Patrick Rambaud, Oliver Bottini, Louise Glück

De Franse schrijver Patrick Rambaud werd geboren op 21 april 1946 in Parijs. Zie ook alle tags voor Patrick Rambaud op dit blog.

Uit: Napoleon’s Exile (Vertaald door Shaun Whiteside)

“Octave adjusted his white English-style wig, which was combed back with fake nonchalance. He studied himself in the mirror. Pale grey eyes, pinched nostrils, a lipless mouth. His neutral face lent itself to change, and it made him smile. “I can play any part I like,” he thought with satisfaction.
Just then there was a knock at his door and someone called his name. Octave drew back the bolt and opened the door to reveal Marquis de la Grange, the former commander of the Vendeé, who had been involved in several failed conspiracies and who was now plotting in Paris, beneath the very noses of the imperial police. Tall, lean, rather severe, wearing a blue woolen frock-coat with an astrakhan collar, the Marquis had not visited Octave’s apartment before.
Octave occupied a long and sparsely furnished room on the first floor of the Hôtel de Salerne, in the rue Saint-Sauveur: a candlestick on the pine table, a bed, an enormous wardrobe. The velvet of the armchairs was as faded as that of the canopy of the bed, and Octave had to make do without a valet or chambermaid, with logs piled up beside the fireplace.
The velvet of the armchairs was as faded as that of the canopy of the bed, and Octave had to make do without a valet or chambermaid, with logs piled up beside the fireplace.
“But they are both temporary and discreet.”
“I grant you that, and in any case I’m not here to inspect you but to give you a warning.”
“Has someone spotted me?”
“No, no, don’t worry about that. The bluebottles down at the Préfecture are far too stupid to do anything of the sort. I wanted to tell you that we appear to have managed a complete revolution.”
“A revolution . . .”
“In the astronomical sense: the return of a planet to the initial point of its orbit.”
“Meaning?”
“Meaning that we are about to return to our startingpoint: the monarchy.”
“I still don’t get what you’re on about.”
“I’ll take you there, and then you’ll understand.”
The Marquis lifted Octave’s three-cornered hat from a peg, threw him his coat, thrust his own wide-brimmed black felt hat back on and dragged Octave to the staircase.
Outside the front door, in the rue des Deux-Portes, a rented cabriolet awaited, a large number painted on its door. The coachman asked no questions, since the journey had already been decided: the coach—amid a great din of wheels, tinkling bells, hoofs and curses, all of which discouraged conversation—was taking them to the Louvre.”

 

Patrick Rambaud (Parijs, 21 april 1946)

 

De Duitse schrijver Oliver Bottini werd geboren op 21 april 1965 in Neurenberg. Zie ook alle tags voor Oliver Bottini op dit blog.

Uit: Der Tod in den stillen Winkeln des Lebens

„Sekundenlang war er unfähig, sich zu bewegen. Hektisch atmend starrte er auf die geborstene Windschutzscheibe, durch deren Risse Sand ins Wageninnere wirbelte, wo er sich mit dem weißen Talkumpuder der Airbags vermischte. Jenseits der Scheibe lag die Sichtweite unter fünf Metern. Mehrere Menschen tauchten auf, rannten in Richtung Standstreifen. Endlich gelang es ihm, den Gurt zu lösen und sich zur Seite zu drehen. Ein rascher Blick nach hinten, die Kinder schienen unversehrt. Claudia war in sich zusammengesunken, hielt sich den Unterarm. Winter zwang sich zur Ruhe, öffnete ihre Gurtschnalle und half ihr, sich zurückzulehnen, vorsichtig, der Unterarm war wohl gebrochen. Sie war leichenblass, brachte kein Wort hervor, nickte nur, alles okay, fast, und er unterdrückte die Angst und die Schmerzen in seiner Brust und nickte ebenfalls, bei mir auch. Er wandte sich den Kindern zu. Emmy saß hochaufgerichtet da, die Hände auf den Ohren, die Augen geschlossen, aus ihrer Nase lief jetzt ein wenig Blut. Vor dem Fenster neben ihr flatterte der Seitenairbag. Plötzlich schüttelte sie wimmernd den Kopf, der Schock kam mit Verzögerung. Leon rieb sich das Bein und weinte leise. »Alles okay?«, stieß Winter hervor. Emmy riss die Augen auf, wirkte vollkommen verwirrt, als wäre sie aus einem tagelangen Schlaf erwacht. Sie begann zu schreien, und er sah, wie ihre Hand nach dem Türgriff tastete. Nur nicht aussteigen, dachte er, und herrschte sie an: »Emmy, sitzenbleiben!« Sie beachtete ihn nicht. Als sie die Tür aufstieß, fuhr ein kräftiger Luftstrom ins Wageninnere, Sand drang in Winters Augen. Er hörte Claudias verstörte Stimme, legte ihr die Hand auf die Schulter, aber er hatte jetzt keine Zeit für sie, Emmys Schreie wurden immer schriller, sie hatte schon ein Bein halb im Freien, während sie mit beiden Händen am Gurtschloss herumfingerte und nach ihm schlug, weil er sie davon abzuhalten versuchte. »Nicht aussteigen, Emmy, bitte! Emmy!« Sie zerrte am Gurt, versuchte durchzuschlüpfen, und Winter öffnete hastig seine Tür. kämpfte sich in den lärmenden Sturm hinaus, wollte um den Wagen herum zu ihr. Sandkörner stachen wie Hunderte feinster Nadeln auf seiner Haut, drangen ihm in Ohren, Nase, Mund, und er dachte fassungslos, dass sie in eine Art Wüstensturm geraten sein mussten, bis er begriff; dass der Sand nicht aus einer Wüste kam, sondern von den umliegenden Äckern, er hatte den Geschmack von Erde im Mund, und er wusste doch, wie Erde schmeckte. Die Augen mit einem Arm abschirmend, ließ er sich von den Böen am Wagen entlangstoßen, vorbei an Leons Tür zum Heck, musste sich für einen Moment an der Dachreling festklammern, um nicht weitergetrieben zu werden. Kaum einen Meter entfernt stand das nachfolgende Auto, die Beifahrertür offen, der Innenraum leer. Plötzlich brach ein riesiger Schatten in sein Blickfeld, grelle Lichter, eine mehrtonige Lkw-Hupe dröhnte.“

