Hendrik Marsman, Wallace Stevens

De Nederlandse dichter en schrijver Hendrik Marsman werd geboren op 30 september 1899 in Zeist. Zie ook alle tags voor Hendrik Marsman op dit blog.

 

Uit: Tempel en kruis

III

De nacht schrijdt voort;
de laatste slag verklonk,
en in zijn hart welt weer de droefenis
om het verminkt bestaan
en wat het werd,
nadat de godenbeelden zijn vernield.
en weer ziet hij zich op een morgen staan
tusschen de glooiingen en ’t heet azuur
van het demetrisch eiland,
éen brandend gouden uur
bezield door het geweld
van de antieke zuilen,
en van een rust vervuld
zoo sterk en ongekweld
dat hij den dood vergat,
het sluipend schaduwbeest
dat hem een leven lang
een dubbelganger was geweest
en hem tot in de holen van den slaap vervolgd.
toen liet het van hem af –
hij voelde dat hij rees,
terwijl hij dieper drong in het geheim der aarde
en dat hij zonder vrees kon denken aan zijn graf.

niet meer verteerd door een onwereldsch heimwee,
ontstegen aan den angst van zijn ontredderd vleesch.

 

Hendrik Marsman (30 september 1899 – 21 juni 1940)
Portret door Valentijn van Uytvanck, 1925. Houtsnede

 

De Amerikaanse dichter en essayist Wallace Stevens werd geboren op 2 oktober 1879 in Reading, Pennsylvania. Zie ook alle tags voor Wallace Stevens op dit blog.

 

The plain sense of things

Nadat de bladeren gevallen zijn
Keren wij, zien wij de dingen
Nuchter weer, gewoon.

Het is alsof wij kwamen
Aan het eind van de verbeelding
En onbezield bleven
In het roerloos gewende.

Een fantastisch streven
Is vergeefs geweest. Hiervoor
Kent men geen woorden, behalve

Dat de schoorsteen nog steeds
Scheef staat, de schuur moet geverfd…

Maar ook het eind van de verbeelding
Moest, onvermijdelijk,
Verbeeld worden –

De vijver, de loutere verschijning
Ervan, geen weerspiegeling, de bladeren,

Modder en het troebelglazen
Water waar de ratten komen
Kijken, de vijver
Met weggegooide lelies –

Dit alles moest verbeeld, als kennis
Waar niet aan was te ontkomen.

Anders had het niet kunnen zijn.

 

Vertaald door Lloyd Haft

 

Wallace Stevens (2 oktober – 1879 – 2 augustus 1955)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e september ook mijn blog van 30 september 2023 en ook mijn blog van 30 september 2020 en eveneens mijn blog van 30 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Pé Hawinkels, Jon Fosse, W. S. Merwin

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Het uiterlijk van de Rolling Stones (Fragment)
Een lyrisch-episch leerdicht

II De zwarte markies met suikerziekte

…….
En van al de menigvuldige kandidaten, die,
Wanneer het comité heeft plaatsgenomen in
De vertrouwde schaduw van de Europese lindebomen,
Hoewel de moderator nog rabiaat hooizolders & bovenkamers
Overhoop haalt, op zoek naar een bruikbare mandoline,
Z. komen presenteren, van de vergrijsde kardinaal
In battledress, de aamborstige sportman,
De amateursjamaan met kalkoensnek en
Gepocheerde wangen, de gewetensvolle drinker, tot
De idiosyncratische fakir toe, wiens okseldamp
En cariëtische adem even gretig
Opgesnoven worden als die van fresia’s
Door de liefhebbers van de entr’acte-muziek
Uit Rosamunde, en die aan dit benijdenswaardig kenmerk
Een wetscherp inzicht parenteert
In de fluctuering van de conjunctuur, worden er
Maar twee, die, weliswaar strijdig met de eisen
Van het savoir-vivre, maar perfect conform die
Der efficiency, voorlopig onbenoemd blijven,
Volledig serieus genomen: aanschouw
Het twijfelspel, als op een kopje verse thee,
Op het mythogene, van Schönheitsfehler
Echter allerminst verstoken snuitwerk van onze president.
Het vindt een parallel in het eigenaardig gedrag
Van onze beide helden; kijk ze unduleren!
Ze vloeien in elkander over, splitsen weer,
Als dux en comes, en na het schisma
Heeft nummer één het gezicht, de handen of zo
Van de ander over-, aangenomen. Het valt niet mee,
Zo, om de gestalte van een van twee
Goed op z. in te laten werken, want vóor
De impuls, het in een krantepapieren bootje
Neergepoot tinnen soldaatje met een boodschap
Om zijn been het riool in is kunnen verdwijnen,
Sterft het kind, dat speelt en op de nominatie
Staat voor de bijbehorende gevoelsfunctie,
Laat het kind, dat als een paddestoelwolk
Opstijgt uit zijn lijkje, een vlieger op
In de militaire kleuren. Wat schiet er anders over
Dan de krant maar open te vouwen en de benen
Op elkaar te ruste te leggen?

