H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

Vier Wespenzangen

2

‘er zijn solitaire en sociaal levende wespensoorten’
(Uit een Leerboek; 1947)

De wespen dreven hun mes in mij
dertig heel dunne mesjes
bij een landelijke telefoonpaal

Je moet niet in korven roeren
ook niet als je klein bent
-Dat wordt steken!

Zo vredig de weg in donzig ’48
Zo zachtjes gonzend de telefoonpaal,
zo venijnig de wespesteken

Ik roerde met een tak,
zij roeiden met dertig angels
Ieder heeft zo zijn riemen

De wespen onderwezen mij
in de kracht van de armere klassen
Zij die alleen hun angel bezitten

De wet van de wesp luidt
Steek, houd je angel. Anders gezegd
De waarheid is geen kerk maar een wesp

Anders gezegd: wespennesten
hangen in telefoonpalen of kerkers
Overal wacht, heus, de angel

3

In Jaar 199
leefde Wesp al
en jij niet
Elckerlijc

Massieve wielen
en toverspreuken
bont beschilderd
door de modder

In hutten van armen
hing aan de balken
de wespenkorf,
hun televisie

… Het Nederlandse Wapen
Twee wespen, angel
in angel, honingkoek
tussen hen in…

Je houdt niet van hem
maar je duldt hem,
en zijn luid huis
van de grondwet gebouwd

wij eisen
sappen, limonades
likeuren alsmede
der peren val

Gehoorzaam de wesp
en zijn angel: zet
zoetigheid op je tafel
Geliefkoosde dranken

Onder de linden
is het goed toeven,
kleverig
met een wesp in je glas

De wet van de wesp
is ouder dan wielen
hard als dood water
in de winter

Tot prinsjesdag, in september
leven de wespen, daarna
gaan zij op recès en
sterven een voor een

4

De burchten van de wespen
zijn in de herfst verlaten
Kortstondig Vespapolis staat leeg
De oude koningin ronkt in haar schuilhut
Dode roofridders kleuren ’t veld

De papieren slotbruggen
de gekauwde torens en omgangen
wapenschilden en vlaggen,
zijn glossen bij de winter
Als afgeslagen hoofden
met hun windingen en raten:
burchten gekauwd uit boomschors,
verslagen vijanden-
Op de wenteltrappen
stemt geen wesp langer zijn gitaar

De sombere zangers met hun ene zang
‘Alle bezit is diefstal’
de honingrovers,
zijn van hun paarden gevallen
hun zwaarden zijn gevallen,
zij liggen op het veld

Door de roofburchten
door de papieren kastelen
over de grijze wenteltrappen
die de meesterhand verraden
Over trappen waar de zang verstierf
sluipt herfst met zijn rugzak
Niemand speelt nog mastermind
bij het nagloeiend haardvuur

Slaap gerust, in de winter
Slaap onder je uithangbord
in de grijze wespenkorf van de stad
(Sneeuw is jullie vrede, ijs is jullie vrede)
Geen wesp zoemt voor

 


H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

El Hombre

Het is een vreemde moed
die je me geeft, oude ster:

alleen schijnen bij zonsopkomst
waar je niets toe bijdraagt!

 

Vertaald door Huub Beurskens

 


William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en eveneens mijn blog van 17 september 2018.

Chimamanda Ngozi Adichie, William Carlos Williams

De Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie werd geboren op 15 september 1977 in Enugu. Zie ook alle tags voor Chimamanda Ngozi Adichie op dit blog.

Uit: Amerikanah (Vertaald door Hien Montijn)

