,
unsettling us once more.

 

Liam Ó Muirthile (15 november 1950 – 18 mei 2018)
Cork, de geboorteplaats van Liam Ó Muirthile, met de Holy Trinity Church

 

De Nederlandse schrijfster Sophie van der Stap werd geboren in Amsterdam op 11 juni 1983. Zie ook alle tags voor Sophie van der Stap op dit blog.

Uit: En wat als dit liefde is

“Ik ben 63, afhankelijk en ik houd niet van mensen. Een ongelukkige uitkomst van omstandigheden, maar ik probeer het als een onoverkomelijkheid te beschouwen, en niet als een gevolg van de dingen die ik, als ik erover zou mijmeren achteraf anders had kunnen doen. Dat geldt trouwens voor alle dingen die me ontstemmen; het enige wat graven in mijn verleden me oplevert is pijn in m’n hart, hoofd en nek (van al dat omkijken). Niets wat de strijd van het gevecht waard is. Omdat ik mijn tijd niet hoef te besteden aan het zien groeien van mijn kapitaal (Monsieur), het achternarennen van vintage mantel. pakjes (mevrouw De Bourbon), het wachten op een ander leven (Sé-verine) of het verschijnen in televisieprogramma’s (Tara) — ziezo, nu weet je een beetje in wat voor buurt ik woon — heb ik mij toegelegd op een studie naar de Waarheid achter de dingen terwijl ik deze bijzondere banaliteiten observeer. En dat is wat ik doe: observeren, registreren, analyseren. Met dezelfde behendigheid waarmee mevrouw De Bourbon zondags op de markt nietsvermoedende echtgenoten wegrooft, vergaar ik de missende stukjes uit de meest mysterieuze puzzel waar de mens zich over kan buigen: de mens zelf. Iedere ochtend steek ik mijn voeten in Tod’s-achtig schoeisel. Mijn paar is van suède en donkerblauw van kleur, met een neus die niet rond maar ook niet puntig is. Zo zou ik mezelf ook prima kunnen beschrijven. Mijn lijf heeft ronde vormen, maar mijn karakter is scherp, puntig. lk heb dezelfde schoenen in ecru, voor de zomerdagen. Daar is niks toevalligs aan; mijn uiterlijk is volledig uitgebalanceerd met het doel mezelf zo goed mogelijk aan het zicht van de medebewoners te onttrekken. Een onopvallend uiterlijk is onmisbaar in mijn bezigheid de Waarheid te bemachtigen. Zo heb ik mezelf aangeleerd geruisloos door de straat te bewegen; ik stap niet, ik glijd. Verder wijk ik niet af van mijn vaste route. Variatie of een misstap is catastrofaal. Te allen tijde vermijd ik de verrassing. En dat werkt. De mensen zien me niet.”

 

Sophie van der Stap (Amsterdam, 11 juni 1983)

 

De Duitse dichter, schrijver en graficus Christoph Meckel werd geboren op 12 juni 1935 in Berlijn. Zie ook alle tags voor Christopher Meckel op dit blog.

 

Ontwerp van een mens van de toekomst

Iemand loopt met de mobiele telefoon
rond in Monza,
praat met zijn monsters,
Leren riem-bendes, aan toekomstige moordenaars
onbekend, lege smoel –
how are you. I’m fine.
Wie hem zoekt
lokaliseert bloedbeeld, frequentie, functie
van zenuw en bot.
Niemand weet iets over hem. Onvindbaar
waar leegte de ruimte overnam
en zich voortzet in voortijd, eindtijd, natijd.
Hij loopt door de dag, de nacht
zonder gemist te worden, zonder gevraagd te worden,
business and more.
Zonder gevoelens te uiten
en binnen te laten. Zonder. Zonder.
En is geen stof voor zichzelf
en zijn soort.
Geen geheim getal, geen code.
Volgt geen spoor, laat niets achter
human society, niet zijn huis.
Komt terug in niemands plaats.
Geen reden voor doodslag, gelach, genade.
Niet te vinden in chronologie
en verschijningen van anderen.
Hem eigent geen God en geen hel zich toe.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christoph Meckel (Berlijn, 12 juni 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e juni ook mijn blog van 11 juni 2021 en ook mijn blog van 11 juni 2020 en eveneens mijn blog van 11 juni 2019 en ook mijn blog van 11 juni 2017 deel 2.

The Visitation (Alfred Joyce Kilmer), Walt Whitman

Bij Maria Visitatie

 

De Visitatie door Jacopo Tintoretto, ca. 1588

 

The Visitation

There is a wall of flesh before the eyes
Of John, who yet perceives and hails his King.
It is Our Lady’s painful bliss to bring
Before mankind the Glory of the skies.
Her cousin feels her womb’s sweet burden rise
And leap with joy, and she comes forth to sing,
With trembling mouth, her words of welcoming.
She knows her hidden God, and prophesies.

