Martin Michael Driessen, Marjoleine de Vos, Manuel Bandeira, n. c. kaser, Veniamin Kaverin, Louis Amédée Achard, Pierre-Jean de Béranger, Gudrun Reinboth, Werner Rohner

De Nederlandse schrijver, vertaler en regisseur Martin Michael Driessen werd geboren op 19 april 1954 in Bloemendaal. Zie ook alle tags voor Martin Michael Driessen op dit blog.

Uit: Rivieren

“De kade stond onder water en er was maar nauwelijks genoeg ruimte om onder de eerste brug door te varen. Hij duwde af. Op deze zondagochtend was Sainte-Menehould even slaperig als hij. Er was niemand te bekennen. Hij stuurde de kano naar het midden van de stroom en bukte onder de middelste boog van de brug. Toen hij aan de andere kant het licht in voer en zich weer oprichtte, gingen er in een huis aan de linkeroever roestige vensterluiken open. Drie donkere, kroesharige kleine meisjes doken op en wuifden hem opgewonden toe. Hij zwaaide terug.
De kano stuurde goed, alleen stak de punt te veel omhoog, hoewel hij alle bagage voorin had gestouwd. Het was een lange aluminium Canadees, eigenlijk te groot voor een man alleen. Hij had hem aan zijn zoon cadeau gedaan op diens zestiende verjaardag. Ze waren er die zomer samen de Loire mee afgevaren, een groot stuk althans, langs Chambord en de andere beroemde kastelen. Dat was na de veelbelovende beginrepetities voor Don Carlos geweest. Later was hij zijn rol kwijtgeraakt omdat hij de regieassistente had geslagen. Waar hij tot op de dag van vandaag geen spijt van kon hebben. Wie geen respect heeft, begrijpt niets van theater. De rivier stroomde nu tussen overhangende bomen en struiken, zoals het nog tientallen kilometers zou doorgaan, althans volgens de vooroorlogse kanogids die hij de avond tevoren had geraadpleegd. ‘De Aisne,’ had hij gelezen, ‘is een gemoedelijke rivier, die zich in tallooze meanders door het lieflijke Noord-Fransche landschap slingert. Behalve incidenteele boomhindernissen zijn er tot aan de groote barrage van Autry generlei bijzondere problemen te verwachten.’ Des te beter, dacht hij, bijzondere problemen heb ik al genoeg aan boord.
Het was stil. De bomen met hun bollen van maretakken staken af tegen de parelgrijze morgenhemel. Bisamratten plonsden in het water en doken onder, als ze door het verschijnen van zijn kano verrast werden. Zwaluwen stortten zich uit hun nestgaten in de hoge, afgekalfde lemen oevers in de buitenbochten van de stroom en zochten een veilig heenkomen. La France Profonde, dacht hij terwijl hij met rustige peddelslagen koers hield, wat wil je meer.”

 

 
Martin Michael Driessen (Bloemendaal, 19 april 1954)

Lees verder “Martin Michael Driessen, Marjoleine de Vos, Manuel Bandeira, n. c. kaser, Veniamin Kaverin, Louis Amédée Achard, Pierre-Jean de Béranger, Gudrun Reinboth, Werner Rohner”

Wam de Moor, Bas Belleman, Roos van Rijswijk, Clara Eggink, Kathy Acker, Joy Davidman, Richard Harding Davis, Henry Kendall, Katharina Schwanbeck

De Nederlandse schrijver, dichter, neerlandicus en literatuurcriticus Willem Anton Marie (Wam) de Moor werd geboren in Zevenaar op 18 april 1936. Zie ook alle tags voor Wam de Moor op dit blog.

 

Rotstekening

De hemel vloeit blauw
langs de grauwrotsige hand
van het land.
Mijn liefste danst in het water.

Ze heeft haar been
als een vogel opgeheven
als een rose flamingo
Haar hoofd

wiegt op haar hals
Mijn liefste slaapt
in de zachtrode huid
van haar geurige lichaam.

Zal ik haar doen ontwaken
met de bloem van mijn mond?
Zal ik voorzichtig
haar hand aanraken?