 

Oliver Bottini (Neurenberg,  21 april 1965)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste en schrijfster Louise Elisabeth Glück werd geboren op 22 april 1943 in New York. Zie ook alle tags voor Louise Glück op dit blog.

 

De wilde iris

Aan het eind van mijn lijden
was een poort.

Hoort: wat jullie dood noemen
herinner ik mij.

Geluiden, boven me, schurende dennentakken.
Daarna niets. De zwakke zon
fladderde over de droge grond.

Het is vreselijk te overleven
als bewustzijn
begraven in de donkere aarde.

Toen was het voorbij: dat wat jullie vrezen, bezield
te zijn en niet in staat
tot spreken, eindigde abrupt, de stugge aarde
gaf een beetje mee. En wat ik hield
voor vogels schoot lage heesters in.

Jullie die je de overgang
uit de andere wereld niet herinneren
ik zeg jullie ik kon weer spreken: wat er ook
terugkeert uit vergetelheid keert terug
om stem te vinden:

uit het hart van mijn leven spoot
een grote fontein, diepblauwe
schaduwen op een azuren zee.

 

Vertaald door Erik Menkveld

 

Louise Glück (New York, 22 april 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e april ook mijn blog van 21 april 2020 en eveneens mijn blog van 21 april 2019 deel 2 en eveneens deel 3.

Martinus Nijhoff, Manuel Bandeira

De Nederlandse dichter, toneelschrijver en essayist Martinus Nijhoff werd geboren in Den Haag op 20 april 1894. Zie ook alle tags voor Martinus Nijhoff op dit blog.

 

Het uur U (Fragment)

Nu is er een zeker spel,
door kinderen, heb ik het wel,
‘schaduwlopen’ gedoopt.
Er loopt een man en men loopt
op zijn schaduw trappend mee.
Gewoonlijk doet men twee
passen, tegen hij één.
Het ging door merg en been,
het was hartverscheurend, de groep
in een rijtje over de stoep
achter de vreemdeling aan
huppelend mee te zien gaan.
Het sneed, sneed door de ziel.
Plusfour en matrozenkiel
dansten, als een jong paar,
arm in arm naast elkaar,
houdende aan weerskant
de twee anderen aan de hand:
de matroos hielp het badpakje, dat
een schoentje verloren had
en straks het tweede verloor,
terwijl naast de plusfour
voortholde de eigenaar
van de haastig langs het trottoir
neergezette autoped. –
Tijd, meer dan tijd werd het
dat dit een einde nam.
Uit alle huizen kwam
het driftige geluid
van tikken tegen de ruit
als riep een nijdige hen
kuikens terug naar de ren.
De kinderen luisterden niet.
Want juist was iets geschied
al hun aandacht waard.
De schaduw hield halt. Onvervaard
sloegen zij de ogen op
en namen de vreemdeling op
die stil was blijven staan.
Nu zag hij hen ernstig aan,
het hoofd ten halve
gekeerd.

 

Martinus Nijhoff (20 april 1894 – 26 januari 1953)

 

De Braziliaanse dichter, schrijver en vertaler Manuel Carneiro de Souza Bandeira Filho werd geboren op 19 april 1886 in Recife. Zie ook alle tags voor Manuel Bandeira op dit blog.

 

Het laatste gedicht

Zo wenste ik mij mijn laatste gedicht
Dat het teder was en sprak van de eenvoudigste en minst nadrukkelijke dingen
Dat het verzengend was als een snik zonder tranen
Dat het de schoonheid had van bloemen bijna zonder geur
De puurheid van de vlam die de meest transparante diamant verteert

De hartstocht van hen die zich zonder uitleg doden.

 

Vertaald door August Willemsen

 

Manuel Bandeira (19 april 1886 – 13 oktober 1968)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 20e april ook mijn blog van 20 april 2020 en eveneens mijn blog van 20 april 2019 deel 2 en ook deel 3.