Saint John, pray for us, weary souls that tarry
Where life is withered by sin’s deadly breath.
Pray for us, whom the dogs of Satan harry,
Saint John, Saint Anne, and Saint Elizabeth.
And, Mother Mary, give us Christ to carry
Within our hearts, that we may conquer death.

 

Alfred Joyce Kilmer (6 december 1886 – 30 juli 1918)
De Saint Peter the Apostle Church in New Brunswick,
New Jersey, de geboorteplaats van Alfred Joyce Kilmer

 

De Amerikaanse dichter Walt Whitman werd geboren op 31 mei 1819 in Westhills, Long Island, New York. Zie ook alle tags voor Whalt Whitman op dit blog.

 

Te denken aan tijd

[9]

Ik zweer dat ik nu zie dat alles een eeuwige ziel heeft!
De bomen, geworteld in de grond… de wieren van de zee… de dieren.

Ik zweer dat ik denk dat er niets anders is dan onsterfelijkheid!
Dat het grote plan ervoor is, en het troebele vlot ervoor is, en de samenhang ervoor is,
En alle voorbereiding ervoor is… en wezen ervoor is… en leven ervoor is en dood.

achterpeinst de docht aan dagen aan vandaag aan tijd op handen
knaagera’s der aardkeveren grimmelend ontjouwen
zo niets iets is dan zeker is niets

bepeinst de docht aan zon in het oosten man en vrouw buigzaam
en echt met leven voor handen sluimerera’s van jouwloos wachten
en de docht aan hunloos jou in deze dagen

gaan er dagen niet voorbij zonder ontjouwing en onthunning
en gaan de trage nachten voorbij de trage dagen voorbij
en knikt de hand van de dokter met knoken geloken het laken
over de leden komen broeders en zusters aldus ontboden
huilen kinderen uit hun functie ontheven met recht
staan de pillen nutteloos op de plank walmt kamfer door de vertrekken
met de hand van in handen klam in de hand onthand
bibberen lippen met zoveel met zoveel nog klein op het voorhoofd
stokt hart in keel en is er kijken slechts naar lamme leden
en ze zijn tastbaar zoals de levenden tastbaar zijn
is er kijken met een blik en een hogere vorm van talmen

verpeinst de docht aan rivieren en de sneeuw het rijpen van vruchten
en zij zullen onsloos rijpen de docht aan huizen gebouwd ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem enkele jaren zal dienen ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem zeventig jaren zal dienen ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem langer zal dienen ik zie

traag kruipende zwarte lijnen over de aarde gaan zij stoppen
te nimmer zijn het de graflijnen hij die president was is begraven
hij die president is zal worden begraven

kille golfslag aan kaai van het veer sneeuw en ijs in de rivier
half bevroren modder in de straten een grijze moedeloze hemel
de laatste stuiptrekkingen van een vale dag in december
lijkwagen en koetsen in konvooi langs eerbiedig stilstaan ik zie
de begrafenis van een oude koetsier de stoet voornamelijk koetsiers

rap stap naar het kerkhof klok slaat zijn plicht door de poort
stilstaan naast gedolven graf levenden stappen uit lijkwagen open
kist uitgeladen en neergezet de zweep wordt op de kist gelegd
als een zwarte bladerloze bloem van december en vlug vlug
scheppen aarde een minuut niemand spreekt of beweegt klaar
hij is naar behoren weggedaan

hij was een peer van een okéë vent het mondje rap geroerd opvliegend
niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders
hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend
dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken
kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek
hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf
op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis

thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem
zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht
de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf
rechtdoor tweede links eerste man of achterste man
een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen
de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol

verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was
onthemd in aarde

openingskoersen kabinetsberaad dertiende maand de docht
ontpeinst hoe wij het al bepeinzen in dagen en nachten hoe anderen
het al zullen bepeinzen en wij ontonst niet meer zullen bepeinzen
cool kut goed fout bepeinst de docht hoe danig en terdege
en hoe wij ontonst voorbij het verschil zullen varen

en dan de dingen van jippie! kijken naar wolken gedichten
shoppen op zaterdag in de stad kerstborrel nominatie verkiezing
vrouw en hond met kinderen thuis je moeder en je zussen
leuk gesnuffelde spulletjes voor het huis ah kijk eens hoe schattig
en de docht aan dat loos vloeien in ontjijenikte dagen
en dan te denken aan boeren met hun ploeterend geboer
om have winst oogst klauwzeer en zwijnenpest en dan te denken
de docht van ontnutte aarde in dagen op handen

