Fernando Arrabal, Wolf Wondratschek

De Spaanse schrijver, dichter, dramaturg en cineast Fernando Arrabal werd geboren in Melila, Spaans Marokko op 11 augustus 1932. Zie ook alle tags voor Fernando Arrabal op dit blog.

Uit: De steen van de waanzin (Vertaald door Stella Linn)

“Ik weet nog dat ik niet kon slapen omdat het licht van de operatiekamer me hinderde, al hield ik steeds mijn ogen dicht. Ik hoorde het commentaar van de chirurgen als een zacht gemompel en af en toe grinnikten ze.
Hoewel de grote wond van de operatie bijna dicht was, deed mijn hele rug vreselijk pijn en, uit angst dat de pijn erger zou worden, bewoog ik me niet. Ik bedacht dat het beter zou zijn als zij niet kwam, zeker niet met haar ouders. Haar moeder zou, als ze mij in deze toestand zag, tegen haar zeggen dat ze mij moest verlaten, en haar vader zou me uitlachen. Ik begon een paar wortels te eten die naast me lagen; ik had geen zin om ze op te eten en toch begon ik er, zoals altijd, aan te knagen.
Toen ving ik een gedeelte van het gesprek op van de chirurgen. Ze hadden het erover dat ze opnieuw moesten opereren en praatten vooral veel over een apparaat dat sommigen ‘algometer’ noemden en anderen eenvoudigweg ‘pijnmeter’, en dat gebruikt werd om te meten tot welke grens pijn kon worden verdragen.
Ineens kreeg ik het gevoel dat mijn hele lichaam bedekt was met haar. Ik bedacht dat het vast en zeker was gaan groeien doordat ik de dag voor de operatie helemaal geschoren was. Ook leek het me alsof ik geen lakens had en zelfs of iemand zaagsel in mijn bed had gedaan.
Daarna hoorde ik hoe de artsen vertelden dat ze in staat waren met dat apparaat de pijn op te voeren tot de uiterste grens, te stoppen wanneer de patiënt op het punt stond het bewustzijn te verliezen of te sterven en dan opnieuw te beginnen. Eén zei er dat het dezelfde avond nog getest moest worden.
Ik kon niet slapen en mijn rug deed steeds meer pijn.
De chirurgen stonden te lachen. Ik werd erg bang, omdat ze verscheidene malen mijn naam noemden. Ze sloten weddenschappen af; een paar zeiden er dat een mens een week lang pijn kon verdragen met een intensiteit van ‘negen eenheden’, anderen dat hij maar ‘zeven eenheden’ zou uithouden. En op dat moment hoorde ik duidelijk dat ze het apparaat op mij zouden gaan testen.
Ik kwam zo ver als ik kon overeind en probeerde te schreeuwen, maar ik kon alleen maar gegrom uitbrengen. Om mij heen hoorde ik een paar konijnen grommen, die vast en zeker door mijn kreet wakker waren geworden. Toen deed ik mijn ogen open en besefte dat ik in een kooi zat en dat de grond vol lag met zaagsel en wortels, en dat er in elk van de andere kooien om me heen een proefkonijn zat.“

 

Fernando Arrabal (Melila, 11 augustus 1932)

 

De Duitse dichter en schrijver Wolf Wondratschek werd geboren op 14 augustus 1943 in Rudolstadt. Zie ook alle tags voor Wolf Wondratscheck op dit blog.

 

Gebed

’s Nachts, al voorbij de tijd en ver weg,
Hoor je het zingen van de wind en je ziet
bergen branden die als een vuurwerk van vallende
sterren verschroeien. Te diep ligt daar beneden

de aarde, dit inferno van onverschilligheid,
dat ook de lachende slechts geïntimideerd overleeft,
en zelfs de gelukkige is aan zijn geluk gebonden
zoals de gehangene daar aan zijn touw;

ongelovig, aarzelend nog , als met grote moeite,
zegt de eenzame man nu zijn eerste gebed,
zijn ogen wit en leeg, ontnuchterd door het zuipen,

zijn hart te zeer aan barsten gewend.
Het afscheid dan, en dan de stilte,
die al het leven overstemt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Wolf Wondratschek (Rudolstadt, 14 augustus 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers ook mijn blog van 11 augustus 2021 en ook mijn blog van 11 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 11 augustus 2016 en ook mijn blog van 11 augustus 2011 deel 2.

Kees van Kooten, Mark Doty

De Nederlandse schrijver en cabaretier Kees van Kooten werd geboren op 10 augustus 1941 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Kees van Kooten op dit blog.