 

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Noorse schrijver en dichter Jon Fosse werd geboren in Haugesund op 29 september 1959. Zie ook alle tags voor Jon Fosse op dit blog.

Uit: Slapeloos (Vertaald door Marianne Molenaar)

“Ik ben zo moe, zegt Alida en ze blijven staan en Asle kijkt naar Alida en hij weet niet hoe hij haar moet troosten, want ze hadden elkaar al zo vaak getroost door over het kind te praten dat zou komen, of het een meisje zou zijn of een jongen, daar praatten ze over, en Alida dacht dat meisjes gemakkelijker waren, en hij dacht het tegendeel, dat het gemakkelijker was met een jongen, maar of het nu een jongen werd of een meisje, ze zouden hoe dan ook blij zijn met het kind waar ze nu gauw de ouders van werden, en dankbaar, dat zeiden ze en ze troostten zich met de gedachte aan het kind dat nu gauw geboren zou worden. Asle en Alida liepen door de straten van Bjørgvin. En tot nu toe hadden ze er niet zo zwaar aan getild dat niemand hun onderdak wilde geven, het kwam vast wel in orde, er zou vast gauw iemand zijn die een kamertje te huur had waar ze een tijdje konden wonen, het moest wel in orde komen, met zo veel huizen in Bjørgvin, kleine huizen en grote huizen, niet zoals in Dylgja, waar alleen een paar boerderijen waren en wat kleine vissershuisjes, zij, Alida, was de dochter van moeder Herdis op Brotet, zoals ze daar zeiden, en kwam van een boerderijtje in Dylgja, daar was ze opgegroeid bij moeder Herdis samen met haar zus Oline, nadat vader Aslak verdween en nooit meer was teruggekomen, toen Alida drie was en haar zus Oline vijf, en Alida had niet eens herinneringen aan haar vader, alleen aan zijn stem, want in gedachten kon ze zijn stem nog horen, het diepe gevoel dat in zijn stem lag, de hoge heldere en de zware klanken, maar dat was dan ook alles wat ze van vader Aslak nog had, want ze herinnerde zich er niets van hoe hij eruitzag, en verder herinnerde ze zich ook niets, alleen zijn stem als hij zong, dat was alles wat ze van vader Aslak nog had. En hij, Asle, was opgegroeid in een boothuis in Dylgja waarvan ze de zolder bewoonden, daar groeide hij op bij moeder Silja en vader Sigvald, tot vader Sigvald op zee bleef op een dag toen plotseling de herfststorm opstak, hij was aan het vissen ten westen van de eilanden en daar voor de eilanden zonk de boot, voor Storesteinen. En toen waren moeder Silja en Asle alleen in het boothuis. Maar niet lang nadat vader Sigvald was overleden werd moeder Silja ziek, ze werd steeds magerder, ze werd zo mager dat het leek of je door haar gezicht heen tot op het bot keek, haar grote blauwe ogen leken steeds groter te worden en vulden ten slotte bijna haar hele gezicht, vond Asle, en haar lange bruine haar werd dunner dan ooit, en piekerig, en toen, toen ze op een ochtend niet opstond, vond Asle haar dood in bed. Moeder Silja lag met haar grote blauwe ogen open en keek naast zich, naar waar vader Sigvald had moeten liggen. Het lange dunne bruine haar bedekte bijna haar hele gezicht. Daar lag moeder Silja en was dood.”

 

Jon Fosse (Haugesund, 29 september 1959)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler William Stanley Merwin werd geboren in New York op 30 september 1927. Zie ook alle tags voor W. S. Merwin op dit blog.

 

Bij de verjaardag van mijn dood

Elk jaar heb ik zonder het te weten de dag doorgebracht
Waarop de laatste vuren naar mij zullen zwaaien
En de stilte zal vertrekken
Onvermoeibare reiziger
Als de straal van een lichtloze ster

Dan zal ik niet langer
Mezelf in het leven vinden als in een vreemd gewaad
Verrast door de aarde
En de liefde van een vrouw
En de schaamteloosheid van mannen
Zoals vandaag nu ik schrijf na drie dagen regen
Het winterkoninkje hoor zingen en het vallen ophoudt
En buig zonder te weten waarvoor

 

Vertaald door Frans Roumen

 

W. S. Merwin (30 september 1927 – 15 maart 2019)
In 1972

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn blog van 29 september 2020 en eveneens mijn blog van 29 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Philip Huff, W. S. Merwin

De Nederlandse dichter en schrijver Philip Huff werd geboren op 28 september 1984 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Philip Huff op dit blog.