“Princeton rook ’s zomers nergens naar, en hoewel Ifemelu hield van het stille groen van de vele bomen, de schone straten en statige huizen, de subtiel te dure winkels en de kalme, tijdloze atmosfeer van overgeërfde elegantie, sprak deze afwezigheid van een geur haar het meest aan, misschien omdat alle andere Amerikaanse steden die ze goed kende allemaal verschillend hadden geroken. Philadelphia had de muffe geur van geschiedenis, New Haven rook naar verwaarlozing, Baltimore naar pekel en Brooklyn naar zonverwarmd afval. Maar Princeton had geen geur. Hier vond ze het heerlijk om diep adem te halen. Ze zag met genoegen hoe de inwoners opvallend hoffelijk in nieuwste model auto’s reden en voor de biologische kruidenier op Nassau Street parkeerden of voor de sushibars of voor de ijswinkel die vijftig verschillende smaken had, tot en met rode peper, of voor het postkantoor waar het personeel enthousiast naar buiten kwam gerend om hen bij de ingang te begroeten. Ze hield van de campus, de erudiete waardigheid, de gothische gebouwen met de met klimop begroeide muren, en de manier waarop in het schemerige avondlicht alles veranderde in een spooktoneel. Het meest hield ze van het feit dat ze op deze plek van royaal comfort kon doen of ze iemand anders was, iemand die speciaal was toegelaten tot een eerbiedwaardige Amerikaanse club, iemand die getooid was met zekerheid. Maar waar ze niet van hield was dat ze naar Trenton moest om haar haar te laten vlechten. Het was onredelijk een vlechtsalon in Princeton te verwachten — de paar zwarte inwoners die ze had gezien hadden zo’n lichte huid en zulk sluik haar dat ze zich hen niet met vlechten kon voorstellen — en toch vroeg ze zich af, terwijl ze op een gloeiend hete middag op Princeton Junction Station op de trein wachtte, waarom er geen plek was waar ze haar haar kon laten vlechten. De chocoladereep in haar tas was gesmolten. Op het perron stonden nog een paar andere mensen te wachten, stuk voor stuk blank en slank, in korte, dunne kleren. De man die het dichtst bij haar stond, at een ijsje; ze vond het altijd ietwat onverantwoordelijk, volwassen Amerikaanse mannen die een ijsje aten, vooral volwassen Amerikaanse mannen die in het openbaar een ijsje aten. Toen de trein eindelijk piepend binnenreed, draaide hij zich naar haar toe en zei: `Het werd tijd’, op de familiaire toon waarop vreemden tegen elkaar praten wanneer ze hun teleurstelling delen over een publieke dienstverlening. Ze glimlachte naar hem.”

 


Chimamanda Ngozi Adichie (Enugu, 15 september 1977)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

De modaliteit

Een verkreukeld stuk
pakpapier
ongeveer zo groot

en schijnbaar zo massief
als een mens
rolde langzaam

in de wind om
en om door
de straat toen

er een auto overheen
reed en
het helemaal in elkaar

drukte. Anders
dan een mens kwam het overeind
om opnieuw weer

om en om
te rollen
in de wind.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 


William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e september ook mijn blog van 15 september 2021 en ook mijn blog van 15 september 2020 en eveneens mijn blog van 15 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

 

Jenny Colgan, William Carlos Williams

De Schotse schrijfster Jenny Colgan werd geboren op 14 september 1972 in Prestwick, Ayrshire. Zie ook alle tags voor Jenny Colgan op dit blog.

Uit: Het eindeloze strand (Vertaald door Els van Son)

“Zelfs vroeg in de lente is het nog vrij donker op Mure.
Het kon Flora niet schelen; ze hield ervan ’s morgens samen wakker te worden, dicht tegen elkaar aan, in het pikkedonker. Joël sliep heel licht (Flora wist niet dat hij voordat hij haar ontmoette nauwelijks een oog dichtdeed) en was meestal al wakker als zij haar ogen uitwreef, zijn gewoonlijk afstandelijke, behoedzame gezicht verzacht omdat hij naar haar keek, en dan glimlachte ze naar hem, elke keer weer verrast, overrompeld en bang door de diepte van haar gevoelens; hoe ze leefde op het ritme van zijn hartslag.
Ze hield zelfs van de koudste ochtenden, waarop ze zich moest vermannen om uit bed te komen en aan de dag te beginnen. Dat was heel iets anders dan een uur lang in een
overvolle trein te moeten reizen voordat je op je werk was, met miljoenen andere forenzen in een wagon opgepropt staan, die tegen je aan duwden, bacteriën verspreidden en het leven veel oncomfortabeler maakten dan het hoorde te zijn.
In plaats daarvan pookte ze nu de vochtige turf op in de houtkachel van het prachtige gastenverblijf waarin Joël woonde nu hij een baan als jurist had aangenomen bij Colton Rogers, de miljardair die het halve eiland bezat. Ze blies de vlammen nieuw leven in en de ruimte werd meteen nog gezelliger dan ze al was door het flakkerende licht van het haardvuur dat schaduwen wierp op de witgekalkte wanden.
Het enige wat Joël per se had willen hebben was het superdure, supermoderne espressoapparaat waarmee hij nu in de weer was terwijl hij tegelijkertijd inlogde op zijn werkcomputer en zoals elke dag een opmerking maakte over de vele en talloze
mankementen van de internetverbinding op het eiland. Flora trok dan meestal een oude trui aan, waarna ze met een mok koffie naar het raam liep om boven op de ouderwetse
oliegestookte radiator te gaan zitten – het soort radiator dat ze kende van vroeger op school en waarvoor Colton nu een fortuin had betaald. Dan tuurde ze uit over de donkere zee; soms voorspelden de witte schuimkoppen op de golven een
stormachtige dag en andere keren was het ongewoon helder, waardoor ze, zelfs ’s ochtends vroeg, de koude schittering van de sterren boven haar kon zien – op Mure was geen luchtvervuiling – die groter leken dan Flora zich herinnerde uit haar jeugd.
Joël zette de douche aan en met haar handen om haar hete
mok gevouwen riep ze: ‘Waar ga je vandaag naartoe?’
Joël stak zijn hoofd om de deur van de badkamer. ‘Hartford, om te beginnen,’ zei hij. ‘Via Reykjavik.’
‘Kan ik mee?’
Joël keek haar ontstemd aan. Werk was niet iets waar je grappen over maakte.”