wat zal zijn zal goed zijn want wat is is goed bepeinzing
is goed want goed is ontpeinzen de hemel hijgt hoog
hijgen man en vrouw buigzaam en echt met leven voor handen
hijgt de dichter in wolken bekeken hijgt de lichtgans in het kozijn
de neuspulkende files dit al is geen drogspook maar weegt
de aarde onder je stappen is geen echo de docht is doordacht
dat jij jezelf bezelft rondzelvig om jezelf verjijt

dat jij vervloeid en ontplopt uit een moeder en vader
is niet bedacht om jou te ontbinden het is bedacht om jou
aan jou te binden het is niet bedacht om jou te wankelen
op weifelende voet het is bedacht om jou op voeten te gaan
een iets heeft zich verjout als schering en inslag en alles
is nodig geweest het orkest heeft gestemd de baton viel op de één
en de gast is gekomen hij had gegoede redenen om zo lang te wachten
hij heeft content zijn intrek genomen hij is een van hen
die mooi en gelukkig zijn hij is een van hen
waarnaar je maar hoeft te kijken om mooi en gelukkig te zijn

de wet van achter de rug kan niet ontdoken de wet
van voor handen en op hand kan niet ontdoken
de wet van leefsels kan niet ontdoken de wet van voorwaarts
en anders kan niet ontdoken de wet van helden en weldoeners
kan niet ontdoken de wet van zatlap matennaaier achterbak
kan niet ontdoken

traag kruipende zwarte lijnen over de aarde gaan zij stoppen
te nimmer de noorderling wordt gedragen en de zuiderling wordt gedragen
en zij aan de atlantische kust en zij aan de pacific en zij daartussenin
en door het hele land van de mississippi en over de hele aarde
de grote maestro’s en de kosmos gaan goed als ze gaan de helden
en weldoeners gaan goed de wereldleiders en uitvinders
en de grootgrondbezitters en de vromen en voornamen mogen goed gaan
maar er gaat een grotere gang in hun gaan en dat is waarom het gaat

de onuitroeibare horden van de onwetenden en slechten zijn niet niets
de barbaren van afrika en azië zijn niet niets het gemene volk
van europa is niet niets de amerikaanse inboorlingen zijn niet niets
een zambo of een voorhoofdloze crowfoot of een camanche is niet niets
de geïnfecteerden in het immigrantenziekenhuis zijn niet niets
de moordenaar of vuilschurk is niet niets de eeuwige opeenvolging
van oppervlakkige mensen is niet niets als zij gaan de hoer is niet niets
de bespotter van godsdienst is niet niets als hij gaat
ik zal gaan met de rest

ons kent voldoening
ik heb gedroomd dat wij niet ontonst zullen lossen en dat de wetten
niet ontdoken dat de wet van de weldoener en zatlap niet ontdoken
want ik heb gedroomd dat de wet genoeg is ons kent voldoening
en er is geen ons geen aarde geen lijf en docht zonder voldoening

ik zal gaan met de rest onontslapen want ontslapen
kent geen voldoening tonen van hier en daar een dit of dat
en dan onteigenen dat kent geen voldoening en er is geen wet
dan de wet die zegt dat wij van het onuitroeibare ras der besten
en niet wat ons dochten bedenkt de rotting verraad van maden en ratten
zo ik maden zou raden zo zou ik gaan naar de maden
denk je dat ik vriendelijk en goedgekleed zou kunnen lopen
naar vernietiging?

zo loop ik vriendelijk en goedgekleed en waarheen ik loop
kan ik niet syllogismiseren maar ik weet dat ik goed loop
want wolken kosmos en wereld zeggen dat ik goed loop
wat was en wat is zegt dat ik goed loop

hoe dier zijn de dieren hoe denkbaar mijn docht hoe aards
is aarde het kleinste ding op aarde hoe goed is wat goed is
en wat slecht is is even goed hoe plant zijn de planten en stenen
hoe diep de wateren traagzaam voorhanden gekropen
traagzaam voortend voorhanden

de docht van mijn docht kent voldoening de dieren en planten
kent voldoening de wetten van aarde en wolken kent voldoening
kan ik mijn voldoening niet definiëren toch is het zo
kan ik mijn leven niet definiëren
toch is het zo

en zo wil mij zweren dat ik weet heb en mijn weet is dat onontslapen
dat het grote plan en het troebele vlot ervoor zijn en samenhang
ervoor is en voorbereiding ervoor is en wezen ervoor is
en dood

 

Vertaald door Ilja Leonard Pfeijffer

 

Walt Whitman (31 mei 1819 – 26 maart 1893)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 31e mei ook mijn blog van 31 mei 2020 en eveneens mijn blog van 31 mei 2019 en ook mijn blog van 31 mei 2017 en ook mijn blog van 31 mei 2015 deel 2.