Uit: Taalslacht

“Dokter Kipping.
Goedemiddag.
U bent bestuurslid van de Nederlandse Taalunie, die de spelling wil vereenvoudigen, om tot één officiële versie van de taal in Nederland en Vlaanderen te komen, toch?
Uiteindelijk wel, ja.
Kunt u een paar van die overeenkomende gevallen noemen?
U bedoelt wat wij voorlopig zijn overeengekomen?
Ja en graag kort samengevat, want de aflopende minuten zijn wij nogal uitgelopen.
Nou het gaat mij persoonlijk niet eens zozeer om de spelling. Mijn bezorgdheid geldt de verloedering van ons Nederlands over de gehele linie. Niet alleen de spellingsfouten, maar vooral de grammaticale blunders, die je overal hoort maken. En ziet schrijven. Nu bent u toch een presentator van een Taalprogramma, nietwaar?
Nou en of en al zeven jaar.
Toch pleegt u in uw eerste zinnen al meteen twee enorme taalkundige vergrijpen.
Wat doe ik dan verkeerd?
U haalt het tegenwoordig- en het voltooid deelwoord door elkaar! Het participe présent en het participe passé, waar zij bijvoeglijk gebruikt worden! U zei: overeenkomende gevallen, terwijl u de overeengekomen gevallen bedoelde.
Slipje. U heeft gelijk. Ik zal eraan denken. Maar goed, onder uw bezielde leiding heeft de commissie…
Weer zoiets! U zegt bezielde leiding, terwijl u, naar ik mag hopen, mijn bezielende leiding bedoelt. Mijn leiding die anderen bezielt, als het goed is.
Ja. Weer fout. Maar goed: er gebeuren, ook binnen de taal, nu eenmaal verwarde dingen!
Nee! Strikt genomen kan het wel, verwarde dingen, maar ik weet zeker dat u verwarrende dingen wilt zeggen!
Dus niet alle voorgekomen fouten zijn honderd procent verkeerd? Omdat het, zoals bij uw verwarde dingen, qua betekenis soms weinig verschil maakt of u het bijvoeglijk naamwoord bezigt in zijn tegenwoordige dan wel in zijn verleden vorm, kunnen wij de gebruiker niet alle voorkomende fouten aanrekenen, helaas.”

 

Kees van Kooten (Den Haag, 10 augustus 1941)

 

De Amerikaanse dichter en schrijver Mark Doty werd geboren op 10 augustus 1953 in Maryville, Tennessee. Zie ook alle tags voor Mark Doty op dit blog.

 

De omhelzing

Je voelde je niet slecht of echt ziek;
gewoon een beetje moe, je schoonheid,
getint door verdriet of verwachting, wat
aan je gezicht een kalme, verdiepende gratie verleende.

Ik twijfelde er geen moment aan dat je dood was.
Ik wist dat dat nog steeds waar was, zelfs in de droom.
Je was weg geweest – op je werk misschien? –
had een goede dag gehad, bijna energiek.

We leken te verhuizen uit een oud huis,
waar we hadden gewoond, overal dozen, dingen
in wanorde: dat was het verhaal van mijn droom,
maar zelfs in mijn slaap schrok ik uit het relaas

door je gezicht, het fysieke feit van je gezicht:
centimeters van het mijne, gladgeschoren, liefdevol, alert.
Waarom was het zo moeilijk, te onthouden hoe je er echt
uitzag? Zonder foto, zonder vervorming?

Dus toen ik je onbewaakte, betrouwbare gezicht zag,
je onmiskenbare blik die alle warmte
en helderheid van jou naar buiten liet – warme bruine thee – hielden we
elkaar voor de tijd die de droom toestond vast.

Godzijdank. Je kwam terug zodat ik je nog een keer
kon zien, duidelijk, zodat ik tegen je aan kon rusten
zonder te denken dat dit geluk alles verzachtte,
zonder te denken dat je weer leefde.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mark Doty (Maryville, 10 augustus 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e augustus ook mijn blog van 10 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 10 augustus 2017 en ook mijn blog van 10 augustus 2014 deel 2 en eveneens deel 3.

Luuk Gruwez, Philip Larkin

De Vlaamse dichter, prozaïst en essayist Luuk Gruwez werd geboren op 9 augustus 1953 te Kortrijk. Zie ook alle tags voor Luuk Gruwez op dit blog.

 

András de verzamelaar

András spaart van alles, zelfs zijn haar.
Om er de kussens mee te vullen voor zijn kop.
Zozeer wil hij soms slapen op zichzelf, zegt hij,
als op een schat die niemand hem ontstelen mag.

Van top tot teen is hij verslaafd aan kwijt
en niets is hem zo lief als wat hij ooit verloor.
Hij heeft zijn dierbaren alleen vermoord
om naderhand zichzelf te kunnen condoleren,

want verreweg het dierbaarst blijft hem András,
altijd András. Zo afgeladen vol zit hij met András
dat in zijn kop geen plaats meer voor een ander
en dat hij solo alle anderen is. Volkomen András.

 

Ballade van de bom

Ik ben de bom die weldra op het huis van
Jonas valt, op het verliefde hoofd van Evelien
of op de mooie Ellen met haar eerste baby.
Neem kennis van mijn meesterlijke zoeven

dwars door een lucht vol krassende kraaien.
Ik streef het sterven na, bezegel elk vergeten,
laat van de straat niet één muur langer heel
voordat ik roerloos lig, waarna eerst groot gekrijs,

daarna de stoffigste van alle stiltes, en ik
de bom ben die gevallen is. Vanuit den hoge
heb ik ze gezien: de kathedralen en kazernes,
de lunaparken, dierentuinen, hospitalen.

Want ik kan denken doordat een alomtegenwoordige
almachtige mij het vermogen heeft geschonken
dit te doen terwijl ik val. En dus denk ik: waarom?
En dan vooral: waarom nu ik, zomaar een bom?

Terwijl toch ook tornado of orkaan dit kan,
vulkaan of aardbeving of doodgewonere natuur:
zo’n herfst of nog het meest die lieve, lieve lente
in haar miskende maar wreedaardige momenten.

 

Equus caballus II

II

HIPPOSOMNIE

Het is mijn ultieme verlangen staande te slapen,
dampend als een paard in de wei, de laatste nevel
rondom kont en schoft en manen, terwijl er ginder
bij het eerste huis al werkvolk is voorbijgereden,

al kinderen – een droom nog in het oog – naar school
toe joelen en postbodes hun brieven bestellen.
Dan, als een paard in de ochtend, zal ik staan wenen
in de wei, gesteld dat paarden konden wenen. Maar paarden

wenen niet. Zij weten. Zij snuiven staande hun ik bijeen,
zij hinniken, verjagen hun tranen naar het vervagende veld
waarop zij ooit hun oorsprong hebben gevonden.
En zij luiken de ogen.

