Niccolò Ammaniti, Dannie Abse

De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti werd geboren in Rome op 25 september 1966. Zie ook alle tags voor Niccolò Ammaniti op dit blog.

Uit: Het intieme leven (Vertaald door Etta Maris)

“Dit verhaal begint op een woensdag in het afgelopen decennium, het is kwart over negen in de ochtend en Maria Cristina Palma doet haar work-out. Ze is bezig met een Bulgaarse split squat, een oefening waarmee de quadriceps en bilspieren worden getraind. Ze heeft één been naar achteren gestrekt, het andere naar voren en ze buigt haar voorste knie, terwijl ze door de ramen van de serre naar de grijze deken staart. Het fijnstof dat de Romeinen wekenlang heeft genoodzaakt tot een rijverbod dat afwisselend geldt voor auto’s met even en oneven kentekens is samen met de regen neergedaald. In huis is het warm, maar aan de andere kant van het dubbele glas heeft de nachtelijke vrieskou de varenpalmen en de kale pergola op het terras bedekt met rijp. Tussen de zuiltjes van de balustrade door is de verkeersopstopping op de Lungotevere te zien, en verderop het plompe silhouet van de Engelenburcht dat langzaam vervaagt in de ongezonde nevel van de hoofdstad. Het penthouse waar Maria Cristina woont is zo’n paradijs waarvan de meeste mensen niet eens durven dromen, zo onbereikbaar is het. Meer dan driehonderd vierkante meter, op een steenworp afstand van het Piazza Navona, in een neoklassiek stadspaleis dat dag en nacht wordt bewaakt door politiebusjes. Haar personal trainer, Mirco Tonik, een grote kerel uit Francavilla al Mare, vertelt dat hij de verjaardag van zijn verloofde, Michael Carmichael, een Ier die handleidingen van printers en routers vertaalt, heeft gevierd in een vegan restaurant in de wijk Pigneto. Terwijl de trainer smakelijk vertelt over de heerlijke parmigiana di melanzane haalt hij een schijf van de halter af, waardoor het gewicht aan het andere uiteinde van de stang, vijf kilo puur gietijzer, eraf glijdt en op de rechter grote teen van de vrouw terechtkomt, die zo’n harde kreet slaakt dat het koppeltje dwergpapegaaien in de geëmailleerde kooi boven de varens er stil van is. De serre, met olifantsoren in azuurblauwe potten, de Kentia-palm en de uitlopers van de drakenklimop die neerbuigen vanaf de boekenkasten, pulseert om haar heen als een special effect in een slechte film.
Mirco Tonik, die de enorme omvang van zijn stommiteit inziet, brengt heupwiegend zijn handen naar zijn hoofd en roept de schepper aan: ‘0 god! 0 god! 0 mijn god. Wat heb ik gedaan?’ Maria Cristina trilt van de pijn. Ze moet alleen maar ademhalen en het laten stromen. Anders dan herinneringen aan pijn van de ziel verdwijnt de herinnering aan lichamelijke pijntjes na verloop van tijd en zijn we na een paar jaar vergeten hoeveel we moesten lijden om een kies die werd getrokken of een blindedarmontsteking.”

 

Niccolò Ammaniti (Rome, 25 september 1966)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

BONBONDOOS

Afgelopen veronachtzaamde november, Leporello,
en meer achtertuin-rozig-rode appels
versierden de boom dan telbare bladeren
toen zij, door het raam,
een pimpelmees op een tak zag.

Zuchtte: ‘Wat een ongelooflijk mooi plaatje,
een ouderwetse bonbondoos.’

Later, verrast, denkend aan ongeplukte appels,
proefde ik natuurlijk haar rode mooie mond.

Nog later, in de schemering, het uitpakken.
Haar vallende zwarte jurk ritselde
als chocoladepapier;

en die hele heerlijke
ouderwetse, Rubens-mooie
doos geopend. Aangeboden en genomen: truffel,
kersenlikeur, marsepein, Turks fruit.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)
Portret door Dean Lewis, 2014

 

Zie voor de schrijvers van de 25e september ook mijn blog van 25 september 2021 en ook mijn blog van 25 september 2019 en ook mijn blog van 25 september 2018 en eveneens mijn blog van 25 september 2016 deel 2.

Joke van Leeuwen, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres, schrijfster, illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

 

Blijven

Iemand, oud nog, met over de tafel
een vloerkleed, en een aan de muur,
de punten als van een kompas,
alsof die vast tegen de wanden op
oefent in los van de aarde.

Iemand, in gras, roepend als weer een
kind, tegen de wind, ga liggen! Want dan
zal de wind even naast die gaan liggen
en die naast de wind, wachtend op
god-weet-waar gewaaid, toch?

Iemand die zegt: er is iets, maar wat is
is, wat iets, wat er, weet ik veel, moet dat,
die zegenend, perkament pratend van
maaksel, ontferming, dagzeggend aan
wie nog niet, zich laat bewaren.

En ergens daarbuiten, al duizenden jaren
een rijzige linde vergroeid met een eik,
hout houdt hen vast, met ergens
daarbinnen, vermoed onder schors
hun handen.