PENTECOST (Laura Read), Elizabeth Alexander

 

Prettige Pinksterdagen!

 

De nederdaling van de Heilige Geest over Maria en de apostelen door Ambrosius Francken, vóór 1618

 

PENTECOST

The week after your father died,
I see you walking home after school
in your Wimpy Kid T-shirt,
and I don’t even know you, but I want
to call you over like a kidnapper
and tell you it’s only beginning.
Your head will always be a lit match
like the apostles in the stained glass window
when Jesus came back. But he will never
come back. I say this because you know
but still you will dream of it.
You will love books and TV shows
about time travel. Like the blue
police box you can get inside and go
back to the week before last.
Or maybe he will find you
like he does in these first mornings
before you remember.
He’ll always be wearing the same shirt
when he comes in to wake you,
like my dad in his olive stripes,
as if he never wore anything else.

 

Laura Read (New York, 1970)
De Emmanuel Pentecostal Church in Brooklyn, New York

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Elizabeth Alexander werd geboren op 30 mei 1962 in New York. Zie ook alle tags voor Elizabeth Alexander op dit blog.

 

Boston jaar

In mijn eerste week in Cambridge probeerde een auto vol blanke jongens
me van de weg af te rijden en door het raam te spugen,
geopend om naar de weg te vragen. Ik vroeg altijd naar de weg
en was altijd aan het rijden: naar een Armeense markt
in Watertown om vijgen en kaas, abrikozen,
donkere specerijen en olijven uit vaten, tubes pasta
met onleesbare Arabische labels. ik at
gevulde druivenbladeren en zag mijn lippen opzwellen in de spiegel.
De vloeren van mijn appartement zouden nooit schoon worden.
Telkens als ik andere gekleurde mensen zag,
in boekhandels, of musea, of cafetaria’s, snoof ik,
glimlachte verlegen, maar ze zouden verdwijnen voordat ik iets zei.
Wat zou ik tegen ze hebben gezegd? Kom met mij mee? Breng
me naar huis? Ben jij mijn moeder? Nee. Ik zat alleen
in talloze Chinese restaurants en at amandel
koekjes, dronk thee met lepels en lepels suiker.
Popcorn en koffie was het avondeten. Toen ik flauwviel
van migraine in de supermarkt, zei een Portugese
man boven me: “Geen ontbijt.” Hij gaf me
sinaasappelsap en chocoladerepen. De kleur rood
stelde gerust bij het zingen van Wagners Walküre.
Hele stammen draaiden en trommelden in mijn hoofd.
Ik leerde de samba van een Braziliaanse man,
zo klein, zo versierd met glitters, dat ik zeker wist
dat hij sliep in een filigraan Fabergé-ei.
Niemand aan de deur: geen verkopers, Mormonen, meter
lezers, verdelgers, geen Harriet Tubman,
niemand. Rode tonen klinken in een grijze trolleystad.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Elizabeth Alexander (New York, 30 mei 1962)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse dichteres en docente Laura Read werd geboren in New York in 1970. Read verhuisde in 1973 op 3-jarige leeftijd vanuit New York naar Spokane, nadat haar vader, Richard Cefalu, een baan kreeg aan de Gonzaga University. Haar moeder, Jane, kreeg een jaar later een aanstelling aan de dezelfde universiteit en Read bracht haar jeugd door binnen vier blokken van de campus in de Logan wijk. Na haar afstuderen aan de Gonzaga Preparatory School in 1988 behaalde ze haar bachelor Engels en Frans aan de Gonzaga University.  Ze begon haar studie aan de American University in Washington, D.C., maar ze voltooide haar master in schone kunsten aan de Eastern Washington University, omdat ze weer naar Spokane verhuisde om te trouwen. Read doceert compositie, literatuur en cursussen creatief schrijven aan het Spokane Falls Community College. Ze heeft gedichten gepubliceerd in verschillende tijdschriften, meest recentelijk in Rattle, Mississippi Review, Third Wednesday en Bellingham Review. Haar chapbook, “The Chewbacca on Hollywood Boulevard Reminds Me of You”, won in 2010 de Floating Bridge Chapbook Award. Haar eerste poëziebundel, “Instructions for My Mother’s Funeral” uit 2012, werd gepubliceerd door de University of Pittsburgh Press en won in 2011 de Donald Hall Prize in Poetry. Haar tweede bundel “Dresses from the Old Country” verscheen in 2018. Laura Read was van 2015-2017 poet laureate van Spokane.

 

SELF-PORTRAIT WITH SEAWEED AND MICA

I am sitting on the porch on our house on 19th
staring at the tree I am too frightened to climb.
I am amazed by my legs. They are short and round
with little blonde hairs that shine in the sun.
I like them. I have a scar on my right hand,
close to my thumb, where a mother Dalmatian
bit me when I tried to pet her puppy.
The scar looks like a crescent moon in the daytime.