 

Luuk Gruwez (Kortrijk, 9 augustus 1953)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog

 

Bescheiden

Woorden prozaïsch als kippevleugels
vertellen geen leugens,
maken de zaken niet mooier –
zijn te verlegen.

Gedachten die rondscharrelen als munten
onder wisselende heren
raken tot op de rand versleten
maar blijven rouleren.

Onkruid mag niet tot wasdom komen
maar vormt toch soms
een bloem; alleen, het wordt
door niemand waargenomen.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985)
Standbeeld in Hull, East Riding of Yorkshire

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e augustus ook mijn blog van 9 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 9 augustus 2019 en ook mijn blog van 9 augustus 2017 en ook mijn blog van 9 augustus 2015 deel 2.

Jostein Gaarder, Philip Larkin

De Noorse schrijver Jostein Gaarder werd geboren op 8 augustus 1952 in Oslo. Zie ook alle tags voor Jostein Gaarder op dit blog.

Uit: Wij zijn de wereld (Vertaald door Lucy Pijttersen)

“Lieve Leo, Aurora, Noah, Alba, Julia en Máni,
Ik ben achter de computer gaan zitten omdat ik jullie een brief wil schrijven. Wel ben ik een beetje zenuwachtig, want het voelt wat raar om op deze manier contact met jullie te leggen. Het idee erachter is dat deze brief ook kan dienen als een klein boekje dat andere mensen kunnen lezen. Zo’n tekst die iedereen kan lezen, ook al is die in de eerste plaats geschreven voor één iemand, of voor hooguit enkele personen in het bijzonder, wordt ook wel een ‘open brief genoemd. Jullie kunnen deze brief dus pas lezen als het boek is gedrukt. Maar zo erg is dat niet, want ik zal pas wat over het boek vertellen als het gedrukt is, dus zodra de uitgever het gepubliceerd heeft. Ik kijk ernaar uit om jullie allemaal een exemplaar te geven. Daar heb ik al over nagedacht, en ik stel me voor dat het een plechtig moment zal zijn, zowel voor jullie als voor mij. We moeten maar even zien of jullie de brief van je opa een voor een krijgen, of dat we er een groot feest van maken bij iemand van ons thuis.
Zo’n brief in boekvorm heb ik eerder geschreven. Verschillende boeken van mij hebben diezelfde vorm, maar die waren gericht aan personen die ik heb verzonnen. De enige uitzondering was het boek Vita Brevis. Dat heb ik, met veel plezier, geschreven in de vorm van een brief aan Augustinus, een beroemde bisschop en kerkvader die zestienhonderd jaar geleden in Noord-Afrika heeft geleefd. De afzender was een vrouw die echt heeft bestaan, ik wilde haar een stem geven. Zij komt voor in de Belijdenissen, het boek dat de bisschop heeft geschreven, maar we weten maar weinig over haar, behalve dan dat de kerkvader haar op een dag de deur heeft gewezen na jarenlang met haar te hebben samengeleefd. Zelfs haar naam kennen we niet, maar in mijn boek heb ik haar Floria Aemilia genoemd. Natuurlijk heeft de bisschop die brief van Floria nooit gelezen, maar ik wilde dat zo veel mogelijk van zijn huidige volgelingen een kans zouden krijgen dat te doen. In dat boek heb ik zelfs met de veronderstelling gespeeld dat hij inderdaad een brief had ontvangen van de ongelukkige vrouw aan wie hij ooit zijn hart had verpand. De kerkvader had een keuze gemaakt. In plaats van de liefde voor een vrouw in zijn aardse leven had hij de voorkeur gegeven aan een eeuwig leven in het hiernamaals. Kennelijk vond hij dat het een niet te verenigen was met het ander. Wat ons hieraan misschien nog wel het meest verbaast, is de vraag hoe hij ertoe kwam om zo veel in het leven in déze wereld op te offeren voor een aantal veronderstellingen over een andere wereld. Ook zestienhonderd jaar later is dat nog altijd een actueel probleem. In dit boek wil ik het onder andere over dat soort filosofische levensvraagstukken hebben.
Een open brief schrijven aan echte mensen die nu leven, is voor mij iets heel nieuws. Jullie hebben allemaal een andere leeftijd; op het moment van schrijven is de jongste nog maar een paar weken oud en de oudste bijna achttien jaar. Bovendien z
ijn jullie met drie meisjes en drie jongens.”

 

Jostein Gaarder (Oslo, 8 augustus 1952)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog.

 

Doorgaan met leven

Doorgaan met leven – dat is: herhaling van de gewoonte
waarmee je je zaakjes bedisselt –
is bijna altijd verliezen of tekortkomen.
Het wisselt.

Dit verlies aan belangstelling, haren, initiatief –
ja, als het pokeren was kon je vragen om
andere kaarten en een full house krijgen!
Maar het is schaken.

Je beheert iets duidelijks, een soort ladingsbrief,
als je al je gedachten bent langsgegaan.
Iets anders, wat dan ook, behoort voor jou
niet te bestaan.