 

Ik raak je aan

Ik raak je aan. Niet langer in het vlees
maar in de geest. Noem het bedaard.
Noem het bedeesd. Ik raak je aan.

Ik regel woorden die je raken.
Die dat waard zijn. Die het meest.
Ik raak aan lippen die mijn woorden

aten. Ik raak aan oren, die horen
willen wat verloren leek. Ik
raakte zo in alle staten, uitgelaten

en op streek. Hier aan de grens van
mijn bestaan raak ik je aan.
het is volbracht, gedaan. Wees maar

gerust, geraakt, ja, wees vanaf
vandaag maar eindeloos en
totterdood voldaan.

 

 
Wam de Moor (18 april 1936 – 12 januari 2015)

Lees verder “Wam de Moor, Bas Belleman, Roos van Rijswijk, Clara Eggink, Kathy Acker, Joy Davidman, Richard Harding Davis, Henry Kendall, Katharina Schwanbeck”

Hanane Aad

De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet en woont sinds 2009 in Wenen, Oostenrijk. Aad studeerde journalistiek en communicatie en begon met publiceren in 1992. Zij begon haar carrière als schrijfster en presentatrice van een politiek programma voor Radio Free Lebanon. Tussen 1995 en 2005 werkte Aad als journalistr en literair critica voor het Libanese dagblad Al-Nahar, waarvoor zij een beroemde reeks interviews met Franstalige persoonlijkheden maakte.Tussen 2000 en 2008 gaf ze lezingen over haar poëzie in Parijs, Berlijn, München en Roemenië. Ze heeft ook een reeks literaire profielen uit het Frans in het Arabisch vertaald, met name voor het Franse tijdschrift Magazine littéraire. Hanane Aad ontving de prijs van het Libanese ministerie van cultuur in 2000 en won in 2001 de internationale prijs voor excellentie in journalistiek van de International Catholic Union of the Press. Zij publiceerde o.a.: Who Will Buy Me Certainty? (Engels), Duet of Flowers (Japans en Engels) en vijf bundels in het Arabisch in Beiroet: Haar poëzie is gepubliceerd in vele bloemlezingen en tijdschriften in verschillende landen en talen, waaronder Duits, Frans, Spaans, Nederlands, Italiaans, Russisch, Japans, Ests, Turks, Hindi, Bosnisch, Bulgaars en Portugees.

Losgeld

Lang geleden brak mijn gezicht
ik leefde lang zonder gezicht
ik kon er niet om huilen
mijn ogen waren daarbij gebroken
de spiegel zweeg
ik sloot haar werelden in rouw
mijn gezicht was gebroken
de wereld beefde
mijn hart hoorde het ijs kruipen
wilde zich niet verzetten
en zei; breek mij net mijn gezicht

Maar, verdeel mij, stralengloed van liefde
waar kou, duisternis en zwepen zijn
zaai mijn tanden in de woestijn
opdat een wonder geschiedt
dat het zand lelies en jasmijn voortbrengt
sproei mijn bloed
op de rand van de wond
en ik balsem in mijn wonden wordt

 

De omloop van de geest

’s Morgens reis ik
naar mijn eigen ster
in de ringbaan van de geest
waarin ik mijn karavanen van vermoeidheid
berg
mijn trouwe, geheime ster
wacht steeds op mij
bij de keerpunten van de tijd
op de startbaan van de storm
ik kniel voor
mijn eigen ster
in de ringbaan van de geest
ik mompel
zingzeg het lied van de essentie
dompel het grote hart vol liefde
in het bestaan
omarm de vrijheidswaan
die ik met pure tranen was
dat zij mij redt
en mij verheft
naar torens van zekerheid.

 

Vertaald door Cees Nijland

 
Hanane Aad (Beiroet, 18 april 1965)

Pasen (Gabriël Smit)

 

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 

 
Noli me Tangere door Abrham Janssens (figuren) en Jan Wildens (landschap), ca. 1620

 

Pasen

Alles aan U doet nog pijn.
Drie dagen slapen is niet genoeg,
U bent wel opgestaan, maar te vroeg,
zelfs U kunt nog niet beter zijn.