I am sitting in my desk at school, looking down
at my stomach, thinking it wouldn’t be that hard
to just slice it off. But how will I hide what I’ve done?

I am swimming in Mica Bay with my boyfriend.
He can’t float so I put my hand under his back.
You have to let yourself fall into the water, I tell him.
He can’t. Mica is shining slivers in a rock.
The stars pull their needles through the water.

In the water, my body is secretly beautiful.
I am a seal who has to wear the body of a woman.
No one has touched it and said don’t tell anyone.
No boy has kept his picture of Tina on his dresser,
putting it facedown when I come over.
I have never met Tina but I picture her driving
down a California freeway in a red convertible
that matches her red nails and lips.
She is tan and thin, but in the water,

our bodies are the same, our limbs light and swaying
like a willow tree’s branches.
I loved willow trees when I was a child.
You could go inside them and no one
knew you were there.

I have a C-section scar.
Sometimes it still hurts when I roll over in bed.
When I open my eyes underwater,
for a moment I can’t tell the difference
between the seaweed and my hair.

 

Laura Read (New York, 1970)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e mei ook mijn blog van 29 mei 2022 en ook mijn blog van 29 mei 2021 en ook mijn blog van 29 mei 2019 en ook mijn blog van 29 mei 2018 en eveneens mijn blog van 29 mei 2016 deel 2.

Vuur en wind (Inge Lievaart), Guntram Vesper, Linda Pastan

 

Prettige Pinksterdagen!

 

Pinksteren door Zacarías González Velázquez, 1795

 

Vuur en wind

Luister of het begint
ergens zal het gaan zingen
tegen het klagen in
helder en vol geheim

sterker dan harde woorden
warmer dan heet getwist
vuur van andere oorsprong

storm van een nieuw bewegen
dwars op de geest van de tijd
onrust en nochtans vrede

wacht maar en wees bereid

 

Inge Lievaart (14 april 1917 – 15 oktober 2012)
Interieur van de katholieke St. Martinuskerk in Oosterend, de geboorteplaats van Inge Lievaart

 

De Duitse schrijver Guntram Vesper werd geboren op 28 mei 1941 in Frohburg. Zie ook alle tags voor Guntram Vesper op dit blog.

Uit: Nördlich der Liebe und südlich des Hasses

„Bei den Kindern fing ich vor acht Jahren an. Dazu Anlaß gaben mir Fleiß beim Federreißen, gutes Benehmen und mein Geburtstag im Mai, zu dem ich die fünfundzwanzig Schulkinder einlud. Um zwölf Uhr war Abfahrt nach dem Wald. Um neun kehrten wir zu den vor der Tür wartenden Eltern heim. Kosten: fünfundzwanzig Liter Malzkaffee zu einer Mark und jedem Kind ein Brötchen für fünf Pfennig. Kleine Sachen und Geschenke fallen fort, wenn Eintrittsgeld gezahlt werden muß. Wir sind hundertzwanzig Menschen auf einem Gut von tausendzweihundert Morgen. Auf je zehn Morgen entfällt ein Mensch. Niemals werden zwölf Mark überschritten. Eine Extraausgabe war die Beschaffung von Material für die selbstgemachten Landesfahnen und die Vereinswimpel, die aber Jahrzehnte überdauern können, wenn sie im Gutshaus aufbewahrt werden. Allerdings nur dann. Das Ziel der Fahrten wechselt. Immer verläuft der Ausflug schön und ohne Mißklang auch für meine Besucher, die mich begleiten. Zur besseren Beaufsichtigung werden Scharwerkerinnen mitgenommen. Bei Gelegenheit konnte ich feststellen, daß die Mädchen wenige unserer schönen Volkslieder kannten, und um mit ihnen in Zusammenhang zu bleiben, bestellte ich sie mir zu Winteranfang für eine Gesangsstunde am Sonnabend abend. Verlegen und erstaunt kamen alle. Mit den Hausmädchen waren es fünfzehn. Kosten entstanden nicht, da ich alte Schulbücher benutzte. Drei Jahre lang haben wir regelmäßig geübt, um bei Familienfestlichkeiten im Dorf tätig werden zu können. Als dann der Sonnabend wegen der länger gewordenen Arbeitstage nicht mehr geeignet war, verlegten wir den Unterricht auf Sonntag abend und in den Garten. Störend war nur, daß während unserer Stunden die männliche Jugend hinter dem Zaun versteckt mitgrölte. Wir brachten sie um etwas, scheint mir. So beschloß ich, auch sie heranzunehmen, was nach einigen Schwierigkeiten gelang. Als im vorigen Herbst die geregelten Stunden wieder begannen, erschienen auf meine Bestellung alle neunzehn jungen Leute ohne Ausnahme, betrugen sich angemessen, sahen mir bei Gesprächen in die Augen und fehlten ohne ausreichende Entschuldigung nicht eine Stunde. Lediglich einmal kam es nach der Zusammenkunft zu einem Brand in einem Strohschober. Wenigstens gehörte das Stroh dem Pächter, über dessen Frau und ihr Benehmen, besonders ihre Gemeinsamkeit mit ortsfremden Personen, wir uns oft beklagt haben. Im Dezember wurde bedauerlicherweise die Dorfkirche erbrochen. Pfarrer Brummhard hatte in jener Nacht keinen Mut, Ordnung zu schaffen, sprach später aber von einem ekelhaft ausschweifenden Gelage, das stattgefunden habe.“

