Dolce far niente, F. Starik, Lieke Marsman, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt

Dolce far niente

 

 
Open Raam, Collioure door Henri Matisse, 1905 

 

Museum

Alles komt goed. Tijd gaat voorbij met een vloek
en een zucht. Wat nieuw is zal oud zijn. Waar je
naar zocht raakt toch zoek. Wat dicht leek kan open.
Donker bleek licht. Blijf hopen. Alles komt terug.
Wat hier achter zit. Verborgen. Onder dit doek.
Een gereinigde gevel. Lege zalen vol bouwstof.
Een man die met zijn vinger de tijd wegpoetst.
Aanwezig. Afwezig. Alsof. Zucht en vervloek.
Wat we bewaren bestond al. Alleen jouw ogen
nog niet. Gesloten. Laten we doen alsof je wat ziet.
Leef in vertrouwen. Wat oud was zal nieuw zijn.
Blijf bouwen. Alles wat zoek lijkt komt terug. Straks
valt het doek. Echt. Tijd gaat zo vlug. Alles komt goed.
Alles komt terug. Alleen jij niet. Kijk dus. Ga open.

 


F. Starik (Apeldoorn, 1 juli 1958)
Stedelijk Museum Amsterdam, waar nu een Matisse tentoonstelling te zien is.

Lees verder “Dolce far niente, F. Starik, Lieke Marsman, Max Dauthendey, Jovica Tasevski – Eternijan, Annette Pehnt”

Elias Canetti, Ottokar Kernstock, Sytze van der Zee, Albert Knapp, Louise Boege

De Duitstalige schrijver Elias Canetti werd geboren op 25 juli 1905 in Russe in Bulgarije. Zie ook mijn blog van 25 juli 2010 en eveneens alle tags voor Elias Canetti op dit blog.

Uit: Masse und Macht

„Befehl ist Befehl“: der Charakter des Endgültigen und Indiskutablen, der dem Befehl anhaftet,mag auch bewirkt haben, daß man über ihn so wenig nachgedacht hat. Man nimmt ihn hin als etwas, das immer so da war, er erscheint so natürlich wie unentbehrlich. Von klein auf ist man an Befehle gewöhnt, aus ihnen besteht zum guten Teil, was man Erziehung nennt; auch das ganze erwachsene Leben ist von ihnen durchsetzt, ob es nun um die Sphären der Arbeit, des Kampfes oder des Glaubens geht. Man hat sich kaum gefragt, was denn ein Befehl eigentlich ist; ob er wirklich so einfach ist, wie er erscheint; ob er der Raschheit und Glätte zum Trotz, mit der er das Erwartete bewirkt, nicht andere, tiefere, vielleicht sogar feindliche Spuren im Menschen zurückläßt, der ihm gehorcht. Der Befehl ist älter als die Sprache, sonst könnten ihn Hunde nicht verstehen. Das Dressieren von Tieren beruht eben darauf, daß sie, ohne eine Sprache zu kennen, begreifen lernen, was man von ihnen will. In kurzen, sehr deutlichen Befehlen, die sich prinzipiell in nichts von denen an Menschen unterscheiden, wir ihnen der Wille des Dompteurs kundgegeben. Sie befolgen ihn, wie sie sich auch an Verbote halten. Man hat also alles Recht, nach sehr alten Wurzeln für den Befehl zu suchen; zumindest ist es klar, daß es ihn in irgendwelcher Form auch außerhalb der menschlichen Gesellschaft gibt. Die älteste Wirkungsform des Befehls ist die Flucht. Sie wird dem Tier von einem Stärkeren, einem Geschöpf außer ihm, diktiert. Die Flucht ist nur scheinbar spontan; immer hat die Gefahr eine Gestalt; und ohne diese zu vermuten, wird kein Tier fliehen. Der Befehl zur Flucht ist so stark und direkt wie der Blick.“

 
Elias Canetti (25 juli 1905 – 14 augustus 1994)

Lees verder “Elias Canetti, Ottokar Kernstock, Sytze van der Zee, Albert Knapp, Louise Boege”

Dolce far niente, Nescio, Robert Graves, Johan Andreas dèr Mouw

Dolce far niente

 

Titaantjes in het Oosterpark, beeld door Hans Bayens, Amsterdam

                              