 

Geschenk

Dit zit goed vastgeplakt. Wel mooi papier. Een lint
met krullen. Doen ze met een schaar. Ik weet niet
wat jij hiervan vindt, of jij dit hebt, dat ik het ruil,
dat jij dan wacht op mij, dat ik dan onderwijl wat
anders voor je koop, of, want, tenzij, dat jij het
houden wilt of bij vergissing denkt dat jij het
toch al had, maar niet dus, of niet meer of
dat het brak en dat jij dacht als nog een
keer moet ik voorzichtig zijn, of dat
iets dubbels helemaal niet geeft
wat jou betreft. Hier. Neem
een mes. Dit heft.

 

Er zijn dieren

Er zijn dieren die piepen.
Zo zijn ze geschapen, tot piepen.
Hun tieren te iel in de mist.

Er zijn dieren die loeien.
Zo zijn ze geschapen tot loeien.
Hun roepen te rauw in de mest.

Er zijn dieren onhoorbaar.
Scharrelend.

 

Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

De stethoscoop

…………………Daardoor,
boven de strakke buik van jonge vrouwen,
heb ik het geluid van de schepping gehoord
en, in de borst van een dode, de stilte
……van voor de schepping begon.

…… Moet ik
dus bidden? Dit instrument vereren
en daarboven een processie van vaandels?
Dit ding ophangen in een koude
……paddestoeldonkere kerk?

….. Moet ik
ervoor knielen, een spreuk psalmodiëren
uit een boekje? Priester of rabbi nadoen,
het galmend geluid van gelovigen?
….. Nooit! Toch kan ik hem loven.

….. Ik zou
zo doende mijn eigen oren huldigen,
door die te prijzen prees ik nachtelijk praten,
wanneer de mensen filosofen worden;
….. gelach van gekken en wijzen;

…..nachtkreet
van gewonde schepsels, scherp ziend of blind;
maanlicht-sonates op een naald;
minnaars met duive-kelen; de wind
….. op reis vanwaar hij begon.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e september ook mijn blog van 24 september 2020 en eveneens mijn blog van 24 september 2019 en ook mijn blog van 24 september 2017 deel 2.

Inge Boulonois, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

KAST

Hoe dingen binnen hem bestaan.
Planken boordevol wasverzacht
linnengoed. Als uitgedroomde zeilen

schurken lakens tegen elkaar aan.
Op stijve stapels rusten nog
in overijverige vouw gestreken
zakdoeken van voor de wegwerptijd.

Het gespaarde uit de magere jaren
schuilt in een mandje achterin:
een mistige bril, te slanke ringen,
een horloge diep in slaap op eigen tijd.

De kast is een kast en wil bewaren
zonder twijfels over het toekomstig nut.
Hij laat de dingen in zijn donker binnenste
op vaste stek dommelen

tot de deur weer open gaat, het daglicht
binnen glipt en alles wakker schrikt,
ook weemoed –

 

WATERVAL 1961 M.C. Escher

Water stroomt hier niet en wel.
Gerimpeld klimt het opwaarts,
versplinterd stort het neer terwijl
de loop de zwaartekracht vernachelt,
het rad de roerloosheid verdraait.
Spiegelen en glanzen doet het
niet. Geen golf verdwijnt, geen
drup verdampt. Ondanks verval
verglijdt geen fractie tijd. Intussen
blijft het klotsen, kabbelen en ruisen
in je verbeelding. En net zo echt
is dat geklater als het water diep –

 

VOLKabularium

Een grote woordenschat is altijd beter
en zelfs Bargoense taal komt vaak van pas.
Neem niksnaks, gannef, deinvoet, lorejas,
geteisem, falderappes, netevreter.

Want je kunt nooit voldoende woorden leren
voor relschoppers die oud en nieuw versjteren.

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

Anamnese

‘Welshmen: meestal waardeloos,
tuig van de richel, dokter.’
Hij wist niet dat ik Welsh was.
Toen prees hij de bouwers
van de concentratiekampen –
wist niet dat ik een jood was.
Hij noemde linksen ‘witte zwarten’
en verzon steeds meer scheldwoorden.

Toen ik zijn lever palpeerde
voelde ik de zachte lever van Goering;
toen ik mijn stethoscoop optilde
hoorde ik de hartslag van Himmler;
toen ik zijn encefalogram las
dacht ik: ‘Sieg Heil, mein Führer.’

In de ziekenhuisapotheek
rode bes van zwarte heggerank,
scheerling, nachtschade, amaniet.
Maar ik schreef hem voor
alsof hij mijn broer was.

’s Avonds laat moet ik op mijn arm
hebben geslapen: eventjes
was mijn rechterhand van slag.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Herfst (Hanny Michaelis), Jaap Harten, Dannie Abse

 

 

Zonlicht – zonnige herfst door Nikolay Dmitriev, 2021

 

Herfst

De bomen roesten in het zieke licht
langs somber in zichzelf gekeerde grachten.
In wilde, stormdoorvlaagde regennachten
vertoont de maan een bleek, behuild gezicht

boven de lege straten, smalle schachten
waar in een onverbiddelijk gericht
de zomer langzaam voor het najaar zwicht,
terwijl de huizen op het einde wachten.