 

Guntram Vesper (28 mei 1941 – 22 oktober 2020)

 

De Amerikaanse dichteres Linda Pastan werd geboren op 27 mei 1932 in New York. Zie ook alle tags voor Linda Pastan op dit blog.

 

Insomnia

Ik herinner me dat mijn lichaam
een vriend was,

toen de slaap als een brave hond
kwam als hij werd geroepen.

De deur naar de toekomst
stond niet op het punt te sluiten,

en op mijn rug liggen
tussen koude lakens

voelde niet aan
als een repetitie.

Wat er nu nog aan licht rest
komt op – een smet in het oosten,

en de slaap, onwillig
als een druk bezette dokter,

schenkt me een beetje
van zijn tijd.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023)

 

Zie voor de schrijvers van de 28e mei ook mijn blog van 28 mei 2022 en ook mijn blog van 28 mei 2019 en ookmijn blog van 28 mei 2017 deel 2 en ook mijn blog van 28 mei 2016.

Ascension (Malcolm Guite), Markus Breidenich

 

Bij Hemelvaartsdag

 

De Hemelvaart door James Thornhill, jaren 1720

 

Ascension

We saw his light break through the cloud of glory
Whilst we were rooted still in time and place
As earth became a part of Heaven’s story
And heaven opened to his human face.
We saw him go and yet we were not parted
He took us with him to the heart of things
The heart that broke for all the broken-hearted
Is whole and Heaven-centred now, and sings,
Sings in the strength that rises out of weakness,
Sings through the clouds that veil him from our sight,
Whilst we our selves become his clouds of witness
And sing the waning darkness into light,
His light in us, and ours in him concealed,
Which all creation waits to see revealed .

 

Malcolm Guite (Ibadan, 12 november 1957)
De Dominicaanse Kapel in Ibadan, Nigeria

 

De Duitse dichter en schrijver Markus Breidenich werd geboren in Düren op 18 mei 1972. Zie ook alle tags voor Markus Breidenich op dit blog.

 

Sound Check

Soms glijdt

uit het niets een pick-upnaald
over de oneffenheden van de hemel.

Men ontdekt in de leisteen de
originele persing van The Velvet Underground.

Uit de groeven van de platen mixolydisch:
Tektoniek. Door de ether dringt

vogelgetjilp. Uit de soundtrack ontstonden
de jaarringen.

Iemand verzamelt de schellak van
scherven schors . Aan wolkenkrabbers

voltrekt het leven zich in grote sprongen.
Evergreen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Markus Breidenich (Düren, 18 mei 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e mei ook mijn blog van 18 mei 2020 en eveneens mijn blog van 18 mei 2019 en ook mijn blog van 18 mei 2018 en eveneens mijn blog van 18 mei 2014 deel 2.

Pâques (Paul Verlaine)

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 

Paasmetten door  Mykola Pymonenko, 1891

 

Pâques

De Rome, hier matin, les cloches revenues
Exhalent un concert glorieux dans les nues.

L’écho puissant qui flue et tombe de la tour
Vient magnifier l’air et la terre à leur tour,

L’oiseau, sanctifié par l’or des salves saintes.
Lui-même entonne un hymne aimable et, las de plaintes,

Clame l’alleluia sur un air de chanson.
Dans l’arbre, au ras des prés, et parmi le buisson.

L’alouette, un motet au bec, s’est envolée ;
Le rossignol a salué l’aube emperlée

D’accents énamourés d’un amour plus brûlant,
Et comme lumineux d’un bonheur calme et lent.

Le printemps, né d’hier, allègrement frissonne ;
La nature frémit d’aise, et voici que sonne

Partout dans la campagne, au cœur des vieux beffrois
De l’allier campanile et du palais des rois.

Et de tous les fracas religieux des villes
Des Paris aux Moscous, des Londres au Sévilles.

Le frais appel pour l’aime célébration
De l’almissime jour de résurrection …

La colombe vole au sillon et l’agneau broute.
Dis-nous, Marie, qui tu rencontras en route ?