Uit: Titaantjes

“Heele zomernachten stonden we tegen ’t hek van ’t Oosterpark te leunen en honderd uit te boomen. Een heel kamerameublement zou je daaraan hebben kunnen verdienen, als je dat allemaal had kunnen onthouden. Er wordt toch zooveel geschreven tegenwoordig.
Dikwijls waren we ook minder spraakzaam. Aan den rand van ’t trottoir zaten we tot lang na twaalven, zoo maar op de straatsteenen en waren weemoedig en tuurden naar de klinkers, en van de klinkers naar de sterren. En dan zei Bekker, dat-i eigenlijk medelijden met z’n baas had en ik probeerde een gedicht te maken, en Hoyer zei, dat-i opstond want dat die blauwe steen zoo optrok. En als in die korte, zoele nachten het zwart recht boven onze hoofden wat verschoot, dan zat Bavink met z’n hoofd in z’n handen, over de zon te praten, bij ’t sentimenteele af. En we vonden dat ’t zonde was naar bed te gaan, dat een mensch eigenlijk altijd op moest kunnen blijven. Ook dat zouden we veranderen. Kees zat te slapen.
En dan gingen we de zon op zien komen aan de Zuiderzee, behalve Kees, die naar huis ging. Hoyer klaagde over de kou, maar Bavink en Bekker wisten nergens van. Die zaten op de steenen onder aan den zeedijk met de oogen half dicht en keken tusschen hun oogharen door naar de dansende gouden pijltjes die de zon in ’t water maakte. Stapelmal werd Bavink er van. Naar de zon loopen wilde-i over de lange, lange schitterende streep. Maar aan den kant van ’t water bleef-i toch maar staan. Ik herinner me, dat we, Bavink en ik, eens op een keer aan zee kwamen, toen de halve zon groot, koud en rood aan de kim stond. Bavink sloeg met z’n vuist tegen z’n voorhoofd en vloekte: „God, God, dat schilder ik nooit. Dat kan ik nooit.” Nu zit-i in een gesticht. Als we teruggingen, konden we een heelen tijd niets zien dan gele vlekken en voor onze bazen waren zulke tochten heel slecht. Want ik was er op kantoor nog slaperig van en Bekker, die er beter tegen kon, zat den geheelen dag over de zon te suffen en meer dan ooit naar de verlichte boomtoppen aan de overzij van de tuinen te staren en erger dan ooit naar zes uur te verlangen.”

Nescio (22 juni 1882 – 25 juli 1961)
Nescio op het terras van het (nu verdwenen) Noord- en Zuidhollands koffiehuis tegenover het Centraal Station in Amsterdam
Lees verder “Dolce far niente, Nescio, Robert Graves, Johan Andreas dèr Mouw”

Dolce far niente, Nelson Mandela, Frans Erens, Kai Meyer

Dolce far niente

 

 
Het onlangs geopende Mandelahuisje in Amsterdam

 

Letting Go

To let go doesn’t mean to stop caring: it means I can’t do it for someone else.

To let go is not to cut myself off;
it is the realization that I can’t control another.

To let go is not to enable,
but to allow learning from natural consequences. To let go is to admit powerlessness,
which means the outcome is not in my hands.

To let go is not to try to change or blame another;

I can only change myself.

To let go is not to care for, but to care about.
To let go is not to fix, but to be supportive.

To let go is not to judge,
but to allow another to be a human being.

To let go is not to be in the middle arranging outcomes, but to allow others to effect their own outcomes.
To let go is not to be protective;
it is to permit another to face reality.

To let go is not to deny, but to accept.

To let go is not to nag, scold, or argue,
but to search out my own shortcomings and to correct them

To let go is not to adjust everything to my desires,
but to take each day as it comes and to cherish the moment.

To let go is not to criticize and regulate anyone, but to try to become what I dream I can be. To let go is not to regret the past,
but to grow and live for the future.

To let go is to fear less and love more.

 

 
Nelson Mandela (18 juli 1918 – 5 december 2013)
Portret door Kim Novak

Lees verder “Dolce far niente, Nelson Mandela, Frans Erens, Kai Meyer”

Tim Reus

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse dichter en schrijver Tim Reus werd geboren in 1990 in Enkhuizen. Hij studeerde Engels aan de VU en vertaalwetenschappen aan de Universiteit van Leiden. In m’n vrije tijd speelt hij gitaar en ocarina. Daarnaast schrijft hij muziek. In 2015 verscheen zijn gedichtenroman “Hier in het nest”. Eerder publiceerde hij al Engelstalige romans onder het pseudoniem T. R. Gwirion. Zo verscheen in 2013 Where Frogs Whistle and Tadpoles Sing“ (Via Publicatie platform CreateSpace)