Tegen de morgen is de strijd beslecht.
Een vage geur van heimelijk bederven
heeft aan de moede wind zich vastgehecht.

Tussen een handvol dunne zonnescherven
heeft zich de zomer moeizaam neergelegd
om eenzaam en onopgemerkt te sterven.

 

Hanny Michaelis (19 december 1922 – 11 juni 2007)
Herfst in Amsterdam, de geboorteplaats van Hanny Michaelis

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.

 

Wakker worden

Wij werden altijd wakker
in een morgen van staal,
met een vochtige roos van adem
en springveren in onze kuiten.
Wij wasten ons snel bij de
pomp en trokken door
ons lichaam een figuur van
honingraat en melk.

Wij leefden in de jaren dertig,
de tijd toen een maniak zwarte
slangen van dood dresseerde
in een naburig rijk. Ons leven
was nog echt van kleur,
een woede in het groen
dat openstond met bomen
en gras in een vrije wereld.

Wij woonden in een geur of
in het gebrom van wespen
en de dood was voor ons een
natuurlijke slaap die kon duren:
graan in het gebit van de winter
hield zich ook lang stil, en
wanneer is leven niet meer
leven? Wij ademden warmte.

Een pendule tikte en tikte
de regimenten naderbij.
Wij hoorden de appels vallen,
herfst kwam en sneeuw en voorjaar.

En toen de insekten ontwaakten
en voor het eerst de wereld probeerden,
vatten zij vlam in de kruitdamp
en stierven en lieten niets na.

 

Wij leven in een wereld

Wij leven in een wereld
die zoveel later is dan die
van de holbewoner, de vuursteen,
wij leven in een wereld
die bont en blauw is van onze hoop op leven,
van onze oorlogen, onze dagelijkse haat.

In de beweging van het jaar, die
altijd goed is, balanceren wij
met lucht en vuur, met
zuurstof en sterren en maken wij
een wilde vonkenregen van liefde in de nacht
en vinden de weerspiegeling in ons bloed.

Soms vechten wij op de barricade,
wanneer de tijd met een schok wakker wordt,
en verdedigen wij een kleur, een wapendier,
dat met zijn klauw of bloedrode
snavel in onze huid kruipt:
wij schieten dan in de roos van de mens.

Wij leven in een wereld, die alles
kan met zijn hart van metaal en kristallen,
maar soms hangt in wolken en duisternis
en dan speelt met demonen en maskers van kwarts,
een wereld die langer is dan onze adem
en de mensen kleurt en torst met zijn zonlicht.

 

Jaap Harten (22 september 1930 – 2 december 2017)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Pathologie der kleuren

Ik ken de kleur rose en die is mooi,
maar niet als hij rijpt in een tumor.
Genezend groen, lover en gras, lente-achtig,
is in rottende leden niet lente-achtig.

Ik heb rood-blauw, met harig mauve gemengd,
gezien in het paars gezicht van een zelfmoordenaar.
Ik heb wit, porceleinwit zowat, zien staren uit
een auto, achter een verbrijzelde voorruit.
En de misdadige, veelkleurige flits
van een H-bom is niet prachtiger
dan een autopsie als de buik wordt geopend –
en kerkglazen toont die nog nooit zijn geopend.

Dus in een regenboog, eenvoudig geluk,
in de facetrand van een spiegel met zonlicht,
toonde de Dood mij zichtbaar zijn artefact,
als een militair lintje op een tuniek geplakt.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.

Indian Summer (Jayanta Mahapatra), Xavier Roelens, Owen Sheers

 

 

Indian Summer bij Moret – zondagmiddag door Alfred Sisley, 1888

 

 

Indian Summer

Over the soughing of the sombre wind
priests chant louder than ever;
the mouth of India opens.

Crocodiles move into deeper waters.

Mornings of heated middens
smoke under the sun.

The good wife
lies in my bed
through the long afternoon;
dreaming still, unexhausted
by the deep roar of funeral pyres.

 

Jayanta Mahapatra (22 oktober 1928 – 27 augustus 2023)
Cuttack, Inda, de geboorteplaats van Jayanta Mahapatra

 

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

1911

en de man die zevenhonderd jaar leefde en de jongen die uit de hemel
was gevallen en de boer die gebakken aardappels pootte en de
bultenaar die dacht dat hij dood was en de waarzegger die zichzelf
niet herkende en de musketier die op zoek ging naar de dood en de
knecht die goed kon onthouden en de molenaar die de duivel bij zijn
neus nam, staan buiten tegen de muur te schuilen voor het
trommelvuur. ze zijn uit hun dorpen naar brussel gevlucht en ze
sluipen om beurt naar het klooster in de buurt, waar de
voedselpakketten van de amerikanen liggen.
    en de man die zijn zevenhonderdste jaar leefde en de jongen die,
uit de hemel gevallen, bedolven raakte onder zijn gesneuvelde
kameraden en de boer die wat graspollen oogstte en de bultenaar die
schreeuwde dat hij dood was en de waarzegger die zijn eigen
gestuiptrekte handen niet herkende en de musketier die uit de
loopgraven sprong en op zoek ging naar het genadeschot en de knecht
die goed geamputeerd kon worden en de molenaar die de duivel bij
zijn neus nam door te deserteren, klampen zich aan hun bajonet vast.
doorregend, gezeten in de kleemodder en het traklwater van de
granaattrechters, onder de kollwitz-bomen – en het mortiervuur gaat
maar door – wachten ze tot ze terug thuiskomen bij hun voorouders en
daar niet meer weten wat te vertellen.