U bent Uzelf nog niet, U bent
nog de tuinman, een man van
groen dat nog uitbotten kan,
nog niet klaar, niet herkend.

De zon gaat wel op, maar is
nog niet opgegaan, er hangt
nevel die naar U verlangt,
even bedeesd als Uzelf nog is.

U wijkt uit: ‘Raak mij niet aan!’
Uw wonden trekken, wij hebben U
zo verschrikkelijk pijn gedaan.
Straks misschien kan het, niet nu.

Maar dat straks is genoeg. Het moet
zeggen: U bent er al, maar
U komt. Haal diep adem, sta klaar.
Je hebt Mij altijd tegoed.

 


Gabriël Smit (25 februari 1910 – 23 mei 1981)
Utrecht, de Dom. Gabriël Smit werd geboren in Utrecht.

 

Zie voor de schrijvers van de 17e april ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Antoon Coolen, Ida Boy-Ed, Nick Hornby, Vincent Corjanus, Thornton Wilder, Karen Blixen, David Wagner, R.J. Pineiro

De Nederlandse schrijver Antoon Coolen werd geboren in Wijlre in Zuid-Limburg op 17 april 1897. Zie ook alle tags voor Antoon Coolen op dit blog.

Uit: De goede moordenaar

“In diejen tijd was de kluizenaar zijn huis aan het bouwen. Fons van Willemiene ging ten laatste alle dag naar de herberg van Jan het Man, Jan, die de suikerziekte heeft. Marjanneke den Schilder woonde in het ouderwetsche huis neven Nol Bonk, in haar huis was een tweede woning, daar woonde Pietje Pinksteren in. Nol Bonk was toentertijd voerman, hij had een bedrijf, hij voer meestentijds den klot uit de peel naar het dorp. Voor de menschen deed hij dat, voor zóóveel de kar. Hij trok, groot en zwaar naast den kop van het paard, door de dorpsstraten en door d’akker en langs de wegen in de peelvlakte. Zijn treden gingen in het geluid der bellen van den paardenhaam, in het gedokker, het gestoot van de wielen. Daar stond de regen over. De regen of de zon. En de groote wind.
Pietje Pinksteren was eenen zeventigjarigen weduwman. Pietje zijn vrouw was jaren geleden gestorven, hij had haar vroeg af moeten geven, hij was altijd nog al goed gemutst, het oude ventje, hij leefde vroolijk in zijn eentje. In die dagen is naderhand de horlogemaker Havé uit den Haag mee zijn jongeren broer en zijn dochter Celine in het dorp gekomen. Ze zijn later weer vertrokken. Er is toen nog veel praat over geweest, dat de zoon van slachter van Leunen op trouwen had gestaan met Celine. Die Celine was een aardige een, de menschen mochten achteraf maar blij zijn, dat die heele Haagsche familie weer weg deed.
Intussen waren er van allerlei dingen gebeurd, Pietje Pinksteren en Nol Bonk en later den kluizenaar, het is een heel geschiedenis geweest. En mee Fons van Willemiene is het leelijk afgeloopen.
Eenen molen op het dorp. De kerk mee den hoogen toren boven de lindeboomen uit, de boomen bij de paar uitspanningen aan het klein marktveld. Wij leefden hier zoo met zijn allen te samen, God en de duivel waren ook hier onder ons menschen. Het hemelrijk en het aardrijk, daar ligt een afstand tusschen, een breuk in de zielen. De menschen doen goed en kwaad, er zijn er die hebben een duistere vreemdigheid alsof ze van den duivel bezeten zijn. In vroeger eeuwen hebben onze schepenen een onschuldigen mensch, dien ze ten onrechte van moord beschuldigden, opgehangen buiten het dorp.”

