Kerstnacht (Ida Gerhardt)

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Prettig Kerstfeest!

 

Heilig8

 

Kerstnacht

Kerstnacht – het woord is als een lafenis,
een koele sneeuw, glanzend onder het zachte
stralen der sterren – op de landen is
het weerloos stil, een ongerept verwachten.

Kerstnacht – het eenzaam zwerven der gedachten
rondom het oud verhaal, het nimmer uit te spreken
verlangen naar het helder zingen in de nacht en het
opgaan van de ster, een lichtend teken.

Kerstnacht – het sneeuwt op uw geschonden aarde,
dun en versnuivend dekt een huivering
van ijle val, een lichte zuivering
het vragen, dat wij ongestild bewaarden.

 

ida_gerhardt

Ida Gerhardt (11 mei 1905 – 15 augustus 1997)

 

Zie voor de schrijvers van 24 december mijn andere blog van vandaag.

Henriette Roland Holst, Dana Gioia, Karel Glastra van Loon, Tevfik Fikret, Adam Mickiewicz

De Nederlandse dichteres en schrijfster Henriette Roland Holst-van der Schalk werd geboren op 24 december 1869 in Noordwijk. Zie ook mijn blog van 24 december 2006.

 

Uit: Het innerlijk rijk

XV

 

Gij dan, vul uw hart uit het stille bekken
der eenzaamheid, met vastheid, liefde en rust
en keer niet terug naar de menschen-kust
eer deze krachten u geheel doortrekken
en hun werken in u, u werd bewust.

 

Keer niet, eer ge van u zelf kunt geven
en blijven even rijk, hoeveel g’ ook geeft.
Daden zijn golven, die opkome’ en even
staan, dan terugzinke’ in het leven,
maar gij zijt hij, die achter daden lééft.

 

Gij zijt de grond, waarin ruste’ al uw daden:
de zee, waaruit hun golfslag komt gerezen:
het knooppunt, waar hun veelkleurige draden
in saamkomen. Ze zijn om u een wade,
zich plooiend naar den grondvorm van uw wezen.

 

 

De zachte krachten zullen zeker winnen

De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind- dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

De machten die de liefde nog omkluistren,
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de grote zaligheid beginnen
die w’als onze harten aandachtig luistren

in alle tederheden ruisen horen
als in kleine schelpen de grote zee.
Liefde is de zin van ’t leven der planeten
en mense’ en diere’.Er is niets wat kan storen
’t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte liefde stijgt alles mee.

henrietterrolandholst

Henriette Roland Holst  (24 december 1869 – 21 november 1952)

 

De Amerikaanse schrijver en dichter Dana Gioiawerd op 24 december 1950 in Los Angeles geboren. Zie ook mijn blog van 24 december 2006.

Words

The world does not need words. It articulates itself
in sunlight, leaves, and shadows. The stones on the path
are no less real for lying uncatalogued and uncounted.
The fluent leaves speak only the dialect of pure being.
The kiss is still fully itself though no words were spoken.

And one word transforms it into something less or other–
illicit, chaste, perfunctory, conjugal, covert.
Even calling it a kiss betrays the fluster of hands
glancing the skin or gripping a shoulder, the slow
arching of neck or knee, the silent touching of tongues.

Yet the stones remain less real to those who cannot
name them, or read the mute syllables graven in silica.
To see a red stone is less than seeing it as jasper–
metamorphic quartz, cousin to the flint the Kiowa
carved as arrowheads. To name is to know and remember.

The sunlight needs no praise piercing the rainclouds,
painting the rocks and leaves with light, then dissolving
each lucent droplet back into the clouds that engendered it.
The daylight needs no praise, and so we praise it always–
greater than ourselves and all the airy words we summon.

art_gioia_reading

Dana Gioia (Los Angeles,  24 december 1950)

 

De Nederlandse schrijver en journalist Karel Glastra van Loon werd geboren in Amsterdam op december 1962. Zie ook mijn blog van 24 december 2006.

Uit: Lisa’s adem

 Ze zitten dicht bij elkaar, alsof ze al jaren bevriend zijn, en vertellen sterke verhalen.
Hij zegt: ‘Ooit ben ik in Nijmegen van de brug gesprongen, de rivier in. Ik wilde weten hoe het voelde – het deed vooral pijn in m’n kruis. Het water was kouder en zwarter dan ik had gedacht, en het stroomde sneller: tegen de tijd dat ik weer bovenkwam, was ik al onder de brug door. Pas vijf kribben verder kroop ik terug aan land. De volgende dag stond in de krant dat een onbekende zelfmoord had gepleegd door van de brug te springen. Ik heb nog gebeld om te zeggen dat ik springlevend was, maar dat vonden ze geen leuke woordspeling, en bovendien geloofden ze me niet.’
Zij zegt: ‘Ooit ben ik bijna dood geweest. Het was de meest geruststellende ervaring uit mijn leven. Ik zag mijn leven niet in een flits aan me voorbijschieten, er was geen hemels licht en er waren geen schimmen van overledenen die me aan gene zijde opwachtten. Sindsdien ben ik niet meer bang voor de dood.’

Haar knie raakt zijn dijbeen. Ze laten het zo.
Hij zegt: ‘Op een keer sliepen Sebastiaan en ik in een oude kapotte Bedford, op een braakliggend stuk land in het havengebied. Midden in de nacht schrok ik wakker van geschreeuw. Ik veegde de ruit schoon en keek naar buiten, maar zag niks. Toen kwam de maan vanachter de wolken te voorschijn, en in het bleke zand zag ik een kat en een haas bewegingloos tegenover elkaar staan. Beide met de haren recht overeind, achterpoten omhoog, kop en voorpoten omlaag. De maan verdween weer achter de wolken. Opnieuw klonk er een schreeuw, als van een kind in nood. Daarna een diep, grauwend grommen. Dat was de kat. Het gillen moest dus van de haas zijn. Het werd stil. Ik wachtte tot de maan weer te voorschijn zou komen – maar die kwam niet meer. Sebastiaan had niets gemerkt; in het donker hoorde ik zijn zware dronkenmansadem. De volgende ochtend liep ik naar de plek waar ik de twee dieren had gezien. Hun pootafdrukken stonden diep en scherp in het zand. Ze hadden elkaar niet besprongen, er was niet gevochten. De and
erhalve meter zand tussen de twee afdrukken was onaangeroerd.’