 

1935

GE ZIJT VIJF EN en ge raakt
de tel kwijt aan de
spoorbrug
de paarden die dood en
de varkens op 

straat en dat ingestuikte
huis en gij wacht op
uw pa en ge ziet wat ge nooit op
een blad ooit gaat natekenen hoe de 
littekens zuigen aan ’t ineengedoken uit het brandbaarste hout gekalefaterde 
lijf hoe ge maar een kwart 
lichaam van doen hebt om u
driekwartlichaam te voelen ge kunt dat niet in
negatief gieten hoe
schorsenhuiden rond
uw leegte gedrapeerd liggen hoe ge ondergronds
uw blik hebt beroofd van zijn
hartklep hoe
kneuzingen in
kaarsvet
het bloed van onder
uw nagelen trekt. en ge luistert wreed stil naar
uw haar dat
leekt en ge wacht op
uw pa die de
tandem al heeft overgedregen het is lijk dat ge schellekes

hesp af kunt snijden zo open
de schoften daar liggen ge zijt vijf en ge raakt
de tel kwijt van
de bloedvaten al dat
opgezogen roodhout met
de ruggengraat tussen
de poten en haar
manen tussen

uw tanden ge hoeft niet te verbergen dat
uw hoofd aan
de brug hangt te druipen als
waterverf op
het papier dat ineentrekt wanneer
uw pa komt u komt halen kunt gij niet expliqueren hoe ge
vanaf nu zijt uitgeteld op
een bed van
tijd met
haken en
ogen gelapt en met twee van die
hoofden van voor een en vanachter opdat
ge van
uzelf wegkijken kunt

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De zee lezend

Dikhuidig in wetsuits, zittend op surfplanken,
leren we opnieuw lezen,
traceren we in de verte de zinnen van de golven.
Onder de zon kijken we naar elke deining,
maken we onszelf vertrouwd met hun valse beloften,
de woorden die de pagina niet halen.
We wachten, tussen de aanhalingstekens van verre meeuwen,
tussen het lege papier van het strand
en de laatste regel van de horizon.
We wachten op de volzin van het water, dat zichzelf naar de kust kamikazeert, dat ons
onze welbespraaktheid,
ons moment van evenwicht op het koord van de golf zal toestaan,
voordat het ons afsnijdt, ons wegvaagt
in een diaspora van wit water,
ons achterlatend om terug te worstelen door onze nieuwe taal,
terug naar waar, rustend in een cesuur,
alleen hun hoofden tonend, een ellips van zeehonden
ons vertelt dat het zal doorgaan,
maar dat het water momenteel zijn toespraak voorbereidt,
puttend uit zijn woordenschat van golven,
die nog steeds slechts ideeën zijn, groeiend in de geest van de zee.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers, Joseph O’Connor

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Marking Time

That mark upon your back is finally fading
in the way our memory will,
of that night our lust wouldn’t wait for bed
so laid us out upon the floor instead
where we worked up that scar —
two tattered flags flying from your spine’s mast,
a brand-burn secret in the small of your back.

I trace them now and feel the disturbance again.
The still waters of your skin broken, the volte engaging
as we make our marks like lovers who carve trees,
the equation of their names equalled by an arrow
that buckles under time but never leaves,
and so though changed, under the bark, the skin,
the loving scar remains.

 

Show

I

The models walk,
high-heeled as curlews
stalking a narrow shore.

We watch, spectators
at a slow-motion tennis match,
as they turn,

flex the featherless wings
of their shoulders
and slip between the curtains,

leaving the crocodile pit of cameras
flashing their teeth for more.

II

I leave you sitting to the mirror
like a pianist to the piano,
lifting the mascara brush
to paint your lashes from fine to bold.

Pulling the door on this scene
I walk down the corridor
to wait in the bar for you to join me.
And when you do, it happens once more;

The fall of the dress, the jewellery,
early stars against the dusk of your skin,
all of it leaves me surrendered,
if just for a second, as you walk in,

to the spell, the artful hocus-pocus,
and to you standing there
one shoulder bare,
setting the room about you out of focus.

 

Schaduwman

Voor Mac Adams, kunstenaar

Zijn palet is licht,
in al zijn tinten
en de gaten die het maakt.

