De Vlaamse schrijver en dichter Willem Elsschot werd in Antwerpen geboren op 7 mei 1882. Zie ook alle tags voor Willem Elschot op dit blog.
De Klacht van den Oude
Ik word aan ’t oud zijn niet gewend.
De lichtelaaie die ‘k heb gekend
zit nog te diep in mijne knoken
en blijft mij dag en nacht bestoken.
Mij beetren heb ik steeds gewild,
en menig, menig uur verspild
aan op te zien naar ginder boven,
aan bidden leeren en gelooven.
Helaas, ik schaam mij en beken
dat ik wel diep verdorven ben.
Want God en Ziel en andere dingen
waarvoor de menschen psalmen zingen,
Geweten, Vaderland in nood,
de Sterrenhemel en de Dood,
het wil, het wil tot mij niet spreken,
wat ik ook tracht het ijs te breken.
Maar waar ik wèl toe ben bereid,
dat is voor elke jonge meid
zooals er honderdduizend loopen,
de kleeren van mijn lijf verkoopen
en heel mijn huis en heel mijn vrouw.
Ik zou het doen, en geen berouw
zou in mijn oogen staan te lezen,
en ’t zou nochtans een misdaad wezen.
Wanneer ik langs de huizen trek
loert men mij na, als ware ik gek,
alsof mijn plannen en mijn zonden
op mijnen rug te lezen stonden.
Ik ben een schurk, ik ben een hond,
geen rustplaats waard in heil’gen grond,
en ‘k wil een hoog rantsoen betalen
voor elken bundel zonnestralen:
Maar laat mij doen met eigen vuur
wat ik verkies, zoolang ik duur.
En plaag ons niet: mij arme stakker,
en Satanlief, mijn laatste makker.
De zee
Wat een machtig en woelerig deinen
van baar op baar,
bruisend opstaand en bruisend verdwijnend
over elkaar.
De stemklank der mensen die zingen
maakt mij zo wrang;
van verouderde krachtloze dingen
spreekt mij hun zang.
Doe uw geesten mij bouwen een woning
diep in uw schoot,
waar ik zingen zal als barenkoning
tot mijne dood.
Want geen keel die aan wal uwe zangen
ooit navertelt,
en geen mensenbrein ooit zal vervangen
uw effen geweld.
Willem Elsschot (7 mei 1882 – 31 mei 1960)
Standbeeld in Antwerpen