En wat brengt het op? Dat wij op den duur
min of meer het stempel herkennen dat onze
gedragingen kenmerkt, ze thuis kunnen brengen.
Maar zeggen,

op die groene avond dat ons doodgaan begint,
wat het allemaal inhield, brengt ons niet verder.
Het sloeg alleen maar één keer op één mens,
en die ligt op sterven.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985)
Portret door Nick Cudworth, 2021

 

Zie voor meer schrijvers van de 8e augustus ook mijn blog van 8 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 8 augustus 2019 en ook mijn blog van 8 augustus 2017 en ook mijn blog van 8 augustus 2015 deel 2.

Robert Seethaler, Philip Larkin

De Oostenrijkse schrijver en acteur Robert Seethaler werd geboren op 7 augustus 1966 in Wenen. Zie ook alle tags voor Robert Seethaler op dit blog.

Uit: Das Café ohne Namen

„Roben Simon verließ die Wohnung, in der er mit der Kriegerwitwe Martha Pohl lebte, um halb fünf an einem Montagmorgen. Es war im Spätsommer des Jahres 1966, Simon war einunddreißig Jahre alt. Er hatte allein gefrühstückt — zwei Eier, Brot mit Butter und schwarzen Kaffee. Die Witwe hatte noch geschlafen. Aus der Kammer hatte er ihr leises Schnarchen gehört. Er mochte das Geräusch, es rührte ihn auf merkwürdige Weise an, und manchmal warf er einen Blick durch den Türspalt, wo er in der Dunkelheit die weit geöffneten Nasenlöcher der alten Frau ahnte. Auf der Straße schlug ihm der Wind entgegen. Wenn der Wind von Süden kam, brachte er den Marktgestank, den Geruch von Abfall und faulem Obst mit sich, aber heute kam er aus westlicher Richtung und die Luft war frisch und kühl. Simon lief an dem grauen Wohnblock der Straßenbahnpensionäre vorbei, an der Blechwerkstatt Schneeweis & Söhne und an einer Reihe kleiner Läden, die allesamt noch geschlossen waren. Er ging über die Malzgasse zur Leopoldsgasse und gelangte, indem er die Schiffamtsgasse überquerte, zur kleinen Haidgasse. An der Ecke blieb er stehen, um einen Blick in den Gastraum des ehemaligen Marktcafés zu werfen. Er legte die Stirn an die Scheibe und spähte mit zusammengekniffenen Augen ins Innere. Vor dem großen schwarzen Tresen standen Tische und Stühle übereinandergestapelt. Die Tapete war aus-gebleicht und wölbte sich an einigen Stellen. Es sah aus, als hätten die Wände Gesichter. Die Mauern brauchen Luft, dachte Simon. Die Fenster müssten ein paar Tage offen bleiben, erst danach würde er streichen. Der Moder und die Feuchtigkeit. Die alten Schatten und der Staub. Er drückte sich von der Scheibe ab, drehte sich um und über-querte die Straße zum Markt, wo Johannes Berg gerade mit lautem Knattern die Rollläden seiner Fleischerei auf-fahren ließ. »Guten Morgen«, sagte der Fleischermeister. »Du kannst mir ein paar Blöcke Eis hacken, wenn du willst.« »Ich hab genug mit dem Gemüse zu tun«, sagte Simon. »Neunzehn Kisten Steckrüben.« Der Fleischer zuckte mit den Schultern und machte sich daran, mit einer Kurbelstange die Markise auszufahren. Er schwitzte, und sein Nacken glänzte in der Morgensonne. »Wenn du willst, schmiere ich dir später die Scharniere«, sagte Simon.
»Das kann ich auch allein.« »Letzten Winter hast du sie mit ranzigem Schmalz ein-geschmiert. Im Frühling ist der Gestank bis hinüber in den Prater gezogen.« »Das war kein Schmalz, sondern Schlachtfett.« »Sag einfach, wenn ich dir helfen soll«, sagte Simon. »Ich kann es nachher machen. Dauert nicht lange.« »Ist gut«, sagte der Fleischer. Er hakte die Stange aus, stellte sie neben die Eingangstür und wischte mit den Händen über seine von Blutflecken bedeckte Schürze. Sein Gesicht wirkte weich im gedämpften Licht unter dem rot-weiß gestreiften Stoffdach. »Heute wird ein schöner Tag«, sagte er. »Viel Sonne, aber nicht zu heiß.« »Bestimmt«, sagte Simon. »Wir sehen uns später.« Er war ein hagerer Mann mit sehnigen Armen und langen, dünnen Beinen. Sein Gesicht war braungebrannt von der Arbeit im Freien, sein Haar hing ihm aschblond und wirr in die Stirn. Seine Hände waren groß und übersät mit Narben, wie sie beim Hantieren mit den spröden Holz-kisten entstehen. Seine Augen waren blau. Sie waren das einzig wirklich Schöne an ihm. Er ging langsamer als gewöhnlich, und viele Händler hoben die Hand oder riefen ihm ein paar freundliche Worte zu.“

 

Robert Seethaler (Wenen, 7 augustus 1966)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog.

 

KOMEND

Als avonden lengen,
Baadt ’t licht, nog gélig
En kil, het serene
Voorhoofd van huizen.
Een lijster zingt,
Omringd door laurieren
In tuinen diep en kaal, en
Zijn vers-gepèlde stem
Verbijstert de baksteen.

Snel zal ’t lente zijn,
Snel zal ’t lente zijn—
En ik, na een jeugd
Van vergeten verveling,
Voel me een kind
Dat een toneel opkomt
Van volwassen verzoening,
En niets anders kan vatten
Dan ’t ongewoon lachen,
En dat proeft aan blijdschap.