 


Jenny Colgan (Prestwick, 14 september 1972)

 

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

De rode kruiwagen

Er hangt zoveel af
van
een rode krui-
wagen
glanzend van regen-
water
naast de witte
kippen

 

Vertaald door Huub Beurskens

 


William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)
Portret door Sophie Herxheimer, z.j.

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e september ook mijn blog van 14 september 2020 en eveneens mijn blog van 14 september 2018 en ook  mijn blog van 14 september 2017 en ook mijn blog van 14 september 2015.

Nicolaas Beets, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter, predikant en hoogleraarr Nicolaas Beets werd geboren op 13 september 1814 in Haarlem. Zie ook mijn blog van 13 september 2010 en eveneens alle tags voor Nicolaas Beets op dit blog.

Uit: Camera Obscura

“De bakker zet een verlegen gezicht en neemt voor, zich te houden als of hij het niet gehoord heeft; maar bedenkt zich, haalt zijn tabaksdoos uit, steekt er met een echte bakkersgulzigheid zijn aandeel uit in de bleeke kaken, en antwoordt geestig: “Motje mijn hebben?”
Intusschen zit de eigenaar met de zonen van den huize bij den boschbaas om den haard, waar een boekenblok van de grootte van een ossenrib, van ’t hout van verleden jaar, aanligt, afkomstig van een boom die den boschbaas toevallig zoozeer is meegevallen, dat hij aan het ophout zijn geld waard was en hij den stam nog vrij had. Daar zit dan ook de dorpssecretaris met zijn doornenstokje, groene wanten, en grijzen kop, en de beambte uit de stad, ten wiens overstaan “de aanzienlijke partij hout zal verkocht worden.” Een praatje, een kop koffie – daar gaat de bengel, en alles verzamelt zich bij nommer Een.
Nu worden de veilconditiën voorgelezen, met verschrikkelijke bedreigingen tegen degenen die niet contant, dat is binnen zes weken, betalen, de gaten niet behoorlijk dichten, of, bij de rooiing, honden in het bosch meebrengen; bedreigingen die, bij gebrek aan dwangmiddelen, de kracht hebben van vriendelijke verzoeken. Daarop vangt het gedrang en de drukte aan. Sommigen koopen in ’t begin omdat het “wel rais gaandeweg praiziger worden wil;” anderen stellen het uit, in de hoop “dat het meeste volk zachtjes aan af zal trekken,” en de beste koopjes op ’t laatst te doen zullen zijn. De secretaris doet zijn best om ten duurste te veilen, en de koopers om voor het minste geld klaar te komen. Allerlei aardigheden worden over en weer gewisseld, en te meerder naarmate de houthakkers lustiger met het vaatje rondgaan en de kleine stalletjes, die overal tusschen het gehakte hout zijn opgezet, meer te doen krijgen.
“Hadje nou je geld bewaerd!” zegt de secretaris, met een ongeveinsde bewondering voor het perceel dat hij met het uiterste van zijn stokje aanraakt; “jonges, jonges! wat en boomen! Daar kenje wel twee jaer van stoken! Hoe veul voor dat parkie? Wie zet dat nou rais in voor twalef gulden? Al wou je maar zes geven? niet allemaal te gelaik, kindertjes? Drie gulden, met je drieën wel.” enz.”

 


Nicolaas Beets (13 september 1814 – 13 maart 1903)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Pastorale

De kleine mussen
hippen losjes rond
over de stoep
met schelle stemmen
hakketakkend
over van alles
wat hen boeit.
Maar wij die wijzer zijn
trekken rond ons zelf
muren van zwijgen op
en niemand weet
of we iets goed vinden
of slecht.
Onderwijl
loopt de oude man die overal
hondenpoep bij elkaar veegt
zonder op te kijken
door de goot
en zijn passen
zijn waardiger dan
die van de dominee in toga
die de kansel nadert
voor de zondagspreek.
Dit alles
slaat mij met stomheid.

 

Vertaald door Ad Zuiderent

 


William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)
Portret door Emmanuel Romano, 1951

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e september ook mijn blog van 13 september 2020 en eveneens  mijn blog van 13 september 2018 en ook mijn blog van 13 september 2015 deel 1 en ook deel 2.