 

Het bos op het eiland

I.
Nadat de pijn niet meer
zo heftig was dat je amper
kon ademhalen kwam
een andere pijn je gezelschap
houden in je borstkas
je wandelde om door te gaan
zonder afstand te nemen
elke dag opnieuw dezelfde
rondjes in het park, met vrienden,
vreemden en oude bekenden
ze wilden weten hoelang
of hoelang al niet meer
bij elk antwoord stak die nieuwe pijn
op als de wind tussen je ribben
je borstkas, een zeil.

II.
Op weg naar het eiland verdween
de kustlijn, of, nee: veranderde
van schaal;
twee haren op een jas, zout
op je vingertoppen en jullie weer
zwevend in zingend wit licht.

III.
Ook zonder haar lijf ligt je hand
nog op haar billen, vijf vingers in de rouw.
Je was niet voorbereid op het voorbij-zijn
legt je nu toch neer bij het neerleggen,
verlaat het eiland op de boot
waarmee je kwam.

IV.
En op een dag
word je wakker, denk je pas
halverwege de middag aan haar
– en, daarna, als de kom van je handen
zich ’s ochtends vouwt om je gezicht
zal ook het bos op het eiland
zich om je vouwen
met haar groene licht

 

Philip Huff (Zwolle, 28 september 1984)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler William Stanley Merwin werd geboren in New York op 30 september 1927. Zie ook alle tags voor W. S. Merwin op dit blog.

 

Op het geluk

Op de kaarten en bij de bocht in de weg
zagen we je nooit
in de baarmoeder en in het kruisvuur
in de getallen
waar je ook de hand in had
en dat was alles
ons werd verteld om nooit
ons vertrouwen in je te stellen
om uiteindelijk nederig voor je te buigen
omdat er uiteindelijk niets
anders was dat we konden doen
dan niet in je te geloven

toch zouden we je kunnen verleiden met kiezels
warm gehouden in de hand
of munten of de relikwieën
van verdwenen dieren
in voorschriften rituelen
niet bindend voor jou
die geen beloften doet
we zouden zulke dingen alleen kunnen doen
om je niet te verwaarlozen
en je ongenade te riskeren
oh jij die nooit dezelfde bent
die geheim is als de dag wanneer hij komt
jij die we uitleggen
zo vaak als we kunnen
zonder je te begrijpen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

W. S. Merwin (30 september 1927 – 15 maart 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e september ook mijn blog van 28 september 2020 en eveneens mijn blog van 28 september 2018 en ook mijn blog van 28 september 2017 en eveneens mijn blog van 28 september 2014 deel 1 en eveneens deel 2.

Kay Ryan

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

THAT WILL TO DIVEST

Action creates
a taste
for itself.
Meaning: once
you’ve swept
the shelves
of spoons
and plates
you kept
for guests,
it gets harder
not to also
simplify the larder,
not to dismiss
rooms, not to
divest yourself
of all the chairs
but one, not
to test what
singleness can bear,
once you’ve begun.

 

DOUBT

A chick has just so much time
to chip its way out, just so much
egg energy to apply to the weakest spot
or whatever spot it started at.
It can’t afford doubt. Who can?
Doubt uses albumen
at twice the rate of work.
One backward look by any of us
can cost what it cost Orpheus.
Neither may you answer
the stranger’s knock;
you know it is the Person from Porlock
who eats dreams for dinner,
his napkin stained the most delicate colors.

 

HOPE

What’s the use
of something
as unstable
and diffuse as hope—
the almost-twin
of making do,
the isotope
of going on:
what isn’t in
the envelope
just before
it isn’t:
the always tabled
righting of the present.

 

De stukken die op aarde vallen

Je zou
haast willen
dat ze het niet zouden doen;
ze zijn zo
ver uit elkaar,
zo willekeurig.
Je kunt niet
wachten, je kunt
het wachten niet opgeven.
De drie of
vier momenten
waarop ze landen
vervagen nooit.
Mochten er
meer zijn, dan
zullen er nooit
genoeg zijn
om een patroon te maken
dat kan opwegen
tegen de dominante
manier waarop ze ertoe doen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e september ook mijn blog van 27 september 2020 en eveneens mijn blog van 27 september 2018 en eveneens mijn blog van 27 september 2015 deel 2 en eveneens deel 3.

Bart Chabot, T. S. Eliot

De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook alle tags voor Bart Chabot op dit blog.