 

Vertaald door Cornelis W. Schoneveld

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e augustus ook mijn blog van 7 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 7 augustus 2017 en ook mijn blog van 7 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2.

Kjell Westö, Philip Larkin

De Finse schrijver Kjell Westö werd geboren op 6 augustus 1961 in Helsinki. Zie ook alle tags voor Kjell Westö op dit blog.

Uit: De zwavelgele hemel (Vertaald door Clementine Luijten)

“En het spijt me dat ik niet meteen heb gezien wat voor vlees ik in de kuip had. Als ik dat wel had gezien had ik je geen valse beloftes gedaan. De dubbele boodschap bracht me in verwarring en het kostte me nogmaals moeite om een geschikt antwoord te vinden. Poa was me voor en veranderde van onderwerp: Ik neem aan dat je nog contact met Stella onderhoudt? Vooral nu er in Berlijn eindelijk sprake is van feest en vrijheid. Nee, helaas, zei ik. Ik heb Stella al jaren niet meer gezien. We schrijven elkaar zelfs niet. Maar Alex zie ik best vaak. Ja, je zit immers in een van zijn besturen, zei Poa. Het gaat goed met de zaken van die jongen. Ik hoop alleen dat hij de risico’s goed heeft ingecalculeerd. Poa’s stem had een moment eerder nog dun en broos geklonken maar werd krachtiger toen hij het over Alex had. Hij vervolgde: Ze zijn allebei begaafd. Maar in mijn situatie moet ik de toekomst veiligstellen. Het is een grote verantwoording het Rabellse erfgoed te beheren. Dat begrijp zelfs jij, neem ik aan? Ik begreep niet waar hij het over had en voelde mijn ergernis groeien. Poa had mij gebeld en niet andersom, en toch bleef hij zich onbeschoft gedragen. Plotseling besefte ik waarom ik verrast was en bijna bang werd toen hij belde. Poa was zo lang onzichtbaar geweest, zo afwezig vanwege zijn ziekte en ziekenhuisopnames, dat ik hem onbewust al als dood had beschouwd. Ik dacht aan mijn grootouders van vaderskant die binnen twee jaar waren overleden, ik dacht aan hun sombere begrafenissen met alle zware en naar stof geurende psalmen, ik dacht aan mijn andere oma, die de diagnose dementie had gekregen en nu in een verzorgingstehuis in 45sterbotten zat, ik dacht aan alle tafelgebeden en kerkdiensten en vermaningen – as je maar niet denkt da je wat bint, jong – waar ik als kind al van had willen wegvluchten. En terwijl ik aan dat alles dacht, besefte ik dat ik dondersgoed wist wat een erfenis was, en welk gewicht het had. Alleen bevatte mijn erfenis geen goud en goederen zoals die van Poa. Ik opende net mijn mond om te zeggen dat ieder mens een vrije wil heeft en dat niemand een ander kan dwingen een erfenis te beheren, dat je zoiets prima kunt te weigeren, zoals Jakob had gedaan, zoals Stella deed, en ikzelf. Maar het lukte me niet de woorden uit te spreken voordat Poa verderging: Niet iedereen zal even blij zijn met hoe ik het heb geregeld. Voor als ik er niet meer ben, bedoel ik. Die beste Clara is nu al woedend op me. Maar ik zou graag zien dat Stella wat vaker kwam om met me te praten. Kun je dat aan haar overbrengen? Mijn ergernis bleef groeien. Ik had gezegd dat ik geen contact met Stella had, toch probeerde Poa mij als boodschapper in te schakelen. Verkeerde hij soms onder invloed van pijnstillers en andere medicijnen? Was hij net als mijn oma dement en ontoerekeningsvatbaar geworden? Brak hij daarom met de Rabellse tradities van discretie door zo vertrouwelijk met een zestig jaar jongere kennis van de familie te praten aan wie hij ook nog eens een bloedhekel had? Het is beter als je je boodschap via Alex laat overbrengen, zei ik. Zoals ik al zei hebben Stella en ik geen contact. Jaja, zei Poa en hij klonk weer gelaten. Alex heeft ook nooit tijd om bij me langs te komen.”

 

Kjell Westö (Helsinki, 6 augustus 1961)

 

De Engelse dichter Philip Larkin werd op 9 augustus 1922 geboren in Coventry. Zie ook alle tags voor Philip Larkin op dit blog.

 

IN DE WEI

Nauwelijks zichtbaar is het span
Waar ’t in de koele schaduw staat,
Tot wind hun staart en manen spreidt;
De ene graast, en stapt wat dan,
—’t Lijkt of de ander ‘m gadeslaat—
En staat weer stil in naamloosheid.

Toch maakt, terug vijftien jaar, een reeks
Van races, hoogstens twee dozijn,
Nog zwak van eeuwige roem gewag,
Hun naam, in handicaps en stakes,
Gegrift in bekers, fraai en fijn
Maar nu vervaagd, na n’ hoogtij junidag—

’t Gewambuisd starten; in de lucht
Getallen; parasols in ’t veld,
Veel auto’s leeg in hete staat,
Het gras bezaaid: dan luid gerucht
Dat klinkt tot het zich tanend meldt
In ’n laatste-nieuws rubriek op straat.

Plaagt terugzien, als een vlieg, hun oor?
Zij schudden ’t hoofd. De schaduw lengt.
Zomer na zomer sloop reeds heen:
Publiek, het starthek, ’t kretenkoor—
Alleen nog ’t gras dat ze niet krenkt.
Hun naam staat nog geboekt, alleen

Hun nu ontgaan; plaats rust in ’t veld
Of draf geeft hen nog wel plezier;
Geen kijker ziet ze huiswaarts gaan,
Noch stopwatch die benieuwd voorspelt:
Slechts ’n rijknecht, met zijn hulp, gespt hier
Bij avond nog de leidsels aan.