GlastraVanLoon

Karel Glastra van Loon (24 december 1962 – 1 juli 2005)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 24 december 2006.

De Turkse dichter Tevfik Fikret werd geboren op 24 december 1867 in Istanbul.


De Poolse dichter Adam Mickiewicz werd geboren op 24 december 1798 in Zaosie, nabij Nowogródek.

 

J.J.L. ten Kate, Iván Mándy, Harry Shearer, Albert Ehrenstein, Sainte-Beuve, Giuseppe Tomasi di Lampedusa

De Nederlandse dichter-dominee Jan Jakob Lodewijk ten Kate werd geboren op 23 december 1819 in Den Haag. Zie ook mijn blog van 23 december 2006.

 

Morgenlied

 

Groote Schepper, bron van zegen!

U begroet ons morgenlied.

Wat zou ooit ons hart bewegen,

Deed Uw groote liefde ’t niet?

Wat wij hebben, wat wij zijn,

Daaglijksch brood en zonneschijn,

Minnende ouders, siel en leven,

Alles hebt Gij ons gegeven!

 

Maar de grootste gift van allen

Is uw eigen lieve Zoon,

Al Uw lust en welgevallen,

Deelgenoot van Uwen troon;

Die voor ons op aarde kwam,

Om te lijden als een lam;

Om ook ons den weg te wijzen

Naar des Hemels paradijzen!

 

‘Laat de kindren tot Mij komen’,

Aldus spraakt gij, lieve Heer!

En wij buigen zonder schromen

Op de knietjes voor u neêr.

Maak ons leerzaam, zacht en stil!

Leer ons wandlen naar Uw wil!

Leer ons zelf, met ziel en zinnen

Boven alles U beminnen!

 

Tenkate

J.J.L. ten Kate (23 december 1819 –  24 december 1889)

 

De Hongaarse Iván Mándy werd geboren op 23 december 1918 in Boedapest. Zie ook mijn blog van 23 december 2006.

 

Uit: The Crossing (vertaald door Eszter Molnár)

 

The sea opened before him. Gave way. The waves rose high. For a moment it seemed as though they would break over his head. But then they fell back silently, parted. Ma
de way for him.

Onwards he walked, with that unearthly smile, a bottle in his hand. Matted, reddish beard, a faded raincoat buttoned up to the chin. Neither jacket nor shirt under the coat. Even the trousers seemed to hang irresolutely somehow. But this did not bother him. He held the bottle high. Not flaunting it, no, nothing of the sort! The label had long since rubbed off. Just as everything had rubbed off him. On and on he walked, not the least bit hurried. Taking his time rather. There was no need to fear the waves any longer. The sea could be depended upon absolutely. But it wouldn’t do to hurry on such a journey. Someone had given an order to the sea. Had commanded it to be still. A lord. The lord of the seas. Had honoured him with his friendship. But a friendship like that must not be presumed on.

He sensed that he was being followed. Tracked. They had massed up behind him. Were dogging his footsteps. Sniggering. Whispering. He did not turn round. Did not look back. Did not want to see them. He had nothing to do with them. Parasites. Predators. The lord had made way for him. Only for him.

He held the bottle up to his eyes, turning it. There’s got to be a couple of swallows left in it. Just a few swallows. And if they’re counting on his giving them a taste… No fear! If there’s anyone he’ll offer a sip to, it won’t be anyone other than…

He raised the bottle high. Held it there. Any minute now and a hand will beckon to him from up there. Thanks, old chap!

The sky darkened. You couldn’t really call it angry, but still…

He hid the bottle under his coat. Hugged it tight. Blinked contritely. I didn’t mean to offend you. You mustn’t think I did.

On he went, head hanging. Just my luck. I’ve made him angry, exasperated him.

No, the lord was not angry. His brow had darkened for a moment, perhaps. But he had not lashed the sea into fury. Keep going, old man! Continue on your way.

And he continued on his way.

Like the others. No doubt about it, they too had stopped short for a moment. Had been startled, taken unawares. But when they’d seen there was nothing to fear…

They’re coming after me. What do they want? To reach the shore? What shore? That’s the question, what shore?

Slender saplings in the wet sand. As though they had just risen up out of the deep. The depths of the sea. The sea had withdrawn. Left them to themselves.

The old man stood before them. Hugging the bottle. His only friend. The only friend he could still count on. He blinked distrustfully. Benches behind the trees. Must reach one of them. Sit, lie down. Easier said than done. He felt giddy. Perhaps from the air. The harsh, relentless sunlight. He staggered as he started off towards one of the benches. He caught hold of a sapling with his free hand. It almost snapped under his weight. Startled, taken aback.

Slowly he slid down to the ground beside the tree. The bottle between his feet. Alright. Who said he had to reach the bench?

He sat. Gazed about him.

Grey houses. Doorways, windows, balconies. Tiny black dots, thin lines. As the square began to stir. As men and women began to emerge from the houses, the shops.

Well! So they’d already arrived! Arrived and settled in. A clever move. Crafty. They were behind me on the road just a short while ago. Not one had thought to cut ahead of me then. No one had had ideas of the sort. And now look at them. They’ve got here ahead of me after all!

They stood around him. Men, women, children. A woman in a blue smock from the video rental on the corner leaned over him.

“Good Lord!”

“What’s the matter?”

“Look at him. Just look at him! How could they let him go out looking like this! They should be punished…”

“Who should be punished?”

“Why, whoever it was that let him out on the streets!”