Uit: Where Frogs Whistle and Tadpoles Sing

“A large, yellow-red leaf left the safety of a branch and gently floated down. Untouched by the wind, it passed windows and bricks, leaves and wood, until it finally landed in one of the many puddles. With her forehead pressed against the window, Lily realised how that leaf managed to represent the entirety of her life. She turned to keep seeing it as the car drove on.
Medan was obviously still angry. His knuckles were white on the wheel and his gaze was fixed on the road, and the needle of the speedometer steadily moved clockwise. The speed limit was nothing but a small figure far behind them, disappearing in the distance. Medan would sometimes grumble something unintelligible, but most of the time he was mercifully silent.
They shot past buildings Lily had not seen in a long time. Her youth flashed by, hidden behind boarded-up windows and old, filthy wooden doors. Usually Medan was very careful at avoiding the street, but today he didn’t seem to care. Unable to watch the withering houses any longer, Lily sank back in her seat.
Medan finally released the gas pedal, cutting the engine’s roar.
“You know you’re being stupid,” he said with feigned calmness.
Just shut up,” Lily responded coldly. She sniffed, and wiped the almost-dry salt off her cheeks.
You know you are,” Medan barked.
Despite her anger, Lily was amazed at Medan’s ability to restart the fight they’ d just had.
You know you are,” repeated the hulking figure behind the wheel, ”and you know you should’ve kept quiet.”
Lily tried her best to stay calm, but he knew exactly how to get under her skin. He had had almost two years of practice, after all, and seemed to relish the conflict.
The angry looks he shot her whenever he thought the road could miss his attention – which was dangerously often unnerved Lily immensely. The small eyes, almost hidden in the shadow of a pronounced brow ridge, glinted in the early light of the lampposts. Lily first ignored his stare, but her fear of his ill temper finally made her turn towards him.”

Tim Reus (Enkhuizen, 1990)

 

Dolce far niente, Karl Vannieuwkerke, Mart Smeets, Arno Geiger, Tom Robbins

Dolce far niente – Bij de Tour de France

 

 
Peter Sagan

 

Uit: Kapitalisme (column)

“Waar was Peter Sagan sinds hij weet dat hij de volgende jaren 4 miljoen euro per seizoen gaat verdienen? In Ponferrada heeft hij in elk geval een unieke kans om wereldkampioen te worden laten liggen als je zag hoe de koers verliep. Sagan kan zich gerust twee zuipwinters permitteren. Deze week liet Tinkov opnieuw van zich horen. Hij wil een bonus van 1 miljoen dollar vrijmaken om de vier toppers in de drie grote ronden te zien fietsen. Vincenzo Nibali, Chris Froome, Nairo Quintana en Alberto Contador drie keer drie weken lang tegen mekaar. De bonus moeten ze verdelen. Als Sagan al vier miljoen euro per jaar verdient, krijgen bovenstaande heren ongetwijfeld nog wat meer. Dan is 250. 000 dollar (omgerekend tegen de koers van de dag 197.402 euro) een aalmoes. Gelukkig is het niet meer en brengt het de Italiaan, Brit, Colombiaan en Spanjaard niet op ideeën.
Drie keer drie weken een zware ronde op één seizoen is waanzin. Roofbouw. Oleg is één keer te veel op zijn hoofd gevallen. Zonder helm dan. Spektakelschurken à la Tinkov zetten onvermijdelijk aan tot overmatig dopinggebruik. Jaren wordt er gepleit om grote ronden minder zwaar te maken, evenveel jaren hebben we gezien dat de drang naar sensatie in de Ronde van Italië alleen maar is toegenomen. Brouwerijbaas en bankier Tinkov gaat nu nog een stap verder en wil dat de figuranten in het schouwspel bij elke voorstelling worden betrokken. Een onredelijke eis. Met geld verkrijg je echt niet alles.”