 

Vertaald door Cornelis W. Schoneveld

 

Philip Larkin (9 augustus 1922 – 2 december 1985

 

Zie voor de schrijvers van de 6e augustus ook mijn blog van 6 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 6 augustus 2019 en ook mijn blog van 6 augustus 2017 en mijn blog van 6 augustus 2016 en ook mijn blog van 6 augustus 2015 en ook mijn blog van 6 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.

Martin Piekar, Conrad Aiken

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Löwe Mojito

Ich grins Limettenzähne
Auf deinen Augenauftakt. vergiss nicht,
Wie Barhocker sich anstellen.
Im Dunkel
Der Minze leg ich mich
Dir auf die Lippen. wie Strohhalme
Greifen unsere Zungen und
Wir treiben Rum
Durch die Sprachplätze. zwischen deinem
Mund, meinem Ohr, deinem Ohr
Meinem Mund.
Eine Geisterfahrt gegen die Musik. hörst du
Viel zu viele Zucker röhren
Zwischen unseren Zähnen. Süße.
Schwapp hin und her. doch ich
Werde fort sein
Bevor das Eis schmilzt.
Rette unser Eis.

Zutaten: Final Destination Club, Frankfurt am Main, stürmischer Weg zur Tanzfläche 

 

Kochanie on the Rocks

Rühre mich anstatt
Mich zu erschüttern: ich bin
Kein Glasabenteuer: vermeng
             Mich nicht
                         Mit Vorsicht
Schütze ich vor Vernüchterung:
Möchte Sonne endlich
Mit deinen Haaren
              Verhängen
                           Ins Kaltdunkel
Wo Schummerungen sich liebkosen
In Multiperspektivität oder:
Wie wir in der Trommel
            Eines Revolvers
                          Stecken zielsicher auf
Balz gehalten: gib Acht
Und nicht weniger in deinen Drink
Verzehrst du mich nach dir?
             Ich will keinen Longdrink mimen
                          Müssen: wer ist schon
In Bereitschaft dafür
Denn Zeit ist alles was wir haben
Das uns nichts bedeutet
             Ich empfehle mich:
                         Schlürf mich kochanie
                                      On the Rocks

Zutaten: Bei mir

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

De Amerikaanse schrijver en dichter Conrad Potter Aiken werd geboren in Savannah, Georgia op 5 augustus 1889. Zie ook mijn blog van 5 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Conrad Aitken op dit blog.

 

Toevallige ontmoetingen

In de doolhoven van rondhangende mensen, de waakzame en heimelijke,
De schaduwen van boomstammen en schaduwen van bladeren,
In het soezen van het zonlicht, tussen de lage stemmen,
Sta ik opeens voor je,

Je donkere ogen keren terug voor een moment van haar die bij je is,
Ze schijnen in de mijne met een zonovergoten verlangen,
Ze zeggen: ‘Ik hou van je, op welke ster leef je?’
Ze glimlachen en worden dan donkerder,

En zwijgend antwoord ik: ‘Jij ook – ik heb je gekend, – ik hou van je! -‘
En de schaduwen van boomstammen en schaduwen van bladeren
Zijn verweven met lage stemmen en voetstappen en zonlicht
Om ons voor altijd te scheiden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Conrad Aiken (5 augustus 1889 – 17 augustus 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 5e augustus ook mijn blog van 5 augustus 2019 en eveneens mijn blog van 5 augustus 2018 en ook mijn blog van augustus 2017 en ook mijn 2 blogs van 5 augustus 2011.

Rutger Kopland, Martin Piekar

De Nederlandse dichter en schrijver Rutger Kopland (eig. Rutger Hendrik van den Hoofdakker) werd geboren in Goor op 4 augustus 1934. Zie ook mijn blog van 4 augustus 2010 en ook alle tags voor Rutger Kopland op dit blog.

 

Tuin I

Ik zit voor het raam en zie
hoe de tuin niet is veranderd
voor haar ben ik niet weggeweest

de tuin kijkt mij recht in mijn gezicht
het is vreemd te bedenken dat zij mij
niet kent, zich mij niet herinnert

na al die tijd dat ik hier niet was
ik de tuin was vergeten, zij voor mij
niet bestond, is zij nog helemaal als toen

hoezeer ik ook van haar houd, voor mij
is zij niet gebleven, niet omdat ze op mij
wachtte is zij er, zij is er zoals ook ik er is

 

Vertrek van dochters

Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien
aan hun gezichten die langzaam veranderden
van die van kinderen in die van vrienden,
van die van vroeger in die van nu.

En gevoeld en geroken als ze me kusten,
een huid en een haar die niet meer voor mij
waren bedoeld, niet zoals vroeger,
toen we de tijd nog hadden.

Er was in ons huis een wereld van verlangen,
geluk, pijn en verdriet gegroeid, in hun
kamers waarin ze verzamelden wat ze mee
zouden nemen, hun herinneringen.

Nu ze weg zijn kijk ik uit hun ramen en zie
precies dat zelfde uitzicht, precies die
zelfde wereld van twintig jaar her,
toen ik hier kwam wonen.