 

mandy_ivan

Iván Mándy (23 december 1918 – 26 oktober 1995)

 

 

De Amerikaanse komische acteur en schrijver Harry Shearer werd geboren op 23 december 1943 in Los Angeles. Hij begon zijn loopbaan reeds als kind toen hij in 1953 meespeelde in The Robe. Later werd hij lid van de Los Angeles Radio Comedy groep The Credibility Gap. Shearer leent zijn stem aan talrijke figuren in de originele versie van de tekenfilmserie The Simpsons zoals Mr. Burns, Waylon Smithers, Ned Flanders, Rev. Lovejoy, Dr. Hibbert, Rektor Skinner, Lenny, Kent Brockman, Gil, Rainier Wolfcastle, Scratchy, Kang, Dr. Marvin Monroe, Gott en Jebediah Springfield. Hij publiceerde drie boeken: “Man Bites Town” (een collectie van zijn Los Angeles Times Magazine columns), “It’s the Stupidity, Stupid”, and “Not Enough Indians”.

 

Uit: It’s the Stupidity, Stupid: Why (Some) People Hate Clinton and why the Rest of Us Have to Watch

 

“Clinton, smart enough to be a Jeopardy champion, couldn’t figure out that the rules governing public figures had changed since the heyday of JFK and his molls, and through his recklessness (and the insatiably prurient curiosity of his detractors, of which he was ever aware) he introduced a generation of subteens to the ideas of fellatio and sex toys years before their mothers were prepared to tell them to ask their fathers. He and his supporters helped make sexual harassment a highly profitable new area of legal practice, and then he chose as his sex partner the least powerful, least credentialed woman cleared into his official compound. And certainly Clinton, who derived great popularity from crusading for years against the tobacco industry, should have anticipated the negative publicity attendant on using a cigar as an erotic implement.

His recent stupidity has been appalling, almost as much so as the stupidity he exhibited in the halcyon days of health-care reform. Back then, you may recall, he sent the missus out for a well-regarded week of congressional testimony, then retired from the field of public contention while the insurance industry blanketed the airwaves with commercials featuring the frightened and frightening Harry and Louise. The president behaved as if in the big leagues the opposition wilts once the votes have been counted, as if the cozy one-party politics of Little Rock had moved up to D.C. along with the Clintons and the Tyson chicken gang. “Smart people acting stupid” may well be the epitaph of this administration. Hillary Rodham, after all, helped draft the rules for considering the last presidential impeachment”.

shearer

Harry Shearer (Los Angeles, 23 december 1943)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 23 december 2006.

 

De Oostenrijkse expressionistische dichter en schrijver Albert Ehrenstein werd op 23 december 1886 in Wenen geboren.

De Franse dichter, schrijver en criticus Charles Augustin Sainte-Beuve werd geboren op 23 december 1804 in Boulogne-sur-Mer.

De Italiaanse schrijver Giuseppe Tomasi di Lampedusa werd geboren in Palermo op 23 december 1896.

F.T. Marinetti, Christoph Keller, Jean Racine, Lulu Wang

De Italiaanse dichter, schrijver en futuristisch kunstenaar Filippo Tomasso Marinetti werd geboren op 22 december 1876 in Alexandrië. Zie ook mijn blog van 22 december 2006.

Marinetti_ZangThumb

Zang Tumb Tumb

 

marinetti_tumultuous_zm

“Une assemblée tumultueuse. Sensibilité numérique”    

 

Marinetti

F.T. Marinetti (22 december 1876 – 2 december 1944)

  

De Zwitserse schrijver Christoph Keller werd geboren op 22 december 1963 in St. Gallen. Zie ook mijn blog van 22 december 2006.

Uit: Der beste Tänzer 

Mein Schritt war schwerer geworden, als ich 1979 von der katholischen in die kantonale Schule übertrat. Als habe jemand damit begonnen, meinen Körper mit Gewichten zu behängen, als vertreibe sich einer die Zeit damit, meine Zellen so lange mit einer Flüssigkeit anzufüllen, bis ich nicht mehr würde gehen können. Erst als meine Kraft zum Tennisspielen nicht mehr ausreichte, vermochte ich mir vorzustellen, einmal nicht mehr Tennis spielen zu können; doch nun vermochte ich mir nicht mehr in Erinnerung zu rufen, wie es einmal, vor nur wenigen Monaten, gewesen sein mochte, Tennis gespielt zu haben.
Wie hatte ich das nur gemacht, begann ich mich zu fragen, als zweifelte ich an mir selbst. Ich versetzte mich in Gedanken auf den Tennisplatz zurück, sah den rötlichen, körnigen Boden, sah meine Tennispartnerin auf der anderen Seite des Platzes, sah, wie sie den Ball aufschlug: Ich sah, wie der Ball in der Luft an Geschwindigkeit zunahm, wie er über das Netz auf mich zuflog, sah mich, dem Ball entgegenlaufen, den Schläger heben, doch als ich zum Schlag ausholte, setzte die Erinnerung aus. Denn obwohl ich diese Bewegungen in den vergangenen Jahren so oft gemacht hatte, dass sie mein Körper, mein Muskel- und Nervensystem, verinnerlicht haben musste, sah ich nicht, was danach kam. Weil ich mich nicht daran zu erinnern vermochte, dass ich diese Bewegung vor kurzem noch zu leisten im Stande gewesen war? Natürlich wusste ich, was danach kam. Ohne Zweifel hatte ich den Schläger dem Ball entgegengeworfen und den Schlag gekonnt gekontert – oder, was in letzter Zeit häufiger der Fall gewesen war, den Ball verschlagen. Doch das war nicht die Erinnerung daran, wie ich Tennis gespielt hatte, sondern mein Wissen, wie man Tennis spielte, das ich notfalls bei jedem beliebigen Tennisspiel am Fernsehen hätte auffrischen können.
Was hatte mein Gedächtnis mit meiner Muskelkraft zu tun? War es Vorstellungskraft, welche die Muskeln letztlich dazu brachte, sich zu bewegen; löschte also SMA diese Erinnerung aus? Musste ich mir nur intensiv genug vorstellen, mich an jede meiner Bewegungen möglichst genau erinnern, um wieder Tennis spielen zu können? Gab es Gedächtnisstränge, die Muskelsträngen entsprachen? Waren Muskeln erinnerte Bewegungen, der Ursprung von Muskeln Erinnerungen? Gab es so etwas wie ein Muskelgedächtnis?
Bevor ich den Schläger im Schrank unter der Tasche mit meinen Pfadfindersachen, meinen Primarschulheften und den Steinheften, in die ich meine ersten Geschichten ge-schrieben und gemalt hatte, vergrub, versuchte ich in meinem Zimmer die Bewegungen nachzuahmen, die ich vor kurzem noch so gut beherrscht hatte. Ich holte aus, um einen fiktiven Ball zu schlagen, doch etwas ließ mich kurz vor dem fiktiven Aufprall des Balles auf meinen allzu realen Schläger innehalten. Es war dasselbe Zögern – ein Mangel an Muskelmut? -, das ich auch in meiner Vorstellung gespürt hatte. Es gelang mir nicht, mit meinem Vorstellungsvermögen gegen meinen Verlust an Kraft anzukommen, und daraufhin – seither – setzte auch die Erinnerung an diese Bewegungen aus.
So wenig,
wie ich mir nicht mehr vorstellen konnte, was einmal gewesen war, konnte ich mir vorstellen, was einmal sein würde. Ich sah, dass Mix mittlerweile zehn Minuten für die zwanzig Stufen, die in den oberen Stock führten, benötigte und während der Pausen, die er auf den beiden Treppenabsätzen machen musste, in einem Buch las, das er deshalb bei sich trug. Mir war nicht entgangen, dass Puck, der um diese Zeit mit seiner Freundin zusammen wohnte – es war nicht leicht gewesen, ein Gebäude zu finden, dessen Fahrstuhl ebenerdig von der Tiefgarage zu erreichen war -, die Eingangsstufen nur noch mit Mühe schaffte und den oberen Stock vermied. Ich griff selbst immer häufiger nach dem Geländer, um mit noch unverminderter Geschwindigkeit die Treppe hochsteigen zu können. Auch über mich hatte Louis Feller unmissverständlich deutlich sein Urteil ausgesprochen.“