 

 
Antoon Coolen (17 april 1897 – 9 november 1961)

Lees verder “Antoon Coolen, Ida Boy-Ed, Nick Hornby, Vincent Corjanus, Thornton Wilder, Karen Blixen, David Wagner, R.J. Pineiro”

Anton Wildgans, Rolf Schneider, Cynthia Ozick, Helen Meier, Rolf Kalmuczak, Karl Henckell, Henry Vaughan, John Ford

De Oostenrijkse dichter en schrijver Anton Wildgans werd geboren op 17 april 1881 in Wenen. Zie ook alle tags voor Anton Wildgans op dit blog.

 

An den Schlaf

O, sanfter Schlaf, der du auf zarten Sohlen
Durchs Dunkel herkommst, keinem Wesen fehlend,
Und alles Erdenweh und Menschenelend
Begütigest mit freundlichen Idolen,

Dort, wo die Liebste, sichrer Hut befohlen,
Entschlummert ruht, den kühlen Pfühl beseelend,
Mal’ du in ihren Traum ein friedenstehlend,
Ein schrecklich Bild mit allen Leids Symbolen.

Und so mir ähnlich mögest du’s vollenden,
Und solche Blässe künde meine Pein,
Daß sie erwachend muß Erbarmen spenden.

Und ließest du mir Dieses angedeihn,
Will ich dir schweigend und aus leisen Händen
Zwei neue Kränze frischen Mohnes weihn.

 

An ein Buch

Ich lese dich, und deine Zeichen weben
Schleier auf Schleier um den wunden Sinn,
Abdämpfend rings das allzu laute Leben,
Von dem ich, tausendfältig hingegeben,
Kaum mehr als Spiegelbild und Echo bin.

Und wie sich die Gewirke dichter bauschen,
Wird’s immer stiller, und es steht die Zeit,
Vergess’ ich dich und hebe an zu lauschen
Auf meines Blutes heilig Stromesrauschen
In mir von Ewigkeit zu Ewigkeit.

Nun öffnet sich von geisterhaftem Wehen
Der Schleier luftig zauberhaft Gezelt,
Und vor mir liegt in ruhigem Bestehen,
Zum erstenmal geschaffen und gesehen
Vom eignen Aug’, die Welt.

 

 
Anton Wildgans (17 april 1881 – 3 mei 1932)
Portret door Rudolf Hirschenhauser, 1927

Lees verder “Anton Wildgans, Rolf Schneider, Cynthia Ozick, Helen Meier, Rolf Kalmuczak, Karl Henckell, Henry Vaughan, John Ford”

Osterwind (Hilde Domin)

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen! 

 

 
De verrijzenis van Christus door Nicolas Bertin, ca. 1730

 

Osterwind

Wir haben es den Blumen und Bäumen voraus:
Unsere Jahreszeiten
sind schneller.

Der Tod
steigt im Stengel unseres Traumes
alle Blüten werden dunkel
und fallen.
Kaum ein Herbst.
Der Winter kommt
in einer Stunde.

Doch da ist keine Wartezeit,
sicheres Warten
für kahle Zweige.

So wie der Vogel
innehält und sich wendet im Flug,
so jäh, so ohne Grund
dreht sich das Klima des Herzens.
Weisse Flügelsignale im Blau,
Auferstehung
all unserer toten

Blumen
im Osterwind
eines Lächelns.

 

 
Hilde Domin (27 juli 1909 – 22 februari 2006)
Keulen, Grote St. Martin en Dom. Hilde Domin werd in Keulen geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 16e april ook mijn twee vorige blogs van vandaag.

Sarah Kirsch, Thomas Olde Heuvelt, Kingsley Amis, Patricia De Martelaere, Tristan Tzara, Ewald Vanvugt, Sibylle Lewitscharoff

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Hirtenlied

Ich sitz über Deutschlands weißem Schnee
Der Himmel ist aufgeschlitzt
Wintersamen
Kommt auf mich wenn nichts Schlimmres
Haar wird zum Helm
Die Flöte splittert am Mund

Der Wald steht schwarz es kriecht
Draht übern Felsen es riecht
Nach Brand da hüte ich
Die vier Elemente am Rand des Lands