 
Karl Vannieuwkerke (Ieper, 19 januari 1971)

 

Uit: Rabobank (Column. 2011)

“Als de correct geklede (allen de juiste oranje das) Rabobank zich presenteert, doet ze dat op Triple A manier. Het duurde lang, maar het ging vooral netjes, uitgebreid en tot in de puntjes verzorgd. Geen onvertogen woord. Zoals ze vaak fietsen.
Iedereen had de juiste trui aan, de gymschoenen identiek en de meeste antwoorden die de vele ondervraagden op de zaal loslieten waren ook gelijk; allemaal nette, welopgevoede kids die goed kunnen fietsen en blij zijn bij de grote Nederlandse bank onder contract te staan.
Na twee uur voorstelling werd de boel opgesplitst; men mocht nu met de rensters en renners gaan praten. Velen verkozen een versnapering, een rudimentair overblijfsel van de nog tot de verbeelding sprekende presentaties uit het verleden.
Ik was op weg naar de trein toen Adrie van der Poel (‘Het had wat sneller gekund’) en Rob Harmeling samen op een holletje naar buiten kwamen. Harmeling lachte: ‘Bij Cees Priem was het vroeger in een kwartiertje klaar, dan veel drinken en vooral goed eten en veel over de koers kletsen.’
Ik vertelde het verhaal van de presentaties van de grote ploegen van Peter Post. Inclusief de verlotingen, want in die jaren liep menig volger met grote dozen het pand uit; elektronische waar (Panasonic) in verlotingen die prima in elkaar waren gestoken. Het oude wielrennen dus.”

 
Mart Smeets (Arnhem, 11 januari 1947)
Rob Harmeling, Mart Smeets en Thijs Zonneveld in de Avondetappe, 2011

Lees verder “Dolce far niente, Karl Vannieuwkerke, Mart Smeets, Arno Geiger, Tom Robbins”

In Memoriam E.L. Doctorow

In Memoriam E.L. Doctorow

De Amerikaanse schrijver is gisteren op 84-jarige leeftijd overleden. Edgar Laurence Doctorow werd geboren op 6 januari 1931 in New York. Zie ook alle tags voor E. L. Doctorow op dit blog.

Uit: Ragtime

“His life was absurd. He went all over the world accepting all kinds of bondage and escaping. He was roped to a chair. He escaped. He was chained to a ladder. He escaped. He was handcuffed, his legs were put in irons, he was tied up in a strait jacket and put in a locked cabinet. He escaped. He escaped from bank vaults, nailed-up barrels, sewn mailbags; he escaped from a zinc-lined Knabe piano case, a giant football, a galvanized iron boiler, a rolltop desk, a sausage skin. His escapes were mystifying because he never damaged or appeared to unlock what he escaped from. The screen was pulled away and there he stood disheveled but triumphant beside the inviolate container that was supposed to have contained him. He waved to the crowd. He escaped from a sealed milk can filled with water. He escaped from a Siberian exile van. From a Chinese torture crucifix. From a Hamburg penitentiary. From an English prison ship. From a Boston jail. He was chained to automobile tires, water wheels, cannon, and he escaped. He dove manacled from a bridge into the Mississippi, the Seine, the Mersey, and came up waving. He hung upside down and strait-jacketed from cranes, biplanes and the tops of buildings. He was dropped into the ocean padlocked in a diving suit fully weighted and not connected to an air supply, and he escaped. He was buried alive in a grave and could not escape, and had to be rescued. Hurriedly, they dug him out. The earth is too heavy, he said gasping. His nails bled. Soil fell from his eyes. He was drained of color and couldn’t stand. His assistant threw up. Houdini wheezed and sputtered. He coughed blood. They cleaned him off and took him back to the hotel. Today, nearly fifty years since his death, the audience for escapes is even larger.”

E. L. Doctorow (6 januari 1931 – 21 juli 2015)

 

Dolce far niente, Jacques Perk, Ernest Hemingway, Belcampo, Hart Crane

Dolce far niente

 

 
Oosterpark door Isaac Israels. ca. 1895

 

Hemelvaart
Est deus in nobis.

De ronde ruimte blauwt in zonnegloed
En wijkt ver in de verte en hoog naar boven:
Mijn ziel wiekt als een leeuwriklied naar boven
Tot bóven ’t licht zij lichter licht ontmoet.

Zij baadt zich in den lauwen aethervloed
En hoort met hosiannaas ’t leven loven;
Het floers is wèg van de eeuwigheid geschoven
En godd’lijk leven gloeit in mijn gemoed.

De hemel is mijn hart en met den voet
Druk ik loodzwaar den schemel mijner aard’,
En nederblikkend, is mijn glimlach zoet.

Ik zie daar onverstand en zielevoosheid…,
Genoegen lacht… ik lach… en met een vaart
Stóot ik de wereld weg in de eindeloosheid.