Marjoleine de Vos, Manuel Bandeira

De Nederlandse dichteres en schrijfster Marjoleine de Vos werd geboren in Oosterbeek op 19 april 1957. Zie ook alle tags voor Marjoleine de Vos op dit blog.

 

Zo zou het zijn

Heel lang al wist je steeds dat ergens iemand
wachten zou. Bij een halte halverwege, liefst
iets eerder. Je zou haar plotseling zien
gedag zeggen misschien maar al meteen
geen onderscheid meer tussen jou en haar, zij was
die jij steeds worden wou, naar haar leidde je weg.

Je was nu wie bedoeld was al vanouds:
in evenwicht, geleerd, verdiept
je bakte ook je eigen brood, sprak Grieks
je bloemen bloeiden eindeloos en nooit
hoefde meer iemand ooit eens ergens.

Zo zou het zijn, maar in het echt niets meer
dan stof dat daalt, je kromp in eigen oog
wist niet meer wat je weten wou. Tot halverwege
ja, daar staat een grijze vrouw, ze kijkt naar jou
en jij ziet haar. Maar je loopt door en mompelt: toch
bloeit straks de toverhazelaar.

 

Het leven in juni

Om mij heen is alles luidkeels in leven
de boer op zijn maaier, blatende schapen
in de esdoorn een zwartkop die roept
om een vrouwtje, uit bloemkelken klinkt
het geronk van een bij.

En ik leef ook maar moet dat zelf zeggen
want niets van al wat ik waarneem noemt mij.
Zoals je met vrienden wel praat over vroeger:
we waren aan zee, in een tent, heel gelukkig –
vraagt iemand: was jij daarbij?

Dus ben ik alleen in de tuin in de wereld
en om mij heen ademt alles en in huis
zit een man. Dit is het leven, schrijft hij,
deze ochtend in juni, de zwartkop zingt
en in de tuin zit zij.

 

Melancholie van het heden

Het maakt niet uit haast waar je bent,
een plein of stad, het weidse land,
elk uitzicht spreekt je van voorbij.
Of nooit geweest, maar toch gemist.
Niet jij maar iets in je, wat voelt of
meetrilt met muziek, zoekt
in de lucht, de sloten, geur van hooi
het landschap dat je kent in jou,
dat óók zo blauw en zomers was.
Het komt betoverend tevoorschijn:
gelach van ouders, zingen op de fiets,
de sprong het juichend water in. Niets
sprak tot je zoals nu en zei —
oh onterecht — dat alles wat je leeft
slechts echo is, een naklank. Bijna echt.

 

Marjoleine de Vos (Oosterbeek, 19 april 1957)

 

De Braziliaanse dichter, schrijver en vertaler Manuel Carneiro de Souza Bandeira Filho werd geboren op 19 april 1886 in Recife. Zie ook alle tags voor Manuel Bandeira op dit blog.

 

Moment in een café

Toen de begrafenis langskwam
Namen de mannen in het café
Werktuigelijk hun hoed af
En groetten afwezig de dode
Zij waren allen gericht op het leven
Zij gingen op in het leven
Vertrouwden het leven.

Eén echter ontblootte het hoofd in een breed en langzaam gebaar
En bleef staan kijken naar de kist
Hij wist dat het leven een genadeloos en zinloos jachten is
Dat het leven verraad is
En groette de materie die langsging
Materie voor altijd verlost van de gedoofde ziel.

 

Vertaald door August Willemsen

 

Manuel Bandeira (19 april 1886 – 13 oktober 1968)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 19e april ook mijn blog van 19 april 2022 en ook mijn blog van 19 april 2020 en eveneens mijn blog van 19 april 2019 en ook mijn blog van 19 april 2018 en ook mijn blog van 19 april 2015 deel 2.

Roos van Rijswijk, Hanane Aad

De Nederlandse schrijfster Roos van Rijswijk werd geboren in Amsterdam op 18 april 1985. Zie ook alle tags voor Roos van Rijswijk op dit blog.

Uit: De Dwaler (Seven Year Itch)