 

De stem van een cello

Waaraan het geluid van een cello doet denken

de cellist Widlund vertelde me dat
er in dit instrument iets huist – een stem
een al heel oude stem waarnaar je zoekt
als je speelt en die je herkent
als je haar vindt

misschien is het dat waarom ik moet denken
aan de oudste geluiden die ik ken, zoals
neuriën, zingen, kreunen, huilen

en ook aan de kleuren van een woud in de herfst
alsof je het heimwee hoort van de cello
naar zijn plek van herkomst

 

Rutger Kopland (4 augustus 1934 – 11 juli 2012)
Portret door Paul van Geert, 2003

 

De Duits-Poolse dichter Martin Piekar werd geboren op 5 augustus 1990 in Bad Soden am Taunus. Zie ook alle tags voor Martin Piekar op dit blog.

 

Marché des Fétiches, Togo

De krokodillenfirewall tegen inbrekers
en verpletter de vleermuis op de
geloofsrasp. Geloof! Offer

varkens, priesters, als men
niet aan sciencefiction hecht,
die het niet kan houden, nooit
wilde houden; slechts evident
functioneren. (net als voor mij)

In het skelet
steekt nog zoveel kracht.

De telemetrie van een paddenbek
is een kussen op de stoel

van de reis in spooktreinen.
Tussen remedie en epidemie

spiritistische links gespannen
in een delirium. Voodoo-

vereiste: schedels, staarten
van dieren, huiden,
falli, skelet en geloof.

Verkoopstands: zoals chatvensters
worden schedels behandeld, verwisseld
en begrijnsd. Bijna zoals zombies
geloven ze dat in de dood
een goed leven steekt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Martin Piekar (Bad Soden am Taunus, 5 augustus 1990)

 

Zie voor de schrijvers van de 4e augustus ook mijn blog van 4 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 4 augustus 2019 en ook mijn blog van 4 augustus 2017 en ook mijn blog van 4 augustus 2013 en mijn blog van 4 augustus 2011 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3 en mijn blog over Robert Beck.

Radek Knapp, Mirko Wenig

De Pools-Oostenrijkse schrijver Radek Knapp werd geboren op 3 augustus 1964 in Warschau. Zie ook alle tags voor Radek Knapp op dit blog.

Uit: Von Zeitlupensymphonien und Marzipantragödien

„An alle Österreicher: Kochen Sie sich aus Ihrer eigenen Globalisierung heraus
Österreich ist ein außergewöhnliches Land. Hier erfand man nicht nur die Psychoanalyse, um sich vom jahrhundertelangen Walzertanzen zu erholen. Hier macht man sogar mit Schnee mehr Geld als anderswo mit Erdöl. Und niemand wird auch leugnen, dass Mozart der weltgrößte Komponist ist. Nicht einmal Amerika, wo viele nach wie vor glauben, der begabte Musiker hätte unlängst eine olympische Medaille im Riesenslalom geholt.
Trotzdem hat es Österreich nicht immer leicht. Nicht genug, dass es kürzlich von einem Virus biblischen Ausmaßes getroffen wurde, nicht genug, dass es unter einer undurchsichtigen Organisation namens EU stöhnt, es wird auch noch regelmäßig von Individuen heimgesucht, die alles bloß keine österreichische Staatsbürgerschaft haben.
Einst waren es türkische Machos unter ihrem Anführer Kara Mustafa. Dann folgten slawische Vierkantschlüsselakrobaten, und neuerdings sind es Flüchtlinge, die durch ihre »Andersartigkeit« die heimische Identität noch gründlicher untergraben wollen, als es das iPhone ohnehin schon tut.
Wen wundert’s also, dass die Österreicher inzwischen scharenweise Seminare aufsuchen namens »Kochen Sie sich aus Ihrer eigenen Globalisierung heraus« oder langsam zu Vegetariern und Radfahrern mutieren. Spätestens da kommt die Frage auf, ob man das nicht ändern könnte, ja ob die Mitverursacher dieser unliebsamen Verwirrung den Österreichern hierbei nicht zur Hand gehen könnten.
Als eines dieser zweifelhaften Individuen möchte ich dieses Kunststück versuchen. Sowohl in meinem Namen wie auch dem anderer Fremdlinge, die dazu keine Gelegenheit bekamen. Und auch wenn es wahrscheinlich nicht ganz zu schaffen ist, so wäre schon viel gewonnen, dem einen oder anderen Österreicher sein eigenes Heim wieder so schmackhaft zu machen, wie es uns, den Fremden, erscheint.
Während die Skeptiker angesichts dieses mutigen Plans wahrscheinlich schon die Stirn runzeln und die Rechtsverliebten den Kopf schütteln, holt dieses Büchlein tief Atem und schreitet energisch zur Tat.”

 

Radek Knapp (Warschau, 3 augustus 1964)

 

De Duitse dichter Mirko Wenig werd geboren op 3 augustus 1977 in Gera. Zie ook alle tags voor Mirko Wenig op dit blog.

 

Wrak

Eigenlijk was het altijd hetzelfde bos. Dezelfde
plek, struiken achter de datsja, een opgedroogde
sloot. Daar stond onze Wartburg: schip, UFO en tank.

Er was geen contactsleutel. Een kort stotteren, gebrom
in de mondholte, dan ging het op weg, moesten de riemen
worden vastgemaakt. Rijd niet zo snel, zo meteen stijg je nog op!

Het stonk naar olie, benzine en hars. Zitkussen
opengescheurd, We omklemden het stuur.
En de zalm in het water, de dodelijke stroomversnellingen,

de wilde beren: ook de hond moest mee, wij
reden het mijnenveld in. Zet alle helmen op!
Chocolade hielp tegen raketvuur.