Meine Federn am Kleid
Mein ängstlicher Schuh
Seid ruhig ruhig tragt
Mich nicht fort

Ich knote an Bäume mich lieg unter Steinen
Streu Eis mir ins Hemd ich schneide
Das Lid vom Aug da bleibe ich wach:
Meine tückische Herde
Die sich vereinzelt die sich vermengt
Meine dienstbare tückische Herde
Wird Wolke sonst: winters noch
Ist sie zerkracht

 

Das grüne Meer mit den Muschelkämmen

Das grüne Meer mit den Muschelkämmen
Dampft in der Winternacht
Sanften Auges der Leuchtturmwärter
Setzt Laternen ein, hau ruck
Einfach so, vor dem Neuen Jahr
Ging seine Frau übers Wasser
Keine Fische wollte sie schuppen
Nicht unterm Nebelhorn schlafen
Ach, die Laternen des Leuchtturmwärters
Finden nur Muschelkämme.

 

 
Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

Lees verder “Sarah Kirsch, Thomas Olde Heuvelt, Kingsley Amis, Patricia De Martelaere, Tristan Tzara, Ewald Vanvugt, Sibylle Lewitscharoff”

Jan Luyken, Rolf-Dieter Brinkmann, Anatole France, Eberhard Panitz, Spike Milligan, John Millington Synge, Konstantin Vaginov

De Nederlandse dichter en etser Jan Luyken werd geboren in Amsterdam op 16 april 1649. Zie ook alle tags voor Jan Luyken op dit blog.

 

De Morgenstond

ô Welkom, schone Dageraad,
Die uit een gulden kamer gaat,
Met glans van held’re stralen;
‘k Ontsluit mijn venster voor uw licht,
Om met een vrolijk aangezicht
U minnelijk in te halen.
Gij wacht niet als ik open doe,
Maar dringt teneerste mild’lijk toe;
Ja, eer ik kom t’ontsluiten,
En nog in ’t nare duister zij,
Zo staat en wacht gij al na mij,
Voor toegeloken ruiten.
Zo ook de Meester, die u riep
En tot een licht der wereld schiep,
Die grote Zon der Zonnen,
Schijnt met een glans van eeuwig goed
Voor ’t venster van het toe gemoed,
Met opdoen was ’t gewonnen.
Stofwormpje onder ’t dak van stro,
In ’t leeme huis, hoe zijt gij zo?
Het is een Heer der Heren,
Die voor uw arme hutje staat
En uwe kleinheid niet versmaadt,
Om zich tot u te keren.
Laat in, laat in de waarde Gast,
Opdat uw heil voorspoedig wast,
Hij komt met grote zegen,
En brengt een blijde boodschap mee,
Een eeuwig wel, voor eeuwig wee,
Daar leit u aan gelegen.

 

 
Jan Luyken (16 april 1649 – 5 april 1712)

Lees verder “Jan Luyken, Rolf-Dieter Brinkmann, Anatole France, Eberhard Panitz, Spike Milligan, John Millington Synge, Konstantin Vaginov”

Stille Zaterdag (Nel Benschop)

Bij Stille zaterdag

 

 
De kruisafneming door Jacopo Tintoretto, ca.1518-1594

 

Stille Zaterdag

’t Is morgen Pasen – God, maar overal is dood;
en zou ik dan van leven moeten spreken?
Mijn denken blijft bij Goede Vrijdag steken,
want daar leed Jezus onze diepste nood.

’t Is morgen Pasen – maar waar blijft de zon
die onze zieke wereld kan genezen?
Ik sta met Uw discipelen in angst en vrezen
bij ’t lege graf, waar ‘k U niet vinden kon.

’t Is morgen Pasen – feest van het gericht
dat U gevoerd hebt tegen dood en lijden,
feest van voorbijgaan van de dood, feest van bevrijden;
Heer, doe ons opstaan in Uw levenslicht!

 

 
Nel Benschop (16 januari 1918 – 31 januari 2005)
De Grote Kerk in Den Haag. Nel Benschop werd in Den Haag geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 15e april ook mijn twee vorige blogs van vandaag.