 

 
Jacques Perk (10 juni 1859 – 1 november 1881)
Monument voor de Tachtigers door Jan Wolkers in het Oosterpark, Amsterdam
Bovenstaand gedicht van de Tachtiger Perk staat erbij te lezen

Lees verder “Dolce far niente, Jacques Perk, Ernest Hemingway, Belcampo, Hart Crane”

Boris Dittrich

De Nederlandse schrijver, mensenrechtenactivist en oud-politicus Boris Dittrich werd geboren in Utrecht op 21 juli 1955. Dittrichs Tsjechische vader Zdenĕk Radslav Dittrich vluchtte in 1948 uit het toenmalige Tsjecho-Slowakije naar Nederland, kreeg asiel en werd professor in Oost-Europese geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Boris Dittrich groeide op in Utrecht en Zeist en studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden. Na zijn afstuderen in 1981 werd hij advocaat bij het advocatenkantoor Stibbe, Blaisse en de Jong te Amsterdam. In 1984 werd hij partner bij het advocatenkantoor Ingelse c.s., eveneens te Amsterdam. Van 1989 tot 1994 was hij rechter bij de arrondissementsrechtbank in Alkmaar. Zijn politieke loopbaan begon in 1990 toen hij fractievoorzitter werd van de D66-fractie in het stadsdeel Amsterdam-Zuid. In 1994 werd Dittrich gekozen tot Tweede Kamerlid voor D66 en partijleider van in 2003 nadat Thom de Graaf was afgetreden vanwege de teleurstellende verkiezingsuitslag in dat jaar. Dittrich was sterk gekant tegen de Nederlandse militaire deelname in de Afghaanse provincie Uruzgan en probeerde het kabinet en het parlement daarvan te overtuigen. Toen de regering (inclusief de twee D66-ministers) besloot de Amerikaanse president Bush te volgen trad hij op 3 februari 2006 af als leider van D66. Dittrich was het eerste openlijk homoseksuele parlementslid dat zich toelegde op LHBT-rechten (rechten voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgender mensen). In 1994 stelde hij voor het homohuwelijk in te voeren. Begin 2007 werd Dittrich aangenomen als Advocacy Director van het Lesbian, Gay, Bisexual and Transgender (LGBT) rights-programma bij Human Rights Watch. Hij verhuisde daarvoor naar New York. Medio 2013 verhuisde Dittrich van New York naar Berlijn, Duitsland, waar hij zijn werk als Advocacy Director van het LHBT-programma bij Human Rights Watch voortzet. Hij blijft wereldwijd actief, met speciale aandacht voor Rusland en Oost-Europa. Dittrich heeft sinds 1982 een relatie met de Israëlische kunstenaar Jehoshua Rozenman, met wie hij in 2005 trouwde. Dittrich heeft vier boeken geschreven: ‘Een blauwe stoel in Paars’, verhalen over zijn werk als Tweede Kamerlid verscheen in 2001. ‘Elke Liefde Telt’, over zijn wereldwijde werk voor Human Rights Watch volgde in 2009. Vervolgens verschenen ‘Moord en Brand’, een thriller over politiek en journalistiek in Den Haag (2011), ‘De Waarheid liegen’, een roman over een moord op het metrostation van Grand Central in New York City, (2013) en in 2016 verschijnt ‘W.O.L.F.’, een thriller over extremisme in Berlijn.