Uit: Mijn vaders hand

“DE LENTE KWAM vroeg dat jaar; zo vroeg dat ook de lente zelf het nauwelijks kon bijbenen. Ik kwam van een afspraak met een oude vriend vandaan en liep naar mijn auto, die ik in de namiddag voor het Vredespaleis had geparkeerd. De straten zaten me als gegoten. Ter hoogte van de Franse ambassade kwam een brommer aanrijden. Een type dat ik kende uit mijn jeugd: geen Puch met een hoog stuur, zoals ik zelf ooit een blauwe maandag had, maar een buikschuiver: een Kreidler, Zndapp of Berini. De bromfietser keek naar me: dat wil zeggen, de helm draaide mijn kant op. Daarop nam de bestuurder gas terug, remde en kwam naast de stoeprand tot stilstand. Een Kreidler. De helm ging af en ik zag dat de bestuurder een vrouw was. `Bart?’ zei ze. ten jij Bart Chabot?’ Ze had witte gymschoenen aan. Onder haar leren jack droeg ze een witte broek. Was ze verpleegkundige, Pleegzuster Bloedwijn? Ze zette de brommer op de standaard. Dit kon even gaan duren. `Sorry dat ik je aanspreek,’ zei ze. Ik zei dat het geen probleem was, dat ik het gewend was dat wildvreemden me aanspraken. Wat kon ik voor haar betekenen? Weet je,’ zei ze, ‘het zijn mijn zaken niet, en ik heb me er niet mee te bemoeien, het gaat me niet aan…’ `Maar?’ zei ik. `Ik kom van je vader vandaan.’ Het liep tegen negen uur; er was nauwelijks verkeer, op een stadsbus na die vrijwel leeg voorbijreed. `Ik heb hem net gewassen, je vader, en in bed gestopt.’ Dat is mooi,’ zei ik. ‘Dat waardeer ik bijzonder, dat u…’ `Ik ben Nicolette.’ Ze stak haar hand uit. dat je mijn vader verzorgt,’ zei ik terwijl ik haar hand schudde. Hoe lang, vroeg ik me af, had ik mijn vader niet gezien of  gesproken? Twintig, tweeëntwintig jaar? En hetzelfde gold voor mijn moeder. Ik had met mijn ouders al zeker twintig jaar geen contact meer. Je zou zomaar de indruk kunnen krijgen dat er iets was misgelopen tussen ons. `Ik heb begrepen,’ zei Nicolette, ‘dat je hen niet meer wenst te spreken, je beide ouders. Je zult daar goede redenen voor hebben, daar twijfel ik niet aan, maar…’ Boven de daken klonk een vertrouwd gekrijs dat ik tijdens de wintermaanden niet had gehoord: de meeuwen waren terug. `Hoe is het met hem?’ vroeg ik. `Slecht,’ zei Nicolette. ‘Ik kan er niet meer van maken. Ronduit slecht. Je vader is dement, zo dement dat hij in de gesloten afdeling van het verzorgingshuis is opgenomen.”

 

Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)

 

De Engels-Amerikaanse dichter en schrijver T. S. Eliot werd op 26 september 1888 geboren in St.Louis, Missouri. Zie ook alle tags voor T. S. Eliot op dit blog.

 

Nicht Nancy

Miss Nancy Ellicott
Schreed de heuvels over en bedwong ze,
Reed de heuvels over en bedwong ze –
De dorre New England-heuvels –
Op vossejacht
Over de koeiewei.

Miss Nancy rookte en danste
Al de moderne dansen;
En haar tantes wisten niet goed wat ervan te denken,
Maar ze wisten dat het modern was.

Op de glanzende boekenplank hielden
Matthew en Waldo de wacht,
Geloofsbeschermers, het leger
Van de onwrikbare wet.

 

Vertaald door Bert Voeten

 

T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 26e september ook mijn blog van 26 september 2018 en ook mijn blog van 26 september 2017 en eveneens mijn blog van 26 september 2015 deel 2.

Niccolò Ammaniti, Dannie Abse

De Italiaanse schrijver Niccolò Ammaniti werd geboren in Rome op 25 september 1966. Zie ook alle tags voor Niccolò Ammaniti op dit blog.

Uit: Het intieme leven (Vertaald door Etta Maris)