“Of nee, ‘kijken’ is het woord niet. Jopie maakt geen ge­bruik van het beeldscherm, zet nooit het gezicht van zijn vader aan op het eivormige apparaat. Hij luistert met zijn voorhoofd op zijn kunstknieën naar Eds stem. Alleen als hij zijn vader een vraag stelt tilt hij zijn hoofd even op. Als de uSoul aan­staat zonder het oproepen van een gezicht, ver­spreidt het scherm een zwak licht in kleurver­loop, alsof je in een erg langzame trein zit en door je oogharen naar het voorbijschietende land kijkt.  
Hoe ruikt sneeuw  
Wat was de hoofdstad van Amerika  
Soms hoort ze een vraag in het voorbijgaan. Simpele vragen. Vermoedelijk verlopen de ge­sprekken anders als Jopie zeker weet dat ze niet in de buurt is. Ze probeert niet te luisteren, het is iets tussen haar zoon en de uSoul. Ze weigert het programma als ‘Ed’ te beschouwen, al is de gelij­kenis ontstellend. Ze heeft Eds digitale bewust­zijn nooit een vraag gesteld. Voor het eerst voelt ze de behoefte bij de uSoul te rade te gaan. Maar dat kan dus niet. Het ei, dofzwart, is noch met knoppen, noch met bezweringen aan te krijgen. Het enige wat ze kan bedenken is een reset.  
‘Papa,’ legt ze Jopie uit, ‘is dan alles vergeten wat je tegen hem gezegd hebt.’  
Ze weet niet of dat klopt, maar het lijkt haar niet meer dan logisch.  
Jopies knieën zoemen zacht als hij zich op de poef laat zakken. Hij knikt manmoedig, waar­door hij op een of andere manier nog jonger lijkt dan hij is. Volwassen bewegingen passen nog niet bij hem.  
Het vastberadene heeft hij van haar. Ed kon eindeloos dubben. Over wat ze zouden gaan eten, over of hij een bepaald concept op de markt zou brengen; zij was altijd degene die de knoop door­hakte. Alleen bij de uSoul had ze zijn twijfel ge­deeld. Het heeft iets zieks, je eigen bewustzijn uploaden. Maar het idee was te goed. De techno­logie erachter te revolutionair. En nu zijn over de hele wereld de breinen van vooraanstaande wetenschappers, miljonairs en beroemdheden  te raadplegen – soms zelfs terwijl het menselijk brein in kwestie nog in leven is. Mrc LeFaw, on­der Jopie en zijn vriendjes een soort god, voert in een dagelijkse vlog diepzinnige gesprekken met zijn eigen uSoul. Ed heeft nog eens met die jon­gen gedineerd. Amper twintig was de ster toen. Zijn management had uTech een exorbitant be­drag geboden om LeFaw drie maanden alleen­recht op een uSoul te geven. Ans moet een rilling onderdrukken.
Ze denkt vaak aan de uitvinder, wie het ook was, van het buskruit. En aan Robert Oppenhei­mer. Aan Steve Jobs ook, van wie een ingelijste foto achter het bureau van Ed hangt. Ze vraagt zich weleens af of ook zij aan hun voorgangers dachten als ze bijna in slaap vielen. Wie, piekert ze op dat soort momenten, stak het eerste kamp­vuur aan?  
‘Doe het,’ zegt Jopie.”   

 

Roos van Rijswijk (Amsterdam, 18 april 1985)

 

De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.

 

Gekte

De wijzer van de klok,
deze tweede Nero,
beveelt het koninkrijk in brand te steken.
De legioenen zijn verslagen,
ze struikelen over de tranen van de weg.
De draak tijd
verscheurt de onschuld,
hij doodt het blauw.
Op het reine voorhoofd
stort zich de tijd,
rukt er de glans vanaf.
De egoïst gelooft,
dat de Grote God van hem is.
De anderen, alle anderen zijn
ongelovigen,
gekken!
Hij beveelt hun executie.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Hanane Aad (Beiroet, 18 april 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e april ook mijn blog van 18 april 2021 en ook mijn blog van 18 april 2020 en eveneens mijn blog van 18 april 2019 en ook mijn blog van 18 april 2017 en ook mijn blog van 18 april 2015 deel 2.

Bonnie Garmus  

De Amerikaanse schrijfster Bonnie Jean Garmus werd geboren op18 april 1957 in Riverside, Californië. Garmus wilde schrijfster worden en studeerde Engelse literatuur aan de Universiteit van Californië, Santa Cruz. Na haar afstuderen werkte ze lange tijd als redacteur bij een wetenschappelijke uitgeverij. Daarna werd ze copywriter en specialiseerde ze zich in technische en medische onderwerpen. Ze heeft lange tijd in Seattle gewoond. Vanwege het werk van haar man verhuisde ze eerst van Seattle naar Zürich, waar ze werkte als freelance copywriter, en in 2017 naar Londen. In april 2022 verscheen haar debuutroman “Lessons in Chemistry”. Op de eerste digitale Frankfurter Buchmesse in 2020 stond het boek volop in de belangstelling. Aan de veiling voor de rechten namen 16 uitgevers deel. Randomhouse-uitgever Doubleday kocht de rechten voor Groot-Brittannië en de VS. Ze werden verkocht aan 35 landen. Éditions Robert Laffont publiceerde in mei 2022 een Franse vertaling onder de titel “La Brillante destinée d’Elizabeth Zott”. Het boek stond op de shortlist voor de RSL Christopher Bland Prize 2023. Het werd in 2022 door Eefje Bosch in het Nederlands door vertaald als “Lessen in chemie”.