Toverend met gloeilamp,
fruit en een botsing van korrels
gemorst over glas,

een hond, rustend of dood,
het kinetische moment van een vogel
in de seconde voor de vlucht

of het hoofd van Karl Marx,
geboren uit kiezelsteen en steen
in een afwezigheid van licht.

Hij werkt met een duisternis
achter zijn ogen,
begrijpend zoals hij doet

dat het niet materie is die ertoe doet,
of onze gedachten en woorden,
maar de schaduwen die ze werpen
tegen de levens van anderen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.

Uit: Volgspot (Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema)

“In de bovenkamer van het vervallen herenhuis aan de overkant van de straat heeft de hele nacht licht gebrand. Je zag het steeds vanuit je bed, telkens als je je omdraaide naar de raamkant, wat je wel moest om je fles van de vloer te kunnen pakken. En zo gaat het haast alle nachten. Tegen dat het begint te schemeren gaat het peertje aan. En ’s ochtends, een paar tellen nadat de straatlantaarns knipperend zijn gedoofd, gaat het uit en wordt het haveloze gordijn dichtgetrokken. Je bent nu vijfenzestig, even oud als dat huis misschien, misschien zelfs nog wat ouder. Onvoorstelbaar. Je loopt naar het enige raam in de kamer. De ruit voelt ontzettend koud aan. Het wordt winter in Engeland. Het is guur geweest, de laatste tijd. En de afgelopen nacht is er zelfs een zware storm over Londen getrokken. Je hebt nog nooit iemand dat troosteloze huis zien in- of uitgaan, maar toch komt de postbode er nog regelmatig langs om zijn enveloppen door de gebroken ruit in de voordeur te duwen, want de brievenbus zit al jaren dichtgespijkerd. Mannen urineren er in het portiek. Een van de straatmeiden oefent er haar beroep uit, en de balustrade zit al sinds jaar en dag onder de schuttingwoorden. Tal van venstergaten zijn met planken dichtgetimmerd. Tegen de gevel woekert een vlinderstruik. Je hebt het gevoel dat de bewoner van die kamer een man is. Op een keer gleed er rond middernacht een schaduw langs het bovenste raam — tenminste dat dacht je — en de manier waarop die bewoog had iets mannelijks. Er was een tijd dat je over hem lag te denken — Hoe kan hij nou in z’n eentje in zo’n oud, half kapot gebombardeerd huis wonen? Van wie komen die brieven? Waar gaan ze over? — want dat hielp je de meedogenloze uren voordat het dag werd door te komen. Maar vanmorgen is iemand anders weer bij je langs geweest, uit datzelfde licht vreemd genoeg, uit een onzichtbaar vertrek, uit een stad waar je de laatste dertien jaar hebt gewoond, maar die je nooit redenen heeft gegeven om je er thuis te voelen. Dat is ons allemaal weleens overkomen, dat ineens iemand in ons hoofd komt aanwaaien die we dachten vergeten te zijn of welbewust uit onze gedachten hadden verbannen. Maar vandaag zal blijken dat degene die rondwaart, weigert zich te laten verbannen, een emigrant is die hardnekkig probeert thuis te komen.”

 

Joseph O’Connor (Dublin, 20 september 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Ingrid Jonker, Owen Sheers, Cihan Acar

De Zuidafrikaanse dichteres en schrijfster Ingrid Jonker werd geboren op 19 september 1933 bij Komberley (Noord Kaap). Zie ook alle tags voor Ingrid Jonker op dit blog.

 

Jij hebt me bedrogen

Jij hebt me bedrogen Dollie
jij speelde vals spel
mijn hart o stekelbes  
zit droog in zijn vel

De predikant zegt ach nee
mijn ma zegt achwat gepraat
mijn oma denkt foei wereld
waar is onze toeverlaat

Maar Dollie geitje baby
dat jij me zo verstoot
al breng ik al m’n dagen
als kuikens voor je groot

Al geef ik jou mijn vijgen
blozend als morgendauw
jij was die nacht — o hartje!
een andere man zijn vrouw

Mijn bastaard en manke uil
janken veel en in koor
maar Dollie geitje baby
wij janken één woord aldoor

 

Graf
Aan Berta

Bij Gordonsbaai voor de duisternis
heeft ze kinderlijk gegist

waar de leliebloem kon zijn
die haar hart geneest van pijn.

Zoekende raken haar handen
aan het onkruid op de stranden

wordt haar iris zacht en blind
waait haar droom weg op de wind

hurkt ze roerloos vastgerankt
toegedekt door wier en zand.

 

Vertaald door Gerrit Komrij

 

HUSH NOW, THE DARKLING MAN

On the green footpath
of the horizon far
around the earth little one,
an old man trudges who wears
an open moon in his hair
Nightingale in his heart
jasmin plucked for his buttonhole
and a back bowed down by his years.
What’s he doing, mummy?

He calls the crickets
He calls the black
silence that sings
like the rushes, my sweet
and the stars which throb
knock-knock my love,
like the tiny little beetles
in their thin far ring.
What’s his name, mummy?