“Dit verhaal begint op een woensdag in het afgelopen decennium, het is kwart over negen in de ochtend en Maria Cristina Palma doet haar work-out. Ze is bezig met een Bulgaarse split squat, een oefening waarmee de quadriceps en bilspieren worden getraind. Ze heeft één been naar achteren gestrekt, het andere naar voren en ze buigt haar voorste knie, terwijl ze door de ramen van de serre naar de grijze deken staart. Het fijnstof dat de Romeinen wekenlang heeft genoodzaakt tot een rijverbod dat afwisselend geldt voor auto’s met even en oneven kentekens is samen met de regen neergedaald. In huis is het warm, maar aan de andere kant van het dubbele glas heeft de nachtelijke vrieskou de varenpalmen en de kale pergola op het terras bedekt met rijp. Tussen de zuiltjes van de balustrade door is de verkeersopstopping op de Lungotevere te zien, en verderop het plompe silhouet van de Engelenburcht dat langzaam vervaagt in de ongezonde nevel van de hoofdstad. Het penthouse waar Maria Cristina woont is zo’n paradijs waarvan de meeste mensen niet eens durven dromen, zo onbereikbaar is het. Meer dan driehonderd vierkante meter, op een steenworp afstand van het Piazza Navona, in een neoklassiek stadspaleis dat dag en nacht wordt bewaakt door politiebusjes. Haar personal trainer, Mirco Tonik, een grote kerel uit Francavilla al Mare, vertelt dat hij de verjaardag van zijn verloofde, Michael Carmichael, een Ier die handleidingen van printers en routers vertaalt, heeft gevierd in een vegan restaurant in de wijk Pigneto. Terwijl de trainer smakelijk vertelt over de heerlijke parmigiana di melanzane haalt hij een schijf van de halter af, waardoor het gewicht aan het andere uiteinde van de stang, vijf kilo puur gietijzer, eraf glijdt en op de rechter grote teen van de vrouw terechtkomt, die zo’n harde kreet slaakt dat het koppeltje dwergpapegaaien in de geëmailleerde kooi boven de varens er stil van is. De serre, met olifantsoren in azuurblauwe potten, de Kentia-palm en de uitlopers van de drakenklimop die neerbuigen vanaf de boekenkasten, pulseert om haar heen als een special effect in een slechte film.
Mirco Tonik, die de enorme omvang van zijn stommiteit inziet, brengt heupwiegend zijn handen naar zijn hoofd en roept de schepper aan: ‘0 god! 0 god! 0 mijn god. Wat heb ik gedaan?’ Maria Cristina trilt van de pijn. Ze moet alleen maar ademhalen en het laten stromen. Anders dan herinneringen aan pijn van de ziel verdwijnt de herinnering aan lichamelijke pijntjes na verloop van tijd en zijn we na een paar jaar vergeten hoeveel we moesten lijden om een kies die werd getrokken of een blindedarmontsteking.”

 

Niccolò Ammaniti (Rome, 25 september 1966)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

BONBONDOOS

Afgelopen veronachtzaamde november, Leporello,
en meer achtertuin-rozig-rode appels
versierden de boom dan telbare bladeren
toen zij, door het raam,
een pimpelmees op een tak zag.

Zuchtte: ‘Wat een ongelooflijk mooi plaatje,
een ouderwetse bonbondoos.’

Later, verrast, denkend aan ongeplukte appels,
proefde ik natuurlijk haar rode mooie mond.

Nog later, in de schemering, het uitpakken.
Haar vallende zwarte jurk ritselde
als chocoladepapier;

en die hele heerlijke
ouderwetse, Rubens-mooie
doos geopend. Aangeboden en genomen: truffel,
kersenlikeur, marsepein, Turks fruit.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)
Portret door Dean Lewis, 2014

 

Zie voor de schrijvers van de 25e september ook mijn blog van 25 september 2021 en ook mijn blog van 25 september 2019 en ook mijn blog van 25 september 2018 en eveneens mijn blog van 25 september 2016 deel 2.

Joke van Leeuwen, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres, schrijfster, illustrator en cabaretière Johanna Rutgera van Leeuwen werd geboren op 24 september 1952 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Joke van Leeuwen op dit blog.

 

Blijven

Iemand, oud nog, met over de tafel
een vloerkleed, en een aan de muur,
de punten als van een kompas,
alsof die vast tegen de wanden op
oefent in los van de aarde.

Iemand, in gras, roepend als weer een
kind, tegen de wind, ga liggen! Want dan
zal de wind even naast die gaan liggen
en die naast de wind, wachtend op
god-weet-waar gewaaid, toch?

Iemand die zegt: er is iets, maar wat is
is, wat iets, wat er, weet ik veel, moet dat,
die zegenend, perkament pratend van
maaksel, ontferming, dagzeggend aan
wie nog niet, zich laat bewaren.

En ergens daarbuiten, al duizenden jaren
een rijzige linde vergroeid met een eik,
hout houdt hen vast, met ergens
daarbinnen, vermoed onder schors
hun handen.

 

Geschenk

Dit zit goed vastgeplakt. Wel mooi papier. Een lint
met krullen. Doen ze met een schaar. Ik weet niet
wat jij hiervan vindt, of jij dit hebt, dat ik het ruil,
dat jij dan wacht op mij, dat ik dan onderwijl wat
anders voor je koop, of, want, tenzij, dat jij het
houden wilt of bij vergissing denkt dat jij het
toch al had, maar niet dus, of niet meer of
dat het brak en dat jij dacht als nog een
keer moet ik voorzichtig zijn, of dat
iets dubbels helemaal niet geeft
wat jou betreft. Hier. Neem
een mes. Dit heft.