Uit: Lessen in chemie (Vertaald door Eefje Bosch)

In 1961, toen vrouwen hemdjurken droegen en bij tuinclubs gingen en zonder erbij na te denken legioenen kinderen rondreden in auto’s zonder gordels; toen niemand nog wist dat er een jarenzestigbeweging zou komen, laat staan een die in de zestig jaar erna door de deelnemers zou worden opgetekend; toen de wereldoorlogen voorbij waren en de geheime oorlogen net uitbraken en iedereen met een schone lei begon en geloofde dat niets onmogelijk was, stond de dertigjarige moeder van Madeline Zott elke ochtend voor zonsopgang op, en wist ze één ding zeken haar leven was voorbij. Ondanks die overtuiging vond ze haar weg naar het lab om de lunch voor haar dochter in te pakken. Stof tot leren, schreef Elizabeth Zott op een stukje papier, dat ze vervolgens in de broodtrommel van haar dochter deed. Toen stopte ze even, met haar potlood omhoog, alsof ze het heroverwoog. Doe mee aan sport in de pauze maar laat de jongens niét automatisch winnen, schreef ze op een ander stukje. Toen stopte ze weer even en tikte met haar potlood op tafel. Je beeldt het je niet in, schreef ze op een derde. De meeste mensen zijn verschrikkelijk. Ze legde de laatste twee bovenop. De meeste kleine kinderen kunnen niet lezen, en als ze dat wel kunnen, zijn het meestal woordjes als ‘hond’ en ‘ga’. Maar Madeline las al sinds haar derde en nu, op haar vijfde, was ze al bijna helemaal door Dickens heen. Madeline was zo’n typisch kind — zo’n kind dat een Bach-concert kon neuriën maar haar eigen veters niet kon strikken; dat de rotatie van de aarde kon uitleggen maar vastliep bij boter-kaas-en-eieren. En dat was het probleem. Want muzikale wonderkinderen worden altijd opgehemeld, maar vroege lezers niet. En dat komt doordat vroege lezers alleen maar goed zijn in iets waar anderen uiteindelijk ook goed in worden. Daarin de beste zijn is dus niet bijzonder, het is alleen maar irritant. Madeline begreep dat. Daarom maakte ze er iedere ochtend een punt van om – als haar moeder al weg was en haar oppas Harriet, de buurvrouw, druk bezig was met andere dingen – de briefjes uit de lunchtrommel te halen, ze te lezen, en ze vervolgens weg te stoppen bij alle andere briefjes die ze in een schoenendoos achter in haar kast bewaarde. Eenmaal op school deed ze net alsof ze zoals alle andere kinderen was: zo goed als ongeletterd. Het was voor Madeline van groot belang erbij te horen. En daar had ze onomstotelijk bewijs voor: haar moeder had er nooit bij gehoord en moest je zien wat er van haar terecht was gekomen. Daar, in het Zuid-Californische stadje Commons, waar het weer overwegend warm was, maar niet te warm, en de lucht overwegend blauw, maar niet te blauw, en de lucht schoon, gewoon omdat de lucht dat toen was, lag ze in bed met haar ogen dicht te wachten. Ze wist dat ze zo zachtjes op haar voorhoofd zou worden gekust, haar lakens voorzichtig zouden worden ingestopt naast haar schouders, er zachtjes ‘Pluk de dag’ in haar oor zou worden gefluisterd.”

 

Bonnie Garmus  (Riverside, 18 april 1957)

Vincent Corjanus, Sarah Kirsch

De Nederlandse dichter Vincent Daniel Corjanus werd geboren op 17 april 1995 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Vincent Corjanus op dit blog.

 

As in de wieg

De eerste keer verliefd
Het gebroken hart

Rijden zonder zijwieltjes
De zilte kus

Het uitzicht vanaf de Gellért-hegy
Jouw hand in mijn haar

Het beste bier met de liefste vrienden
Je zwaarste tranen

Het vuurtorenlicht van Texel
De laatste treinreis

De koudste koffie
De pen die het papier verslaat

Het boek dat sluit
Het waaien van je as

 

Harnas

Ik zou je armen als harnas willen
Gevangen, dichtbij
Glimmend van trots

Geen mens ter wereld die mij raken kan

 

Waterval

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer mensen vechten met wapens van woorden.
De woorden vermoorden.
Krantenpapieren in verdorde schaamteloosheid.

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer de muziek sterft.
Alleen mijn zonden om mij heen.
Dansen tot de naald een nieuwe plaat kust.

Soms moet ik zo hard huilen
wanneer wij denken dat dit het beste is.
De wereld begraven in geld, religie en macht.
De dwazen blind.
Ik wou dat ze zagen hoe hard ik huilen kon.

 

Vincent Corjanus (Zwolle, 17 april 1995)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

´s Zomers

Dunbevolkt het land.
De gigantische velden en machines ten spijt
Liggen de dorpen slaperig
In buksboomtuinen; de katten
Treft zelden een steenworp.

In augustus vallen sterren.
In september geeft men het sein voor de jacht.
Nog vliegt de wilde gans, flaneert de ooievaar
Door gifvrije weiden. Ach, de wolken
Als bergen vliegen ze over de wouden.

Als men hier geen krant heeft
Is de wereld in orde
In de pruimenmoesketels
Weerspiegelt zich mooi het eigen gelaat en
Vuurrood lichten de velden op.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 17e april ook mijn blog van 17 april 2021 en ook  mijn blog van 17 april 2020 en eveneens mijn blog van 17 april 2019 en ook mijn blog van 17 april 2017 deel 2.

Thomas Olde Heuvelt, Sarah Kirsch

De Nederlandse schrijver Thomas Baudelet Olde Heuvelt werd geboren in Nijmegen op 16 april 1983. Zie ook alle tags voor Thomas Olde Heuvelt op dit blog.