keller

Christoph Keller (St. Gallen,  22 december 1963) 

   

Voor onderstaande schrijvers zie ook mijn blog van 22 december 2006. 

De Franse schrijver Jean Racine werd geboren op 22 december 1639 in La Ferté-Milon. 

De Nederlandse schrijfster Lulu Wang werd geboren op 22 december 1960 in Beijing.

Heinrich Böll, Rebecca West, Ivan Blatný, Benjamin Disraeli

De Duitse schrijver Heinrich Böll werd geboren op 21 december 1917 in Keulen. Zie ook mijn blog van 21 december 2006.

Uit: Ansichten eines Clowns

Ich winkte noch einmal hinter der Straßenbahn her, in der Henriette davonfuhr, ging durch unseren Park nach Hause, wo meine Eltern mit Leo schon bei Tisch saßen. Es gab Brennsuppe, als Hauptgericht Kartoffeln mit Soße und zum Nachtisch einen Apfel. Erst beim Nachtisch fragt ich meine Mutter, wohin Henriettes Schulausflug führe. Sie lachte ein bisschen und sagte: „Ausflug. Unsinn. Sie ist nach Bonn gefahren, um sich bei der Flak zu melden. Schäle den Apfel nicht so dick. Junge, sieh mal her“, sie nahm tatsächlich die Apfelschalen von meinem Teller, schnippelte daran herum und steckte die Ergebnisse ihrer Sparsamkeit, hauchdünne Apfelschalen in den Mund. Ich sah Vater an. Er blickte auf seinen Teller und sagte nichts. Auch Leo schwieg, aber als er meine Mutter noch einmal ansah, sagte sie mit ihrer sanften Stimme: „Du wirst doch einsehen, dass jeder das Seinige tun muss, die jüdischen Yankees von unserer heiligen deutschen Erde wieder zu vertreiben.“ Sie warf mir einen Blick zu, mir wurde unheimlich, sie sah dann Leo mit dem gleichen Blick an, und es schien mir, als sei sie drauf und dran, auch uns beide gegen die jüdischen Yankees zu Felde zu schicken.

boell

Heinrich Böll (21 december 1917 – 16 juli 1985)

 

De Britse schrijfster Rebecca West werd geboren op 21 december 1892 in Londen als Cicily Isabel Fairfield. Zie ook mijn blog van 21 december 2006.

Uit: The Return of the Soldier

“Come here, Jenny. I’m going to dry my hair.” And when I looked again I saw that her golden hair was all about her shoulders and that she wore over her frock a little silken jacket trimmed with rosebuds. She looked so like a girl on a magazine cover that one expected to find a large “15 cents” somewhere attached to her person. She had taken Nanny’s big basket-chair from its place by the highchair, and was pushing it over to the middle window. “I always come in here when Emery has washed my hair. It’s the sunniest room in the house. I wish Chris wouldn’t have it kept as a nursery when there’s no chance-” She sat down, swept her hair over the back of the chair into the sunlight, and held out to me her tortoiseshell hair-brush. “Give it a brush now and then, like a good soul; but be careful. Tortoise snaps so!”

I took the brush and turned to the window, leaning my forehead against the glass and staring unobservantly at the view. You probably know the beauty of that view; for when Chris rebuilt Baldry Court after his marriage he handed it over to architects who had not so much the wild eye of the artist as the knowing wink of the manicurist, and between them they massaged the dear old place into matter for innumerable photographs in the illustrated papers. The house lies on the crest of Harrowweald, and from its windows the eye drops to miles of emerald pastureland lying wet and brilliant under a westward line of sleek hills, blue with distance and distant woods, while nearer it range the suave decorum of the lawn and the Lebanon cedar, the branches of which are like darkness made palpable, and the minatory gauntnesses of the topmost pines in the wood that breaks downward, its bare boughs a close texture of browns and purples, from the pond on the edge of the hill.