Uit: Moord en Brand

“De ambtswoning van de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag ligt in een laan met statige villa’s en hoge bomen. Aan het begin van de Tobias Asserlaan staat een dranghek. Gemotoriseerd verkeer is niet toegestaan. Al van ver ziet Redouan Fouali de cabine van waaruit de bewakers de ambtswoning in de gaten houden. Fouali heeft zich vandaag in een grijs pak gestoken. De laatste tijd is hij wat afgevallen, waardoor de boord van zijn overhemd te ruim zit. Hij is begin dertig en onmiskenbaar van Marokkaanse afkomst. Wat mensen het eerst opvalt wanneer ze met hem praten, zijn zijn grote, lichtbruine ogen. Rond de pupil zitten groene vlekjes, die in het juiste licht als diamantjes kunnen schitteren. Fouali houdt zijn legitimatiebewijs omhoog naar de bewaker, die vanuit een raampje zijn arm naar buiten heeft gestoken.
‘Ik ben Redouan Fouali. Ik heb een afspraak met ambassadeur Weislogel.’ De Amerikaanse bewaker, een grote zwarte man, kijkt Fouali onderzoekend aan. Met zijn vinger gaat hij langs de namen op de lijst van bezoekers van die dag. Fouali staat erbij, met achter zijn naam ‘ministerie van Veiligheid’.
Beleefd opent de bewaker het hek. Het grint van de oprijlaan knarst onder Fouali’s glimmend zwarte schoenen. Hij voelt de ogen van de bewaker in zijn rug terwijl hij de treden van het bordes neemt en door de dienstbode wordt binnengelaten.
Scott Weislogel had twee miljoen dollar in de verkiezingskas van de republikeinse presidentskandidaat gestort. Het bleek een gouden investering, want toen zijn kandidaat de verkiezingen won, werd hij nog voor de inauguratie gepolst of hij ambassadeur wilde worden. Iemand met zijn kwaliteiten – hij had een computerbedrijfje tot grote bloei gebracht en vlak voor de financiële crisis met veel winst verkocht – werd geschikt geacht om de Verenigde Staten in een klein, maar niet onbeduidend land te vertegenwoordigen. Het was een blijk van dank van de nieuwe president om hem een ambassadeurspost aan te bieden.
Kort na de inauguratie kreeg Weislogel een telefoontje uit Washington D.C. Of hij naar Tanzania wilde of naar Nederland. In een atlas die hij uit de boekenkast van zijn dochters kamer had gepakt, zocht hij beide landen op. Op internet verzamelde hij wat kerngegevens. Hij was toe aan een nieuwe stap in zijn carrière.”

Boris Dittrich (Utrecht, 21 juli 1955)

 

Dolce far niente, Bram Vermeulen, Hans Lodeizen, Arie Storm, Henk Hofland

Dolce far niente

 

 
Kaart van de Beemster met zijn kaarsrechte wegen en sloten

 

Kunst Matig

Nergens bewijst de mens
zijn eng rechtlijnig wezen
zo onverbiddelijk klaar
als langs des polders wegen

Hij vangt er de natuur
tussen dijken recht gesneden.
Het water afgevoerd,
de strijd is lang gestreden.

Het gras dat kent zijn plaats
tussen de linialen sloten.
Hier werd het avontuur
Kunt matig uitgesloten

Want wat uit vroeger tijden
nog krom was van verleden,
werd economisch recht bedacht
en haarscherp afgesneden.

Het meer was vroeger rond
dat viel niet meer recht te dijken.
Maar in het nieuwe land
moest elk natuurlijk wijken

Natuurlijk houdt de koe
en zeker de kudde schapen
zich keurig aan de rechte cel
die voor hen hier werd geschapen

En als het dartel lam
dan nog eens springen wil,
staan zijn ouders al verwaaid
in haakse uithoek stil.

Gelukkig zijn er vogels
de lucht is niet te vangen,
die onbegrensd ver vliegen,
of doodstil biddend hangen.

Gelukkig zwemt de vis niet rechts
in het afgepast kanaal
en drijven de koeten kras
en niet langs liniaal.

Gelukkig zijn er bomen over
van grillig kromme vormen.
Niets in de natuur is recht
zoals ons mensen normen.

Alsof het niet genoeg was
dat mathematisch land,
werd elke wilde wortel wilg
verwijderd van de kant

En dwars door gewassen in gelid,
het planmatig sterven en ontstaan
legt het wiskundig mensenbrein
zijn recht gesneden baan.

Van meedogenloos modern beton
geen gras tussen de stenen.
Een lijn geeft hier de richting aan
waarin de bocht werd afgesneden.

Zo jaagt hij razend voort
in tomeloze vaart.
Met ongehoord geluid
dat nooit meer echt bedaart.

De snelste weg tussen twee punten
is alleen dan een rechte lijn
als de weg zelf er niet toe doet,
slechts het snel ter plekke zijn.

Dan kap je ieder obstakel,
dan moet elk stuk gelijk.
Dan telt niet meer de warme aarde
maar het koude aardse slijk.

De boom groeit met de wind mee,
de takken zoeken het licht.
De mens raast recht af op zijn doel
met ogenkleppen en oren dicht.

Zo maakte de koning der natuur
met zijn loodlijnen verstand
van de wilde water meren
een kaarsrecht polderland.

Wat een geweldig misverstand,
welk onvermogen van bestaan.
Zelf kan hij niet veranderen
dus past hij zijn omgeving aan.

 

 
Bram Vermeulen (13 oktober 1946 – 4 september 2004)
De Schermer, met De Rijp

Lees verder “Dolce far niente, Bram Vermeulen, Hans Lodeizen, Arie Storm, Henk Hofland”