Uit: November

“De vrouw zag eruit alsof ze wilde sterven. Ze zag er ook uit alsof dat binnen afzienbare tijd vanzelf zou gebeuren, als ze haar vandaag niet zouden helpen. Toch was ze hier, in de handen van de buren van Bird Street, en droegen ze haar die namiddag de bossen in. Ze heette Ann Olsen Dickinson en het belangrijkste, dacht Ralph Lewis, was dat ze eruitzag alsof ze er vrede mee had. Ralph en zijn buurvrouw Elizabeth Aikman hadden de afgelopen weken meerdere lange gesprekken met mevrouw Olsen Dickinson gevoerd, maar Ralph had genoeg ervaring om te weten dat je hun echte motivatie pas in hun ogen kon zien in het uur van de waarheid. Soms voelden ze zich een last voor hun familie. Vooral de ouderen en de chronisch zieken. Als Ralph ook maar iets anders in hun ogen zag dan zelfbeschikking blies hij de operatie 4 last minute of niet. Dan was het ethisch niet te verantwoorden. Ralph Lewis was rechter bij de King County Superior Cour in Seattle, maar om dat te zien hoefde je geen rechter te zijn. Daarvoor moest je mens zijn. Bij Ann Olsen Dickinson was het glashelder ze was er klaar voor. Dat bleek niet alleen uit de schade die haar verwoestende ziekte op haar lichaam had aangericht — de witte stoppels op haar kale schedel, de broodmagere klauwhanden, het verschrompelde, ingevallen gezicht dat bleek als een leeggelopen maan in haar wollen sjaal verzonken lag. Nee, terwijl ze haar in de stromende regen op haar draagkoets tussen de lariksen door tilden, verkeerde mevrouw Olsen Dickinson in een staat van ultieme gelukzaligheid. Ze praatte honderduit. ‘Och, moet je nu toch kijken,’ zei ze, met een stem die kraste als die van een kraai. ‘Al die lichtjes. En die muziek! Hebben jullie dat allemaal voor mij gedaan?’ Elizabeth, die geen moment van haar zijde week, glimlachte onder haar druipende regenkap. ‘Natuurlijk, Ann. Het moet perfect zijn. Voor minder doen we het niet.’ ‘Het is prachtig.’ Er klonk een fluitend geluid toen ze inademde en ze kreeg een hoestbui. Elizabeth legde een hand op haar rug en toen liet voorbij was, schonk ze dampende thee in de dop van haar thermosfles en gaf het aan de zieke vrouw. Deze nam het aan en bracht het langzaam naar haar mond. Het meeste kwam in haar sjaal terecht, maar haar gekloofde, ingezalfde lippen wisten tenminste iets ervan naar binnen te slurpen. Je bent een schat,’ raspte ze toen ze weer bij stem was. ‘Jullie zijn allemaal weldoeners.’ Ralph voelde iets prikken op zijn schedel, waar de zenuwbanen samenbundelden en de eerste vibratie van ongemak door zijn lichaam zonden. Ja, het moest perfect zijn; in zoverre had Elizabeth niet gelogen. Ze wilden degenen die ze naar de bossen achter hun huis brachten een transcendente ervaring geven. Dit deel van het Snoqualmic National Forest — het reservaat aan de rand van Lock Haven, Washington, dat met een hoog, overwoekerd gaashek was afgezet en eigendom was van de McKinleyclan — strekte zich mijlenver uit op de westhellingen van de Cascade Mountains. Er liep maar één pad naar binnen, dat de South Sunday Trail werd genoemd. Het begon op het landgoed van de McKinleys, achter een roestkleurige ijzeren poort in een stenen afscheidingsmuur, die het hele jaar hermetisch was afgesloten.”

 

Thomas Olde Heuvelt (Nijmegen, 16 april 1983)

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sarah Kirsch (eig. Ingrid Hella Irmelinde Kirsch) werd geboren op 16 april 1935 in Limlingerode. Zie ook alle tags voor Sarah Kirsch op dit blog.

 

Einde van het jaar

Deze herfst werden de atoompaddestoelen
In de kranten zo vertrouwd
Dat bij het bekijken van de foto’s
Esthetische categorieën zich aandienden
De situatie van de blauwe planeet was overzichtelijk
Het woord neutronenwapen dook dikwijls op
Net als zijn broertjes benzineprijs weerbericht
Het werd alledaags als oproepen tot vrede.
Mijn kind heeft op school een één gehaald
Wat moet ik zeggen het kost al inspanning
Zijn aanblik de onschuld te verdragen
En wij leven ons onwaarschijnlijk
Avontuurlijk leven corrigeren de één
Het kind gaat naar school wij planten bomen
Horen het proefalarm de ABC-wapen-waarschuwing
Kennen de verhalen van de militairen aller landen.

 

Vertaald door Hans Ester

 

In de golven

De zee zo
Groen en zo open
Ik heb mijn voeten
in het water
In de golven
Zie ik vissen
De zomer de
zomer is gekomen
Bij jou.

 

Vertaald door Germain Droogenbroodt

 

Sarah Kirsch (16 april 1935 – 5 mei 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e april ook mijn blog van 16 april 2020 en eveneens mijn blog van 16 april 2019 en ook mijn blog van 16 april 2017 deel 2.