 

West

Rebecca West (21 december 1892 – 15 maart 1983)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 21 december 2006.

 

De Tsjechische dichter Ivan Blatný werd geboren op 21 december 1919 in Brno.

 

De Britse schrijver en politicus Benjamin Disraeli werd geboren op 21 december 1804 in Londen.

 

Alain de Botton, Friederike Mayröcker, Väinö Linna

De Zwitserse schrijver en filosoof Alain de Botton werd geboren in Zürich op 20 december 1969. Zie ook mijn blog van 20 december 2006.

Uit: The Architecture of Happiness

A terraced house on a tree-lined street. Earlier today, the house rang with the sound of children’s cries and adult voices, but since the last occupant took off (with her satchel) a few hours ago, it has been left to sample the morning by itself. The sun has risen over the gables of the buildings opposite and now washes through the ground- floor windows, painting the interior walls a buttery yellow and warming the grainy-red brick façade. Within shafts of sunlight, platelets of dust move as if in obedience to the rhythms of a silent waltz. From the hallway, the low murmur of accelerating traffic can be detected a few blocks away. Occasionally, the letter-box opens with a rasp to admit a plaintive leaflet.

The house gives signs of enjoying the emptiness. It is rearranging itself after the night, clearing its pipes and cracking its joints. This dignified and seasoned creature, with its coppery veins and wooden feet nestled in a bed of clay, has endured much: balls bounced against its garden flanks, doors slammed in rage, headstands attempted along its corridors, the weight and sighs of electrical equipment and the probings of inexperienced plumbers into its innards. A family of four shelters in it, joined by a colony of ants around the foundations and, in spring time, by broods of robins in the chimney stack. It also lends a shoulder to a frail (or just indolent) sweet-pea which leans against the garden wall, indulging the peripatetic courtship of a circle of bees.

The house has grown into a knowledgeable witness. It has been party to early seductions, it has watched homework being written, it has observed swaddled babies freshly arrived from hospital, it has been surprised in the middle of the night by whispered conferences in the kitchen. It has experienced winter evenings when its windows were as cold as bags of frozen peas and midsummer dusks when its brick walls held the warmth of newly baked bread.

It has provided not only physical but also psychological sanctuary. It has been a guardian of identity. Over the years, its owners have returned from periods away and, on looking around them, remembered who they were. The flagstones on the ground floor speak of serenity and aged grace, while the regularity of the kitchen cabinets offers a model of unintimidating order and discipline. The dining table, with its waxy tablecloth printed with large buttercups, suggests a burst of playfulness which is thrown into relief by a sterner concrete wall nearby. Along the stairs, small still-lives of eggs and lemons draw attention to the intricacy and beauty of everyday things. On a ledge beneath a window, a glass jar of cornflowers helps to resist the pull towards dejection. On the upper floor, a narrow empty room allows space for restorative thoughts to hatch, its skylight giving out onto impatient clouds migrating rapidly over cranes and chimney pots.”

Alain_de_Botton

Alain de Botton (Zürich, 20 december 1969)

 

 

De Oostenrijkse schrijfster Friederike Mayröcker werd op 20 december 1924 in Wenen geboren. Zie ook mijn blog van 20 december 2006.

“Liebesgedichte”

zehr ich dich nicht auf?
trink ich dich nicht aus?
Brünnlein liebes

von wo wirst du gespeist?
woher nimmst du die Kraft
deines Strahls?

über die halbe Stadt
saug ich dich an
wie einen Mund

und du bist da:
Tropfen an meinem Fenster
Wange voll Wärme und Wind

 

Jalousie

geronnen
Lächeln
Schmerz-
milch /
hilf! /
schnürt mir
Gesicht von
Hals
und Hals von
Herz

 

 

für Ernst Jandl

habe niemand wo ich liegen kann wenn
öffnen die Blumen wenn öffnen die Sterne der Mond
habe niemand dasz ich sprechen kann wie
damals zu dir weil kein Wort ist zu jenen
die noch am Leben. Kalt ist und einsam
die Nacht, 1 wenig Ende der Lippenzauber
in 1 Cafe 

prater
Friederike Mayröcker (Wenen, 20 december 1924)
Wenen, Prater

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 20 december 2006.

 

De Finse schrijver Väinö Linna werd geboren op 20 december 1920 in Urjala, bij Tampere.

Jean Genet, Italo Svevo, José Lezama Lima, Michel Tournier

De Franse schrijver Jean Genet werd geboren op 19 december 1910 in Parijs. Zie ook mijn blog van 19 december 2006.