His name is Hush
His name is Sleep
Mister Forget
from the Land of Dream
His name is hush
he’s called, my sweet
Hush now, the darkling man
Mummy…

Hush now, the darkling man

 

Vertaald door Antjie Krog en André Brink

 

Ingrid Jonker (19 september 1933 – 19 juli 1965)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Onder de Superstition Mountains

‘Niets verbergt zich achter deze hekpaaltjes’
Eels, ‘Susan’s House’

De Mustang staat stil,
in het gras langs de kant van de weg,
absorbeert de warmte in zijn nepleren stoelen.

Ik zit achter het stuur terwijl de fotograaf slaapt,
lees Lowell over het huwelijk,
‘de monotone gemeenheid van zijn lust’

in een voorstad-stil straatje in Sun City West
waar alleen de ouderen mogen wonen
en de buren elkaars huizen in de gaten houden.

Een man in een trainingspak
neemt zijn zuurstoftanks mee voor een wandeling
en een enkele vogel raakt een pianodraad halverwege de vlucht,

de noot sterft weg zonder te vertellen
wat voor soort vogel het is,
laat een andere ruimte open tussen zintuig en weten.

De fotograaf op de passagiersstoel beweegt niet,
verdoofd door de hitte,
laat zijn onderlip hangen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Duitse schrijver Cihan Acar werd in 1986 in de buurt van Heilbronn geboren. Zie ook alle tags voor Cihan Acar op dit blog.

Uit: Hawaii

„Danach kam ein langer Monolog, dem ich nicht ganz folgen konnte, aber die Grundaussage war: Ich hatte alles falsch gemacht. Wenn ich nur etwas weniger falsch gemacht hätte, wäre ich jetzt berühmt und Multimillionär. Das hört man gern.
Mit einem schnellen Schluck leerte Osman amca sein Glas, legte den Arm auf meine Schultern und drehte mich Richtung Saal. »Schau dich genau um«, sagte er. Mit der Hand machte er einen weiten Bogen von links nach rechts. Ich sah mich genau um. Hochzeitsgäste beim Essen, mindestens dreihundert.
»Hier gehörst du hin«, sagte er. »Du bist einer von uns. Das mit dem Fußball mag vorbei sein, aber du hast dein ganzes Leben noch vor dir. Vergiss Fußball. Wenn du dich richtig anstellst, kannst du einer unserer Anführer werden. Wir brauchen junge Leute, die uns voranbringen. Du hast das Zeug dazu. Allein der Wille zählt, mein Junge.«
Ich hatte nur kurz hallo sagen wollen und jetzt hatte ich die Hauptrolle bei König der Löwen im Migrantenremix. So schnell geht das. Um das Thema zu beenden, sagte ich ihm, dass er recht hatte und dass ich darüber nachdenken würde.
Ein Kellner kam vorbei, Osman amca hielt ihn fest. Er bestellte etwas und machte eine Trinkbewegung, die als Frage an mich gedacht war. Ich zuckte mit den Schultern. Als der Kellner zurückkam, sah er sich ein paarmal um, reichte mir dann unter dem Tisch eine weiße Plastiktüte und
machte sich davon. Ich schaute kurz rein: zwei Dosen Jacky-Cola. Osman amca zwinkerte mir zu. So ist das auf solchen Festen: Die Alten schießen sich ab, und die Jungen müssen im Verborgenen sündigen.“

 

Cihan Acar (Nabij Heilbronn, 1986)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e september ook mijn blog van 19 september 2023 en ook mijn blog van 19 september 2021 en ook mijn blog van 19 september 2020 en eveneens mijn blog van 19 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Koen Stassijns, Owen Sheers

De Vlaamse dichter, schrijver en vertaller Koen Stassijns werd geboren op 18 september 1953 in Ninove. Zie ook alle tags voor Koen Stassijns op dit blog.

 

Opdracht

Zij is de beste dood, die van het zwijgen,
nog niet in. Taal hapert aan haar slaap.

Noem haar geen boom meer, zwaaiarm, twijgen
die ik van tussen het gestamel raap,

maar schrijf haar weg naar waar zij thuishoort,
in het leeggoed van een woord zoals voortaan.

Het touw wil uit haar vlees, en zeg het voort:
Ook taal brengt wat wij missen niet tot staan.

Zij is te moe van al dat reizen om haar heen,
dus trek de jas die zij ooit was maar uit,

ruim sneeuw, december wordt haar nieuwe huid.
Begraaf de woordbijl, leg hem onder steen.

Behandel haar met eerbied: niet. Ruim baan,
en weet: Wie stilstaat kan ook verdergaan.

 

Pars poëtica

1
Sla dit gedicht als een jas om je heen
en laat het wandelen, ik wil op de rug
van een meisje aan zee en terug
kunnen gaan. Naar de stad door een kluwen

van straten waar een plein over valt.
Daar middenin zon uitdagend staan
wuiven: kleed mij uit en kijk mij aan,
tijd heeft geen vat meer op mij, houd halt

en lees mij, doe mij aan. Want ik blijf
langer dan een rooksignaal in het oog
van de boodschapper leven. Zwijg

mij maar dood, ik sta pas neergeschreven
overeind, loop als een druppel door regen
over in zee, waar amper een meisje kan gaan.