Tomas Tranströmer

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

 

Elegie

Ik open de eerste deur.
Het is een grote zonverlichte kamer.
Een zware auto rijdt op straat voorbij
en laat het porselein rinkelen.

Ik open deur nummer twee.
Vrienden! Jullie dronken duisternis
en werden zichtbaar.

Deur nummer drie. Een smalle hotelkamer.
Uitzicht op een steeg.
Een lantaarn die glinstert op het asfalt.
Schone slakken der ervaring.

 

Schets in oktober

De sleepboot ziet sproetig van de roest. Wat doet hij hier zo diep in het land?
Hij is een zware gedoofde lamp in de koude.
Maar de bomen hebben wilde kleuren. Signalen naar het andere strand!
Alsof er mensen wilden worden opgehaald.

Op weg naar huis zie ik inktzwammen door het gazon omhoog komen.
Zij zijn de naar hulp zoekende vingers van iemand
die lang in zichzelf heeft zitten snikken in het donker daar beneden.

Wij behoren de aarde.

 

Aan vrienden achter een grens

I
Ik schreef jullie mondjesmaat. Maar wat ik niet kon schrijven
zwol en zwol als een ouderwets luchtschip
en gleed tenslotte door de nachtelijke hemel heen.

II
Nu ligt de brief bij de censor. Hij ontsteekt zijn lamp.
In het schijnsel vliegen mijn woorden als apen tegen een traliehek omhoog
rukken eraan, stoppen ermee en laten hun tanden zien!

III
Lees tussen de regels. Wij zullen elkaar over 200 jaar ontmoeten
als in de hotelmuren de microfoons vergeten zijn en
eindelijk mogen slapen, trilobieten worden.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e april ook mijn blog van 15 april 2020 en eveneens mijn blog van 15 april 2019 en ook mijn blog van 15 april 2018 deel 3.

Alexandre Jardin, Seamus Heaney

De Franse schrijver Alexandre Jardin werd geboren in Neuilly op 14 april 1965. Zie ook alle tags voor Alexandre Jardin op dit blog.

Uit: De edelmoedigen (Vertaald door Arthur Wevers)

“Als telg van het geslacht Jardin weet ik dat je niet per se een monster hoeft te zijn om je tot een kampioen van het kwaad te ontpoppen. Mijn opa, Jean Jardin, bijgenaamd de Gele Dwerg, was van 20 april 1942 tot 3o oktober 1943 de hoofdambtenaar van de bereidwilligste collaborateur onder de Franse staatslie-den: Pierre Laval, regeringsleider van maarschalk Pétain, de man die zonder omwegen durfde te verklaren: ‘Ik wil dat Duitsland de oorlog wint: Op de ochtend van de razzia van het Vél d’Hiv, op 16 juli 134z was mijn opa dus zijn departements-directeur, zijn dubbelganger. Zijn ogen, zijn neus, zijn mond, zijn hand, om niet te zeggen: zijn geweten. Toch heeft niemand, of bijna niemand, ooit het verband ge-legd tussen de Gele Dwerg en de grote razzia, die twee dagen in beslag nam en bijna alle 12.884 gearresteerde Joden, onder wie 031 kinderen, het leven kostte. In elk geval niet de Jardins, en zeker niet mijn vader, Pascal Jardin, bijgenaamd de ZubiaL Hij was er al te zeer aan gewend de werkelijkheid buiten de deur te houden. De best bewaarde familiegeheimen laten zich in het open-baar soms van hun beste kant zien. In een verblindend licht dat ze bijna onzichtbaar maakt. Zoals de doeken van oude meesters die tijdens het bewind van Hitler van Joodse verza-melaars werden gestolen en vervolgens in Duitse salons aan de muur werden gehangen. Gunstig belicht hangen ze voor de neus van de huidige erfgenamen, maar niemand ziet hun ijzingwekkende herkomst. Een halve eeuw lang heeft mijn fa-milie in alle onderdelen van deze sport uitgeblonken: zich blootgeven om bepaalde zaken te verdoezelen. Juist die plek-ken in het zonnetje zetten die, bij ons, in nacht en nevel waren gehuld. Door de kunst te verstaan om het onverdraaglijke met blijmoedigheid, argeloosheid en schilderachtigheid te omkle-den. Hoe is het me gelukt om me los te maken van de officiële waarheid van mijn voorvaderen, die trouw waren aan het ze-nofobe regime van Vichy? Hoe heb ik uiteindelijk de schande aanvaard dat ik een afstammeling was van deze zogenaamde ‘nette’ mensen? En mijn woede geaccepteerd toen het me dui-delijk werd dat men in onze kringen het kwaad had kunnen bedrijven zonder zich van enig kwaad bewust te zijn? En zon-der openlijk blijk te geven van enig ongemak. Hoewel het me natuurlijk nooit is ontgaan dat de werkelijke opdrachtgevers van het kwaad in de eerste plaats Duitsers waren: Heinrich, opberg, Dannecker, Knochen en anderen.”