H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

In de zoutconcessies

De in de 33 boortorens opgepompte pekel
moet van de louche zouten worden ontdaan;
in de eerste etappe worden moederloog en
kalk toegevoegd. Grote roerwerken roeren

loog en kalk door de pekel. De boorkroom
verbrijzelt de steenlaag. Het roerwerk
staat tijdens het bezinken stil. Slib is wat
overblijft: witte bergen. Eens deden

1011 schepen de zoutkaden aan! Zoutkroon
– onderaards – brokkelt af. De zouttransport-
band die wel een sneeuwweg lijkt voert na

het zeven het zout de silo’s in. De zout-
brijpomp werkt keihard. Transportband en
laadbuis werpen ’t zout snel in de schepen.

 

El Greco, de weg!

Verlekkerd verschanst in zijn mantel
van baardige grassen, bontkraag van aar
likt de autoweg zijn muil af, vaardig
schilderend met antennes en uitlaten;
de weg is een groot kunstenaar, draagt
razende besluiten, schildert het landschap
heet van de as
Fraaie eiwitten sieren zijn paletmes
lijkengroen snelt zijn faam vooruit,
een kraai draagt de houtskool;
de benzinestruik geurt fijntjes
naar hyena’s en struif, grenzen over
stuift de weg met groteske ontploffingen
Rustplaatsen: intocht
nadert: spreid je mantel van leeggegoten
flessen, zie de schilder
de almachtige Griekse schilder
komt in de stofwolk! In asfalt
en veelvervige metaallak maalt
de weg de bronst van macht & geweld
Ah! Hij die het landschap menselijk
afbeeldt en gulzig & visvretend
doorwerkt, uren van de dag en de nacht:
El Greco, de langgerekte!

 

De lampionplanten

Postzegel met het sneeuwmerk van winter, zo
hingen de lampionplanten hun oranje lampion uit.
De witte tanden waren van het ijzeren hek.
De hoeken van de ruiten hadden allevier
kerstkleuren, ze droegen in melkglazen vazen
de bloemen die daarbuiten hun zaden
verborgen onder de boomgaardsneeuw, onder
de sneeuw van de appelboom en de hazelaar
van de rafelige vlammen van de lampionstruik,
van de judaspenning en de stoffertjesplant.
Alle vinken hadden vrolijke snavels,
de appelvink had de dikste, maar hij daar,
de goudvink, had zó in de boom gekund, die
kunstig besneeuwde spar daarbinnen. Toen
sneeuwde het nog volgens geijkte gewoonte;
langer dan vijftien regels is het geleden.
Dit is een hommage aan de oude lampionplanten
vuurdragend in de sneeuw en bedrukt, niet
met 25 cent maar met 25 december. Nee, geen
postzegel – besneeuwd of niet – vent dat nog uit.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Tractaat

Ik wil jullie beste stadsbewoners
leren hoe een begrafenis te regelen
want jullie hebben iets voor op een
troep artiesten –
tenzij men echt schoonschip zou maken –
jullie bezitten het noodzakelijke basisgevoel.

Kijk! de lijkkoets voorop.
Ik begin met het ontwerp voor een lijkkoets.
In godsnaam niet zwart –
niet wit ook – en onopgepoetst!
Laat haar verweerd zijn – als een boerenkar –
met vergulde wielen (voor een luttel
bedrag opnieuw aan te brengen)
of helemaal geen wielen:
een ruwe sleperskar om over de grond te trekken.

Sla ’t glas eruit!
Mijn god – glas, beste stadsbewoners!
Tot welk doel? Voor de dode
om naar buiten te kijken of voor ons
om te zien hoe mooi hij erbij ligt of
om de bloemen of het ontbreken ervan –
of wat?
Om hem te beschermen tegen regen en sneeuw?
Spoedig zal hij zwaardere regen kennen:

kiezels en modder en wat al niet.
Nee, geen glas dus –
en geen bekleding, bah!
en geen kleine koperen rollagers
en handige wieltjes op de bodem –
beste stadsbewoners wat denken jullie wel?
Een ruwe eenvoudige koets dus
met vergulde wielen zonder opbouw.
Daarop rust de kist
met haar eigen gewicht.

Geen kransen alstublieft –
vooral geen kasbloemen.
Een eenvoudig aandenken is beter,
iets dat hij waardeerde en hem tekende:
zijn oude kleren – wat boeken misschien –
God mag het weten! Jullie beseffen
hoe wij over deze dingen denken
beste stadsbewoners –
iets zal gevonden worden – geeft niet wat
zelfs bloemen als dat het uiteindelijk voor hem was.
Tot zover de lijkkoets.