2
Ik leg mij neer bij dit gedicht,
kijk waar zijn benen staan en hoe
die verder moeten groeien. Soms gaan ze
door de knieën onder het gewicht

van een belegen woord als dood
en daar ondoorgrondelijk in blijven
dromen. Soms hangen ze wat rond,
groen fruit terloops aan magere twijgen

opgeknoopt en vallen voor het rijpen.
Daar grijp ik in, en leg het vuur vast aan
hun schenen, snoei op het gevoel af, herbegin.

Omdat ik nog een zin zoek voor dat ene
volkomen gedicht dat enkel blijft staan
wanneer ik wankel in mijn benen.

 

Koen Stassijns (Ninove, 18 september 1953)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Thuiskomen

De omhelzing van mijn moeder is ongemakkelijk,
Alsof de ruimte tussen haar open armen
is gereserveerd voor een kind, niet voor dit lichaam van een man.
In de keuken kneedt ze het deeg,
draait het om en klopt het voordat zij het weer in de vorm legt.
De bloem zorgt voor een make-over, bestuift
De haren op haar wang, strijkt rimpels glad.

Papa dompelt zichzelf nog altijd onder in de regen.
Tot aan zijn ellebogen in de heg werkt hij
aan een gat dat elke winter weer verschijnt,
de randen zijn doorregen met natte wol –
bevroren adem blijft hangen aan de sleedoorn.
Als hij weer binnenkomt is zijn haar wild,
en zijn zijn zakken gevuld met hooivijlsel.

Als iedereen zit schenkt mijn grootvader de wijn in.
Zijn onvaste hand laat de hals van de fles
trillen op de rand van elk glas;
het is een deuntje dat hij elk jaar sneller speelt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

In de zoutconcessies

De in de 33 boortorens opgepompte pekel
moet van de louche zouten worden ontdaan;
in de eerste etappe worden moederloog en
kalk toegevoegd. Grote roerwerken roeren

loog en kalk door de pekel. De boorkroom
verbrijzelt de steenlaag. Het roerwerk
staat tijdens het bezinken stil. Slib is wat
overblijft: witte bergen. Eens deden

1011 schepen de zoutkaden aan! Zoutkroon
– onderaards – brokkelt af. De zouttransport-
band die wel een sneeuwweg lijkt voert na

het zeven het zout de silo’s in. De zout-
brijpomp werkt keihard. Transportband en
laadbuis werpen ’t zout snel in de schepen.

 

El Greco, de weg!

Verlekkerd verschanst in zijn mantel
van baardige grassen, bontkraag van aar
likt de autoweg zijn muil af, vaardig
schilderend met antennes en uitlaten;
de weg is een groot kunstenaar, draagt
razende besluiten, schildert het landschap
heet van de as
Fraaie eiwitten sieren zijn paletmes
lijkengroen snelt zijn faam vooruit,
een kraai draagt de houtskool;
de benzinestruik geurt fijntjes
naar hyena’s en struif, grenzen over
stuift de weg met groteske ontploffingen
Rustplaatsen: intocht
nadert: spreid je mantel van leeggegoten
flessen, zie de schilder
de almachtige Griekse schilder
komt in de stofwolk! In asfalt
en veelvervige metaallak maalt
de weg de bronst van macht & geweld
Ah! Hij die het landschap menselijk
afbeeldt en gulzig & visvretend
doorwerkt, uren van de dag en de nacht:
El Greco, de langgerekte!

 

De lampionplanten

Postzegel met het sneeuwmerk van winter, zo
hingen de lampionplanten hun oranje lampion uit.
De witte tanden waren van het ijzeren hek.
De hoeken van de ruiten hadden allevier
kerstkleuren, ze droegen in melkglazen vazen
de bloemen die daarbuiten hun zaden
verborgen onder de boomgaardsneeuw, onder
de sneeuw van de appelboom en de hazelaar
van de rafelige vlammen van de lampionstruik,
van de judaspenning en de stoffertjesplant.
Alle vinken hadden vrolijke snavels,
de appelvink had de dikste, maar hij daar,
de goudvink, had zó in de boom gekund, die
kunstig besneeuwde spar daarbinnen. Toen
sneeuwde het nog volgens geijkte gewoonte;
langer dan vijftien regels is het geleden.
Dit is een hommage aan de oude lampionplanten
vuurdragend in de sneeuw en bedrukt, niet
met 25 cent maar met 25 december. Nee, geen
postzegel – besneeuwd of niet – vent dat nog uit.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Tractaat

Ik wil jullie beste stadsbewoners
leren hoe een begrafenis te regelen
want jullie hebben iets voor op een
troep artiesten –
tenzij men echt schoonschip zou maken –
jullie bezitten het noodzakelijke basisgevoel.

Kijk! de lijkkoets voorop.
Ik begin met het ontwerp voor een lijkkoets.
In godsnaam niet zwart –
niet wit ook – en onopgepoetst!
Laat haar verweerd zijn – als een boerenkar –
met vergulde wielen (voor een luttel
bedrag opnieuw aan te brengen)
of helemaal geen wielen:
een ruwe sleperskar om over de grond te trekken.