Uit: Pompes funèbres

“…Le temps d’un battement de paupières et tout était pourtant dans l’ordre terrestre, sauf qu’il me restait cette sorte d’affaissement qui succède à l’acte d’amour, une grande tristesse, et le dépaysement dans mon propre pays.
Je sors d’un rêve que je ne puis rapporter.
Un rêve ne peut être fixé. Il s’écoule et chacune de ses images constamment se transforme puisqu’il n’existe que dans le temps et non dans l’espace. Puis l’oubli, la confusion… mais ce que je peux dire, c’est l’impression qu’il m’a fait.
A mon réveil, je savais que je sortais d’un rêve où j’avais commis le mal (je ne sais par quelle action : meurtre, vol ?) mais j’avais commis le mal, et j’éprouvais le sentiment de connaître la profondeur de la vie. Quelque chose comme si le monde avait une surface sur laquelle nous glissons (le bien) et une épaisseur où l’on ne s’enfonce que rarement, plus rarement qu’on ne croit (je note tout de suite qu’il s’agissait ainsi en rêve d’un séjour en prison).
Je crois que ce rejet du monde par le monde peut donner une humilité ou un orgueil, ou vous obliger à rechercher de nouvelles règles de vie, que ce nouvel univers vous permette de voir l’autre monde.
Il serait difficile d’expliquer pourquoi dans la cour de cette prison passait le cortège funèbre de tous les rois de la Terre. Ce n’est pourtant pas l’instant d’être imprécis. En réalité chaque roi, chaque reine, chaque prince royal, vêtu d’un manteau de cour de velours noir à traîne et coiffé de la couronne d’or fermée, voilée de crèpe le plus souvent, menait le deuil de tous les autres rois. Déjà étaient passés devant elle presque tous les rois du monde—ce qui veut dire d’Europe, quand la bonne vit s’avancer un carosse doré traîné par des chevaux blancs vêtus de deuil. Une reine y était assise, le sceptre au poing et le poing aux genoux. Elle était morte. A pied, une autre reine suivait, dont le visage était voilé. On ne pouvait les reconnaître. On savait que c’était des rois, des reines et des princes à leur couronne et à la raideur un peu timide de leur marche.
Malgré la dignité et l’éloignement forcé auxquels les oblige la vie, ces monarques parurent très près de la boniche qui les regardait défiler, avec étonnement, mais sans plus de crainte ni d’émerveillement qu’elle n’eût regardé passer une bande d’oies conduites par le jars. Ce cortège donnait vraiment l’impression de la richesse, les bijoux de deuil y étaient avec profusion, sauf qu’il n’y avait pas une fleur, un feuillage, si ce n’est brodés d’argent sur noir. La reine d’Espagne, reconnue grâce à son éventail, pleura beaucoup. Le roi de Roumanie était maigre, presque sans chair, et blanc. Tous les princes allemands le suivaient.
Et chacun, dans ce cortège, était seul, pris, capturé dans un bloc de solitude d’où il ne pouvait rien voir que lui-même et l’exceptionnelle magnificence- non d’un destin – mais de la trace de ce destin qu’il continuait. Leur solitude enfin, et leur indifférence permettaient à la bonne d’être maîtresse d’elle-même en face de ces personnages hautains. Elle les regarda comme sa patronne regardait le samedi de son balcon passer les noces.
Je suis soudain seul parce que le ciel est bleu, les arbres verts, la rue calme, et qu’un chien marche aussi seul que moi, devant moi. J’avance lentement, mais fortement. Je crois qu’il fait nuit. Ces paysages que je découvre, ces maisons avec leurs réclames, les affiches, les vitrines au milieu de quoi je passe en souverain sont de la même substance que les personnages de ce livre, que les visions que je découvre quand ma bouche et ma langue sont occupées dans les poils d’un oeil de bronze où je crois reconnaître un rappel des goûts de mon enfance pour les tunnels. J’encule le monde..”

JeanGenet

Jean Genet (19 december 1910 – 15 april 1986)

 

De Italiaanse schrijver Italo Svevo (pseudoniem van Aron Hector Schmitz) werd geboren op 19 december 1861 in Triëst. Zie ook mijn blog van 19 december 2006.

Uit: Zeno’s Conscience

 

Review my childhood? More than a half-century stretches between that time and me, but my farsighted eyes could perhaps perceive it if the light still glowing there were not blocked by obstacles of every sort, outright mountain peaks: all my years and some of my hours.

The doctor has urged me not to insist stubbornly on trying to see all that far back. Recent things can also be valuable, and especially fantasies and last night’s dreams. But there should be at least some kind of order, and to help me begin ab ovo, the moment I left the doctor, who is going out of town shortly and will be absent from Trieste for some time, I bought and read a treatise on psychoanalysis, just to make his task easier. It’s not hard to understand, but it’s very boring.

Now, having dined, comfortably lying in my overstuffed lounge chair, I am holding a pencil and a piece of paper. My brow is unfurrowed because I have dismissed all concern from my mind. My thinking seems something separate from me. I can see it. It rises and falls… but that is its only activity. To remind it that it is my thinking and that its duty is to make itself evident, I grasp the pencil. Now my brow does wrinkle because each word is made up of so many letters and the imperious present looms up and blots out the past.

Yesterday I tried to achieve maximum relaxation. The experiment ended in deepest sleep, and its only effect on me was a great repose and the curious sensation of having seen, during that sleep, something important. But it was forgotten by then, lost forever.”

 

svevo

Italo Svevo (19 december 1861 – 13 september 1928)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 19 december 2006.

De Cubaanse auteur José Lezama Lima werd geboren op 19 december 1910 in Havanna.

De Franse schrijver Michel Tournier werd geboren op 19 december 1924 in Parijs.

 

 

 

 

Miles Marshall Lewis, Christopher Fry, Viktor Rydberg

De Amerikaanse publicist en schrijver Miles Marshall Lewis werd geboren op 18 december 1970 in The Bronx, New York. Zie ook mijn blog van 18 december 2006.

Uit: There’s a Riot Goin’ On

Picture forty years after the Woodstock Festival’s three days of peace and music, into the premillennial days of 1999. Visualize through the eyes of a contemporary counterpart of someone like Meredith Hunter, the black teen murdered by Hells Angels at the Rolling Stones Altamont concert, who’d certainly have thought Sly and the Family Stone at Yasgur’s farm in ’69 was totally far out. For the sake of argument let’s say this modern-day Meredith wears dredlocks in place of his antecedents Afro, smokes as much weed as Meredith might’ve, and rents a brownstone apartment in the heart of bohemian Fort Greene, Brooklyn.

Such a location means he has a neighbor in Erykah Badu, who represents something of particular significance to the young brother. (We’ll call him Butch.) Erykah Badu recently arrived from Dallas, Texas, three years ago like a hiphop Joan Baez for the incense-and-oils set, to this section of Brooklyn where most of the women already look like her: African headwraps, ankh jewelry pieces, thrift store fashion. For Butch the runaway success of her 1997 debut Baduizm and its Live album followup means something. In specific he thinks the singers tendency towards preaching her earth mama philosophy to sold-out audiences implies that spiritual knowledge is being spread, that consciousness is being raised to a tipping point, that Erykah Badu fans will spill out of nationwide venues discovering holistic healing and transcendental meditation and Kemetic philosophy and vegan diets for themselves. What would this mean, for the millions who follow Erykah Badu’s music to embrace the singers lifestyle on a mass level at this specific period in time, the cusp of the Aquarian age? Butch wonders.