 

Er zijn dieren

Er zijn dieren die piepen.
Zo zijn ze geschapen, tot piepen.
Hun tieren te iel in de mist.

Er zijn dieren die loeien.
Zo zijn ze geschapen tot loeien.
Hun roepen te rauw in de mest.

Er zijn dieren onhoorbaar.
Scharrelend.

 

Joke van Leeuwen (Den Haag, 24 september 1952)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

De stethoscoop

…………………Daardoor,
boven de strakke buik van jonge vrouwen,
heb ik het geluid van de schepping gehoord
en, in de borst van een dode, de stilte
……van voor de schepping begon.

…… Moet ik
dus bidden? Dit instrument vereren
en daarboven een processie van vaandels?
Dit ding ophangen in een koude
……paddestoeldonkere kerk?

….. Moet ik
ervoor knielen, een spreuk psalmodiëren
uit een boekje? Priester of rabbi nadoen,
het galmend geluid van gelovigen?
….. Nooit! Toch kan ik hem loven.

….. Ik zou
zo doende mijn eigen oren huldigen,
door die te prijzen prees ik nachtelijk praten,
wanneer de mensen filosofen worden;
….. gelach van gekken en wijzen;

…..nachtkreet
van gewonde schepsels, scherp ziend of blind;
maanlicht-sonates op een naald;
minnaars met duive-kelen; de wind
….. op reis vanwaar hij begon.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 24e september ook mijn blog van 24 september 2020 en eveneens mijn blog van 24 september 2019 en ook mijn blog van 24 september 2017 deel 2.

Inge Boulonois, Dannie Abse

De Nederlandse dichteres en schilderes Inge Boulonois werd geboren in Alkmaar op 23 september 1945. Zie ook alle tags voor Inge Boulonois op dit blog.

 

KAST

Hoe dingen binnen hem bestaan.
Planken boordevol wasverzacht
linnengoed. Als uitgedroomde zeilen

schurken lakens tegen elkaar aan.
Op stijve stapels rusten nog
in overijverige vouw gestreken
zakdoeken van voor de wegwerptijd.

Het gespaarde uit de magere jaren
schuilt in een mandje achterin:
een mistige bril, te slanke ringen,
een horloge diep in slaap op eigen tijd.

De kast is een kast en wil bewaren
zonder twijfels over het toekomstig nut.
Hij laat de dingen in zijn donker binnenste
op vaste stek dommelen

tot de deur weer open gaat, het daglicht
binnen glipt en alles wakker schrikt,
ook weemoed –

 

WATERVAL 1961 M.C. Escher

Water stroomt hier niet en wel.
Gerimpeld klimt het opwaarts,
versplinterd stort het neer terwijl
de loop de zwaartekracht vernachelt,
het rad de roerloosheid verdraait.
Spiegelen en glanzen doet het
niet. Geen golf verdwijnt, geen
drup verdampt. Ondanks verval
verglijdt geen fractie tijd. Intussen
blijft het klotsen, kabbelen en ruisen
in je verbeelding. En net zo echt
is dat geklater als het water diep –

 

VOLKabularium

Een grote woordenschat is altijd beter
en zelfs Bargoense taal komt vaak van pas.
Neem niksnaks, gannef, deinvoet, lorejas,
geteisem, falderappes, netevreter.

Want je kunt nooit voldoende woorden leren
voor relschoppers die oud en nieuw versjteren.

 

Inge Boulonois (Alkmaar, 23 september 1945)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog

 

Anamnese

‘Welshmen: meestal waardeloos,
tuig van de richel, dokter.’
Hij wist niet dat ik Welsh was.
Toen prees hij de bouwers
van de concentratiekampen –
wist niet dat ik een jood was.
Hij noemde linksen ‘witte zwarten’
en verzon steeds meer scheldwoorden.

Toen ik zijn lever palpeerde
voelde ik de zachte lever van Goering;
toen ik mijn stethoscoop optilde
hoorde ik de hartslag van Himmler;
toen ik zijn encefalogram las
dacht ik: ‘Sieg Heil, mein Führer.’

In de ziekenhuisapotheek
rode bes van zwarte heggerank,
scheerling, nachtschade, amaniet.
Maar ik schreef hem voor
alsof hij mijn broer was.