Alhoewel, let in godsnaam op de koetsier!
Zet zijn zijden hoed af! In feite
is dat helemaal zijn plaats niet –
onplechtstatig daarboven
onze vriend wegslepend ten bate van eigen vertoon!
Laat hem afstappen – laat hem afstappen!
Laagbijdegronds en onopvallend! Ik zou hem
helemaal niet op de wagen laten – kan me wat –
die onderknuppel van het begrafeniswezen!
Laat hem de teugels houden
en ernaast lopen
en ook dat onopvallend!

Dan in het kort wat jullie zelf betreft:
Loop achter de koets – zoals ze in Frankrijk doen,
zevende klas, of als je toch rijdt
weg met die gordijnen! Ga met enig blijk
van ongemak; stel je open
zowel voor het weer als voor verdriet.

Of denken jullie dat je verdriet kunt verbergen?
Wat – voor ons? Wij die wellicht niets
te verliezen hebben? Deel met ons
deel met ons – en geld zal
jullie deel zijn.
Ga nu
ik denk dat jullie gereed zijn.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.

25th High School Reunion (Linda Pastan), Chimamanda Ngozi Adichie, William Carlos Williams

 

 

Bisschoppelijk College Schöndeln, Roermond

 

25th High School Reunion

We come to hear the endings
of all the stories
in our anthology
of false starts:
how the girl who seemed
as hard as nails
was hammered
into shape;
how the athletes ran
out of races;
how under the skin
our skulls rise
to the surface
like rocks in the bed
of a drying stream.
Look! We have all
turned into
ourselves.

 

Linda Pastan (27 mei 1932 – 30 januari 2023) 

 

De Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie werd geboren op 15 september 1977 in Enugu. Zie ook alle tags voor Chimamanda Ngozi Adichie op dit blog.

Uit: Het ding om je hals (Vertaald door Hie-n Monijn)

“De eerste keer dat er bij ons werd ingebroken, was het onze buurjongen Osita: hij klom via het raam van de eetkamer naar binnen en pikte onze televisie, onze videorecorder en de videobanden Purple Rain en Thriller die mijn vader uit Amerika had meegebracht. De tweede keer dat er werd ingebroken was het mijn broer Nnamabia: hij fingeerde een inbraak en stal de juwelen van mijn moeder. Het gebeurde op een zondag. Mijn ouders waren naar onze geboorteplaats Mbaise gereisd voor een bezoek aan onze grootouders, dus gingen Nnamabia en ik alleen naar de kerk. Hij reed de groene Peugeot 504 van mijn moeder. In de kerk zaten we als gewoonlijk naast elkaar, maar zonder elkaar aan te stoten en onderdrukt te giechelen om een of andere afschuwelijke hoed of tot op de draad versleten kaftan, omdat Nnamabia na ongeveer tien minuten zonder iets te zeggen weg was gegaan. Hij kwam terug net voordat de priester zei: ‘De mis is gezegd. Gaat heen in vrede.’ Ik had er nogal de pest over in. Ik veronderstelde dat hij was gaan roken en een afspraakje met een of ander meisje had, omdat hij deze ene keer de auto voor zichzelf had, maar hij had me ten minste kunnen zeggen waar hij heen ging. We reden zwijgend naar huis en toen hij op onze lange oprit parkeerde, bleef ik staan om een paar bloemen van de ixora te plukken terwijl Nnamabia de voordeur opendeed. Ik ging naar binnen en trof hem midden in de zitkamer aan. `Er is ingebroken,’ zei hij in het Engels. Het duurde even voordat ik de overhoopgehaalde kamer echt zag en tot me door liet dringen. Zelfs toen had ik het gevoel dat er iets theatraals zat in de manier waarop de laden waren opengetrokken, alsof het gedaan was door iemand die indruk had willen maken op degenen die de ontdekking zouden doen. Of misschien kwam het gewoon omdat ik mijn broer zo goed kende. Later, toen mijn ouders thuiskwamen en buren binnenstroomden om ndo te zeggen en met hun vingers te knippen en hun schouders op te halen, zat ik in mijn eentje boven in mijn kamer en besefte wat het weeïge gevoel in mijn keel was: Nnamabia was de dader, ik wist het. En dat wist mijn vader ook. Hij had erop gewezen dat de jaloezieën voor de ramen van binnenuit losgetrokken waren in plaats van van buitenaf (Nnamabia was echt veel slimmer dan dat; misschien had hij zich gehaast om voor het einde van de mis terug te zijn in de kerk), en dat de dief precies wist waar de juwelen van mijn moeder lagen — in de linkerhoek van haar metalen koffer. Nnamabia keek mijn vader aan met dramatische, gekwetste ogen en zei: ‘Ik weet dat ik u beiden in het verleden vreselijk verdriet heb bezorgd, maar ik zou nooit op deze manier uw vertrouwen beschamen.’ Hij sprak Engels en gebruikte woorden als ‘vreselijk verdriet’ en ‘beschamen’, zoals hij altijd deed wanneer hij zich verdedigde.”