 

Alexandre Jardin (Neuilly, 14 april 1965)

 

De Ierse dichter Seamus Heaney werd op 13 april 1939 te County Derry, Noord-Ierland, geboren. Zie ook alle tags voor Seamus Heaney op dit blog.

 

Sloe gin

Het heldere jeneverbessenweer
verdonkerde tot winter.
Zij voedde bessen met gin
en verzegelde de glazen pot.

Toen ik hem openschroefde
rook ik de verstoorde
wrange stilte van een bosje
dat door de keuken opschoot.

Toen ik hem uitschonk
had hij een scherp randje
en hij vlamde
als Betelgeuze.

Ik drink op jou
in doorrookte, blauwzwart
gepolijste bessen, bitter
en betrouwbaar.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Seamus Heaney (13 april 1939 – 30 augustus 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e april ook mijn blog van 14 april 2020 en eveneens mijn blog van 14 april 2019.

Nachoem Wijnberg, Seamus Heaney

De Nederlandse dichter en schrijver Nachoem Mesoelam Wijnberg werd geboren in Amsterdam op 13 april 1961. Zie ook alle tags voor Nachoem Wijnberg op dit blog.

 

De afgoden
De bedelaars hielden
de stad in hun macht
zij zaten
op de kathedraaltrap

niemand kon bidden
zonder al zijn geld te verliezen

zij dwongen de beeldhouwers
hun lichamen te gebruiken
als modellen
voor nieuwe lichamen van de Christus
en die aan de kruizen te bevestigen

de bedelaars zaten
wijdbeens op de kathedraaltrap
terwijl zij zich lieten schetsen

’s nachts sliepen zij daar
tussen brandende kaarsen
gerold in tapijten
zodat niemand in het geheim kon bidden.

 

Oud huis en hooglied

Een man draagt de geur van zijn lunch
en werkt zonder oponthoud dat hij niet aankondigt
voor een man die zijn lunch voor hem verbergt
een man kan niet werken als iets hem afleidt

een vrouw is geen werkelijke hulp
zij zwaait als zij angst ziet
met haar hand voor zijn ogen
zij is waardevoller dan parels
een man verkleedt zich voordat hij begint
met werken in een huis dat van een man is
die zijn voorraden voor hem verbergt
en die zijn tong in zijn mond wegstopt

een vrouw is geen werkelijke hulp
zij toont steeds een andere knie
vanaf een stoel naast zijn bed
zij is waardevoller dan parels
een man voorkomt dat een huis vervalt
van een man die zich in het huis opsluit
en die zijn bewegingen voor hem verbergt
op een been staat of tegen een muur leunt

een vrouw is geen werkelijke hulp
haar lippen zijn juwelen
haar borsten zijn juwelen
zij klimt in en uit zijn bed.

 

Slaap

Op het strand verlaat hij elke middag een blonde vrouw
als iemand anders haar nadert kijkt zij strak naar de zee
als iemand haar iets vraagt zegt zij dat zij liever niet praat
soms is zij in slaap gevallen als hij veel later terugkomt
als zij dan wakker wordt omarmt zij hem onmiddellijk
zij vertelt wat zij gedroomd heeft als hij daarom vraagt
hij vertelt hoe hij bijvoorbeeld in een bus door de stad reed
daarna trekt hij haar overeind en loopt met haar naar de zee
hij doopt zijn vingers in het water en raakt haar borsten aan
overdag kan hij nergens inslapen zonder dat iemand hem wekt
op een stoel in een rijdende bus, in een hoek van een supermarkt.

 

Nachoem Wijnberg (Amsterdam, 13 april 1961)

 

De Ierse dichter Seamus Heaney werd op 13 april 1939 te County Derry, Noord-Ierland, geboren. Zie ook alle tags voor Seamus Heaney op dit blog.

 

Van de schrijfgrens

De gespannenheid en de nulliteit om die ruimte
als de auto stopt op de weg, de soldaten merk en
nummer inspecteren en je er nog meer te zien krijgt

als er één zijn gezicht naar je raampje buigt:
op een heuvel erachter kijken ze doelbewust
over wapens in aanslag die jou onder schot houden,

en alles is pure ondervraging
tot een geweer wenkt en je doorrijdt
met een gemaakt onverschillige acceleratie –

een beetje leger, een beetje ontdaan,
als altijd, door die trilling in jezelf,
onderworpen, ja, en gehoorzaam.

Je rijdt dus verder naar de schrijfgrens,
waar het opnieuw gebeurt. De mitrailleurs op driepoot,
de sergeant met zijn walkie-talkie, die gegevens

over jou herhaalt, wachtend op de klik
die je doorlaat; de scherpschutter die je
vanuit de zon in het vizier houdt, als een havik.

En opeens ben je er door, aangeklaagd toch vrijgelaten,
alsof je van achter een waterval was gekomen
op de zwarte stroom van de asfaltweg,

langs pantserwagens, eruit, tussen de
postende soldaten door, die vloeien en wijken
als boomschaduwen in de schoongepoetste voorruit.

 

Vertaald door Jan Eijkelboom

 

Seamus Heaney (13 april 1939 – 30 augustus 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e april ook mijn blog van 13 april 2019 en ook mijn blog van 13 april 2018 en ook mijn blog van 13 april 2014.