But that’s not all. In April Butch saw The Matrix in a crowded Flatbush Pavilion theatre and all spring everyones been talking about how were “living in the Matrix, man,” puffing on blunts of marijuana-filled cigars at house parties and discussing the subversive information laced throughout the film. People really get it: the society that weve been led to believe matters only serves the agenda of those who prop it up as the standard. Butch feels that everyone is on the verge of pulling the rubber pipe out the back of his head and redefining the social order. Society is in for an interesting turn; theres no way The Matrix can be this popular and millions of moviegoers not overstand what it’s really saying, he feels.

On top of this, every single day Butch sees someone on the A train to Manhattan with some sort of spiritual personal improvement book. If not Kahlil Gibran’s The Prophet then Julia Cameron’s The Artist’s Way. If not James Redfield’s The Celestine Prophecy then Dennis Kimbro’s Think and Grow Rich. He reads a few of them himself: Conversations With God, The Alchemist, The Four Agreements, The Seven Spiritual Laws of Success, Heal Thyself, Tapping the Power Within. Deepak Chopra becomes a more omnipresent talking head on Butch’s TV set. Oprah redefines the mission of her talk show and urges her viewers to “be your best self,” The Oprah Winfrey Show exposing even exurban housewives to spiritualists like Yoruba minister Iyanla Vanzant on a regular basis. Things are coming together, Butch thinks. The sixties flirted with revolution; the nineties threaten the even greater prospect of evolution.”

 

Lewis

Miles Marshall Lewis (New York, 18 december 1970)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 18 december 2006.

 

De Britse toneelschrijver Christopher Fry, pseudoniem van Christopher Harris, werd geboren in Bristol op 18 december 1907.

 

De Zweedse schrijver Viktor Rydberg werd geboren op 18 december 1828 in Jönköping, Zweden.

 

Yvonne Keuls, Ronald Giphart, Frank Martinus Arion, Ford Madox Ford, Jules de Goncourt, Hans Henny Jahnn

De Nederlandse schrijfster Yvonne Keuls werd geboren op 17 december 1931 in Batavia, toen nog een onderdeel van Nederlands-Indië. Zie ook mijn blog van 17 december 2006.

Uit:  Het verrotte leven van Floortje Bloem

“Ik werd hoe langer hoe stiller, met af en toe een driftbui en een gooi- en smijtpartij. Ik keerde me van iedereen af en bracht ze op het idee om me maar weer eens te laten testen. Een andere psychiater, een andere psycholoog, maar weer dezelfde sommetjes, dezelfde vragen, dezelfde boom en blokjes. Ik heb er maar wat van gemaakt. Maar toen die vent begon te ouwehoeren over ‘wat zie je in dit vlekkie’, toen heb ik tegen hem gezegd: ’Meneer, in alle vlekkies zie ik precies hetzelfde: één grote rottigheid, één grote hoop stront, nou goed?’ Ik zei: ‘Wat hebben jullie hier nou aan? Ik ben godverdomme bijna 13 en ik zit nóg in een tehuis. Met allemaal mensen om me heen, die me geen moer kunnen schelen. Iedere dag weer diezelfde rotkop van de directrice. En om de haverklap een andere leidster, die d’r zenuwzieke voorganger moet vervangen. Ik zit úren op mijn bed voor me uit te turen. Ik hou het niet meer uit, ik loop hier weg, zoek maar een ander voor je zenuwevlekkies!’

keuls

Yvonne Keuls (Batavia, 17 december 1931)

 

De Nederlandse schrijver Ronald Giphart werd geboren op 17 december 1965 in Dordrecht. Zie ook mijn blog van 17 december 2006.

 

Uit: Ik omhels je met duizend armen

 

“Boven Frankrijk, 13 januari, 9.47 uur
Het is toch fantastisch dat er vier miljard jaar geleden door een chemische reactie een ingewikkeld molecuul ontstond dat zichzelf met behulp van andere, minder ingewikkelde moleculen spontaan kon reproduceren, en dat sommige kopieën van dat molecuul beter hulpstoffen konden aantrekken dan andere, zodat het leek of ze strijd voerden, en dat van al die reproducerende vormen er één is geweest die het blinde reproductiegevecht won, en dat de kopieën van dit molecuul de wereld letterlijk wisten te veroveren en dat mutaties van deze kopieën op hun beurt weer met elkaar strijd gingen leveren om hulpstoffen, en dat reproducties van dit ingewikkelde molecuul steeds ingewikkelder werden, zo ingewikkeld dat kopieën niet meer na enkele uren uiteenvielen, maar een systeem ontwikkelden om eiwitten te maken die allerhande machinerie in werking konden zetten (membranen, weefsel), en dat we dit levensvormpje Luca noemen, ofwel onze Last Universal Common Ancestor, omdat ook de nazaten van Luca in een immens gevecht verzeild raakten, ook wel de Viermiljardjarige Oorlog genoemd, en dat de kleinkleinklein-kinderen van Luca elkaar gingen opeten en zich tegen elkaar gingen wapenen, en afzonderlijk cellen gingen vormen, en dat cellen gingen klonteren, en dat er nogingewikkelder systemen werden ontwikkeld om de reproduceerbaarheid te vergroten (seks) en nog meedogenlozer manieren van aanval en zelfverdediging, en dat er uit de reproduceerbare moleculen soorten organismen van meerdere cellen ontstonden, die maar bleven strijd voeren en muteren en zich ontwikkelen, en dat heden ten dage ongeveer vijf miljoen verschillende soorten de strijd hebben overleefd en dat er inmiddels ongeveer zes miljard overlevingsmachines zijn van de soort ‘mens’, waarvan elk individu ongeveer honderd biljoen cellen bevat met een kopie van het reproduceerbare molecuul, en dat één van die zakjes met honderd biljoen cellen jou nu vriendelijk groet, je meer dan het allerbeste wenst, en zeker geen strijd met je wil voeren.”