 

Chimamanda Ngozi Adichie (Enugu, 15 september 1977)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

De boslijster

mazzelaar het is niet te laat
de boslijster
vliegt mijn tuin in

voordat het sneeuwt
en kijkt zwijgend naar me zonder
te bewegen

zijn gespikkelde borst reflecteert
tragische winter-
overdenkingen liefde mijn eigenste

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e september ook mijn blog van 15 september 2021 en ook mijn blog van 15 september 2020 en eveneens mijn blog van 15 september 2018 en ook mijn blog van 19 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.

Jenny Colgan, William Carlos Williams

De Schotse schrijfster Jenny Colgan werd geboren op 14 september 1972 in Prestwick, Ayrshire. Zie ook alle tags voor Jenny Colgan op dit blog.

Uit: De kleine bakkerij aan het strand (Vertaald door Elise Kuip)

“2014
Polly bladerde door de papieren in de glimmende map die ze haar hadden gegeven. Op de voorkant stond een heel mooi plaatje van een vuurtoren. Ze probeerde alles uit alle macht positief te blijven bekijken.
En de twee mannen in de kamer waren vriendelijk. Vriendelijker dan nodig; zo vriendelijk zelfs dat Polly zich door hun gedrag vreemd genoeg alleen maar rotter voelde. Ze voelde zich eerder schuldig dan boos of opstandig.
Ze zaten in de achterste kamer van het kleine kantoor in het verbouwde treinstation waar Chris en zij zo trots op waren geweest. Het schattige, charmante kantoortje had twee kamers en de kamer die ooit de wachtruimte was geweest had zelfs een oude, niet-werkende open haard.
Nu waren beide kamers een puinhoop: mappen stonden niet meer op hun plek, de computers waren verplaatst en overal lag papier. De vriendelijke mannen van de bank namen alles door. Chris keek chagrijnig toe en leek net een vijfjarig jongetje dat zijn lievelingsspeelgoed had moeten inleveren. Polly vloog door de kamer om de mannen te helpen en om de zoveel tijd wierp Chris haar een sarcastische blik toe die ‘waarom help je mensen die ons kapot willen maken?’ betekende. Waarschijnlijk had hij een punt, maar ze kon het niet laten.
Later had Polly bedacht dat deze mensen daarom natuurlijk de opdracht kregen om zo vriendelijk te doen: zo hoopte de bank behulpzaam gedrag te stimuleren, confrontaties te vermijden en ruzies de kop in te drukken. Dat vond ze droevig, zowel voor haarzelf als voor Chris, en ook voor die vriendelijke mannen die dag in, dag uit getuige van andermans ellende waren. Het was niet hun schuld. Uiteraard vond Chris van wel.
“Goed”, zei de oudste van de twee mannen, die een tulband droeg. Op het puntje van zijn neus balanceerde een klein brilletje. “Bij een normale gang van zaken spreekt een rechter het officiële faillissement uit. Jullie hoeven niet samen naar de rechtbank; slechts een van de directeuren hoeft bij de zitting aanwezig te zijn?”
Bij het woord ‘faillissement’ kromp Polly ineen. Dat klonk zo definitief, zo serieus. Als iets voor domme popsterren en beroemdheden. Niet voor hardwerkende mensen zoals zij.
Chris snoof sarcastisch. “Ga jij maar”, zei hij tegen Polly: “gij bent dol op dat soort regeldingen”.
De jongere man keek Chris meelevend aan. “We weten hoe moeilijk dit is”. “0 ja?”, antwoordde Chris. “Ben jij wel eens failliet gegaan?”
Polly keek weer naar de mooie vuurtoren, maar dat werkte niet meer. Ze probeerde ergens anders aan te denken. Ze bewonderde de prachtige tekeningen uit Chris’ portfolio die ze zeven jaar geleden aan de muur hadden gehangen, toen ze zich als optimistische twintigers in het kantoor hadden gevestigd om een succesvol grafisch ontwerpbureau te beginnen. Dankzij een aantal klanten van Chris’ oude werk hadden ze een vliegende start gemaakt en Polly had alle organisatorische werkzaamheden op zich genomen. Ze had nieuwe contacten geworven, non-stop genetwerkt en zijn ontwerpen verkocht aan allerlei bedrijven in Plymouth, hun woonplaats, en zelfs aan een paar in Exeter en Truro.”

 

Jenny Colgan (Prestwick, 14 september 1972)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

De droefheid van de zee

Dit is de droefheid van de zee –
golven als woorden, stuk voor stuk gebroken –
een eentonigheid van rijzen en dalen.