Le fleuve est d’or sous le soleil renouvelé… «
C’est le seigneur : en Galilée il est allé ! »

— Ah ! que le cœur n’est-il lavé dans l’or du fleuve !
Sanctifié dans l’or des cloches, l’âme veuve !

Et que l’esprit n’est-il humble comme l’agneau.
Blanc comme la colombe en ce clair renouveau,

Et que l’homme, jadis conscience introublée.
N’est-il en route encore pour la Galilée !

 

Ostern

Die Glocken, die von Rom uns gestern kehrten, dröhnen
Zum Himmel Lobgesang in feierlichen Tönen.

Das Echo, das vom Turme mächtig flutend ruft,
Verherrlicht rings die weiten Lande und die Luft.

Der Vogel, der geweiht vom Goldklang heil’ger Grüsse,
Vergbisst sein Klagen und stimmt an der Hymnen Süsse.

Und froh sein Halleluja zwitschernd durch die Welt
Singt er auf Busch und Baum, in Wiese, Wald und Feld.

Die Lerche hat mit Festgesang sich aufgeschwungen,
Dem tau’gen Morgen hat die Nachtigall gesungen.

Mit zärtlich süssen Tönen heisser Liebesglut,
Der sonnenhell das Glück in stillem Herzen ruht,

Lebt freudenvoll der Lenz, der gestern neu erstanden,
So selig seufzt Natur, und in den weiten Landen

Von dunklen Türmen manchen altersgrauen Baus
Vom Campanile nieder und vom Königshaus.

Aus allen Städten, da von Festgeläut und Singen
Paris und Moskau, London und Sevilla klingen,

Tönt hell der Jubelruf der Glocken, der uns weiht
Zum gnadenreichen Fest der heil’gen Osterzeit.

Die Taube streift die Flur, das Lamm blökt im Gehege,
Wem bist, Maria, du, begegnet auf dem Wege?

Gold ist der Fluss, der neu der Sonne Glanz empfing.
Es ist der Herr, der einst in Galiläa ging.

– Was wäscht das öde Herz sich nicht im gold’nen Strome,
Was heiligt nicht den Geist der goldne Klang vom Dome?

Was fleht nicht wie ein Lamm der Seele bang Gebet,
Der weissen Taube gleich, da alles neu entsteht?

Was zieht der Mensch, der einst in götllichem Vertrauen,
Nicht heute noch den Pfad nach Galiläas Auen?

 

Vertaald door Wolf von Kalckreuth

 

Paul Verlaine (30 maart 1844 – 8 januari 1896) 
De kathedraal van Metz, de geboorteplaats van Paul Verlaine

 

Zie voor de schrijvers van de 10e april ook mijn blog van 10 april 2021 en ook mijn blog van 10 april 2020 en eveneens mijn blog van 10 april 2019 en ook mijn blog van 10 april 2016 deel 2.

Osterpredigt in Reimen (Otto Julius Bierbaum), Eva Gerlach, Johannes Bobrowski

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 

St. Johannes en St. Petrus bij het graf van Christus door Giovanni Francesco Romanelli, ca. 1640

 

Osterpredigt in Reimen

Verehrter Mitmensch, höre und vernimm
Freundwillig mit Hulden und ohne Grimm:
Dieweil es nun Ostern geworden ist,
Sollst du, von welcher Art du auch bist,
Ob Heide, Jude, Moslem, Christ,
Durchaus vergnügt im Herzen sein,
Osterwürdig und osterrein.

Mit einem Birkenreise kehre
Aus deiner Seele den Geist der Schwere!
Der Wenns und Abers und Achs und Os,
Die hart und starr dein Herz umwindet,
Dass der Geist der Leichte kaum Eingang findet,
Mache dich hurtig und heiter los!

Du brauchst nichts weiter dazuzutun,
Als dich im Grünen auszuruhn.
Da atmet sichs sehr wonnig ein,
Was dir das Herz macht frei und rein:
Der jungen Blumen frischer Hauch;
Und die Augen haben der Wonne auch,
Denn nichts ist lieblicher anzusehn,
Als wie sie da hold beisammenstehn,
Blau, weiß und rosa, klar und licht,
Der Erde süßestes Ostergedicht.

An ihnen dir ein Beispiel zu nehmen,
Sollst du, ach Mensch, dich keineswegs schämen!

Vergiss dein Gehirn eine Weile und sei
Gedankenlos dem lieben Leben
Blumeninnig hingegeben;
Vergiss dein Begehren, vergiss dein Streben
Und sei in seliger Einfalt frei
Des Zwangs, der dich durchs Hirn regiert!