Toen schoot de vijand onze achterkant weg. Wielen
hadden we al lang niet meer, de deuren
braken uit het frame. Iemand bracht

een tweede stuurwiel mee. Zo konden we ons
opsplitsen, de vijand insluiten. Omsingelen
tot we de nieuwe richting insloegen:

sommige vielen eruit, andere
gingen te voet verder. Eigenlijk
was het altijd hetzelfde bos.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Mirko Wenig (Gera, 3 augustus 1977)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 3e augustus ook mijn blog van 3 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 3 augustus 2016 en mijn blog van 3 augustus 2015 en eveneens van 3 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Jussi Adler-Olsen, Conrad Aiken

De Deense schrijver Carl Henry Valdemar Jussi Adler-Olsen werd geboren op 2 augustus 1950 in Kopenhagen. Zie ook alle tags voor Jussi Adler-Olsen op dit blog.

Uit: Natriumchloride (Vertaald door Kor de Vries)

“Na de noodoproep verstreken er slechts vijf minuten voor de ambulance het grasveld opdraaide in dc richting van dc chaos die op je netvlies werd gebrand. Rond het dampende gat lagen zes levenloze lichamen en een scherpe stank van verbrand vlees vermengde zich met de ozongeur die na de blikseminslagen nog steeds in de lucht hing. “Allemaal achteruitgaan!”riep een van de ambulancebroeders naar het groepje studenten dat was toegesneld uit de universiteit aan de andere kant van de weg en bij de aanblik als aan de grond genageld stond. Zijn collega trok hem aan zijn mouw. “We kunnen hier niets doen, Martin, maar kijk daar eens!” Hij wees naar een oudere man wiens knieën langzaam in het doorweekte gras wegzakten. “Waarom stonden ze zo dicht bij elkaar en waarom is de bliksem niet in de bomen ingeslagen?” jammerde de man toen ze dichterbij kwamen. Hoewel de regen met bakken uit de hemel kwam en de jas van de man als een natte doek aan hem vastplakte, sloeg hij geen acht op iets anders dan op wat er zojuist was gebeurd. Martin draaide zich om naar de universiteitsgebouwen, waar meerdere sirenes en blauwe zwaailichten aankondigden dat er verscheidene ambulances en politievoertuigen onderweg waren.
“We geven hem iets kalmerends voor het nog tot een hersenbloeding komt”, zei hij tegen zijn collega. Martin knikte at kneep zijn ogen samen. Door de stortregen heen werd hij twee vrouwen gewaar die op hun hurken bij een aangroeiende waterplas aan de windsingel raten. “Kom snel!” riepen ze en Martin greep zijn tas en begon te rennen. “Volgens mij ademt ze”, steunde de ene vrouw, terwijl ze haar hand om de nek van het zevende slachtoffer hield. Afgezien van de zat zwartgeblakerde kleding van de bewusteloze vrouw leek ze niet direct zo heftig verbrand als de andere slachtoffers. “Ik denk dat ze hier door de blikseminslag naartoe is geslingerd
, zei de vrouw met trillende stem. “Kun je haar redden? Terwijl Martin het tengere lichaam wegtrok bij de waterplas die steeds dieper werd, nam het geschreeuw achter hem toe. Nu hadden zijn toegesnelde collega’s geconstateerd dat ze niets konden uitrichten. De bliksem had alle zes motsen gedood die in de regen dicht op elkaar hadden gestaan. Martin legde de vrouw in de stabiele zijligging en voelde haar pols, die langzaam en zwak was, maar stabiel leek te zijn. Op het moment dat hij opstond en naar zijn collega’s wenkte dat ze met een brancard moesten komen sidderde haar lichaam. Een paar korte, diepe inademingen deden haar borstkas spannen en in een plotselinge beweging kwam ze omhoog op haar ellebogen en keek ze om zich heen. “Waar ben ik?” vroeg ze met rood dooraderde ogen.”

 

Jussi Adler-Olsen (Kopenhagen, 2 augustus 1950)

 

De Amerikaanse schrijver en dichter Conrad Potter Aiken werd geboren in Savannah, Georgia op 5 augustus 1889. Zie ook mijn blog van 5 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Conrad Aitken op dit blog.

 

De beeldhouwer

Als uit graniet de kunstenaar
een kikvors, roos of vleugel maakt,
komt uit de harde steen zowaar
iets zachts tevoorschijn, teer en naakt.
In dit geval nam hij zijn hart,
dat als een steen werd mettertijd,
en beitelde met pijn en smart
in jarenlange eenzaamheid.
Werd het een vleugel of een roos,
een kikker op een lelieblad … ?
een meisjeshoofd kwam na een poos
uit wat hij onder handen had:
met heel veel haren, naar het scheen,
de ogen waren half dicht,
zo keek zij slaperig langs je heen
naar een denkbeeldig vergezicht.
Het mooie kind vond ons te min,
zij overdacht met trotse lach:
zij was een bloem, in zekere zin,
en bracht haar schoonheid aan de dag.
Gelijk een boom die nimmer weent,
maar schittert in een bliksemflits,
waar al het andere versteent,
zag zij zichzelf en anders niets.
Zo werd het stenen hart een hoofd
dat men vereert, beweent of … breekt.
Medusa had hij zich beloofd,
maar liever nog een slang gekweekt.

 

Vertaald door H. F. H. Reuvers

 

Conrad Aiken (5 augustus 1889 – 17 augustus 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e augustus ook mijn blog van 2 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 2 augustus 2018 en ook mijn blog van 2 augustus 2017 en ook mijn blog van 2 augustus 2011 deel 2.