Voorovergeleund bezie ik de kleinigheden
van broze kammen, het zachte
onvolmaakte schuim, geel wier,
de ene pluk als de andere –

Er is geen hoop – tenzij een koraaleiland
zich geleidelijk vormt
in afwachting van vogels die zaden
achterlaten en het bewoonbaar wordt.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e september ook mijn blog van 14 september 2020 en eveneens mijn blog van 14 september 2018 en ook  mijn blog van 14 september 2017 en ook mijn blog van 14 september 2015.

Janusz Glowacki, William Carlos Williams

De Poolse schrijver Janusz Glowacki werd geboren op 13 september 1938 in Poznań. Zie ook alle tags voor Janusz Glowacki op dit blog.

Uit: Cinders (Vertaald door Christina Paul)

“PRINCE. I’m in here for what you might call itchy fingers. I got a job as a high-powered hairdressing assistant. The people who did me the most harm were the ones I worked with. When some cash dis-appeared one day, they framed me. Next I was on the run. Next I see a girl walking toward me with these boots on. I really took a fancy to them. So I said to her, “Jump out of those boots,” and she didn’t seem too eager, so I smacked her one. Next things went pretty easy for a while, and I had a lit-tle think. I had talent, no doubt about it. Next I met up with some of the boys—villains—and next I was in with them. Next we did a heist on this jeweller—he was geriatric, you know, over thirty. Next I began to specialize in deep pocket work. I be-came the pickpocket queen. I had it made, right? And that was the beginning of my downfall. Next, thank God, I landed inside. I’d like to finish school, go to the university, and settle a few old scores, like killing my sister, for instance, who squealed to the law. I figure someone like that’s got no right to live. I’d like to run into someone like that in a dark alley and teach them a few things. By hand. [CINDERELLA stands before the camera. Long pause.] DIRECTOR. [enraged] Cut. OK, let’s take a break.
CAMERAMAN. Save the lights!
DIRECTOR. It worked better in rehearsal, and your hands weren’t shaking like that.
PRINCE. I forgot about them.
DIRECTOR. And all of you look happier! It’s supposed to be a happy occasion. You’re at a ball! You’re going to get a free dinner . . . Dismissed.
[The GIRLS leave. DEPUTY enters, holding several pieces of paper.]
DEPUTY. I’ve prepared my lines, but I only want to be seen from the waist up, as I’ll be holding my script.
DIRECTOR. Don’t worry about that.
DEPUTY. I thought maybe you could use this as the opening of the film.
DIRECTOR. Great idea.
DEPUTY. A few lines. Do you want to have a glance at them?
DIRECTOR. No, no. I trust you. Get yourself ready. By the way, what about her?
DEPUTY. You mean Cinderella?
DIRECTOR. I mean Cinderella.
DEPUTY. No further developments. I’m ready when you arc. It’s just that my script mustn’t be seen.”

 

Janusz Glowacki (Poznań, 13 september 1938)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Om een oude dame te wekken

Ouderdom is
een zwerm kleine
tjilpende vogels
scherend
langs kale bomen
boven verijsde sneeuw.
Stijgend en vallend
wordt het ze lastig gemaakt
door een donkere wind –
Maar kijk!
Op harde ruigtehalmen
is de troep neergestreken,
de sneeuw
ligt vol geschilferd
kaf
en de wind wordt getemperd
door een hoop
schril gepiep.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e september ook mijn blog van 13 september 2020 en eveneens  mijn blog van 13 september 2018 en ook mijn blog van 13 september 2015 deel 1 en ook deel 2.

H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

Willie is

Willie is vegetariër behalve dat zij vis lust,
en ook koekjes lust zij nog liever; op
haar staatsiebezoeken aan de huizen (zij steekt
dan haar reuzeleuke staart uit) verkrijgt zij

relatiegeschenken in de vorm van liefdespoëzie,
kopjes visbouillon, kippevleugels en vleugjes
water; zij kan ook ‘de eekhoorn’ doen, dat is
op haar achterpoten staand iets wiegen in

haar voorpootjes, bijvoorbeeld een noot; zij is
zeven jaar en diep gelovig, zo gelooft zij harts-
tochtelijk in de uitvinding van de dikbilmuis.

en in laag vliegende vogels, sloom als baksteen,
vlug als de bliksem is slaap haar elixer: zij
slaapt in hoekjes knus als een 12de-eeuwse hemel.