Er hat dich freilich hoch geführt
Und vieles dir zu wissen gegeben,
Aber das allertiefste Leben
Wird nicht gewusst, wird nur gespürt.
Der Blumen zarte Wurzeln fühlen
Im keimlebendigen, frühlingskühlen
Erdboden mehr von ihm als du.
Und bist doch auch ein Kind der Erde.
Dass sie nicht sinnenfremd dir werde,
Wende ihr heut die Sinne zu!

Das ist der festlich tiefe Sinn
Der Ostertage: Mit Entzücken
Sollst du zum Mutterschoß dich bücken.
Gib heut, o Mensch, dich innerst zu beglücken,
Der Mutter Erde frühlingsfromm dich hin!

 

Otto Julius Bierbaum (28 juni 1865 – 1 februari 1910)
De oude markt met de katholieke kerk in Grünberg, de geboorteplaats van Otto Julius Bierbaum

 

De Nederlandse dichteres en vertaalster Eva Gerlach (pseudoniem van Margaret Dijkstra) werd geboren in Amsterdam op 9 april 1948. Zie ook alle tags voor Eva Gerlach op dit blog.

 

Veergeld 1

Liggen we ’s nachts met de doden die op ons gaan zitten
ons strelen met handen van talk bergamot en citroen

bij elke beweging levender: Han met de tanden
Mentja met puilende ogen, iets in ons haalt ze over

door te gaan, toe dan, aderen zwellen op
vellen als gedroogd bloemblad, een schrift van verwarring

verwijzing: nu wil ik mijn oma
Tsjoetsjoe, trillend, het ei van de struma beweegt

in haar hals en de hel breekt los, rent ze
met loshangend haar, de doden klemmen zich vast

wie zich verstopt kan nooit meer weg, blijft daar
dubbelgevouwen steken zwart in zwart – : liefje

slaap je? ik moet je smoren, jij mij tegelijk!
waar is je kussen, hoe laten ze anders los –

De ochtend wekt ons met geluid van vracht
wagens door de straat, de muren trillen

en we kijken naar buiten, het raam hangt scheef, in de verte
zien we de bergen, maar op de manier van de vlieg.

 

Figuur over de rivier gebogen 2

Zullen we nou nog gaan vissen of niet. Kijk de hengels,
allemaal gisteren voor je gekocht alle twintig,
je kwam niet en ik kon je nergens vinden.

Dus dit is het aas het zoetste zingen en fluiten
en daar staat de picknickmand vol met zelfrijzend verschiet
en hier heb je eersteklas stof waarmee ik je aankleed,

wil je het. Of toch liever
niet nee ik ga al blijf rustig hier bij de graten
schubben en staarten. Verteer maar ik breng je nog wat
.

 

Terug

Vannacht reed ik met je naar wat je zei,
je zat voorop en riep wat je bedoelde.
Wij stopten bij de horizon, daar bloeiden
achter de lage dijk de sterrenvelden.

Toen kwamen kleine dieren uit de greppel
de steil opsprongen tussen jou en mij,
die aten van ons goed en met hun hoeven
verschrikkelijk tegen onze levens sloegen.

Wij veegden elkaar schoon en liepen verder:
kronen zouden wij vlechten; maar er kwam
wind over ijs en water aan geblazen
die ons naar huis en naar gebrek meenam.

 

Eva Gerlach (Amsterdam, 9 april 1948)
Bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs voor poëzie door Kees Fens in 2000

 

De Duitse schrijver, dichter en essayist Johannes Bobrowski werd geboren op 9 april 1917 in Tilsit. Zie ook alle tags voor Johannes Bobrowski op dit blog.

 

PASEN

Daar nog steeds heuvels,
de duisternis, maar
goed te beklimmen, van veraf
naderen de vlaktes , met de wind
mee hun gehuil.

Over het bos. De rivier
komt, de berkenbosjes
gaan tot aan de muur, torens,
sterren rond de koepels, het gouden dak
heft aan kettingen een kruis omhoog.

Daar
in de donkere stilte
licht, zingen, zoals onder
de aarde eerst, klokken, slagen,
van de stemmen het hanengekraai

en omarming van briesjes,
klinkende briesjes, op witte
muurtorens, de hoge
torens van licht, ik heb
jouw ogen, ik heb jouw wang,
ik heb jouw mond,
opgestaan is de Heer, zo roept,
ogen, roep, wang, roep, mond,
roep hosanna.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Johannes Bobrowski (9 april 1917 – 2 september 1965)
Borstbeeld van de dichter in de Johannes-Bobrowski-Bibliotheek in Berlijn- Friedrichshagen

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e april ook mijn blog van 9 april 2020 en eveneens mijn blog van 9 april 2019 en ook mijn blog van 9 april 2018 en ook mijn blog van 9 april 2017 deel 2.