Sla ’t glas eruit!
Mijn god – glas, beste stadsbewoners!
Tot welk doel? Voor de dode
om naar buiten te kijken of voor ons
om te zien hoe mooi hij erbij ligt of
om de bloemen of het ontbreken ervan –
of wat?
Om hem te beschermen tegen regen en sneeuw?
Spoedig zal hij zwaardere regen kennen:

kiezels en modder en wat al niet.
Nee, geen glas dus –
en geen bekleding, bah!
en geen kleine koperen rollagers
en handige wieltjes op de bodem –
beste stadsbewoners wat denken jullie wel?
Een ruwe eenvoudige koets dus
met vergulde wielen zonder opbouw.
Daarop rust de kist
met haar eigen gewicht.

Geen kransen alstublieft –
vooral geen kasbloemen.
Een eenvoudig aandenken is beter,
iets dat hij waardeerde en hem tekende:
zijn oude kleren – wat boeken misschien –
God mag het weten! Jullie beseffen
hoe wij over deze dingen denken
beste stadsbewoners –
iets zal gevonden worden – geeft niet wat
zelfs bloemen als dat het uiteindelijk voor hem was.
Tot zover de lijkkoets.

Alhoewel, let in godsnaam op de koetsier!
Zet zijn zijden hoed af! In feite
is dat helemaal zijn plaats niet –
onplechtstatig daarboven
onze vriend wegslepend ten bate van eigen vertoon!
Laat hem afstappen – laat hem afstappen!
Laagbijdegronds en onopvallend! Ik zou hem
helemaal niet op de wagen laten – kan me wat –
die onderknuppel van het begrafeniswezen!
Laat hem de teugels houden
en ernaast lopen
en ook dat onopvallend!

Dan in het kort wat jullie zelf betreft:
Loop achter de koets – zoals ze in Frankrijk doen,
zevende klas, of als je toch rijdt
weg met die gordijnen! Ga met enig blijk
van ongemak; stel je open
zowel voor het weer als voor verdriet.

Of denken jullie dat je verdriet kunt verbergen?
Wat – voor ons? Wij die wellicht niets
te verliezen hebben? Deel met ons
deel met ons – en geld zal
jullie deel zijn.
Ga nu
ik denk dat jullie gereed zijn.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.

Julia Donaldson, Breyten Breytenbach

De Engelse schrijfster en dichteres Julia Donaldson werd geboren op 16 september 1948 in n Hampstead, London. Zie ook alle tags voor Julia Donaldson op dit blog.

 

Library Poem

Everyone is welcome to walk through the door.
It really doesn’t matter if you’re rich or poor.
There are books in boxes and books on shelves.
They’re free for you to borrow, so help yourselves.

Come and meet your heroes, old and new,
From William the Conqueror to Winnie the Pooh.
You can look into the Mirror or read The Times,
Or bring along a toddler to chant some rhymes.

The librarian’s a friend who loves to lend,
So see if there’s a book that she can recommend.
Read that book, and if you’re bitten
You can borrow all the other ones the author’s written.

Are you into battles or biography?
Are you keen on gerbils or geography?
Gardening or ghosts? Sharks or science fiction?
There’s something here for everyone, whatever your addiction.

There are students revising, deep in concentration,
And school kids doing projects, finding inspiration.
Over in the corner there’s a table with seating,
So come along and join in the Book Club meeting.

Yes, come to the library! Browse and borrow,
And help make sure it’ll still be here tomorrow.

 

Eight Tentacles

If only I had an octopus
I’d soon get my housework done.
I’d set him to work on the hoovering
With tentacle number one.
Tentacle two would grab a mop
And start on the kitchen floor
While he dusted and polished the furniture
With tentacles three and four.
Tentacle five would turn on the tap
And tackle the washing up
While tentacle six took a well-earned break
And curled round a china cup.
Tentacle seven would make the beds
And set all the pillows straight,
And all the time he’d be balancing
On tentacle number eight.

 

Julia Donaldson (Londen, 16 september 1948)

 

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.

 

spieden over de muur

eerst is er de zeer blauwe koepel
dan een gerafelde witte wolk zuiver wit
zoals het wit en enkel dromend
van een heel oude man met een ruw geheugen die toen hij nog jong was
zo veel van nachtvlinders hield

dan de halve cirkel van de maan
zo wit in die dag
een kaalkop met ouderdomsvlekken
de witgespikkelde kale kop van een heel oude stinkkaas-man
die door diepe waters loopt

en hoger dan de muren een vlinder wit dartelend
eerst een maar daarna twee in flappertonen
witte vlucht twee witte zakdoekjes één
in een onzichtbare trein

elke dag is huwelijk

 

vertaald door Adriaan van Dis

 

Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

 

Zie voor de schrijvers van de 16e september ook mijn blog van 16 september 2021 en ook mijn blog van 16 september 2020 en eveneens mijn blog van 16 september 2019 en ook mijn blog van 16 september 2018.