 

Judaspenning I

God zij met ons’ (Het Geld)

Judasdollar, hoei, valse judaspenning!
Jij verscholen groen stuk vergif, munt
voor t kruis, na lange verregende jaren,
Judaspenning, vind ik jou hier terug…

Rokend ging scheep in de avond de boom-
gaard met de witte bank, zo vredig, en
opgeschoten onder het alleroudste
appelras de gesjochte Judaspenning,

je hauw: lichtschuw verstekeling onder
de heggen: mint armste grond, steekt
zijn kop op waar dichte duisternis rond-
tolt op de bloedakkers onder de maan.

 

Judaspenning II

Zekere Judas verried een zekere Joshua
in een boerenbongerd, voor een zakvol
zilverstukken, lijkt daarom Judaspenning
op zilver en vat hij post in boerentuinen?

Brandende zon buigt hem om, de maanzieke;
de smadelijk vernoemde, hij die de zon verried
voor de maangelijkende munt die als de lamp
licht uitzendt van een andere straling.

Christendom eindigt als Judas, bungelend
aan de boom; Judaspenning daaronder, rinkelt
met zijn geldbuidel, wuift zwakjes, verbannen
naar duistere gronden, de verhangene uit.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Aux Imagistes

Ik was geloof ik nooit zo verrukt
Als nu van jullie,
O door vorst gebeten bloesems
Met jullie vleugels die zich ontvouwen
Tegen de afgunstige zwarte takken.

Bloei gauw en maak wat van de zonneschijn.
De twijgen spannen tegen jullie samen!
Moet je ze horen!
Ze houden jullie van achter vast!

Wegvliegen zullen jullie niet,
hetzij vleugel na vleugel, gebrekig,
En toch –
Zelfs zij
Hebben niet de eeuwigheid.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.

Breyten Breytenbach, William Carlos Williams

De Zuid-Afrikaanse schrijver en dichter Breyten Breytenbach werd geboren op 16 september 1936 in Bonnievale. Zie ook alle tags voor Breyten Breytenbach op dit blog.

Uit: Dog Heart. A Memoir

“It is early summer when we drive over to Bonnievale for the annual cheese and wine festival. Bright sheets of sunlight on the hills, flowers along the road bunching their colours, the jacaranda trees stained a pale purple. Then fields of shade like bruised mouths when loose-fitting clouds race before the sun and light’s throat suddenly grows deep.
On our way the four of us—Adam and his red-haired lady friend Mercy (who doesn’t know that she is coloured), my wife Lotus and I—visit the Van Loveren wine farm, upriver, towards Ashton, to taste their cabernet sauvignon. We tongue the elixir around our mouths, then load several boxes in the boot of the car. One of the Retief brothers, estate owners, comes and goes with cap tilted over a crooked smile and trousers hanging on for dear life and decency just below the bulging belly, to keep pouring from a full bottle.
A fragrant garden shades the back of the wine cellars. Jeanne Retief, the materfamilias, says: Yes, but who tamed the land? Who dug the irrigation channel and brought vines to this soil? Now the government paints us as intruders, but did they who were here before us ever plant a single tree? She knows. For fifty years or more she has been looking after every bush and shrub greening this unexpected paradise. She marked each major event by planting a sapling and bestowing upon it an appropriate name. Her eyes are two ancient tortoises hiding under the weathered stone of her face. Verwoerd, there (she points), soughing with birds; the fir is called Republic, it grew fast; King George needs a lot of water, a thirsty bugger; D. F. Malan was a shaggy palm tree, but he got blown over in the big wind; a rather rakish young Mandela, he will still grow in stature, of that you may be sure. The clouds need company.
In the main street we stop before cousin Aletta’s shop where lady’s drawers and buttons and spools of thread and millinery and daintily printed bales of cloth can be seen through the glass front. The road surface has not been upgraded in fifty years. This is the town where I was born, those were the humpbacked hills riding the skyline in sombre procession, like old songs, and further back the same mountain range is still blocking off the interior. The badlands beyond the escarped blue horizon is known as Moordenaarskaroo, a dry inner heart where murderers and robbers and escaped slaves and runaway soldiers could find refuge. To be devoured by sun. The Breërivier: wide and soft and afloat with silvery clouds. The road which snakes along the green banks to slither through the agglomeration is called Boesmanspad. White settlers pen off a first farm near the river crossing—Boesmansdrift. Later comes the project to build a village.”

 

Breyten Breytenbach (Bonnievale, 16 september 1936)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Die puristen

Heerlijk! al dat geëssentieel,
als een oester zonder schelp,
fris en zacht van smaak, om op te
slokken, om op te bijten en op te slokken.

Of nog beter, een brein zonder
schedel. Ik weet nog hoe iemand
tijdens onze snijles er een
van driehoog liet neerkomen op
een orgelman in Pine Street.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 16e september ook mijn blog van 16 september 2021 en ook mijn blog van 16 september 2020 en eveneens mijn blog van 16 september 2019 en ook mijn blog van 16 september 2018.