 

ronald_giphart

Ronald Giphart (Dordrecht, 17 december 1965)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 17 december 2006.

De Antilliaanse schrijver Frank Martinus Arion werd geboren op 17 december 1936 op Curaçao.

De Engelse schrijver en publicist Ford Madox Ford werd geboren op 17 december 1873 in Merton, Surrey.

De Franse schrijver Jules de Goncourt werd geboren op 17 december 1830 in Parijs.

De Duitse schrijver Hans Henny Jahnn werd geboren op 17 december 1894 in Hamburg.

 

Adriaan van Dis, Jane Austen, Adriaan van der Veen, Noël Coward, Tip Marugg

De Nederlandse schrijver en televisiemaker Adriaan van Dis werd op 16 december 1946 geboren in het Noord-Hollandse Bergen aan Zee. Zie ook mijn blog van 16 december 2006.

Uit: Familieziek

“Moeder heeft van tante Mijntje een doos kersenbonbons cadeau gekregen. Mooiere letters dan op de doos zag de Jongen niet eerder. Kringelletters in dik goud opgelegd, zelfs een blinde kon ze lezen, prima overtrekbaar. Helaas geen oefenmateriaal. Moeder bewaard hem boven in de kast. Hij zal pas op een feestelijke dag worden opengemaakt. Dat kan nog lang duren. Na een maand ligt de doos nog steeds in de kast. Stoel voor de kast, kijken, de letters overtrekken – de golvende K, de handtekening van de fabrikant – en voelen natuurlijk: de vijf rode kersen aan hun groene stelen, de nerven van de blaadjes, het gladde cellofaan. Maar het is niet alleen de buitenkant die de Jongen naar de doos lokt; daarbinnen ritselt het… Hij heeft hem al tegen zijn oor gehouden en geluisterd hoeveel erin zitten. Terug die doos. Zo gaat het al dagen. Tot zijn pinknagel voorzichtig de naden van het cellofaan verkent en de verpakking zonder scheuren openbreekt. Het deksel klemt, een chocoladewind ontsnapt – er is geen weg meer terug. Toegevouwen onder dekentjes van glanzend bruin papier verlangen twee dozijn bonbons in geribbelde kuipjes naar een gulzige mond. De Jongen haalt er twee uit, herschikt de tweeëntwintig overblijvers en denkt ze toe. Deksel erop, cellofaan erom, een lik Arabische gom langs de naad en niemand die er iets van ziet. De volgende dag neemt hij er weer twee en de dag daarop weer. Hij is handiger dan hij dacht. Hij bouwt een honingraat van lege kuipjes. Met zijn dievenvingers. Weken later haalt moeder de bonbons uit de kast en opent een lege doos… De hele familie wordt erbij gehaald. Keuren, ruiken… Inderdaad, het cellofaan zat er strak omheen, de kuipjes zijn intact, het moet een fabrieks fout zijn! Dit neemt de familie niet. Meneer Java zet zich onmiddellijk aan tafel om een boze brief aan de directeur van de chocoladefabriek te schrijven…’

adriaanvandis

Adriaan van Dis (Bergen aan Zee, 16 december 1946)

 

De Engelse schrijfster Jane Austen werd geboren op 16 december 1775 in Steventon, Hampshire. Zie ook mijn blog van 16 december 2006.

Uit: Sense and Sensibility

“Mrs. John Dashwood did not at all approve of what her husband intended to do for his sisters. To take three thousand pounds from the fortune of their dear little boy would be impoverishing him to the most dreadful degree.
She begged him to think again on the subject. How could he answer it to himself to rob his child, and his only child too, of so large a sum? And what possible claim could the Miss Dashwoods, who were related to him only by half blood, which she considered as no relationship at all, have on his generosity to so large an amount. It was very well known that no affection was ever supposed to exist between the children of any man by different marriages; and why was he to ruin himself, and their poor little Harry, by giving away all his money to his half sisters?
“It was my father’s last request to me,” replied her husband, “that I should assist his widow and daughters.”
“He did not know what he was talking of, I dare say; ten to one but he was light-headed at the time. Had he been in his right senses, he could not have thought of such a thing as begging you to give away half your fortune from your own child.”
“He did not stipulate for any particular sum, my dear Fanny; he only requested me, in general terms, to assist them, and make their situation more comfortable than it was in his power to do. Perhaps it would have been as well if he had left it wholly to myself. He could hardly suppose I should neglect them. But as he required the promise, I could not do less than give it; at least I thought so at the time. The promise, therefore, was given, and must be performed. Something must be done for them whenever they leave Norland and settle in a new home.”
“Well, then, LET something be done for them; but THAT something need not be three thousand pounds. Consider,” she added, “that when the money is once parted with, it never can return. Your sisters will marry, and it will be gone for ever. If, indeed, it could be restored to our poor little boy–“
“Why, to be sure,” said her husband, very gravely, “that would make great difference. The time may come when Harry will regret that so large a sum was parted with. If he should have a numerous family, for instance, it would be a very convenient addition.”
“To be sure it would.”
“Perhaps, then, it would be better for all parties, if the sum were diminished one half.–Five hundred pounds would be a prodigious increase to their fortunes!”
“Oh! beyond anything great! What brother on earth would do half so much for his sisters, even if REALLY his sisters! And as it is–only half blood!–But you have such a generous spirit!”

Austen

Jane Austen (16 december 1775 – 18 juli 1817)
Dit portret van Jane Austen werd gemaakt door Melissa Dring in 2003 naar de originele schets gemaakt door Cassandra Austen.

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 16 december 2006.

De Nederlandse schrijver Adriaan van der Veen werd geboren op 16 december 1916 in Schiedam.

De Engelse schrijver Noël Coward werd geboren op 16 december 1899 in Teddington, Londen.

De Antilliaanse schrijver Tip Marugg werd geboren op 16 december 1923 in Willemstad, Curaçao.