’s Avonds laat moet ik op mijn arm
hebben geslapen: eventjes
was mijn rechterhand van slag.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e september ook mijn blog van 23 september 2019 en ook mijn blog van 23 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Herfst (Hanny Michaelis), Jaap Harten, Dannie Abse

 

 

Zonlicht – zonnige herfst door Nikolay Dmitriev, 2021

 

Herfst

De bomen roesten in het zieke licht
langs somber in zichzelf gekeerde grachten.
In wilde, stormdoorvlaagde regennachten
vertoont de maan een bleek, behuild gezicht

boven de lege straten, smalle schachten
waar in een onverbiddelijk gericht
de zomer langzaam voor het najaar zwicht,
terwijl de huizen op het einde wachten.

Tegen de morgen is de strijd beslecht.
Een vage geur van heimelijk bederven
heeft aan de moede wind zich vastgehecht.

Tussen een handvol dunne zonnescherven
heeft zich de zomer moeizaam neergelegd
om eenzaam en onopgemerkt te sterven.

 

Hanny Michaelis (19 december 1922 – 11 juni 2007)
Herfst in Amsterdam, de geboorteplaats van Hanny Michaelis

 

De Nederlandse dichter en schrijver Jacobus Cornelis (Jaap) Harten werd geboren in Blaricum op 22 september 1930. Zie ook alle tags voor Jaap Harten op dit blog.

 

Wakker worden

Wij werden altijd wakker
in een morgen van staal,
met een vochtige roos van adem
en springveren in onze kuiten.
Wij wasten ons snel bij de
pomp en trokken door
ons lichaam een figuur van
honingraat en melk.

Wij leefden in de jaren dertig,
de tijd toen een maniak zwarte
slangen van dood dresseerde
in een naburig rijk. Ons leven
was nog echt van kleur,
een woede in het groen
dat openstond met bomen
en gras in een vrije wereld.

Wij woonden in een geur of
in het gebrom van wespen
en de dood was voor ons een
natuurlijke slaap die kon duren:
graan in het gebit van de winter
hield zich ook lang stil, en
wanneer is leven niet meer
leven? Wij ademden warmte.

Een pendule tikte en tikte
de regimenten naderbij.
Wij hoorden de appels vallen,
herfst kwam en sneeuw en voorjaar.

En toen de insekten ontwaakten
en voor het eerst de wereld probeerden,
vatten zij vlam in de kruitdamp
en stierven en lieten niets na.

 

Wij leven in een wereld

Wij leven in een wereld
die zoveel later is dan die
van de holbewoner, de vuursteen,
wij leven in een wereld
die bont en blauw is van onze hoop op leven,
van onze oorlogen, onze dagelijkse haat.

In de beweging van het jaar, die
altijd goed is, balanceren wij
met lucht en vuur, met
zuurstof en sterren en maken wij
een wilde vonkenregen van liefde in de nacht
en vinden de weerspiegeling in ons bloed.

Soms vechten wij op de barricade,
wanneer de tijd met een schok wakker wordt,
en verdedigen wij een kleur, een wapendier,
dat met zijn klauw of bloedrode
snavel in onze huid kruipt:
wij schieten dan in de roos van de mens.

Wij leven in een wereld, die alles
kan met zijn hart van metaal en kristallen,
maar soms hangt in wolken en duisternis
en dan speelt met demonen en maskers van kwarts,
een wereld die langer is dan onze adem
en de mensen kleurt en torst met zijn zonlicht.

 

Jaap Harten (22 september 1930 – 2 december 2017)

 

De Britse dichter en schrijver Dannie Abse werd geboren op 22 september 1923 in Cardiff, Wales. Zie ook alle tags voor Dannie Abse op dit blog.

 

Pathologie der kleuren

Ik ken de kleur rose en die is mooi,
maar niet als hij rijpt in een tumor.
Genezend groen, lover en gras, lente-achtig,
is in rottende leden niet lente-achtig.

Ik heb rood-blauw, met harig mauve gemengd,
gezien in het paars gezicht van een zelfmoordenaar.
Ik heb wit, porceleinwit zowat, zien staren uit
een auto, achter een verbrijzelde voorruit.
En de misdadige, veelkleurige flits
van een H-bom is niet prachtiger
dan een autopsie als de buik wordt geopend –
en kerkglazen toont die nog nooit zijn geopend.

Dus in een regenboog, eenvoudig geluk,
in de facetrand van een spiegel met zonlicht,
toonde de Dood mij zichtbaar zijn artefact,
als een militair lintje op een tuniek geplakt.

 

Vertaald door W. Hogendoorn

 

Dannie Abse (22 september 1923 – 28 september 2014)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 22e september ook mijn blog van 22 september 20919 en ook mijn blog van 22 september 2018 deel 1 en deel 2.

Indian Summer (Jayanta Mahapatra), Xavier Roelens, Owen Sheers

 

 

Indian Summer bij Moret – zondagmiddag door Alfred Sisley, 1888

 

 

Indian Summer

Over the soughing of the sombre wind
priests chant louder than ever;
the mouth of India opens.

Crocodiles move into deeper waters.

Mornings of heated middens
smoke under the sun.

The good wife
lies in my bed
through the long afternoon;
dreaming still, unexhausted
by the deep roar of funeral pyres.

 

Jayanta Mahapatra (22 oktober 1928 – 27 augustus 2023)
Cuttack, Inda, de geboorteplaats van Jayanta Mahapatra

 

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

1911

en de man die zevenhonderd jaar leefde en de jongen die uit de hemel
was gevallen en de boer die gebakken aardappels pootte en de
bultenaar die dacht dat hij dood was en de waarzegger die zichzelf
niet herkende en de musketier die op zoek ging naar de dood en de
knecht die goed kon onthouden en de molenaar die de duivel bij zijn
neus nam, staan buiten tegen de muur te schuilen voor het
trommelvuur. ze zijn uit hun dorpen naar brussel gevlucht en ze
sluipen om beurt naar het klooster in de buurt, waar de
voedselpakketten van de amerikanen liggen.
    en de man die zijn zevenhonderdste jaar leefde en de jongen die,
uit de hemel gevallen, bedolven raakte onder zijn gesneuvelde
kameraden en de boer die wat graspollen oogstte en de bultenaar die
schreeuwde dat hij dood was en de waarzegger die zijn eigen
gestuiptrekte handen niet herkende en de musketier die uit de
loopgraven sprong en op zoek ging naar het genadeschot en de knecht
die goed geamputeerd kon worden en de molenaar die de duivel bij
zijn neus nam door te deserteren, klampen zich aan hun bajonet vast.
doorregend, gezeten in de kleemodder en het traklwater van de
granaattrechters, onder de kollwitz-bomen – en het mortiervuur gaat
maar door – wachten ze tot ze terug thuiskomen bij hun voorouders en
daar niet meer weten wat te vertellen.

 

1935

GE ZIJT VIJF EN en ge raakt
de tel kwijt aan de
spoorbrug
de paarden die dood en
de varkens op 

straat en dat ingestuikte
huis en gij wacht op
uw pa en ge ziet wat ge nooit op
een blad ooit gaat natekenen hoe de 
littekens zuigen aan ’t ineengedoken uit het brandbaarste hout gekalefaterde 
lijf hoe ge maar een kwart 
lichaam van doen hebt om u
driekwartlichaam te voelen ge kunt dat niet in
negatief gieten hoe
schorsenhuiden rond
uw leegte gedrapeerd liggen hoe ge ondergronds
uw blik hebt beroofd van zijn
hartklep hoe
kneuzingen in
kaarsvet
het bloed van onder
uw nagelen trekt. en ge luistert wreed stil naar
uw haar dat
leekt en ge wacht op
uw pa die de
tandem al heeft overgedregen het is lijk dat ge schellekes

hesp af kunt snijden zo open
de schoften daar liggen ge zijt vijf en ge raakt
de tel kwijt van
de bloedvaten al dat
opgezogen roodhout met
de ruggengraat tussen
de poten en haar
manen tussen

uw tanden ge hoeft niet te verbergen dat
uw hoofd aan
de brug hangt te druipen als
waterverf op
het papier dat ineentrekt wanneer
uw pa komt u komt halen kunt gij niet expliqueren hoe ge
vanaf nu zijt uitgeteld op
een bed van
tijd met
haken en
ogen gelapt en met twee van die
hoofden van voor een en vanachter opdat
ge van
uzelf wegkijken kunt

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De zee lezend

Dikhuidig in wetsuits, zittend op surfplanken,
leren we opnieuw lezen,
traceren we in de verte de zinnen van de golven.
Onder de zon kijken we naar elke deining,
maken we onszelf vertrouwd met hun valse beloften,
de woorden die de pagina niet halen.
We wachten, tussen de aanhalingstekens van verre meeuwen,
tussen het lege papier van het strand
en de laatste regel van de horizon.
We wachten op de volzin van het water, dat zichzelf naar de kust kamikazeert, dat ons
onze welbespraaktheid,
ons moment van evenwicht op het koord van de golf zal toestaan,
voordat het ons afsnijdt, ons wegvaagt
in een diaspora van wit water,
ons achterlatend om terug te worstelen door onze nieuwe taal,
terug naar waar, rustend in een cesuur,
alleen hun hoofden tonend, een ellips van zeehonden
ons vertelt dat het zal doorgaan,
maar dat het water momenteel zijn toespraak voorbereidt,
puttend uit zijn woordenschat van golven,
die nog steeds slechts ideeën zijn, groeiend in de geest van de zee.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.